De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 23 mei pagina 5

23 mei 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2502 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND OLYMPIADE Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Jordaan DE PERS In uw jubileumnummer heeft de heer Patijn eenige opmerkingen gemaakt over de Nederland sche pers en hare betrouwbaarheid. Het bestuur van den Nederlandschen Journa listenkring heeft het bij die gelegenheden gebrui kelijke verontwaardiging-zwangere protest j uit gesproken. Gebeurt nu ook verder wat gebruikelijk is, dan zegt of schrijft de heer Patijn een paar ver goelijkende woorden, verklaart dat hij niemand onaangenaam wilde zijn en zoo voort en zoo voort, dat hij overtuigd is van de hooge waarde patati patata, en dan blijft het erbij totdat weer eens iemand zijn gemoed lucht en hetzelfde een voudige program wordt afgespeeld. Mij zou het aangenaam zijn, als de heer Patijn nu voor dezen keer van het gewone program af week en hetgeen hij eenmaal toch waarlijk wel niet onbezonnen heeft neergeschreven en doen drukken, volhield en niet door vriendelijke praat jes ging verzwakken. Hij zou daar niemand mee hinderen. Ook niek de menschen, die zoo verontwaardigd doen. Die menschen toch zijn aan de verkeerde toestanden, die de heer Patijn veel te zacht afkeurde ten eenenmale onschuldig. En evenzoo zijn zij ten eenenmale onmachtig, iets tot verbetering ervan te doen. De zaak gaat hun niets aan. Dat zij zich ermee bemoeien, spruit voort uit de rol, die zij vrijwillig op zich hebben genomen, die namelijk van officieele vertegenwoordigers van de Nederlandsche pers. Die rol brengt mee, dat zij nu en dan te protesteeren hebben tegen beweringen, van welke zij, ieder voor zich, binnen vier muren gevraagd, dadelijk de juistheid toegeven. Door zoo'n pro test hebben zij weer hun taak vervuld. Misschien zal hun ijdelheid gestreeld zijn met het terugnemen van de bestreden bewering, maar voor het ove rige kan de zaak, die hun immers niet betreft, hen ook koud laten. Mijn meening is deze, dat de heer Patijn maar een heel klein deel heeft gezegd van het kwaad, dat hem reeds in zijn hoedanigheid van de Neder landsche pers moet bekend zijn, dat dit kwaad nog maar een klein deel is van al het kwaad, dat de pers hier te lande eigen is en eindelijk, dat hij, hetgeen hij zeide, nog veel te zwak uitte. Met name is zijn vergoelijking, dat de pers altijd haastig moet werken, maar ten deele ter zake dienende. Die haast bestaat, maar maakt aanspraak op een veel te breede rug. Niemand zal op mijn gezag allén deze mijn meening tot de zijne maken en het is zeer goed, dat niemand dat doet. Maar twee feiten staan vast. Ten eerste de ver klaring van een overheidspersoon, die dagelijks in aanraking komt met de pers, dat deze is on betrouwbaar. Ten tweede de verklaring van het bestuur der vakvereeniging van werknemers in het dagbladbedrijf, dat de verklaring van den ervaren overheidspersoon dermate'kant noch wal raakt, dat zij zelfs de tegenspraak niet waard is. Nu vraag ik wat ik meer dan eens in het openbaar vroeg zonder er ooit in het openbaar antwoord op te krijgen: is het niet in het belang van het Nederlandsche volk, dat deze zaak eens wordt onderzocht, dit geschil eens wordt beslecht? Waarom ik herhaal hier een jaren geleden ge stelde vraag bestaat er onderzoek naar levens middelen, naar geneesmiddelen, geen onderzoek naarde waarde van het geestelijk voedsel? Waarom vertrouwt men niet op de eerlijkheid van ieder, die voedsel voor de maag aanbiedt, waarom ver trouwt men blindelings den eerste den beste, die op e;n gedrukt papier beweert te vertellen, wat er gebeurd is? Waarom is er kritiek op alles en op ieder, alleen niet op hen, die critiseeren? En waarom is men toch zoo dom, niet te begrijpen, dat juist zij, wier personen, wier kennis, verleden, betrouwbaarheid niet tegen kritiek bestand zijn, bij voorkeur den eenigen hoek opzoeken, waar men geen kritiek heeft te vreezen, den hoek namelijk, waar men zelf anderen critiseert, waar men hamer is en geen aanbeeld en dus den hamer niet ducht? Als de heer Patijn, die nu toch eenmaal A heeft gezegd, ook eens B wilde doen volgen en zijn land den onschatbaren dienst bewijzen, het initiatief te nemen tot een onderzoek naar de betrouw baarheid van de Nederlandsche dagbladpers, zou hij niet vergeefs hebben geleefd. Zulk een initiatief zou een waardiger antwoord aan het bestuur van den Ned. Journalistenkring zijn dan de gebruikelijke vergoelijkende woorden, waarvan HUP HOLLAND! spreker en hoorder de waardeloosheid kennen. Waardiger antwoord ook dan het quasi-hooge niet antwoorden. Waardiger zelfs dan het aan voeren van de drukke ambtsbezigheden," die voor den ambtenaar zijn wat de haast is voor den journalist. Den Haag, Mei 1925. M. M o R E s c o. CHRISTIAAN SCIENCE het bestaande geloof komt het niet aan, want Christian Science brengt een voor onzen tijd nieuw geloof. Zij die met overtuiging een bestaand geloof aanhangen, zijn vrijwel ontoegankelijk voor ver andering. Maar overtalrijk zijn degenen, die zich bewust of onbewust hebben afgewend van het onbevredigende Godsbegrip. MR. D. A. G i E L I T HET LEVEN ONZER VOOROUDERS HlllllllllllllHIIIIHjllllllllllllllllllUllllllllllllll In een artikel onder het opschrift Grepen" in een April-nummer van Uw blad zegt de schrijf ster die overigens geen aanval op Christian Science beoogt Van hen die het met Christian Science probeeren": Alles wat ze doen is wenschen, is hopen, en ze beelden zich in, dat ze gelooven. Maar omdat ze niet wezenlijk gelooven, daarom helpt het dan ook niet, daarom brengt het zoo weinig blijvende genezing, afdoende baat." Afgescheiden van de vooropstelling, moet ik onvoorwaardelijk opkomen tegen de conclusie. Het aantal gevallen van niet-genezing is in Chris tian Science percentsgewijze gering, en stellig veel geringer dan in de medische praktijk. Daarbij bedenke men, dat verreweg de meesten die zich voor de eerste maal tot Christian Science om hulp wenden, daartoe eerst overgaan nadat zij langs anderen weg geen baat konden vinden, of hunne ziekte, al of niet op grond van erfelijkheid, voor ongeneeslijk juister: tot nog toe niet door de dokters genezen werd verklaard, of wel omdat zij opzagen tegen een noodzakelijk geachte opera tie. In al deze gevallen heeft Christian Science de deugdellijkheid harer leer bewezen, en haar streven ondervindt dan ook meer en meer er kenning en waardeering. Di meening van schrijfster is waarschijnlijk sterk beïnvloed door hare overtuiging, dat er zeer weinig wezenlijk geloof bestaat. Maar op DE TREKSCHUIT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl