Historisch Archief 1877-1940
No. 2504
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS
Meublleering-Ml).
AMSTERDAM
O OM PLET E
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 - Tel. 44541
Spoors
Mosterd
Werkkring gezocht in gezin
metikinderen, waar de huisvrouw ontbreekt,
(dienstbode voor dag en nacht aan
wezig) door finant. onafhank.
Ontw. Lady
m. 1. met acten L. O. en Fransch;
degelijke pianiste, op de hoogte der
huishouding en P. O. Br. No. 75
Bureau van dit blad.
LISSOÜTE'S RKlfcEM
15 Juni het wonderschoone BERNER-OBERLAND
26 Juni goedkoope reis naar ROME en NAPELS
30 Juni de romantische HARZ
30 Juni goedkoop uitstapje naar LONDEN en WEMBLEY.
Inlichtingen en programma's gratis
N.V. L1SSONE & ZOON'S REISBUREAU, AMSTERDAM, Leidschestraat 5, Dam 10
lor '"Ü--.^
4 Cylinders, 10/15 P. K-, Ballonbanden, Schokbrekers, 4 Zitplaatsen.'j
Torpedo Conduite Intérieure Allweather
f3400.?f4400.?f44oo.
UIT VOORRAAD LEVERBAAR.
j De Importeur:
| J. LEONARDLAN6, A'dam, Stadhouderskade 114, Tel 27100. l
UÜF
BERKENBOSCH
Er zijn een stuk of vier verschillende soorten van
berkenbosschen in ons land, duidelijk ieder met
hun eigen karakter al naardat ze zich ontwikkeld
hebben of aangeplant zijn op de hooge zand- en
grindgronden in het lager land tusschen weiden
en hooilanden, in het veenmoeras of in de duin
valleien en tegen de duinhellingen. Die van de
duinen zijn wel het mooist en rijkst, misschien
wel omdat zij ook het oudst zijn. De berkenbos
schen van de venen worden zelden ouder dan
honderd jaren, zij zijn slechts een voorbijgaand
stadium in de ontwikkeling van het landschap.
Een jong bosch, dat ik twintig jaar geleden heb
zien ontstaan, heeft nu alweer
te kampen met het haarmos
en veenmos dat er weelderig
tiert tusschen de stammen, en
altijd door maar hooger op
schiet, spruit op spruit, en de
tijd is niet ver meer dat de
wortels van de berken geen
lucht meer kunnen krijgen en
de boomen moeten sterven.
Heel misschien kunnen zij dat
mos nog overwinnen en als
dat onderdrukt wordt dan
komen er grassen en sommige
rietgrassen die een poos lang
het halflicht kunnen verdra
gen en die maken dan plaats
voor varens en bramen. Zoo'n
complex kan het dan nog
geruimen tijd uithouden.
Het Berkenbosch op de
hooge zand- en grindgronden
is meestal bevloerd met gras
sen: ijle srneele, Witbol,
struisriet, dikwijls met wat
bleekgele bloemen van hengel of
hier en daar een oplaaiing
van adelaarsvaren. De grond is er meestal
hard, de humusvortning niet bijzonder rijkelijk.
Soms worden we er verrast door honderden
berkenzaailingetjes, die als onkruid tieren in het
berkenbosch.
Heel anders zijn de berkenboschjes van de dui
nen, zooals ge ze kunt aantreffen tusschen den
Haag en Schoorl. Daar zijn er onder van zeer
hoogen leeftijd. De meeste zullen wel aangeplant
zijn, maar dat is dikwijls heel lang geleden en
menig berkenstammetje in Kennemerland heeft
stellig zijn tweehonderd jaartjes achter den rug.
Sommige van die bosschen zijn tientallen van
hektaren groot, andere beslaan niet meer dan
eenige honderden vierkante meters maar zelfs
die kleintjes kunnen een rijkdom van leven te
zien geven, die grenst aan het ongelooflijke.
Het rijkst zijn ze wel, wanneer ze naar den zeekant
beveiligd worden door een hooge duinhelling
en liefst moeten ze naar den oostkant ook een klein
richeltje hebben, zoodat ze komen te liggen ineen
plooi aan den voet van den heuvel.
Daar in die plooi heeft zich dan in den loop der
eeuwen een zachte en veerkrachtige humuslaag
gevormd, waarin de voet half wegzinkt: zwarte
aarde doorweven met de haast onvergankelijke
vezels van de berkenschors. Die humuslaag zet
zich dikwijls nog even buiten het bosch voort en
maakt dat het zich langzamerhand kan uitbreiden,
vooral wanneer een nat jaar de ontkieming en
ontwikkeling van nieuwe boompjes en struiken
bevordert. Een weelderige groei van kruipwilg
en duindoorn kondigt vaak van verre den beteren
grond reeds aan. Ook komen op dien humuszoom
de bewoners van het bosch even een kijkje nemen
in de lichte wereld daarbuiten.
Als het duinberkenbosch zijn vollen wasdom
heeft bereikt, dan komt er jaren lang geen veran
dering in die bewoners. Wij zouden kunnen zeggen
dat dan de climax bereikt is en het kan zeer lang
duren eer daar verandering in komt. Een paar
heete zomers achtereen kunnen een tamelijk
sterke wijziging veroorzaken, zooals dat gebeurd
is in de jaren 1920?1922, maar als dan tijdig
weer de natte jaren komen is spoedig de climax
Berkenboschje in het duin
weer bereikt, zooals nu. Thans rijen zich weer
aan den rand van het boschje de dichte gelederen
van de salomonszegeltjes, met hun spierwitte,
geurige hangende bloempjes. De witte
wortelstokken kruipen in de murwe humus en als de laag
te dik wordt dan richt hun eindknop zich opwaarts,
want deze plant heeft een fijn gevoel om altijd
den juisten afstand van de oppervlakte te be
waren. Achter het wit en groen der zegeltjes ziet
de boschbodem haast heelemaal blauw, mooi
licht blauw van hondsviooltjes en donkerder
blauw van de ruige viooltjes, die nu haast uitge
bloeid zijn. Het donkergroene blad van de honds
viooltjes gaat haast geheel verloren onder de over
vloedige bloempjes, bij 't ruige viooltje daaren
tegen zijn de bladeren hoog opgeschoten, want al
staan de berken ook al geheel in blad, ze laten
licht genoeg door om zelfs midden in het bosch
nog plantengroei toe te laten. Nog ander blauw
vertoont zich, allemaal loodrechte zuiltjes, dicht
bezet met blauwe bloempjes, vreemd van vorm
net of er iets van is afgeknipt. Die zuiltjes
zijn tot een paar decimeter hoog en de bloem is
een lipbloem, evenals hondsdraf, maar de bovenlip
ontbreekt. Dat is nu het zenegroen. Ook bij deze
plant gaat in Juni de bloei-energie over in
groeienergie en terwijl de vruchten rijpen ontspringen
uit de onderste bladoksels al bebladerde uitloopers,
die naar alle kanten uitgroeien en het
zenegroentapijt al grooter en dichter maken. Naar den lich
ten rand van het bosch toe worden de bloempjes
donkerder blauw en de bladeren krijgen een rood
bruin tintje. Daar aan den boschrand hebben
ook de aardbeitjes post gevat, ook nog in vollen
bloei, maar tevens in de weer met hun uitloopers
en ik zou er wat voor geven om precies te weten
hoe die aardbeien zich weren tegen het zenegroen
en het zenegroen tegen de aardbeien.
Doch zenegroen en aardbeien en viooltjes
samen hebben een mooie overwinning behaald op
de zandmuur, Moehringia trinerva. Dit is een
plantje, dat wel wat lijkt op het gewone onkruid de
vogelsterremuur, maar het is fijner van bouw' en
heeft kleiner bloempjes. In 1922, na de droogte
periode, was deze zandmuur een jaar lang
alleenheerscheres in de
duinboschjes. Viooltjes, aardbeitjes,
zenegroen, de velerlei blad
mossen en levermossen,haast
al de planten van het bosch
hadden het moeten afleggen
door de droogte en toen de
regens kwamen was deze
zandmuur allen voor en nam
met verbluffende snelheid alle
ruimte voor zich alleen in
beslag. De andere planten
kregen geen kans en het zag
er werkelijk uit alsof nu voor
taan onze berkeboschjes al
leen begroeid zouden zijn
met zandmuur, een troos
teloos vooruitzicht, al is dat
plantje zelf toch ook wel
heel sierlijk en belangwek
kend. Gelukkig kwamen ech
ter het volgend jaar al de
oude vrienden weer opdagen,
hetzij doordat ze van de nog
niet gestorven stengels nieuwe
knoppen hadden ontwikkeld,
hetzij het sluimerend zaad kon
ontkiemen. En nu staat de zandmuur terugge
drongen in allerlei hoeken en gaten, elk
oogenblik gereed om weer het verloren terrein te her
winnen. Thans echter gaat het nog net andersom
en ik zie al meer en meer oude kennissen van voor
1920 of zelfs van voor 1911 te voorschijn komen.
(Wordt vervolgd}
JAC. P. T H i j s s E
Het eenvoudigst in bediening, het zuinigst in
exploitatie, het goedkoopst in aanschaf is de
MONOKNOP"
het nieuwe ontvangtoestel der
NEDERLANDSCHE RADIOWERKEN te DOORN.
TENTOONSTELLING 29 MEI?7 JUNI
KURHAUS te SCHEVENINGEN