Historisch Archief 1877-1940
No. 2502
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21
Q-esola.iecLen.is des V acLerlaxicls
NEGENDE ZANG, II
Jacoba juicht. Zij is haar felsten vijand kwijt.
Maar ach, zij heeft zich met een dooien oom verblijd !
Want Philips erft van Jan van Bei'ren al zijn rechten,
En die was nog veel lastiger om mee te vechten,
Hij en die was er ook nog ! haar gewezen man,
Die rasploert, Jan van Brabant, 't Was een aardig span !
Jacoba deinsde niet. Zij voelde zich geroepen
Om zelf in 't vuur te gaan te midden van haar troepen.
Schoonhoven wordt haar buit. 't Had haar tot eer gestrekt,
Indien zij niet den roem der zege had bevlekt
Met Albrecht Beylinc's dood. De documenten staven,
Dat deze fiere slotvoogd levend is begraven.
Hij keert terug, getrouw aan 't eens gegeven woord,
En ziet zijn daad beloond door een infamen moord.
Geen held die eeuwen lang zoo nationaal betreurd is;
Het is alleen maar sneu, dat het niet echt gebeurd is.
Maar, waar of niet, 't verhaal leert deze wijze les:
Te groote eerlijkheid voert zelden tot succes,
Derhalve moet gij niet te zeer naar waarheid streven,
Indien gij in succes het doel ziet van uw leven.
Jacoba was gehard door jacht en wapenspel,
Schoon, rijzig, welgemaakt, en flink van onderstel.
Ze was geen katj' om zonder handschoen aan te pakken,
En, kreeg z' ook al eens klop, zij liet den moed niet zakken.
Zij vocht als een leeuwin maar toch, helaas, haar kracht
Begaf haar op het laatst. Zij raakt in Philips' macht.
Bij Bergen gaf ze 't op. Hij maakte korte metten,
En liet de forsche vrouw te Gent gevangen zetten.
Daar zat ze nu. Geen mensch, die d'arme helpen kon,
Want Gloucester was vertrokken met de noorderzon !
Of liever, met een dame van dubieuze zeden,
Eleonore Cobham. In een droeven brief
Belaadt Jacoba hem met klacht, verwijt en grief,
En noemt zichzelf, die eens zijn hart en hand aanvaardde,
Helaas, de schandelijkst verraden vrouw op aarde."
Thans zette Philips ongestoord zijn plannen door,
En liet zich huldigen als Ruwaert ende Oir."
Jacoba echter, moe van 't klagen en het zuchten,
Bedenkt een listig plan om heimelijk te vluchten.
Eens op een goeien dag verkleedt zij zich als man,
Enfin, men weet, daar had ze toch al wel wat van
Ontsnapt, bestijgt Inar ros, bereikt drie dagen later
Haar driehoek," Gouda, Schoonhoven en Oudewater,
En trekt naar Aljen op. Het is haar laatste kans.
Z'ontvonkt haar mannen als een Maagd van Orleans,
En wint den slag ! Nu komt uit England hulpe dagen,
Maar ach, bij Brouwershaven wordt de vloot verslagen.
De Hoekschen laten nu Jacoba in den steek
Verwonnen is de vrouw, die onverwinbaar leek !
Toen kwam de ergste slag, meedoogenloos en gruwlijk:
De hero van haar hart erkent haar tweede huwlijk !
Nu is zij openlijk geschandvlekt en veracht.
Ze zinkt ontzet ineen. Gebroken is haar kracht
Ze laat zich willig tot den Zoen van Delft" bewegen,
Het woord was goed bedacht daar had zij nooit veel tegen.
Ze bleef in naam gravin, maar Philips kreeg de baan,
En voorts beloofde zij geen huwlijk aan te gaan,
Want Jan van Brabant was (?Goddank!" zei Co) gestorven
Indien haar neefs verlof daartoe niet was verworven.
Humphrey van Gloucester trouwt zijn vroegere vriendin,
En Coba treedt getroost het vrije leven in.
Ze had volstrekt geen lust zich dood^te zittetf kniezen,
Noch vóór haar tijd haar vurig hart te doen bevriezen,
En op een van de vele feesten waar ze kwam,
Zet zij 't gemoed van Frank van Borselen in vlam,
Hij slooft zich uit haar met zijn diensten t' overstelpen,
En met zijn geld ze kon nog al wat aan ! te helpen.
Eens noodigt hij haar op een huiselijk diner;
De wand, versierd met wilgetakken om een D,
Trekt zeer haar aandacht, en zij vraagt wat dit beteekent.
Nu, daAr had de verliefde Frank juist op gerekend.!
Dat is: Dijn wit'ge Dienaar," sprak hij, ,,eedle Vrouw.!"
Toen viel z' hem om zijn hals, en zwoer hem eeuwig trouw.
Die rebus wilge-will'ge" was als vondstje prachtig,
Maar, jongelui past op. De vrouw is raadsel-achtig,
Wie al te geestig is op fuifjes en op bals,
Die haalt zich zóó de vrouwen om en op den hals.
Als Philips dit verneemt, raakt hij in toorn ontstoken,
Jij hebt," zoo raast hij,,, met jouw zoen mijn Zoen verbroken!"
En als doortastend man bedenkt hij zich niet lang,
Maar pakt den minnaar op, en werpt hem in 't gevang.
Het vonnis is geveld; Van Borselen moet sterven.
Doch deze slaagt er in de vriendschap te
verwervenDes braven Casteleyns, die meelij met hem voelt,
En fluks een plan verzint, dat zijn behoud bedoelt,
Want, is zijn hart omfloersd, zijn hersenen zijn helder.
Hij stopt Van Borslen ergens in een diepen kelder,
En zegt tot Philips: Vorst, het vonnis is volvoerd."
,,Wee ! Wat hebt gij gedaan !" snikt Philips, diep ontroerd,
De Stokbewaarder juicht: 't Gaat net als ik vermoedde,
Neen, niet voor niets draagt gij den bijnaam van DEN GOEDE,
Ik volgde niet uw woorden, Hertog, maar uw wil:
Ik heb hem niet gedood, hij leeft nog l April !"
Of Philips blij was, en tevreden met zichzelven !
Hij geeft terstond bevel den doode op te delven,
En tooit hem met de Orde van liet Gulden Vlies,
Jacoba laat haar titel varen, welk verlies
Door Philips wordt vergoed door haar den post te geven
Van 's Lands Houtvesterin," een baantje voor het leven.
De bruiloftsvreugd vangt aan, en wordt door niets gestoord,
Neef Philips zelf zat aan, en sprak een hartlijk woord.
Het paar kiest zich als woonplaats het slot Teylingen,
Je vindt er wel eens prentjes van op veilingen.
Daar wordt een rustig, lustig leventje geleid
Van wederzijdsche min, en vrije vroolijkheid.
Zoo leeft zij vreedzaam met den vierden van haar mannetjes,
Breit, badineert, borduurt, en bakt Jacobakannetjes.
Ach, haar geluk was kort van duur. Twee jaar daarna
Stierf Vrouw Jacoba, aan de febris hectica.
Niet zelden ziet men tijdens politieke stormen,
Dat d' aarde zelve schokt, als om zich te vervormen.
Zoo teeken ik ter illustratie hierbij aan,
Dat juist in dezen tijd de Biesbosch is ontstaan.
Maar ook zag d' aera van Jacoba en van Gloucester
Het wereldwonderwerk van Lourens Janszoon Koster.
En deze regel leert u duidelijk en kort,
Hoe Gloucester in het Engelsch uitgesproken wordt.
Te Haarlem kun je Kosters bronzen beeld bekijken
Het staat daar midden op i'e Groote Markt te prijken.
Zijn standbeeld is zoo mooi, dat men 't hem graag vergeeft,
Dat hij de boekdrukkunst niet uitgevonden heeft.
C n A R i v A R i u s
CHARFVARIA
Bij monde van eerstgenoemde werd den kranigen
jubilaris een gouden daspeld met juweelen steen benevens
een eikenhouten tafeltje met fraai tafelkleedje over
handigd."
De kranige jubilaris pinkte een traan weg
met zijn duim.
MOEILIJK HOLLANDSCH
,,Op 9 Juli heeft een voorstelling plaats ter herdenking
van het 250-jarig bestaan van de uitspanning
Kraantjelek." (H. D.)
De herdenking van den 175sten terugkeer van Goethes'
geboortedag. De herdenking vanden 300sten geboortedag
van Paulus Potter. De corpsvergadering besloot liet
58ste lustrum op feestelijke wijze te herdenken."
(N. R. C.)
Binnen enkele dagen herdenkt onze oudste universi
teit haar zevende halve eeuwfeest." (Gr.)
MOEILIJK FRANSCH
Hier vindt men groteske bergengeweld van het Westen."
(Stand. Br. l
,,A la bonheure!" (Gr.)
, ,Onderwa ter kloksignaali u ricli tingen voor
scheepsreddingbooten." (N. R. Ct.)
Dat worden binnenkort
scheepsreddtngbootenonderwaterkloksignaal in richtingen.
.AVaiidgedierte windt uitgeroeid /.ouder beschadiging."
(Adv. L. D.l
De luis schtidt^van neen.