De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 13 juni pagina 11

13 juni 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2505 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 negentiende niet de bekende wijk de Jordaan heette, maar de Prinsengracht. Dat is stellig bij Hennebo het geval. Hij zegt o.a.: En stap zo rechtdraads op de wegen, Recht over den Jordaan gelegen". en Mij dunkt, ik zie reeds den Jordaan Met al zijn spruiten opgestaan". Het is duidelijk, dat wij hier niet met een wijk, maar met een water te doen hebben; dat kan dan geen ander zijn dan de Prinsengracht. Nog in 1851 zegt iemand in De Navorscher: ,,Men vraagt mij, waarom dat gedeelte der Prinsengracht, hetwelk zich tusschen de Leidschegracht en de Noordermarkt bevindt, de Jordaan genoemd wordt". Dat is duidelijk genoeg. Wij hebben hier dus het omgekeerde geval als met den naam Amstel. Het is zeker, dat met Amstel oorspronkelijk het land wordt bedoeld, dat wat wij Amstelland noemen. Eerst in den loop der eeuwen is de naam overge gaan op de rivier alleen, zoodat daarvan weer Amstelland kon worden afgeleid. Met den Jor daan is het juist andersom. Oorspronkelijk heette de Prinsengracht in den volksmond nooit officieel de Jordaan. Dat dit woord overging van de gracht op de aanzwettende wijk, is waarlijk niets bijzonders. Er is nog slechts n punt onverklaard en mis schien wel onverklaarbaar. Waarom heette de Prinsengracht de Jordaan in den volksmond? Men heeft de binnenstad willen vergelijken met het eigenlijke Palestina, dat door de Prinsengracht van de nieuwe wijk, het Overjordaansche was ge scheiden: de gracht werd zoo van zelf de Jordaan genoemd. Het is mogelijk, maar het is niet meer dan een gissing. De naam van de Martelaarsgracht werd vroeger veelal afgeleid van de martelaren, die langs dezen weg naar het IJ werden gevoerd om daar in alle stilte te worden verdronken. Die legende is blijven leven, totdat de herberg De Martelaar" werd ontdekt en daarmede meteen de naam van de gracht werd verklaard. Zou zulk een verklaring ook niet nog voor den Jordaan mogelijk zijn? Er is natuurlijk niet naar te zoeken, maar misschien vindt een ijverig snuffelaar nog eens in deze buurt een topographische bijzonderheid, die den naam van den Jordaan afdoende verklaart. H. B R U G M A N S 1) Het Pesthuis" (zie de Groene" van 16 Mei) was abusievelijk XXII genummerd. Dit moest zijn XXI. CAMILLE FLAMMARION f (1842?1925) door _Dr. J. VAN DER BILT Flammarion ! Een stroom van herinneringen welt telkens op bij het hopren van dien naam, Flammarion, dien wij als jongens allen kenden, voordat wij zelfs maar wisten dat er ook in Neder land sterrenkundigen waren. Van het vlammende" in zijn naam ging voor ons reeds een zeldzame bekoring uit, en de titels van zijn boeken en de pracht van zijn taal voltooiden voor ons deze figuur tot een Geweldige en een Profeet. Camille Flammarion ? een merkwaardig man, wiens evenbeeld men niet gauw vinden zal; meer dichter dan sterrenkundige, meer litterair dan natuurwetenschappelijk aangelegd; een man, die zonder zijn dichterlijke aanleg, zijn idealisme en de meesterschap over zijn rijke moedertaal, zijn weten schap bijster weinig gebracht zou hebben, en haar nu heeft kunnen brengen iets wat zij niet missen kan: de belangstelling, bewondering en toewijding van vele duizenden in alle landen der wereld. Flammarion was geboren in 1842 te Montignyle-Roi (Dept. Haute Marne). Reeds als knaap voelde hij zich, na het zien van een zonsverduistering en de uitlegging, die men hem van dit ver schijnsel gaf, tot de bestudeering van den sterren hemel aangetrokken. Na het lezen van enkele bekende sterrenkundige werken, voelde hij den lust in zich opkomen een zoo groot mogelijke PAST STALEN RAM EN TOE VAN DE ? :" KON.FABR.F.W.BRAAT-DfcLFT. SPECKUTEIT: VERZINKTE STALEN RAMEN schare tot bewondering voor-, en tot bestudeering van de hemelverschijnselen op te wekken. Als leerjongen op een graphisch atelier voltooide hij, op 15 jarigen leeftijd, in korten tijd een manu script van 500 bladzijden dat, met jongensachtige vrijmoedigheid, betiteld werd als Cosmologie niverselle". Dit kwam een jaar later onder de oogen van den hem bij een ongesteldheid behandelenden geneesheer, die toevallig bevriend was met Leverrier. Dit leidde tot een aanstelling als rekenaar aan de Parijsche sterrenwacht, welke betrekking hij 3 jaar later verwisselde tegen eene aan het Bureau des Longitudes" (1862?1866), waar hij genoeg tijd overhield om colleges aan de Sorbonne te volgen. Later keerde hij weder naar de Parijsche sterrenwacht terug, waar hij de be schikking kreeg over een der grootste kijkers, voor namelijk om er dubbelsterren mee uit te meten. In 1882 stond een hem onbekende bewonderaar, Mézet, hem een historische plek bij Parijs, ge naamd La cour de France" af en verstrekte hem de middelen om er een eigen sterrenwacht te bouwen. Aan dit thans algemeen bekende Observatoire de Juvisy" legde hij zich met eenige zeer verdienstelijke medewerkers, toe op de nauw keurige bestudeering van het oppervlak der groote planeten, voornamelijk van dat van Mars. Geen enkele astronoom ter wereld heeft ooit met het woord en met de pen zooveel bereikt voor het populariseeren van de wetenschap, die hem lief was, als Flammarion. Zijn dichterlijke aanleg en bespiegelende geest VRAAGT ONZE Prisma Kijker Cristal Prisma 8 x vergrootend fl. 40.?. Speciale aanbieding. Wordt onier'gjrantie geleverd. JOS. HARTOG, Hoofdsteeg 17, Nobelstraat 28, ROTTERDAM. UTRECHT bekleed. Zij telt vele duizenden leden, onder wie enkele gekroonde hoofden en tal van buitenlanders. Het door deze vereeniging uitgegeven Bulletin", de voortzetting van het in 1882 door Flammarion opgerichte maandblad L'astronomie", heeft bij voortduring zijn goeden naam onder de sterren kundige periodieken weten te handhaven. De wereld-oorlog heeft Flammarion hevig ge schokt en de nieuwe tijd", die er op gevolgd is, heeft zijn ouden dag vergald en vele van zijn idealen vernietigd. In den zomer van 1923 gaf hij in zijn openingsrede der jaarvergadering van de Sociét astronomiqiie", op bittere wijze uiting aan zijn overkropt gemoed. Dcpuis l'année 1914 et peut-être plus cncore depuis l'année 1919 nous avons vu la matière craser l'esprit, des sp culations de toute nature inspirées par la soif de l'argent, l'apretéau gain dans tous les commerces, l'exploitation scandaleuse des mercantis de tous genres, l'accroissement démesurédu prix de Ia vie quotidienne, les impöts se multipliant et, au rebours, les expansions idéales de l'esprit paralysées. Nous assistons a une transformation sociale singuliere. Ouvrons les journaux. Queues sont les colonnes dominantes? Au premier plan la boxe et les coups de poings. Ensuite concours de courses ultra-rapides, ou paris d'heures de danses jusqu'aextermination. Sommes-nousencore dans la France intellectuelle? La d cadence du langage est aussi fragrante que celle des moeurs Dans cc tourbillon potissiéreiix d'aberrations incohérentes, tin peu de del bleu et de calme pur reste encore: c'est la règion de nos contemplations et de nos pensees " "?). Den stoeren werker is nu een eeuwige rust deelachtig geworden. Jammer dat deze, allen medeslepende, idealist niet nog eenige jaren heeft mogen leven om het eb-getij van het wereldge beuren weder te zien kenteren. CAMILLE FLAMMARION brachten hem herhaaldelijk aan of voorbij de grenzen van zijn wetenschap. Zoo bijv. in Dieu dans la nature, ou Ie spiritualisme et Ie materia lisme devant la science moderne"; en in L'inconnu et les problèmes psychiques"; terwijl hij zich af en toe verleiden liet tot pennevruchten als Uranie" en Stella", beide aangekondigd als roman sidéral", waarin van den man der wetenschap niet veel meer te bespeuren valt. Ook in de laatste jaren van zijn leven heeft Flammarion boeken geschreven die m.i. beter achterwege waren ge bleven. Maar wij kunnen hem dat gerust vergeven, wanneer wij denken aan zijn Astronomie popu laire" die in meer dan 125000 exemplaren ver kocht, en in vele talen vertaald is, aan Les toiles et les curiosités duciel ' (55000 ex.), aan zijn Grand atlas céleste" en zijn mooie groot-formaat hemel- en maankaarten. Tot streng wetenschappelijken arbeid is Flammarion, strikt genomen, nooit gekomen; zijn natuur leende zich daar niet toe. Toch heeft hij althans n werk nagelaten, dat van blijvende waarde zal blijken te zijn. Ik bedoel zijn in twee zware deelen verschenen La planète Mars et ses conditions d'habitabilité", waarvan het Ie deel in 1892, het 2de in 1909 ver schenen is. Zij bevatten een zeer zorgvuldigen compilatie-arbeid (?Encyclopedie martienne" noemt de schrijver hem) waarin tot 1900 alles bij elkaar gezet is, wat het rijke waarnemingsmateriaal ons omtrent onzen naasten buur heeft kunnen leeren. In 1864 verscheen de eerste jaargang van Flammarion's Annuaire astronomique", het bekende gele jaarboekje waarmede de redacteur tot het laatst van zijn leven de sterrenkundigen van vele landen aan zich verplicht heeft. In 1887 richtte Flammarion met 23 anderen de Sociétéastronomique de France" op; beroemde sterrenkundigen als Faye, Tisserand, Janssen, Poincarée.a. hebben daarvan hetjvoorzitterschap *) Cursiveering van mij. Vraagt steeds VANOUDS HET BESTE MERK NIEUWER UITGAVEN Prof. J.^VERCOULLIE, professor in de Nederlandsche Philologie te'Gent, Beknopt Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche taal, Derde ver beterde en zeer vermeerderde uitgave. 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff. De eerste druk zag in 1890 het licht, de tweede in 1898, en thans is nu de derde verbeterde en vermeerderde uitgave verschenen. De te behandelen woordenschat is als volgt bepaald: 1. Al de Woorden, die echt Nederlandsch zijn; 2. De vreemde woorden, die naar het Neder landsch vervormd zijn; ??? 3. De vreemde woorden, waarvan de oor sprong niet duidelijk te herkennen is; 4. Zulke woorden, die om een of andere reden merkwaardig zijn, zooals sommige verouderde woorden, dialectwoorden en woorden van den in ternationalen taalschat. In den derden druk zijn weinig artikelen uit voeriger geworden; maar de behandelde woorden schat is omvangrijker geworden. J. BUMA, Hoofd der school te Oost-Knollendam, Maatschappelijk herstel of de fout in Colijn's redeneering. Uitgave R. E. de Bruin te Hardenberg. OLDO f o. a 3 &N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl