Historisch Archief 1877-1940
No. 2502
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MOSCOU EN WIJNKOOP
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
DE MODERNE DAVID: ,,GEEF MIJ MAAR LIEVER 'N GLAASJE WATER!"
SCHULDIGVERKLARING EN
STRAF
HET JURIDISCH EN LEEKENELEMENT IN ONS
STRAFPROCES
De strafrechtspraak in Nederland evolueert
en het is zeker een der deugden van het onlangs
verschenen Jaarboek voor de Reclasseering van
Volwassenen en kinderen, dat dit feit daarin nog
eens wordt geconstateerd, een feit toch, aan
insiders" voldoende bekend, dat voor vele
outsiders" nog onder nieuws" mag worden ge
rekend. Onze strafrechtspraak evolueert en dat
zegt op zich zelve reeds veel, omdat er jaren zijn
geweest, waarin zij dit niet deed, maar wat meer
zegt, deze evolutie gaat in een goede richting. Er
komen speciale strafrechters, zooals de meeste
politie- en kinderrechters thans zijn; deze hadden
wij vroeger niet, al was er dan een enkele magis
traat, die zijn hart zoozeer aan de strafzaken had
verpand, dat hij ook op hoogeren leeftijd de ci
viele Kamer versmaadde. Eene voorbereiding van
's rechters strafbepaling niet van de schuldig
verklaring door personen en corporaties,
staande buiten de rechterlijke macht, ook deze
thans zooveel ingang vindende gewoonte, was
vroeger onbekend. En werpt men vervolgens een
blik op hetgeen geschiedt met de uitvoering van de
opgelegde straf dan treft alweer, dat de deelne
ming van het leeken-element, in het bijzonder aan
de uitvoering der voorwaardelijke veroordeeling,
een omvang heeft aangenomen als nimmer te voren.
Deze evolutionaire schreden van Vrouwe Justitia
TER INZAGE:
AFBEELDINGEN VAN
NI UWE MEUBELS EN
INTERIEURS
H. WOUDA
PAUL BROMBERG
op haar strafrechtelijk domein zijn voor den geest
van ons strafproces en zijne toekomst van groote
beteekenis. De ouderen onder de lezers denken zich
eens terug in een strafzitting hier te lande van
dertig jaar geleden en vergelijken daarmee een
zitting van den Politierechter of de gewone Straf
kamer van thans ! Welk een verschil in wezen,
hoewel de vorm bijna onveran krd is. Want het
zijn nog dezelfde Wetboeken van Strafrecht en
Strafvordering die in 1895 gelden en in 1925,
slechts zijn zij partieel" gewijzigd, o.a. in 1901
(De Kinderwetten), in 1915 (De Voorwaardelijke
veroordeeling) en in 1924 (Politie- en Kinder
rechter) welke wijzigingen een gevolg waren van
een reeds jarenlang gevoerde actie van de moderne
richting op strafrechtgebied (van Hamel c.s.)
en de wettelijke basis hebben gelegd waarop
de huidige ontwikkeling berust.
Laten wij, Hollanders, ons nu vooreerst geen
illusies maken, dat wij met onzeevolutie op dit
gebied erg voorbarig en overijld zijn te werk
gegaan. De consequenties van de theorieën die
Lombroso en Ferri reeds in de 19e eeuw hebben
verkondigd, zijn door ons niet dan na zeer langen
bedenktijd aanvaard, echter met ne uitzonde
ring n.l. voor onze Kinderwetten, waarvan in een
van Lombroso's latere werken (Neue
VerbrecherStudiën, 1906) dan ook reeds kon worden gewag
gemaakt. Dat overigens het dralen tamelijk lang
durig is geweest, blijkt uit hetgeen de Ministers
Cort van der Linden (in 1900) en Loeff (in 1904)
in hunne wetsontwerpen tot herziening van ons
Wetboek van Strafrecht reeds opmerkten: En
geland in 1879, Belgiëin 1888, Frankrijk in 1891,
Australiëin 1892 en Noorwegen in 1894 hadden toen
reeds hunne wetten op de voorwaardelijke ver
oordeeling; dit instituut kwam onzen justiciabelen
niet voor het jaar 1915 ten goede ! Blijkbaar heeft
het niet aan den goeden wil van de genoemde
Ministers van Justitie gelegen dat het zoo lang
duurde, want in hunne ontwerpen was de invoe
ring van dit instituut opgenomen. Neen, onze
langzame wetgeving is aan die traagheid schuld.
Haar dralen" is immers spreekwoordelijk ge
worden
De boven aangegeven ontwikkeling van ons
strafproces bevat n groote merkwaardigheid,
n.l. dat hier te lande de invloed van den jurist
meer en meer zich bepaalt tot de schuldigverkla
ring, de invloed van den leek op de strafbepaling
daarentegen wast, terwijl in het buitenland zoo
vaak dit andersom is, waar immers de leeken
(de jury) het schuldig" moeten uitspreken en de
strafbepaling het werk van den rechtskundige is.
Nu is de taak van het leeken-element in het straf
proces en de taak van den rechtskundige daarin
een in alle tijden en landen veelbesproken
onderwerp. De denkbeelden dienaangaande
zijn hier te lande in de laatste eeuw
anders geweest dan in vele andere lan
den, zij zijn dat nog, ons volk begeert
geen jury en geen politieke partij maakt
er zich hier warm voor, en toch....
is het leekenelement in ons strafproces
bezig zich een belangrijke plaats te ver
werven. Het zijn de particuliere
reclasseerings-instellingen immers, tot wier taak
het sinds eenige jaren behoort om den
rechter voor te lichten en te adviseeren
omtrent de wijze van bestraffing van een
groot deel der beklaagden, een deel, hier
meer, ginds minder, dat echter
percentsgewijs zeer toeneemt. De gespecialiseerde
strafrechter kan zonder die reclasseering
weinig of niets, haar advies is voor hem
weliswaar geen bevel, toch zal bij een
verhouding van wederzijdsch vertrou
wen, gelijk die bijna overal bestaat, opvol
ging van het advies regel worden. Het
zou verkeerd zijn te meenen dat die straf
rechter daarmee te kennen geeft, dat hij
zelf alleen niet meer berekend is voor zijn
taak. Want hoe meer hij zich speciali
seert, hoe diepere kennis krijgt hij ook van
de oorzaken der misdrijven en het karak
ter der delinquenten en zijn toetsing van
/iet ontvangen advies wint stellig daarmee
aan beteekenis. Toch zou het camouflage
zijn om niet te erkennen, dat het
leekenelement, vertegenwoordigd door die par
ticuliere sociale organen, bezig is hier te
lande een belangrijke taak in het strafpro
ces te verkrijgen. Deze positie is volkomen
in overeenstemming niet den wil des
wetgevers, die op de hulp en steun van
het leekenelement zoo vaak een dringend
beroep heeft gedaan, derhalve schuilt in
dezen gang van zaken niets onwettigs of
verkeerds, het laatste niet wijl niet te loo
chenen valt, dat dank zij de bemoeiingen
dier organen, de misdaadsbestrijding hier
te lande en vooral de strijd tegen de
recidive en de alcohol-delicten veel
effectiever is geworden, ja in dat opzicht
zelfs op relatief hoog niveau staat in ver
gelijking met andere landen. Niet onwettig,
niet verkeerd, zeer zeker, toch dringt zich de
vraag naar voren, of nu de tijd niet daar
is, om te voldoen aan den wensch, eenige
jaren geleden door Prof. Simon van der Aa,
hoogeeraar in het strafrecht te Groningen geuit, 0:11
in het moderne strafproces zorgvuldig te gaan
scheiden: de schuldigverklaring en de strafbe
paling. Laat de eerste steeds het domein van den
liefst gespecialiseerder! rechtskundige blijven,
laat de tweede over aan den gespecialiseerde!!
strafrechter tezamen met den ervaren
redasseerder en laat het mogelijk zijn tusschen schuldig
verklaring en strafbepaling eenige tijdsruimte
te laten. Daarmee zou men uiting geven aan het
principieel verschil, dat tusschen die beide
processueele verrichtingen bestaat, een verschil dat
in de toekomst eer grooter dan kleiner zal worden.
Want de verscheidenheid van straffen neemt toe
en ook bij de uitvoering van de straf zal de rechter
meer dan voorheen een gewichtige functie moeten
vervullen, men denke aan de invoering van de
Psychopathenwet. Schuldigverklaring en straf
bepaling voortaan te scheiden, dit zou een logi
sche consequentie zijn van de boven aangegeven
ontwikkeling van ons strafproces. De taak van het
leekenelement, nog beter zou zijn, te zeggen: het
element der niet-rechtskundigen met
speciak-reclasseeringsscholing in het strafproces zal daarbij
met grootere duidelijkheid en openhartigheid
kunnen worden bepaald dan thans nog het geval
is.
MR. E M M EN R l E D E U
FONGERS
1925
75
GULDEN
Eigen filialen AMSTERDAM, Nassauk. 500;
ROTTERDAM, KipstraatSl;
's-GRAVENHAGE, Spui 45 en Schuitstr. 121; UTRECHT,
Oude Gracht 214; ARNHEM, (LEIDEN,
MIDDELBURG, GRONINGEN.