De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 23 mei pagina 7

23 mei 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2502 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS' Meublleering-MIJ. AMSTERDAM OOMPLCTE MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokln 128 - Tal. 44541 501 4 Cylinders, 10/15 P. K-, Ballonbanden, Schokbrekers, 4 Zitplaatsen. Torpedo Conduite Intérieure Allweather £3400.?f 4400.?f44oo. UIT VOORRAAD LEVERBAAR. De Importeur: J. LEONARO LANG, A'dam, Stadhouderskade 114, Tel 21100. De Nachtzwaluw of Geitenmelker legt zijn bijna onvind bare eieren onbeschermd op dorren duin- of heidegrond NESTJES ZOEKEN In het jaarboekje van de Sophia-Vereeniging, dat ons dezer dagen werd toegezonden vind ik de verblijdende mededeeling, dat het euvel van het uithalen van vogelnesten door kinderen niet meer zoo groot lijkt als vroeger. Het staat er zelfs in nog duidelijker termen en deze lofsnraak komende van een zijde, waarvan we eerder klachten gewoon zijn, stemt ons inderdaad tot groote blijd schap. Weliswaar mogen we niet te vroeg juichen, want er zijn nog wel plaatsen in Nederland waar negentig percent en meer van voor de jeugd toe gankelijke nesten verstoord worden. Daar staat tegenover dat elders haast ieder nest volkomen veilig is. Dezer dagen toen fietste ik naar huis en toen zag ik in het voorbijgaan een jongen van een jaar of twaalf scharrelen in een taxusgroep van den ingang van Bloemenheuvel. Twee van zijn kor nuiten stonden er naar te kijken, Ik spring natuur lijk van mijn fiets en ketter nog al tactloos en onvriendelijk: hé, kom jij daar eens uit !" De jongen komt nogal kalmpjes te voorschijn en zegt dadelijk, dat hij naar een merelnest keek en gelukkig was ik onderwijl ook alweer gewoon geworden en een beetje beschaamd en we waren al gauw goede vrienden. Ik ben toen een kwartier tje met hen opgewandeld en toen ik ze eenmaal aan het praten had, liet ik ze maar stil hun gang gaan. Dat was om te benijden, zooveel nesten als de jongens wisten te liggen en hoe aardig ze er van konden vertellen. Het bleek ook, dat ikzelf een paar van hun nesten kende en dat droeg natuurlijk bij tot de goede verstandhouding. Of ik daar en daar in de buurt ook een winterkoningnest wist. Neen. Wel, zei mijn slachtoffer, ik weet er daar een, en als ik u neerzet op vijf CADILLAC V. 63 Ieder, die het heeft gebracht tot een CADILLAC V 63, behoeft het op automobielgebied niet verder te zoeken. K. LANDEWEER - UTRECHT meter van het nest, dan vindt u het nog in geen uren. Nu tusschen schooltijden kon het niet, maar als ik er zin in had, dan mocht ik na schooltijd wel komen. Van welke School ben jullie? Van de X-school. Dat kwam uit, aan die school krijgen de kinderen goede opwekking voor het ontzien der vogels. Trouwens aan meer scholen hier in Bloemendaal wordt behoorlijk aandacht geschonken aan het vogelvraagstuk. Haast iedere jongen is een geboren nestenzoeker en dat kan ook niet anders. Vroeg of laat krijg je als kind een nest met eitjes te zien en het moet al wel een buitengewoon suf knaapje zijn, die bij het aanschouwen van zoo iets moois niet de begeerte gevoelt, om daar meer van te ervaren. Je kunt je niet los maken van de betoovering van die prachtige vormen en kleuren, van de innigheid van een heel legsel in de veilige omhuiving van het nest. De verscholenheid is een prikkel te meer tot hardnekkig onderzoek. Langzamerhand krijg je wat meer ervaring en kennis, zoodat weidra het zoeken en vinden van een nest hetzelfde genot verschaft als een fraaie oplossing van een wiskunstig vraagstuk. De beste nestenzoekers zijn wel de jongens van de hoogste klassen van de lagere school en van de beginklassen In de elzenstoelen langs den waterkant maakt graag het Waterhoentje zijn prachtig nest van de middelbare scholen. Die hebben er het meeste plezier van en onder hen beginnen zich ook reeds de toekomstige vogelkenners en vogelvrienden te openbaren. De groote vraag is nu, wat zal de jongen doen met het nest, dat hij heeft gevonden? Vijftig ;aar geleden nam je de eieren mee, prikte aan boide uiteinden met een speld een gaatje, blies ze uit en leeg ze dan aan een draad tot een bontgekleurde eiersnoer, een ketting, zooals wij zeiden. Ik heb verscheidene kilometers van deze kettingen gezien en zelf ook wel bezeten en vervaardigd. Daar zagen we niets kwaads in en de ouders hielpen vaak mee. Ik vrees, dat in achterafhoeken van ons land deze dingen nog wel gebeuren, ondanks onze vogelwet. Wij hopen echter, dat er aan dit misdrijf spoedig een eind zal komen. Tegenwoordig zijn er ook nog al veel jongens, dieeierenverzamelingen aanleggen, de doppen behoorlijk uitgeblazen en goed gerangschikt. Eigenlijk behoor je daarvoor een wettelijke vergunning te hebben en ik kan mij wel denken, dat die aan veelbelovende jongelui zou worden verstrekt. Sommige jongens vernielen elk nest, dat zij vinden en dat zijn dan volgens mijn zegslui schuimers uit de groote stad. Je ziet ze wel rondloopcn, troepjes van drie of vier, met een stokje of een latje, van een halven meter lang. Daarmee Het overhuifde Fitisnestje vlak op den grond, of zelfs er in, is zeer moeilijk te vinden slaan ze in de taxushagen de buksboompjes of brandnetelbossen en vinden dan zoo het nest, dat zij dan vernielen. Ook hebben ze een haakvormig stuk hout, waar ze jonge vogels mee gooien en vangen, allemaal erg naar. Wij mogen echter over deze jeugdige stedelingen niet hard oordeelen en liever middelen beramen, om hun belangstelling in goede banen te leiden. Het is wel moeilijk, maar toch wel uitvoerbaar. De dorpsjongen kan gemakkelijk braaf blijven. Dikwijls heeft hij al mooie nesten in zijn eigen tuin, tenminste, wanneer die onderhouden wordt met inachtneming van de behoeften der vogels. Bij mij bouwt de zanglijster zijn nest in een stekelsparretje anderhalven meter van de tuindeur af en in het klein woestenijntje van rozen en klimop voor het raam van mijn studeerkamer huizen tjiftjaf en roodborst. Verleden jaar had ecu waterhoentje een nest op den achtersteven van een gezonken schuit, voor ieder te zien en hij bracht zijn jongen groot onder algemeene belangstelling. Dag aan dag kan mijn dorpsjongen zien, hoe het met zijn nesten gaat en hij kan stoornis voorkomen of zoo noodig bestraffen. Meestal bewaart hij angst vallig het geheim omtrent de ligging van zijn schat ten. Hij vindt gemakkelijke wegen, om ze te bezoe ken en vernietigt zorgvuldig elk spoor van zijn aanwezigheid. Intusschen kan hij niet nalaten om onder zijn kameraden te pralen met het aantal en de bijzonderheid van zijn vondsten met het gevolg, dat die dan ook wel een gissing kunnen wagen en de verborgen schat weten op te sporen. Jammer is het, dat hij uit de kleine eitjes dikwijls niet wijs kan worden en dan maar op goed geluk namen geeft. Zoo kon het op Texel gebeuren, dat de jongens jaren achtereen de eieren van den grauwen klauwicr toeschreven aan den wielewaal en hier in Bloemendaal vinden ze een menigte geel gors-eieren, hoewel er zoo goed als geen geel-gorzen voorkomen. Die leemten in hun kennis kunnen wij echter gemakkelijk verhelpen. Maar de hoofd zaak blijft, dat de nestenzoekende jongen zich een aangename, romantische en voor hem zeker zeer nuttige bezigheid verschaft, die dikwijls ook de vogels tot voordeel kan strekken. Maar we moeten hem bijstaan. JAC. P. T 11 i j s s E KWEEKERIJ DE VALK" VALKE VEEN?GOOI Centraal gelegen op zandgrond VASTE PLANTEN ROZEN HEESTERS Levering binnen 24 uren CATALOGUS OP AANVRAAG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl