De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 6 juni pagina 17

6 juni 1925 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2504 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 FANTAZIE EN FILM HOFFMANN'S VERTELLINGEN Tuschinsky AAR is 'n Fanta^_ , -^_ zie, die in deze ^ ^» ^H ^~~^^^ wereld van pracl J ^M__^ ^K tische en goed^?S ^r *\ ^W koope Fordjes kwalijk op haar plaats schijnt. Zij is als 't edele, witte Gevleugelde Ros der sagen: trotsch en grillig, woest en onge naakbaar zij duldt op haar tril lende flanken al leen die wonder lijke ruiters, de welke onze samen leving dichters" noemt en zij voert ze mee in 'n vaart, die geen RolPs Royce benaderen kan, naar landen, waar geen piloot ooit den voet zal zetten. Dat is de Fantazie van 'n E. Th. A. Hoffmann of 'n Edgar Allan Poe. Daar is echter ook 'n Fantazie, die de juffrouw in de Mode-winkel bedoelt, als ze u vraagt of ge 'n effen stof wenscht of 'n fantesietje" en 't is vermoedelijk dit laatste spel der verbeelding, dat den recensent van De Telegraaf" inspireert, als-ie verzekert Hoffmann's Vertellingen" 'n zeer bijzondere Duitsche film" te vinden die zich ver boven het alledaagsche kader (sic !) verheft" en dat ze wordt ingeleid door een proloog, waaraan veel zorg is besteed met puik resultaat". Onder ons gezegd is 't heeletnaal geen bijzondere film en 't puike resultaat is 'n bittere teleur stelling. Men kan van oordeel verschillen accoord ! maar waar 'n regisseur zich waagt aan de grillige visioenen van den fantast Hoff mann, daar mag 'n scherper en belangrijker oordeel verlangd worden, dan 't bewonderend Sjongejonge" van Tante Betje. Immers, hiermee begeeft zich de cinematografie op 'n nieuw en onontdekt terrein hiermee neemt zij 'n taak op zich, die binnen 't bereik van geen enkele andere kunst ligt: de herschepping van den droom tot 't visueel-dynamische beeld. Hachelijke onderneming! Want ongetwijfeld beschikt de filmkunstenaar over technische middelen, die hem in de gelegen heid stellen met alle realiteit te spotten maar men vergete niet, dat hij steeds gebonden is aan de nuchtere, zuiver mechanische fotografie. Deze tweeslachtigheid in 't materiaal stelt aan den rolprent-compositeur ontzaglijk zware eischen: hij dient 'n groot fantast en tegelijk 'n geraffineerd technikus te zijn. 't Moeten dus Wel sterke schouders wezen, die zich onder dezen titanen-arbeid durven zetten. En 't is jammer, dat juist de heer Max Neufeld zich geroepen voelde om deze belangrijke kunst daad voor z'n rekening te nemen want geen ernstig beoordeelaar zal durven ontkennen dat ie in alle opzichten beneden z'n taak blijft in alle opzichten: technisch zoowel als artistiek. Technisch: Toen eenige maanden geleden in ditzelfde theater de Fairbanksfilm De dief van Bag dad" ging, heb ik 'n bezoek warm aanbevolen om de allermerkwaardigste technische resultaten. 't Vliegende tapijt de patelduiker het door de wolken galoppeerende witte paard.... 't waren altegader verrassingen, die je stom van ver bazing deden neerzitten, met 't blijde idee: Als al die Wonderen, al die technische volmaaktheid eens in dienst worden gesteld van werkelijke, groote kunst.... wat 'n hechte fundeering zou dit vormen voor de jonge, groeiende artistieke cinematografie wat 'n triomf voor den kunste naar, die er z'n geloof en z'n krachten aan wijdt ! Toen dan ook de Hoffmann's vertellingen" werden aangekondigd, die grillige mengeling van droom en werkelijkheid, die woeste excessen van 'n geniale, overspannen verbeelding, verkeerde ik in gespannen verwachting. Hier was 'n slag te slaan, die meetelde in de geschiedenis der film kunst hier kon na Caligari" en de Nibelungen" de derde groote schrede gezet worden. Helaas 't resultaat wel verre van puik" te zijn, was bedroevend. De regisseur weet geen andere mysti ficaties toe te passen dan 't langzaam pop" worden, van 'n levende jonge vrouw en 't reeds uit den tretire vertoonde spookbeeld" van Hoffman. Men versta rnij goed: ik zoek de beteekenis van werkelijke filmkunst geen oogenblik in trucjes of kunstjes godbeWare, wie zich m'n oordeel over 't luid geprezen Roode-Zeewonder uit de Tien Geboden" herinnert, weet wel beter. Maar hier was met de technische on begrensde mogelijkheden" der cinematografie, toegepast door een kunstenaar iets grootsch, iets huiveringwekkends te bereiken, dat ook den hardnekkigsten bioscoopvijand tot de erkenning zou moeten brengen, dat de film kan slagen waar andere kunstvormen gefaald hebben, 't Heeft niet mogen zijn de regie bewandelt traag de platgetreden paden der conventie en tracht ons te epateeren met wonderen", die we al tot vervelens toe gezien hebben. Totzoover de tech nische kwestie. Artistiek: is 't werk niet veel beter. Ook zonder technische trucs zou door zuiver picturale kwaliteiten van stemming, atmosfeer, tonaliteit en spel veel te bereiken zijn geweest, 'n Oogenblik lijkt 't dan ook goed te gaan: 't schilderachtige, geheimzinnige ouwe stadje en 't mysterieuse interieur van den poppenmaker imponeeren en spannen de verwachting hoog. Maar reeds aan stonds blijkt 't, dat met dezen aanloop de regie uitgepraat is. Slag op slag is mis. Rammelende, onrustige compositie flakkerende, storende be lichting tengevolge van maar luk-rake plaatsing der lampen maken de film tot 'n stemmingsloos, vermoeiend product. In de scène voor't huis van Antonia, loopt voortdurend 'n stuk hard-wittc muur, als 'n storende verticale baan midden door 't projectie-vlak en tegen 'n dergelijk compositair barbarisme is ook de meest diabolieke Dr. Miracolo niet bestand. De faunen-dans die 't visioen moet verbeelden, door de verleidelijke Dagny Servaes opgewekt, is hier 'n ordinaire einlage," zonder eenig nader aangeduid verband met de ontwikkeling van 't drama en 't markt plein in l verliest alle effect, doordat de huizen te popperig klein uitvielen. Om kort te gaan, uit alles blijkt dat hier zonder eenige scheppingskracht, zonder eenig artistiek inzicht te werk is gegaan. De heer Neufeld heeft maar zoo'n beetje ge-biedermeierd en op de bon nefooi gewerkt en waarachtig, de goê-gemeente vindt 't resultaat nog puik." 't Spel redt niets: Neufeld zelf is in 't begin 'n niet-onaannemelijke Hoffmann, maar verliest verder alle belangstel ling door absolute middelmatigheid en monotoniteit. Dagny Servaes als de verleidster is vol doende, zonder meer, terwijl de Antonia van Kitty Hulsch 'n vervelend, onbeduidend creatuur blijkt te zijn. De poppenmaker en de Dr. Miracolo ver vallen in overdreven en daardoor krachtelooze typeering, die in 't toch al zoo stemmingslooze milieu alle effect missen. Wat nu nog te zeggen van de hardnekkige Prologen," die men zoo af en toe, ter meerdere opluistering, aan de film meent te moeten toe voegen? Wit men dan niet inzien, dat hierdoor 'n stijlloosheid wordt gepleegd, die aan de waarde van 't tooneel zoowel als van de film afbreuk doet? Wat kan de film gebaat zijn door dit conventioneele opera-gedoe, dat met gansch andere middelen en zelfs met andere dimensies werkt? Jammer, dat ons eerste film-theater niet de fut heeft met deze concessie aan variété-zuchtige dames en meneeren te breken. Zoo viel de film Hoffmann's vertellingen,"die 'n groote overwinning voor de cinematografie had kunnen beteekenen, als'n' armoedige, kwasifantastische spookhistorie. Ik prefereer 'n effen stof boven dit fanta sietje '." J o R D A A N LE MIRACLE DES Loups Rcmbrandt Theater Ook 'n tegenvaller, maar veel minder fnuikend dan Hoffmann. Jammer, dat voor zulk werk te vél reclame wordt gemaakt. Zóó iets geweldigs is 't nou werkelijk niet al blijft 't 'n rolprent van onmiskenbare kwaliteiten. Vermelding ver dient de zeer opmerkelijke muziek van Henri Rabaud, die veel beter is dan de speciale illu straties" die men soms bij belangrijke film-wer ken cadeau krijgt (?Nibelungen!"). VLAMMENDE JEUGD Corso-cinéma. Henri de Lagardère is niet dood ! Daar is-ie waarachtig weer, de brave, sentimenteele, on mogelijke, door en door verrotte Amerikaansche society-filrn. Daar is de guitige mannequin ? daar is de jongeling met de geplakte haren en de nobele oudere man met 't gegroefde gelaat. Daar is al die ongezonde, huichelachtige moraal terug, waarmee de Yankee's pogen, ons Europeesch voelen en denken te bederven. Jammer, dat hier niet evenals in Canada op de film geschoten mag worden 't lor is nu ge prolongeerd ! tJ' TELEFOON-GESPREKKEN Met het Correspondentie-bureau voor Nederlandsche Dagbladen? Is meneer Nardus daar ook? Of anders meneer Belinfante? Ah, met Nardus? Best, dank je. Ook wel? Zeg, vertel me toch eens zijn jullie nu ook al het correspondentie bureau voor Doorn geworden? Wat ik bedoel? Lees je je eigen berichten niet meer? Gelijk heb je. Opwekkende lectuur is het niet. Ik bedoel dat bericht over het bezoek van Hem", uit Doorn, aan onze Koningin-Moeder op Soestdijk. Maar van wie heb jullie dat dan gekregen? Van den Hofmaarschalk? Van den Particulieren Secretaris? Heeft misschien.... neen, dat is te gek. Je hebt gelijk. Nooit is iets te gek. Heb jullie het misschien van Mr. Kan? Van de Regeering direct? Ja, dan blijft' er niets anders over dan dat jullie een nieuwen hoogen klant hebt. Herzliche Glückwünsche ! Stuurt .,Hij" dat nu zelf? Hoogsteigenhandig? Ah, nu ben ik erachter. Hare K. K- Majesteit Hermine zorgt voor de persberichten? Een handige vrouw, wat? Beroepsgeheim? Maar dan had je nog wel wat geheimer kunnen zijn en het bericht van dat bezoek voor je kunnen houden. Want weet je wat men" nu zegt? Dat Hij" weer lef" krijgt en dat we straks in de, bij je bureau aangesloten, bladen, die alles slaafs opnemen wat je ze stuurt mijn compli ment dat je het zoover gebracht hebt! dagelijks iets van Hem" zullen lezen, tot stichting van het Nederlandsche volk en tot leering van het buiten land. En dat jullie zoo iets niet aan de bladen zouden zenden als de regeering het niet goed vond. Dat zegt men" en.... QH Ik neem je niets kwalijk. Schelt Doorn op?.. Dan lees ik het morgenochtend wel. Ta-ta!.... C E L 2

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl