Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No.|[2503
DE EURASIËRS
De bolsjewistische revolutie, die alle econo
mische en- sociale verhoudingen in Rusland
heeft omgekeerd, heeft een verschijnsel ver
oorzaakt, dat zijn weerga in de wereldgeschiedenis
niet kent. Wij bedoelen daarmede de geweldige
emigratie, de vlucht uit het land van waanzin
en verschrikkingen naar het buitenland. Ongeveer
3 millioen Russen hebben hun vaderland verlaten
en zwerven nu over de wereld, voortdurend naar
het Oosten turend in de hoop, dat daar eindelijk
een ommekeer zal plaats vinden en zij in staat
zouden zijn naar huis terug te keeren. Het feit
zelf van het bestaan van een emigratie is natuurlijk
geen fenomeen: ook de Fransche revolutie kende
immers haarémigré's, maar de Russische emigra
tie onderscheidt zich door twee eigenschappen,
die haar tot een zoo merkwaardig historisch feit
stempelen: 1) het aantal emigranten, vrijwillige
en onvrijwillige, is zoo groot, als nog nooit te
voren, 2) in de emigratie spelen de vertegenwoor
digers van het oude regime, de monarchisten, een
zeer ondergeschikte rol, want de meerderheid der
emigranten bestaat uit intellectueelen en arbei
ders, uit de felste vijanden van het oude régime
dus.
De resultaten van de revolutie werkten op de
tegenwoordige Russische emigranten als een koude
douche en zij temperden bij velen hunner hun
vroegere revolutionaire gezindheid, ofschoon
de grootste meerderheid van hen ook nu nog vij
andig tegenover een herstel van de monarchie
staat. Het verblijf in West-Europa heeft hen leeren
inzien, dat lang niet alles in het Westen beter
is dan in het vroegere Rusland, dat hun critiek
vroeger wel eens onrechtvaardig en ongegrond
was geweest. Dit heeft bij de emigranten het gevoel
van nationale eigenwaarde versterkt en de vroegere
internationalisten, althans zeer velen onder hen,
werden in mindere of meerdere mate nationalisten.
In het algemeen kan deze ommekeer als een voor
uitgang beschouwd worden, want de menschen
hebben de waarde van het eigen volk en zijn capa
citeiten leeren kennen, maar bij velen heeft de
ontgoocheling door de West-Europeesche bescha
ving tot een afkeer er van geleid, zelfs tot een .haat
tegen het Westen (gevoel van maat is nu eenmaal
geen Russische deugd). Deze Europa-haters vor
men nu een eigenaardige cultureele strooming,
die den laatsten tijd veel van zich doet spreken,
het z. g. Eurasiisme."
De Eurasiërs gaan uit van de stelling, dat er
geen algemeen menschelijke beschaving bestaat.
Er bestaan volgens hen slechts scherp van elkaar
gescheiden nationale culturen, die vreemd en zelfs
vijandig tegenover elkaar staan en nooit iets van
elkaar overnemen. Er bestaat dus geen eenheid
in de ontwikkeling der menschheid, er kan geen
sprake zijn van een proces, dat, in verschillende
periodes en bij verschillende volkeren zich op
eenigszins andere wijze kleurend, een onmis
kenbare eenheid vormt; de geheele geschiedenis
der menschheid is integendeel de geschiedenis
van afzonderlijke nationale processen, elk waar
van een afgesloten geheel vormt.
De Eurasiërs beschouwen deze stellingen als
vaststaande, onaantastbare feiten. Zij stellen zich
echter niet tevreden met het boekstaven van deze
feiten, zij willen ze ook philosophisch verklaren
(het theoretiseeren is een algemeen verspreid
gé.brek van de Russen). Hun philosophische ver
klaring van de door hen als vaststaand aangenomen
feiten is zeer eenvoudig en dikwijls naïef. Een
universeele beschaving, zeggen zij, kan niet be
staan, omdat zij in strijd zou zijn met de leer,
dat geen ziel zich herhalen kan. ledere ziel bestaat
slechts n maal, dus kan ook de ziel van een
nati*(d. w. z. haar beschaving) zich niet herhalen,
dus kan er ook geen sprake zijn van een univer
seele beschaving, die zoo niet de gelijkheid der
nationale zielen dan toch in ieder geval haar
verwantschap veronderstelt.
Onder de verschillende nationale beschavingen,
diéde geschieöenis der menschheid heeft gekend,
treden, naar de meening der Eurasiërs, naar voren
twee typen: de Europeesche beschaving en de
Aziatische, die lijnrecht tegenover elkaar staan en
onverzoenlijk zijn. In de beschaving van Azi
neemt het godsdienstige element, het verlangen
naar de oplossing der grootste problemen van het
menschelijke denken, een belangrijke plaats in
en de geheele beschaving onderscheidt zich door
de overheersching van den geest boven de materie;
de Europeesche beschaving daarentegen is atheïs
tisch en materialistisch en zal daarom moeten
verdwijnen, want de geest is sterker dan de materie
en wie de materie boven den geest verkiest, zal
te gronde gaan. West-Europa, de bakermat der
Europeesche beschaving, is door en door verrot
en nadert zijn dood, terwijl het Oosten, Azië,
herboren wordt en een schitterende toekomst te
gemoet gaat.
Welke plaats neemt Rusland in den strijd
tusschen Oost en West, tusschen Aziëen Europa, in?
Rusland, samen met Siberiëen Toerkestan, vormt
volgens de leer der Eurasiërs een afzonderlijk
gebied, dat zij Eurasie noemen. Rusland (zij
spreken steeds van Eurasie, maar wij zullen in
dit artikel dat vreemde woord door het meer be
kende Rusland vervangen) is geroepen de positieve
beginselen van beide beschavingen te vereenigen,
een synthese te geven van beide uitersten. Rus
land is het terrein, waarop de Aziatische en Euro
peesche beginselen elkaar ontmoeten en waar zij
met elkaar een verbitterden strijd voeren om de
heerschappij, waarbij het telkens blijkt, dat de
veel hoogere (immers religieuse) beschaving van
Aziëde materialistische beschaving van het
agoniseerende Europa overwint, althans zoo be
weren de Eurasiërs. De overwinning van de Azi
atische principes in Rusland is onafwendbaar,
zeggen zij, omdat het Russische volk meer Azia
tisch dan Europeesch is en instinctmatig aange
trokken wordt door de cultuur van Azië. Al het
goede, al het verhevene, dat het bezit, heeft het
Russische volk aan Azië, vooral aan de Tataren
en hun aanvoerder, den geweldigen overwinnaar
Dzjengis-khan, te danken. Zelfs de definitieve
triomf van de Orthodoxe kerk in Rusland is het
gevolg van de Tataarsche overheersching, want
de Tataren hebben tusschen West-Europa en het
door hen veroverde Rusland een muur opgetrok
ken, waardoor Rusland onttrokken werd aan de
nadeelige invloeden van het
Germaansch-Romaansche Katholieke West-Europa.
Dat zijn in het kort de leerstellingen, die de
Eurasiërs, waaronder zich eenige zeer begaafde
personen bevinden, in boeken en tijdschriften,
op groote vergaderingen en in intiemen kring
propageeren. Laten wij nu deze leerstellingen aan
een criüsch onderzoek onderwerpen, om na te
gaan of en in hoeverre deze beweringen den toets
der critiek kunnen doorstaan.
Wij .laten de vergelijking van de menschelijke
ziel, die slechts n keer kan voorkomen en die
nooit haar gelijke kan hebben, met de nationale
ziel, een vergelijking, die mank gaat, met rust
en zullen ons beperken tot de zuiver empirische
beweringen van de Eurasiërs.
De Eurasiërs plaatsen tegenover elkaar twee
beschavingen, de West-Europeesche en de Azia
tische, maar dan werken zij met ficties, want er
bestaat geen West-Europeesche beschaving als
een eenheid (men derrke slechts aan de groote
tegenstelling tusschen de Duitsche en de Fransche
beschaving !), terwijl in nog mindere mate van een
Aziatische beschaving als een eenheid gesproken
kan worden. Deze twee beschavingen, zeggen de
Eurasiërs, zijn antipoden en haar ontwikkeling
vertoont geen overeenkomsten; ook dit is onjuist,
want de historische processen, die zich in Azi
hebben afgespeeld, vertoonen wel degelijk veel
overeenkomst met de processen, die de geschie
denis van West-Europa heeft gekend. De bewering,
dat West-Europa verrot is en zijn plaats aan Azi
zal moeten afstaan, kan ook niet voetstoots aan
genomen worden. Europa is ziek, zwaar ziek
zelfs, maar ook Aziëis door deze ziekte aangetast,
ook daar, en in nog sterkere mate dan in Europa,
heerscht een chaos(men denke slechts aan China !)
maar terwijl Europa tegen de ziekte worstelt,
zich verweert, weerstand biedt, blijft Aziëin
dolent, bezit het geen elementen van weerstand.
Nog sterker springt in het oog de onjuistheid,
de ongerijmdheid van de beweringen der Eurasiërs,
wanneer zij over den gunstigen invloed van de
Tataarsche overheersching op de ontwikkeling
van Rusland spreken. De Russisch-Tataarsche
idylle, die zij in kleuren en geuren beschrijven,
bestond alleen in hun verbeelding. Uit de Russi
sche kronieken weten wij, dat het Russische volk
met den moed der wanhoop tegen de horden der
woeste Tataren vocht, dat het Russische volk
de Tataarsche invasie als het grootste ongeluk
beschouwde dat het ooit getroffen had, als een
nationale catastrophe. Het Russische volk ver
heerlijkte grootvorst Dmitriej Donskoj, omdat hij
den strijd tegen den Tataarschen overheerscher
heeft aangebonden, en Sergiej van Radonjezj,
de man die het Russische volk in die donkere
dagen moed heeft ingesproken, uit wiens beschei
den hut in het oerwoud zich over het geheele ge
knechte en vertrapte land een helder licht ver
spreidde, deze man, die als de grootste vertegen
woordiger van de Russische kerk kan beschouwd
worden, heeft Dmitriej Donskoj den zegen gegeven
voor den strijd tegen den overweldiger. De Ta
taarsche overheersching was geen idylle, maar
een vloek, een vreeselijk ongeluk.
Het Eurasiisme is voor een groot gedeelte het
product van de naoorlogsche stemming, die zich
ook bij andere volkeren openbaart, maar de kern
van de beweging is toch zuiver Russisch. Het is
een richting, die, onder verschillende namen en
in verschillende gewaden, door de geheele Rus
sische geschiedenis te volgen is. Het meest ver
toont, het Eurasiisme aanrakingspunten met zijn
onmiddellijke voorgangers, de Slavophilen, maar
het onderscheidt zich toch op zeer vele.belangrijke
RINGER8
RINGERS
/AELK-CHOCOLADE
mtt flmip.dilen in Moru'r\$
punten van deze beweging. De Slavophilen gingen
ook van het standpunt uit, dat het Westen heeft
afgedaan, maar zij stelden tegenover het Westen
(de Oermaansch-Romaansche wereld) niet Azië,
maar de Slavische volkeren. De Slavophilen be
schouwden de geheele ontwikkeling der menschheid
als n opgaande lijn (zij waren Hegelianen), maar
zij waren overtuigd, dat de hoogste top van de
menschelijke beschaving bereikt zal worden niet
door de Oermaansche of Romaansche volkeren,
die trouwens hun woord reeds hadden gezegd,
maar door hun erfgenamen en opvolgers, de
Slavische volkeren en vooral door de Russen, dat
Rusland het centrum zal worden van de univer
seele beschaving. Wij zien dus, dat deze twee
bewegingen naast de vele overeenkomsten ook
zeer belangrijke verschillen vertoonen.
BORIS RAPTSCHINSKY
J. S, MEUWSEN, Hof), A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
NIEUWE UITGAVEN
Ons Speeluur, theoretisch-praktisch handboek
bij de leiding van het openluchtspel op de lagere
school en ten dienste van hen die studeeren
voor het examen J. (lich. oefening) samengesteld
door de Technische commissie v. d. N.B.O.L.;
geïllustreerd. Uitgave J. B. Wolters' uitgevers
maatschappij.
Onze letterkunde, door A. Gratama, directrice
van de middelbare school voor meisjes 't Kopje"
te Bkfemendaal en W. L. Boldingh?Goemans,
Derde Deel.
Uitgave J. B. Wolters' Uitgeversmaatschappij.
Ons nieuwe leesboek voor het voortgezet onder
wijs, verzameld door J. Ek en C. Moerman Jr.,
onderwijzers aan de Centrale school te Hilver
sum, geïllustreerd door Henri Verstijnen, Eerste
deeltje. Uitgave J. B. Wolters' uitgeversmaat
schappij.
Deze boekjes zijn bestemd voor het 7e en het
8e leerjaar van scholen voor Gewoon L. O. en
voor U.L. O., voor de laagste klassen van Handels
scholen, Nijverheidsscholen, voor het Vervolg
onderwijs en voor Avondkursussen. Ook kan men
ze hier en daar reeds gebruiken in het 6e leerjaar.
. Dieren en Veehouderij, door J. Kok. Deel IV
van de serie: Eenvoudige leerboekjes voor
Landbouwwinterkursussen. Uitgave Wolters' Uitgevers
maatschappij
Ten Brink's Wegenatlas van Nederland voor
Automobilisten, wielrijders enz., Arnhem, H. ten
Brink.
J. F. van de Ven's afstandkaart van
NoordNederland (Groningen, Friesland, Drenthe en
Noord-Holland) en Zuid-Nederland (N.-Brabant,
Limburg, Zeeland en Noord-Belgie) met kilo
meterafstanden tusschen alle plaatsen onderling,
alle rijwielpaden en wandelwegen A. N. W. B.,
voor wielrijders, motorrijders, automibilisten en
wandelaars. Uitgave J. F. van de Ven, Baarn.
O1.OO
l