Historisch Archief 1877-1940
No. 2504
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
FANTAZIE EN FILM
HOFFMANN'S VERTELLINGEN Tuschinsky
AAR is 'n
Fanta^_ , -^_ zie, die in deze
^ ^» ^H ^~~^^^ wereld van
pracl J ^M__^ ^K tische en
goed^?S ^r *\ ^W koope Fordjes
kwalijk op haar
plaats schijnt. Zij
is als 't edele,
witte Gevleugelde
Ros der sagen:
trotsch en grillig,
woest en onge
naakbaar zij
duldt op haar tril
lende flanken al
leen die wonder
lijke ruiters, de
welke onze samen
leving dichters"
noemt en zij voert ze mee in 'n vaart, die
geen RolPs Royce benaderen kan, naar landen,
waar geen piloot ooit den voet zal zetten. Dat is
de Fantazie van 'n E. Th. A. Hoffmann of 'n
Edgar Allan Poe.
Daar is echter ook 'n Fantazie, die de juffrouw
in de Mode-winkel bedoelt, als ze u vraagt of ge 'n
effen stof wenscht of 'n fantesietje" en 't is
vermoedelijk dit laatste spel der verbeelding, dat
den recensent van De Telegraaf" inspireert, als-ie
verzekert Hoffmann's Vertellingen" 'n zeer
bijzondere Duitsche film" te vinden die zich
ver boven het alledaagsche kader (sic !) verheft"
en dat ze wordt ingeleid door een proloog,
waaraan veel zorg is besteed met puik resultaat".
Onder ons gezegd is 't heeletnaal geen bijzondere
film en 't puike resultaat is 'n bittere teleur
stelling. Men kan van oordeel verschillen
accoord ! maar waar 'n regisseur zich waagt
aan de grillige visioenen van den fantast Hoff
mann, daar mag 'n scherper en belangrijker oordeel
verlangd worden, dan 't bewonderend
Sjongejonge" van Tante Betje. Immers, hiermee begeeft
zich de cinematografie op 'n nieuw en onontdekt
terrein hiermee neemt zij 'n taak op zich,
die binnen 't bereik van geen enkele andere kunst
ligt: de herschepping van den droom tot 't
visueel-dynamische beeld. Hachelijke onderneming!
Want ongetwijfeld beschikt de filmkunstenaar
over technische middelen, die hem in de gelegen
heid stellen met alle realiteit te spotten maar
men vergete niet, dat hij steeds gebonden is aan de
nuchtere, zuiver mechanische fotografie. Deze
tweeslachtigheid in 't materiaal stelt aan den
rolprent-compositeur ontzaglijk zware eischen:
hij dient 'n groot fantast en tegelijk 'n geraffineerd
technikus te zijn.
't Moeten dus Wel sterke schouders wezen, die
zich onder dezen titanen-arbeid durven zetten.
En 't is jammer, dat juist de heer Max Neufeld
zich geroepen voelde om deze belangrijke kunst
daad voor z'n rekening te nemen want geen
ernstig beoordeelaar zal durven ontkennen dat ie
in alle opzichten beneden z'n taak blijft in
alle opzichten: technisch zoowel als artistiek.
Technisch:
Toen eenige maanden geleden in ditzelfde
theater de Fairbanksfilm De dief van Bag
dad" ging, heb ik 'n bezoek warm aanbevolen
om de allermerkwaardigste technische resultaten.
't Vliegende tapijt de patelduiker het door
de wolken galoppeerende witte paard.... 't waren
altegader verrassingen, die je stom van ver
bazing deden neerzitten, met 't blijde idee: Als
al die Wonderen, al die technische volmaaktheid
eens in dienst worden gesteld van werkelijke,
groote kunst.... wat 'n hechte fundeering zou
dit vormen voor de jonge, groeiende artistieke
cinematografie wat 'n triomf voor den kunste
naar, die er z'n geloof en z'n krachten aan wijdt !
Toen dan ook de Hoffmann's vertellingen"
werden aangekondigd, die grillige mengeling van
droom en werkelijkheid, die woeste excessen van
'n geniale, overspannen verbeelding, verkeerde
ik in gespannen verwachting. Hier was 'n slag te
slaan, die meetelde in de geschiedenis der film
kunst hier kon na Caligari" en de
Nibelungen" de derde groote schrede gezet worden. Helaas
't resultaat wel verre van puik" te zijn, was
bedroevend. De regisseur weet geen andere mysti
ficaties toe te passen dan 't langzaam pop"
worden, van 'n levende jonge vrouw en 't
reeds uit den tretire vertoonde spookbeeld" van
Hoffman. Men versta rnij goed: ik zoek de
beteekenis van werkelijke filmkunst geen oogenblik
in trucjes of kunstjes godbeWare, wie zich
m'n oordeel over 't luid geprezen
Roode-Zeewonder uit de Tien Geboden" herinnert, weet
wel beter. Maar hier was met de technische on
begrensde mogelijkheden" der cinematografie,
toegepast door een kunstenaar iets grootsch, iets
huiveringwekkends te bereiken, dat ook den
hardnekkigsten bioscoopvijand tot de erkenning
zou moeten brengen, dat de film kan slagen waar
andere kunstvormen gefaald hebben, 't Heeft
niet mogen zijn de regie bewandelt traag de
platgetreden paden der conventie en tracht ons
te epateeren met wonderen", die we al tot
vervelens toe gezien hebben. Totzoover de tech
nische kwestie.
Artistiek:
is 't werk niet veel beter. Ook zonder technische
trucs zou door zuiver picturale kwaliteiten van
stemming, atmosfeer, tonaliteit en spel veel
te bereiken zijn geweest, 'n Oogenblik lijkt
't dan ook goed te gaan: 't schilderachtige,
geheimzinnige ouwe stadje en 't mysterieuse
interieur van den poppenmaker imponeeren en
spannen de verwachting hoog. Maar reeds aan
stonds blijkt 't, dat met dezen aanloop de regie
uitgepraat is. Slag op slag is mis. Rammelende,
onrustige compositie flakkerende, storende be
lichting tengevolge van maar luk-rake plaatsing
der lampen maken de film tot 'n stemmingsloos,
vermoeiend product. In de scène voor't huis van
Antonia, loopt voortdurend 'n stuk hard-wittc
muur, als 'n storende verticale baan midden door
't projectie-vlak en tegen 'n dergelijk
compositair barbarisme is ook de meest diabolieke Dr.
Miracolo niet bestand. De faunen-dans die 't
visioen moet verbeelden, door de verleidelijke
Dagny Servaes opgewekt, is hier 'n ordinaire
einlage," zonder eenig nader aangeduid verband
met de ontwikkeling van 't drama en 't markt
plein in l verliest alle effect, doordat de huizen
te popperig klein uitvielen.
Om kort te gaan, uit alles blijkt dat hier zonder
eenige scheppingskracht, zonder eenig artistiek
inzicht te werk is gegaan. De heer Neufeld heeft
maar zoo'n beetje ge-biedermeierd en op de bon
nefooi gewerkt en waarachtig, de goê-gemeente
vindt 't resultaat nog puik." 't Spel redt niets:
Neufeld zelf is in 't begin 'n niet-onaannemelijke
Hoffmann, maar verliest verder alle belangstel
ling door absolute middelmatigheid en
monotoniteit. Dagny Servaes als de verleidster is vol
doende, zonder meer, terwijl de Antonia van Kitty
Hulsch 'n vervelend, onbeduidend creatuur blijkt
te zijn. De poppenmaker en de Dr. Miracolo ver
vallen in overdreven en daardoor krachtelooze
typeering, die in 't toch al zoo stemmingslooze
milieu alle effect missen.
Wat nu nog te zeggen van de hardnekkige
Prologen," die men zoo af en toe, ter meerdere
opluistering, aan de film meent te moeten toe
voegen? Wit men dan niet inzien, dat hierdoor
'n stijlloosheid wordt gepleegd, die aan de waarde
van 't tooneel zoowel als van de film afbreuk
doet? Wat kan de film gebaat zijn door dit
conventioneele opera-gedoe, dat met gansch andere
middelen en zelfs met andere dimensies werkt?
Jammer, dat ons eerste film-theater niet de fut
heeft met deze concessie aan variété-zuchtige
dames en meneeren te breken.
Zoo viel de film Hoffmann's vertellingen,"die
'n groote overwinning voor de cinematografie
had kunnen beteekenen, als'n' armoedige,
kwasifantastische spookhistorie.
Ik prefereer 'n effen stof boven dit fanta
sietje '."
J o R D A A N
LE MIRACLE DES Loups Rcmbrandt Theater
Ook 'n tegenvaller, maar veel minder fnuikend
dan Hoffmann. Jammer, dat voor zulk werk te
vél reclame wordt gemaakt. Zóó iets geweldigs
is 't nou werkelijk niet al blijft 't 'n rolprent
van onmiskenbare kwaliteiten. Vermelding ver
dient de zeer opmerkelijke muziek van Henri
Rabaud, die veel beter is dan de speciale illu
straties" die men soms bij belangrijke film-wer
ken cadeau krijgt (?Nibelungen!").
VLAMMENDE JEUGD Corso-cinéma.
Henri de Lagardère is niet dood ! Daar is-ie
waarachtig weer, de brave, sentimenteele, on
mogelijke, door en door verrotte Amerikaansche
society-filrn. Daar is de guitige mannequin ?
daar is de jongeling met de geplakte haren en de
nobele oudere man met 't gegroefde gelaat. Daar
is al die ongezonde, huichelachtige moraal terug,
waarmee de Yankee's pogen, ons Europeesch
voelen en denken te bederven.
Jammer, dat hier niet evenals in Canada op de
film geschoten mag worden 't lor is nu ge
prolongeerd !
tJ'
TELEFOON-GESPREKKEN
Met het Correspondentie-bureau voor
Nederlandsche Dagbladen?
Is meneer Nardus daar ook? Of anders
meneer Belinfante?
Ah, met Nardus?
Best, dank je. Ook wel? Zeg, vertel me toch
eens zijn jullie nu ook al het correspondentie
bureau voor Doorn geworden?
Wat ik bedoel? Lees je je eigen berichten niet
meer?
Gelijk heb je. Opwekkende lectuur is het
niet. Ik bedoel dat bericht over het bezoek van
Hem", uit Doorn, aan onze Koningin-Moeder
op Soestdijk.
Maar van wie heb jullie dat dan gekregen?
Van den Hofmaarschalk?
Van den Particulieren Secretaris?
Heeft misschien.... neen, dat is te gek.
Je hebt gelijk. Nooit is iets te gek. Heb
jullie het misschien van Mr. Kan?
Van de Regeering direct?
Ja, dan blijft' er niets anders over dan dat
jullie een nieuwen hoogen klant hebt. Herzliche
Glückwünsche !
Stuurt .,Hij" dat nu zelf?
Hoogsteigenhandig?
Ah, nu ben ik erachter. Hare K. K- Majesteit
Hermine zorgt voor de persberichten? Een handige
vrouw, wat?
Beroepsgeheim? Maar dan had je nog wel
wat geheimer kunnen zijn en het bericht van dat
bezoek voor je kunnen houden. Want weet je wat
men" nu zegt?
Dat Hij" weer lef" krijgt en dat we straks
in de, bij je bureau aangesloten, bladen, die alles
slaafs opnemen wat je ze stuurt mijn compli
ment dat je het zoover gebracht hebt! dagelijks
iets van Hem" zullen lezen, tot stichting van het
Nederlandsche volk en tot leering van het buiten
land.
En dat jullie zoo iets niet aan de bladen
zouden zenden als de regeering het niet goed vond.
Dat zegt men" en.... QH
Ik neem je niets kwalijk. Schelt Doorn op?..
Dan lees ik het morgenochtend wel. Ta-ta!....
C E L 2