De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 6 juni pagina 6

6 juni 1925 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2504 PEEK & CLOPPENBURG LAS TRES REINAS. (HAVANA CO N DIT! O N) fteinas Grandes Keinaa Reina* Chicag Verpakt in kisten van ICO stuks. PMJS / 12O. per mille. Proefkisten / 12. franco per post. J. G. HASEKAMP Importeur van Havanasigaren. 23 Glashaven ? Rotterdam Telefoon 734.7VANJCHAICKV MEUBELTRANSPORT-MI BERGPLAATSEN v. INBOEDELS BINNEN-EN BUITENLANDJCHE TRANSPORTEN OVERBRENGEN | V.MEUBILAIR OOK PER AUTO TAPISSIEBE BOOTMSTPAAT, UTRECHT. TEL 163 ZOMERREIZEN PICHT U TOT TEOOJTHOT, VOOR /PECIALE WOON INLICHTINGEN Een Wasscherij IS EEN ZAAK VAN VERTROUWEN! De STOOM-WASSCHERIJ 11 DE PELIKAAN" te GOUDA bestaat l Juli 1925 HONDERD JAAR! | Hoe staat 't met Uw wasch! Vraagt eens om onze prijscourant No. 106 PRIVÉREIZENPER RIJTUIG, TREIN, AUTO EN BOOT. VRAAGT GRATIS INLICH_ TINGEN EN BROCHURES. ? BENNETT'S REISBUREAU ? LEIDSCHESTRAAT 25 - AMSTERDAM- TEL. 37881 CRUISES NAAR DE NOORSCHE FJORDEN EN DE NOORDKAAP BIJKOMSTIGHEDEN CLXXIV Zoo heel veel wijzer pleegt het ouder worden ons niet te maken. We merken deze droeve waar heid natuurlijk het eerste op bij onze medemenschen, daar we hen nu eenmaal bij voorkeur als objecten nemen voor ons cynisch inzicht; maar als we een beetje rustiger toekijken, ontdekken we haar ook en zeer treffend bij ons zelf. Toen we zestien waren, stonden we ontegenzeggelijk meer open voor groote levensvragen, dan we op ons zestigste zullen doen. Ouder worden beteekent maatschappelijker worden, meer in aanzien komen, zijn dagelijksch bestaan zien volbouwen met aller lei plichtjes en verplichtingen, en we moeten al dankbaar zijn, als we onder die oppervlakkige vermoeienissen door, toch nog een enkel begrip" verzamelen, en tenslotte toch wel iets mér van het leven weten, dan de idealistische zestienjarige, al is ons inzicht negatief, en al hebben we vooral geleerd zachter te worden, omdat onze zekerheden altijd meer zijn afgebrokkeld. Twee negatieve inzichten, waarvan ik diep overtuigd ben, waarvoor ik met bittere ervaring" heb betaald, en die ik dan ook erg graag ten uwen voordeele aan de man wil brengen zijn deze: Als u dweept met literatuur, ga dan in uw jonge jaren geen Nederlandsche letteren studeeren, en als u houdt van het tooneel, wordt dan geen lid van een schouwburgcommissie. Ik weet niet, in hoeverre het professoraat van den dichter Albert Verwey mijn uitspraak over de studie der Nederlandsche letteren zal hebben ver zwakt of te niet gedaan, maar in mijn tijd" was ze alleen een vermaak voor linguïsten en philologen, voor menschen, die zooals een harer groote mannen het uitdrukte, zit in hun lijf hebben," maar voor hen, die, meer gevoelig dan sterk van hersens, meer vlug van begrip dan vasthoudend, de collegezalen binnenzeilden , in de verwachting verder van mooie boeken" en groote schrijvers" te mogen leven, bleef er slechts n groote teleur stelling; en alras zouden zij tot de meening geneigd zijn, dat de liefde voor de literatuur zich overal veiliger voelde, dan onder de voorbereiding tot dit doctoraat. Wie zich niet liet afschrikken, werd dan later wel beloond, omdat hij na den rijstebrijbergjvóór het candidaats al een bétje zijn lusten mocht botvieren voor zijn doctoraal, met zijn dissertatie over zijn diepste genegenheid mocht uitpakken en zijn heele verdere leven, aan gymnasium of burgerschool, tot vreugde van zijn jeugdig audi torium mocht getuigen van levende schoonheid; maar ik geloof toch, dat, als ooit iemand mij om raad zou vragen, ik heel zachtjes zou zeggen: Voel je niet iets voor klassieke talen?" omdat de studie je daar schoonheid opent, die je zonder leiding nooit zult weten te bereiken. Met het lid zijn van een schouwburgcommissie is het hetzelfde en toch weer anders. Ik heb aan de jaren, dat ik hierbij behoorde, de meest glorieuse herinnering; ik was diep onder den indruk van mijn eigen waardigheid; ik was er verschrik kelijk trotsch op, dat ik voor vol werd aangezien door mannen, die begrootingen konden beoordeelen en over bestekken wisten te praten, en als het me een enkelen keer overkwam, dat ik wezenlijk een meening over iets had, was ik daar zelf zóó beduusd van, dat ik vergat haar op het juiste oogenblik ten beste te geven Maar mijn liefde voor den schouwburg is pas weer ongerept herrezen, aadat ik mijn passepartout had ingeleverd en weer met respect naar de directieloge" staar, zonder haar deur te dur ven openen. Want de wereld van het tooneel moet voor ons de wereld van het wonder zijn. de wereld van den droom, die al begint ons in te spinnen, als we bij den bureaulist ons biljetje koopen; de zaalwachters, de wit-gemutste juf frouwen, ze moeten allemaal iets geheimzinnigs voor ons hebben, waar we met ontzag naar opzien; en we moeten er niet binnenkomen met een air en met een blik van controle, om na te gaan, of de wachtster bij de garderobe niet met den knecht van den tweeden rang flirt, en of de juffrouw van de parterre ook brutaal is tegen den portier. Als het brandscherm opgaat, moet je alleen weten, dat daarachter een visionaire wereld op je wacht, maar je moet je er niet verantwoorde lijk voor voelen, of het wel zonder horten en stooten naar boven klimt; als het spel begint, dan moet je niet in de coulissen kunnen kijken, waar zij, die nog niet hoeven op te treden, van hun eene been op het andere hangen. En als het orgel een choraal speelt en de heele zaal onder den indruk is, terwijl de gordijnen zich langzaam sluiten, dan moet je^niet zóó vlak bij zitten, dat NAAR MAAT Fr. SINEMUS 20 Leidschestraat 22 - Amsterdam je den opgewonden spelleider hoort vloeken, omdat ze niet gauw genoeg de rotsblokken^wegdragen en het bosch planten. Neen, de schouwburg moet niet een huis voor je zijn, dat altijd voor je* open staat, en waar je critisch mag rondloopen, om meeningen te hebben over de loopers, de koperen leuningen en de stoelbekleeding; het moe t iets blijven, waar je maar een enkelen keer, met eerbied en needrigheid, mag binnentreden; waar je braaf moet gaan zitten op den stoel, dien de juffrouwjeaanwijst, waar jedankbaar je kopje thee drinkt, zonder te denken aan het af loopend contract met den pachter van de buf fetten; waar je rondkijkt met devote oogen, niets precies onderscheidt, maar alles bewondert, omdat het deel uitmaakt van dat wonderbaarlijk rijk, dat straks achter het hooghartig afwerende brand scherm, voor je open zal gaan. Want wie er anders tegenover staat; wie er met het air van een recht-en-meening-hebbende op het gestoelte der eere zetelt, bederft zichzelf zijn schoonste genoegen. | A N N I E S A L O M O N S O!-O O

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl