De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 30 mei pagina 6

30 mei 1925 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

OROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2503 PEEK& CLOPPENBURG J.J.ZLJFERS&CO SLAAPKAMER-AMEUBLEMENT Bestaande uit: Lits-jumeaux, Spiegelkast (2-deeIig), 2 Nachtkastjes, Tafel en 2 Stoelen, Mahonie- * r* f\ hout FI. 495.?, Idem, in rn /l KI l Eikenhout s . .. , , . T J. Tv^Vf DE BIJPASSENDE TO1LETTAFEL Eikenhout FI. 65.-, Mahoniehout FJ. 72. KE1ZERSGR. 523 - P. C. HOOFTSTR. 47 TE 00/TEJtëKK LfVEPT WOON-INRICHTINdEN EN Vtl/lfcHN JEN Uw mooie TAFEL60ED Uw mooie UITZ ET moeten er steeds" helder frisch en als nieuw uitzien. ! DE PELIKAAN" te GOUDA levert Uw wasch keurig af tegen' concurreerend tarief en onder vollej garantie. Vraagt eens om onze prijs courant No. 106. ?ammiimiimiimiiiiiiinmiiiiiiiiiiimiiiii iimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiniii 15 verpest, ovei» de volmaakte wijze waapop de fcïjn werken weep^eefh BIJKOMSTIGHEDEN CLXXIII Men kan de gemeenschap op zeer uiteenloopende wijzen van dienst zijn: men kan haar dienen door zijn kennis, zijn werkkracht voor haar beschik baar te stellen; men kan haar dienen, door nuttige dingen voor haar te maken, of schoonheid voor haar voort te brengen; men kan haar gezondheid bevorderen door hygiënische maatregelen en haar ontwikkeling door scholen en cursussen, en alle menschen, die in een van deze verschillende rich tingen voor haar werkzaam zijn, worden mér of minder geëerd, al naarmate de tak van dienst," dien zij beheerschen, meer of minder in de mode is. Maar er is nóg een menschensoort, die tot het genoegen van iedere gemeenschap buitengewoon veel bijdraagt, en over wie ik eigenlijk nog nooit een dankbaar of waardeerend woord heb gehoord: dat zijn zij, die stof leveren tot conversatie, liefst een eenigszins verontwaardigde en opgewonden conversatie, doorspekt met: Ik begrijp zoo iets niet," of: Ik zou heel anders zijn." En er schijnen nu eenmaal menschen te zijn, die de hemel speciaal heeft uitgekozen, om hun mede schepselen op deze wijze aan het benoodigde quan tum aangename boosheid en aangenamer zelfverze kerdheid en betweterigheid te helpen, doordat ze bij bizondere gebeurtenissen altijd net iets anders doen, dan de anderen verwachtten. We kunnen hier de uitgebreide kategorie schandaaltjes" onmiddellijk uitschakelen, omdat het boeiende daarvan toch tenslotte te veel den kant der bedorven fantasie uitgaat, dan dat we hen, die deze geneuchten verschaffen, tot de weldoe ners der gemeenschap zouden durven rekenen. Bovendien is de beweging, die zij in de gemoederen te weeg brengen, te enkelvoudig en te goedkoop," om stof tot veel bespiegeling te geven: het is n overstroomende golf van nieuwsgierigheid-omprecies-het-naadje-van-de-kous-te-weten, en van minachting. Maar het blijft alles op een plan, waar de fijnere en diepere nuances van levensovertui ging niet meespreken. Belangrijk wordt de bespreking, de uiteenrafeling, de beduimeling der kwesties pas, als ze aan het beste van ons leven raken, en als er aan beide zijden ethische principes mee zijn ge moeid; b.v. een man schenkt zijn bezit weg aan een instelling ten algemeenen nutte, terwijl zijn familie in bekrompen omstandigheden leeft; een vrouw verlaat haar gezin, omdat haar vaderland in nood is en stelt zich aan het hoofd van een be weging, die redding moet brengen aan haar volk. Hier staat ideaal tegenover ideaal, offer tegenover offer, en slechts den allerbekrompensten strijders zou het kunnen ontgaan, dat ook aan de andere zijde een heilige overtuiging wordt verdedigd, dat ook de tegenpartij uit idealisme handelt. Op het oogenblik is de liefde tot het kind in de mode en wie daarop een beroep doet, is bijna zeker het oor van de groote menigte te vinden: ouders, die het eigen leven laten verkommeren en ver schrompelen, en geen oog durven afwenden van het leven, dat naast hen opgroeit, worden gepre zen om hun altruïsme; maar een moeder, die, (om in het onderhoud van haar gezin te voorzien,) meewerken gaat buitenshuis, wordt door sommige kortzichtigen met den dooddoener, dat een moe der bij haar kinderen hoort" zonder pardon in de ban gedaan. Het merkwaardige is nu, dat, naarmate de liefdetot-de-kinderen meer in aanzien kwam, de liefdetot-de-ouders degradeerde. De parvenu-achtige ontrouw aan het verleden" maakt, dat de oudere generatie opzij geschoven wordt als iets, dat zijn tijd heeft gehad, en dat alleen heden" en toe komst" gelden. De leuzen recht op geluk" en recht op het leven van zijn eigen leven," die voor illegitieme verhoudingen nebben afgedaan, omdat we, om met de Hallemannetjes te spreken, zoo buitengewoon fatsoenlijk zijn, schijnen voor de legitieme hun volle waarde te hebben behouden, ofschoon ze ook daar tot jammerlijke gevolgen moeten leiden, omdat ze in wezen onjuist zijn. Geluk" is nu eenmaal niet een staat, die door omstandigheden wordt bepaald; het is niet syno niem met samen aan een blauw meer de zon te zien ondergaan, of met alle deuren van het huis te sluiten en te zeggen: hebben is hebben; al viel de wereld in elkaar, wij zijn niet van plan een vin ger tot hulp uit te steken En zelfs ook niet met: alle moeilijkheden voor elkaar uit den weg te ruimen en die voorzichtiglijk op het pad van een ander te deponeeren. Geluk" is iets heel wonderlijks. De meeste menschen, die er over willen meepraten, bedoelen tevredenheid of verzadiging of veiligheid; zooals een kind zijn kaarsje voor de zon houdt. Maar het is van een essentieel ander maaksel; een millioen kaarsjes maken geen zon; en een millioen ver zadigde" menschen hebben misschien nooit zelfs maar den geur van het geluk geroken. Want het bloeit dichter bij de smart dan bij de tevredenheid, en zijn wortels worden gevoed door het offer; het geeft aan n afscheidsuur een glorie, die jaren van gezapig bezit niet zouden kunnen vergoeden; en uit lange weeën van verlangen" puurt het een nieuwen intenser gloed. Maar geen hart, dat zuinig was en wilde be waren en wilde bestendigen, zal het blijvend ze genen. Slechts wie in dankbaarheid altijd bereid is, weg te geven, schenkt het altijd weer een schooner kans. Want wie zijn leven wil behouden, hij zal het verliezen, maar wie klaar staat het te geven, hem zal het gespaard blijven. Dit alles echter is geen courante munt in onzen dagelijkschen om gang, waar, onder schoone leuzen, het gezonde egoisme en het recht van den sterkste, immers den jongste, wordt gepreekt.jDit is, als algemeene opvatting, waarschijnlijk zeer gunstig voor de instandhouding van het ras. Maar de individuen, die afwijkend voelen en handelen, zien zich opeens tot iets zeer aanstootelijks voer hun medemenschen gedegradeerd, waarover iedereen een terecht wijzend woordje heeft te zeggen. Bij zulke ge legenheden blijkt, hoeveel juist inzicht en ver standige raad er op de wereld braak liggen. Maar waarom die dan niet liever ten eigen bate aange wend, en een enkelen keer het dichterwoord ge dacht, dat niet ne deugd voor allen past?" ANNIE SALOMONS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl