De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 30 mei pagina 12

30 mei 1925 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DÉROENE AMSTERDAMMER, WJEEKBLAD VOOR NEDERtAND No. 2503 HENRI POOLMAN f 1853?1925. Weer een der ouderen van ons tooneel ver dwenen, die in zijn laatste levensjaren, door de tijdsomstandigheden zelden meer tot zijn recht is gekomen. Geheel tot zijn recht kwam Henri Poolman eigenlijk nooit. Een overgevoelig talent, dat door zekere, in ons land gretig genoten eigenschap pen Poolman had veel gijn" werd ge dreven in de richting van het platkomieke, tot men niet beter wist of dit was zijn speciaal domein. Wanneer hij zulk een rol speelde een onverbeterlijk tooneelboemelaar sterft met hem en onder de lachsalvo's van het pu bliek den humor" dezer uitteraard weinig fijne en tamelijk gelijkvormige kluchtspelkarakters nog een beetje aandikte, kwam het mij dikwijls voor, of hem dit amusement zelf bitter weinig bevre digde, of zijn tong niet alleen om het komisch effeet soms zoo laag over zijn lange onderlip hing. Diep in zijn oogen was Poolman nooit vroolijk, hoe oolijke oogspleetjes hij ook trok, en bij alle uitbundigheid van den acteur, bleef daar altijd de reserve van den mensen. Doch de kunst het vulgaire op -te heffen, h t als hét ware te adelen, verstond hij niet, de rol moest hem in het hart treffen om den waren mensen in hem te wekken. Uit de enkele rollen, die hij heeft mogen spelen bezijden het repertoire, dat hem zijn populariteit bezorgde, is echter wel gebleken hoe fijn, hoe fnnig dit talent in dicpsten aanleg was. Zijn Dr. Jüttner" in Oud Heidelberg," waarin hij de humaniteit vertolkte, gaf aan het vriendelijk stuk- een hooger relief, en de wijze waarop hij daarin, zwijgend met zijn hoogen hoed in de hand, stond te luisteren naar het zooveel jeugd-herinneringen opwekkend Gaudeamus" der studen ten, bewees met hoe weinig middelen een werkelijk begaafd tooneelspeler ontroering wekt, en ons onvergetelijk aan zich verplicht. Ook vader Rousset" in Blanchette" behoort tot deze rollen en, in een ander genre Krogstad" in Nora." ?Maar bovenal zal mij bijblijven de oude vader van Mizzi SchlSger, in Schnitzler's Minnespel," een figuur, waarin nog zooveel meer tot uiting kwam dan momenteele ontroering: het gansche geslacht van eerzame burgers, dat in sjovele plichtsbetrachting het rijke leven aan zich voorbij liet-gaan en dit te laat beseft, sprak uit dien melancholieken muzikant, wiens dochter den ande ren weg" gekozen heeft. Poolman's humor hield deze zwaarmoedigheid licht muzikaal, zooals heel dit Weensche stuk van melodie doortrokken is doch hoe vol daarbij. In de vele opvoeringen, Hpllandsche en Duitsche, die ik van Liebelei" bij*fó£Hider schema. mij altijd -de geheele achter grond- aan het Werk ontvallen wanneer Henri Poolman niet in den dunnen demi-saison van den ouden kapelmeester stak. De achtergrond'' was . welbeschouwd, Poolrnaè's terrein. Behalve in -T899, toen hij met een matquante uitbeelding, van Molière's Vrek" als karakterspeler zijn 25-jarige teoneel loopbaan waar dig herdacht, heeft hij zich in zijn ware wezen Weinig op defl voorgrond geplaatst, te weinig voor dezen tijd en ook den regisseur niet ge vonden, die de waarde van zijn talent wist te scfiatten in het belang van het betere repertoire. Dütr zoo bescheiden kon de opgave niet zijn of Hëriri.'Poolrnan wist er iets van te maken, dat de aandacht geboeid hield. Tusschen dood en levend tooneet liggen maar weinig mogelijkheden, ' zeggen- dat Poolman een onmiddellijk levend ,9t-had en- daarbij niets onvoltooid liet, noch .aiiïjhfct karaktet, noch aan de verschijning van 'den ?ntóratfi dier» hij - veijtegenwocirdigdej houdt feéds In "zijn Zoogenaamd fort," in hét'grove kluchtspel, zag ik Henri Poolman niet/gaarne, doch dés te liever is hij mij altijd geweest in het werk dat niet dit Uiterste van hem vergde, in rollen, waarin hij om zoo te zeggen onopgemerkt" zijn weg kon gaan. En in dit verband trof mij een uitlating van hemzelf, opgeteekend in Onze tooneelspelers." Hier in het land heeft een acteur geen em plooi en moet dan wel van alle markten thuis zijn. De eene rol speelt men dan ook beter dan de andere, en 't is dikwijls zóó, dat men het meeste voelt voor hetgeen men 't minst goed doet !" Wat hij het minst goed deed," naar zijn eigen maatstaf, heeft deze ernstige, begaafde en be kwame tooneelkunstenaar, geloof ik, het aller beste gedaan. TOP NAEFF HENRI POOLMAN'S AMSTERDAMSCHE TIJD Weer voeren mijne herinneringen mij terug naar jaren van schoonheid in de tooneelspeelkunst, toen in Rotterdam het gezelschap van de Vos en van Korlaar en in Amsterdam dat van Kreukniet en Poolman eene nieuwere, jongere en frisschere richting in de tooneelwereld aangaven en de toen moderne werken van Ibsen, Hauptmann en anderen durfden te spelen. Aan deze periode ging een daad vooraf van mannen als J. H. Rössing, S. J. Bouberg Wilson, A. Reyding, Taco de Beer en anderen, die het aandurfden eene modelvoor stelling te organiseeren van Nora" van Ibsen en Belachelijke Hoofsche juffers" van Molière. In deze voorstelling was het vooral Henri Poolman, die door zijne creatie's van Mascarille", den knecht-edelman en Krögstadt", den aan lager wal geraakten intrigant, het publiek zoo wist te boeien, dat op eenmaal zijn naam in Amsterdam en zelfs door geheel Nederland voortaan die was van een tooneelspeler van eerste grootte. Jaren had het ge duurd voor men hem opmerkte, jaren van strijd, jaren van minderwaardige rollen in Frascati" in Tivoli bij Charles de la Mar, maar ook jaren, waarin hij geleerd had, wat tegenwoordig op den achtergrond wordt geschoven het vak. En toen hij in 1890 met Kreukniet, Bigot en Blaazer in den toenmaligen Salon des Variétés" in de Amstelstraat (waar nu de Nieuwe Karseboom prijkt) een directie begon, kon men er zeker van zijn, dat zijn streven zou wezen, de Tooneelspeelkunst te dienen met de opvoering van werken der jongere tooneelschrijvers, van wie de Koninklijke Vereeniging het Nederlandsche Tooneel, nog niet kunnende breken met oude traditie's, het aan anderen overliet ze in den lande bekend te maken. Hier in dit kleine schouwburgje, waarvan het tooneel hoogstens 6x5 Meter groot was en dat spottenderwijs de bedstee" werd genoemd, ge lukte het Poolman en met hem van Kuyk en Kreukniet een schat van nieuwere stukken op te voeren. En hijzelf, die zich langzamerhand ont popte als een der beste karakterspelers, kreeg vol op gelegenheid, z'n talent meer en meer te vol maken. Wat heerlijke herinneringen heb ik nog aan voor stellingen van Nora", van Hedda Gabler", waarin hij een schitterenden Brack" gaf naast Anna Rössing als Hedda. Hoe zie ik hem nog als Willy" in Sodoms Ondergang" van Sudermann met Josephine Spoor; als Rousset" in Blan chette", z'n meesterrol, als de Oude Pierrot" in het muziekdrama de Verloren Zoon" met mevr. de Boer van Rijk en Anna Rössing. En dan zijn Vader", in Ahasverus" vari Heijermans, welke opvoering de grootste tooneelmop van jaren was. Deze karakterrollen wisselde hij af met komische, zooals zijn schitterend gespeelde Oom Lütchen" in Twee gelukkige dagen" en nog zoo vele. Maar zijn grootste, ofschoon niet het meest artistieke succes kwam in 1891, toen in September van dat jaar de Doofpot", revue van A. Reyding werd Hotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMER VASTE WASCHTAFELS opgevoerd en Poolman als Lindeman" en Pilgcr als Foegel" meer dan negen maanden avond aan avond het geheel uitverkophte zaaltje deden schateren van den lach en Amsterdam als n man zong: Lindeman, Lindeman, wat gaan jüti de meisjes an!" of Diender, diender, als men 't u gebiedt, enz." Zooals hij deze rol speelde, zwierig, los, het tooneel vullende met zijne persoonlijkheid, zoo is misschien nooit een rol in een Revue vervuld, een revue met actie, zonder onnoemlijke decorkosten of bloote meisjesbeenen. Maar toch zouden deze revue's misschien zijn ondergang als karakterspeler ten gevolge hebben gehad, indien 't Noodlot niet aan zijn directie een eind had gemaakt. Nog zie ik het geheele gezelschap op dien lOen November 1893 voor het kleine theater samenscholen en den dood bespreken van den armen Kreukniet, die liever een eind aan z'n leven maakte, dan een oneerlijken naam te dragen. Met deze gebeurtenis spatte het gezelschap, dat zooveel voor de nieuwere tooneelkunst gedaan had, uiteen. Gedurende enkele maanden werd onder Poolman's leiding voortgespeeld, terwijl hij l Januari 1894 een tournee door 't land aanving met de Tante van Charley", een zijner beste komische creatie's. Het volgend jaar verbond hij zich bij de Rotter dammers" en bleef hier ongeveer twintig jaar, waarin vooral zijn comische gaven naar voren kwamen, maar ook nog rollen als Harpagon" in de Vrek" van Molière hem deden kennen, als in zijn besten Amsterdamschen tijd, tot welke hoogte hij echter nooit meer steeg. Na Bouwmeester .... Poolman. Beide rasartisten, niet, zooals ik dikwijls hoor, van den ouderwetschen stempel, neen tooneelspelers, die hun kunst dienden, door scheppingen op het tooneel te brengen, waarvan zooveel kracht uit ging, dat ze nog dertig jaren daarna versch in het geheugen liggen, mannen uit een periode in onze tooneelgeschiedenis, die geboekstaafd zal blijven, als -:het tegenwoordige gemodder en dilet tantisme, dat men Kunst gelieft te noemen, al lang zal zijn vergeten. Eerbiedig breng ik hulde aan de nagedachtenis van den man, die een gulden bladzijde heeft ge schreven in het groote boek onzer Tboneelspeelkunst. H. K- TE u N E. Verbeelding De wegen van den Dag heb 'k eindelijk verlaten, De ellende van deez' Tijd ontmoedigd afgeschud, Verbeelding weer gebracht voorbij het desolate Gevoel, dat zij opnieuw mijn eenzaam leven stutt'. Hoe zou verscheurdheid tot al-eeuw'ge Schoonheid voeren, Schoonheid, die boven twisten uit wil zijn gehoord, Die in verworven rust de ziel slechts wil ontroeren, Die door zelfzuchtig-zijn ellendig wordt vermoord? Verbeelding ! 'k Riep U op, ik bracht U tot de paden, Die gij slechts kent; voer mij thans op Uw tochten voort, Nog vult muziek mijn ziel; schenk haar nu Uw genade, Dat zij tot schoonheid wordt in 't lied-geboren Woord ! JAN J. ZELDENTHUIS Cleveland-Six One-Shot" smeersysteem Door een druk op den knop bij Uw voet worden 23 smeerpunten van het chassis in 2 seconden grondig gesmeerd. VIER-WIELREMMEN BALLOONBANDEN GARAGE ANCHELON Chandler-Six Traffic-Transmission" Geruischlooze overschakeling op alle snelheden. De wagen waarvan de Koning van Spanje schriftelijk ver klaart: I drove more expensive, but never better cars." Havenstraat 12-14 Ateliers Weteringschans 103 Showroom

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl