De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 6 juni pagina 15

6 juni 1925 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2504 DE GROENE AMSTERDAMMER,|WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 STOOM-MEELFABRIEK HOLLAND" KOMT OOK GELEIDELIJK WEDER IN BETEREN DOEN. Wij hebben er te dezer plaatse reeds meerdere malen de aandacht op kunnen vestigen, dat zich op het gebied van handel en nijverheid meer en meer een terugkeer tot bevredigende toestanden openbaart. Wij behoeven nu niet nog eens te wijzen op de schitterende resultaten van ver schillende onzer Indische cultures of op de hooge vlucht, die de kunstzijdeindustrie hier te lande neemt (welker uitnemende vooruitzichten wij het vorige jaar in het licht stelden), maar ook daar nevens zien wij thans verschillende nijverheidsondernemingen, omtrent welker kansen van voort bestaan somtijds twijfel Werd uitgesproken, weder bevredigende uitkomsten verkrijgen en er lang zamerhand sterker komen voor te staan. Tot deze behoort ook de Stoom-Meelfabriek Holland". Deze vroeger aan den heer B. van Marwijk Kooy tpebehoorende fabriek, de laatste jaren onder leiding van den Duitschen ingenieur Ferd. Dombach staande, heeft de laatste jaren aan groote moeilijkheden het hoofd moeten bieden. Gedurende den oorlog heeft zij niet kunnen profiteeren van de buitengewone winstkansen, Welke toen voor meelfabrieken bestonden, daar zij seder October 1914 gebonden was aan de be palingen van een met de regeering gesloten con tract. Eerst in 1920 kreeg zij haar volle vrijheid terug en in dat jaar heeft zij dan ook zeer bevre digende resultaten kunnen verkrijgen. Toen toch bedroeg haar winstcijfer 6:/2 ton tegen 3 a 4 ton in de voorafgaande jaren. Van die winst heeft zij gebruik gemaakt door in ruime mate te reser veeren, hetgeen haar later goed te pas is gekomen, aangezien de toen gevormde reserve er ongetwijfeld veel toe heeft bijgedragen de moeilijke jaren, die nog volgen zouden, door te komen. Het dividend over 1920 bleef aldus beperkt tot 12 pCt, zijnde evenveel als over 1916 en 1917 en slechts l pCt. meer dan over 1919 was uitgekeerd. Sedert is geen dividend meer uitgekeerd kunnen worden. Wel gaf 1921 nog een winst te zien, hoofd zakelijk als gevolg van de lage taxatie der voor raden, zoodat de aanzienlijke prijsdaling, welke in dat jaar plaats vond, geen verliezen veroorzaakte. De winst, die overbleef, werd geheel voor af schrijvingen bestemd. Veel ongunstiger waren de financiële uitkomsten over 1922 wegens zeer sterke prijsschommelingen van grondstoffen eenerzijds en de voordurende daling der meelprijzen in dat jaar anderzijds. Dit jaar gaf dan ook een verlies van ? 133.000 te zien, waarbij nog ? 143.000 afschrijvingen kwamen. Inmiddels had de Stoommeelfabriek Holland" zich pok geïnteresseerd bij de oprichting van een voedingsmiddelenfabriek, de Nefavo", met een kapitaal van ? 1.000.000, waarvan de helft door de Holland" en de wederhelft door de N.V. A. J. ten Hope's Handel Maatschappij te Rotter dam gefourneerd werd. Deze onderneming is geen succes geworden. Het boekjaar 1922 werd door haar afgesloten met een verlies van bijna ? 140.000. Daar de exploitatie dezer fabriek voor gemeen schappelijke rekening moeilijkheden opleverde, werd na langdurige onderhandelingen eindelijk besloten, dat de Holland" het belang van Ten Hope in de Nefavo voor / 300.000 zou overnemen, t. w. ? 50.000 in contanten eti ? 250.000 in aand. Stoommeelfabriek Holland". Het kapitaal der Holland" steeg hierdoor van / 2.000.000 tot ?2.250.000. Het aandeelenkapitaal der Nefavo kwam bij de Holland" voor / 600.000 of 60 pCt. te boek te staan. De eerste helft van 19231everde eveneens nog ver liezen voor de Holland" op. In de tweede helft van dat jaar trad echter een herstel in, waardoor het mogelijk werd, dat het jaar nog met een winst cijfer van ?22.595 werd afgesloten. Doordat voor afschrijvingen echter ? 133.500 benoodigd was, bleef per saldo een verlies van circa ? 111.000 over, waardoor het totale verlies tot ruim / 385.000 gestegen was. Daar inmiddels gebleken was, dat de periode der grootste verliezen thans achter den rug was, kon men er over denken de balans aldus te her zien, dat deze op meer gezonde basis kwam te staan. Daartoe werd een deel der aanwezige reser ves voor afschrijving aangewend, waardoor het verliessaldo verminderde tot ? 143.500, waarna nog overbleven een buitengewone reserve tegen de be langen bij de Nefavo ter grootte van / 300.000 en een reserve voor afschrijving op de voorraden zakken en andere goederen, groot ? 60.000 om niet DE BESTE VARINAS verkrijgbaar i [M]" p. half ons pakje te spreken :van~. een fonds ten behoeve van het* personeel, groot ? 145.000. De verbetering in de financiële resul taten werd in het afgeloopen boekjaar voortgezet. De ex ploitatierekening liet een bate van niet min der dan ? 714.000, zijnde het hoogste cij fer, hetwelk tot nu toe werd bereikt. Hier van kwam allereerst het voor interest vereischte bedrag in mindering, zijnde ?209.000, terwijl het restant diende voor afschrijving van het verliessaldo van ? 143.500 en de nor male afschrijvingen, die een bedrag ,van ? 113.000 vereischten. Van het daarna over blijvende bedrag van ? 248.000 kon nog eens ? 41.000 als extra afschrijving op ma chinerieën dienen, ? 100.000 j voor vor ming eener reserve voor diverse belangen (zulks met het oog op den nog altijd ^be staanden onzekeren toestand) en verder ? 100.000 ter verster king van de reserve voor belangen bij* de N. V. Nefavo, die aldus tot ? 400.000 werd opgevoerd. Deze laat ste versterking ge schiedde t in ^verband met een verlies van ruim ? 90.000, dat de Nefavo in 1924 weder geleden had, waardoor het totale zichtbare verlies tot ruim ?350.000 steeg bij een aandeelenkapitaal van ? 1.000.000. Door toekenning van een bedragïvan / 7.500 aan het personeelfonds werd dit op ? 150.000 gebracht. De gunstige resultaten van 1924 waren vooreerst te danken aan de betere stemming op de graan markt en de gunstiger prijsverhouding tusschen grondstof en fabrikaat, maar ook aan den gemakkelijken verkoop van meel binnen- en buitenland, voornamelijk in Duitschland. Ten einde aan alle aanvragen voor de levering van tarwe- en roggebloem te kunnen voldoen, werd zelfs een overeen komst gesloten met Kamphuijs' Fabrieken te Zaandam, waardoor de Holland" in staat werd gesteld de fabriek De Vrede" van genoemde ven nootschap gedurende ruim twee maanden in be drijf te nemen. Ook bij de fabriek der Nefavo werd in hoofdzaak roggebloem en havermout gefabri ceerd, waarmede deze fabriek dag en nacht aan den gang kon worden gehouden. Er kan dus wel worden geconstateerd, dat de positie der Holland" in betrekkelijk korten tijd een belangrijke versterking heeft ondergaan. Van groote beteekenis is ongetwijfeld, dat de Directie er voor zorg draagt, dat het speculatieve element, hetwelk in verband met de schommelende graan prijzen zoo gemakkelijk bij een meelfabriek een rol van beteekenis kan gaan spelen, zooveel mogelijk Wordt uitgeschakeld. Het eenige zwakke punt kan nog gelegen zijn in de verhouding tot de Nefavo. Dit ziet het bestuur blijkbaar zelf zeer duidelijk in, waarom het zorg draagt de reserve tegen het belang bij deze vennoot schap zoo hoog mogelijk op te voeren. Na aftrek van deze reserve staat het kapitaal der Nefavo thans reeds voor slechts 20 pCt. te boek en neemt men ook nog de reserve voor diverse belangen in aanmerking, dan nog maar voor 10 pCt. Veel kwaad kan de Holland daar dan ook niet meer bij, ook al houdt men rekening met het bedrag van vier ton, waarvoor de Nefavo bij de Holland" debet staat. De Nefavo is dan ook als niets anders meer te beschouwen dan als een onderafdeeling van het groote bedrijf der Holland" en zal als zoodanig ongetwijfeld wel haar beteekenis ver krijgen. De koers der aandeelen, die twee jaar geleden reeds tot beneden 20 pCt. was gedaald, beweegt zich thans weder in de nabijheid van 80 pCt. PAUL SABEL DIERSTUDIE: AAP Teekenine voor de Groene Amsterdammer" door H. Verstljnen. ,.OH, BOY!" Een drama in een droomgezicht: ik was in 't Koninkrijk der Apen. (Ik las bij 't late avondlicht Professor Scopes Wordt streng gericht: heel Tennessee vliegt fluks te wapen !" Toen vielen zacht mijn oogen dicht, en zoet ben 'k ingeslapen !). Zoo was ik tegen wil en wensch in 't land der apen doorgedrongen. Ik keek en luisterde intens, en 'k hoorde, hoe van grens tot grens nzelfde liedje werd gezongen: het klonk van alle zijden: Mensch, wat heb je mooie jongen !" Er was een Apenparlement: daar maakten Apen Apenwettcn ! Ze krijschten er met veel talent (dat stond als menschenkool" bekend), maar als je ietwat op wondt letten, dan kwam al gauw bij d'Apenbent de mensch de mouw-uit zetten ! Zoo bleek uit aard en woordenschat, dat, diep in 't innerlijk verdoken, dit volk neg klaar 't bewustzijn had, dat wat het aan cultuur bezat in 't grijs verleden was ontloken uit 't menschen-genus, dat thans prat kleineerend werd besproken ! Doch plots leek met een wild gedruisch in 't land een stormwind op te steken: een wijze aap had per abuis herinnerd aan dat menschgespuis, en d'Apen zochten d'eer te wreken, omdat je in 's gehang'nen huis nooit van den strop moet spreken ! K U M G R A N O S A L ] DOOKT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl