De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 13 juni pagina 13

13 juni 1925 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2505 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 HET FEEST HOLLANDFA DOOR AP.M. tlOUSSAULT Ik heb van de Hollandia-roeiwedstrijden een bijna onverwoestbaren indruk, gebaseerd op regen, op windvla gen, op zuid-westers, op regenjassen, op een hob belende persbrik met dichte zeiltjes maar ook op groot enthousi asme, op blije gezichten van jonge meisjes en jeugdige roeiers. Ik denk en al maar in stroomenden regen aan zware stemmen van oud-raceroeiers, mees ters in de rechten, doc tors in de letteren, de godgeleerdheid en de medicijnen of zakenmenschen van naam en fortuin, die hierop Hollandia weer jong zijn geworden en vol vuur staan te schreeuwen of te zwaaien tegen hun ploegen. Er is vreugde en ge lach?trots den regen. De persbrik wil tusschen start en finish telkens omslaan, maar blijft op den weg, naar wij beweren: alleen maar omdat de koetsier op de critieke oogenblikken de zweep over de paarden legt. Boven dien regent het. Langs den Ouden Rijn ligt het riet volgepropt met allerlei jachten. De groote zeiljachten, die den volgenden dag op de Braassemmermeer nooit heb ik hooren zeggen het" Braassemmer meer zullen meedoen aan de zeilwedstrijden; prachtige motorbooten, groot en klein en midden soort, alle gepavoiseerd, maar alle kleuren ver grijsd en vergrauwd tegen de grijze, grauwe, miezerige regenlucht. Aan 's Molenaarsbrug zie ik honderden aan den waterkant in den tuin, wanneer de ploegen de finish naderen. Parapluie's n regenjassen en verregende stroohoeden en natte bloesjes onder vroolijke gezichten.' De overwinnende ploeg krijgt bloemen van meneer Lucassen of meneer Blusséof meneer Piek of een anderen natten meneer met een opstaande kraag en een slapgeregenden pet. De dappere ambtenaar aan het kleine hulptelegraafkantoortje krijgt alleen maar natte telegrammen te verwerken en de sportieve krui denier om den hoek, waar alle persmenschen sedert jaar en dag hun intercommunale gesprekken kunnen aanvragen met Amsterdam en Rotterdam, beklaagt ze allemaal, de roeiers, de officials, de bezoekers, de Juryleden en de persmenschen, omdat ze allemaal in den regen zitten.. Maar nu was alles heel anders. De groote pessi misten, oude rotten, die den avond te voren ge zworen hadden op regen, zijn bedrogen uitgeko men. Er was zon en licht, alles was vroolijk en vol kleur. Hollandia was dit jaar een superHollandia, een feest-Hollandia, een ongekend Hollandia met kleurige vlaggen, blauwe luchten, hooge, lichte wimpels, meiskes die dubbel-op lachten en vroolijk waren. De dappere telegrafist seinde warm en zwoegend zijn lange telegrammen over, er waren witte broeken en witte shirts en stroohoeden-in-model. Meer bloemen dan anders, meer kwast-met-ijs en minder warme fosco, veel zonnetenten op de jachten en veel syphons en veel meer stof langs den weg <S>»BtB&iï£sK&=ïie*f^SKï**rz?irZ*? enTmogelijk nog grooter enthousiasme en nog scheller gejuich, en nog veel meer automobielen en nog veel meer motorbooten in het riet en 's avonds een nietïverregend*bal en bestuursleden zonder ook maar n toliejas en alle ploegen roeiden even mooi, alle stijl was onberispelijk, er werd in het geheel niet slecht gestart en er werd geen enkele snoek gevangen, de lange dag vlood haastig om en de zeer lange avond duurde korter dan ooit na dezen door de zon warm gestoorden dag en de maan scheen helder en vol boven het schemerige land, waarop silhouetten van koebeesten traag liepen te grazen. En omdat er nu toch n ploeg in lederen wed strijd de snelste moest zijn, waren er ook over winnaars, en hun overwinningen waren grooter en schooner dan ooit te voren en werden 's avonds feestelijker en luidruchtiger dan ooit gevierd. Dit was eens een heel bijzondere Hollandiadag, een dag van zon en kleuren en warmen zomer, maar eigenlijk hoe jammer ook geen heel erg echte Hollandia-dag, want als ik aan Hollandia denk, dan zie ik altijd Weer de regenkringetjes en -belletjes in het water van'den Ouden Rijn, den druipenden kastanje in den natten tuin van 's-Molenaarsbrug, natte jassen, verwaaide hoeden en kletsnatte dienders. f# Maar boven alles uit, ongeacht of Hollandia ons regen of wind, of zon en warmte bracht, Hollandia is altijd geweest het feest van ongeveinsd roeienthousiasme, een feest van geestdrift, een feest van fijne echte sport, een dag van jubel en vreugde. En deze indruk is après tout toch nog het sterkst en sprekendst. KLEINE TENTOONSTELLINGEN Van een vijftal kleine tentoonstellingen die ge thans in Amsterdam kunt genieten, is die van A. R. Mauve bij van Gogh een der aangenaamste. In hem zijn de fijnheid en de schroomvalligheid van den vader bewaard, niet de stelligheid. De voor liefde voor een grijze tonaliteit is een axioma ge worden. In dien sfeer schildert hij zee en land. Hij versmaadt elk effect dat zijn werk aanzien kan geven: elke tegenstelling. Hij is bij voorkeur on aanzienlijk. In zijn n-tonigheid ligt zijn kracht. Toch krijgt ge niet den indruk van een systeem. In het grijze gamma spreekt zijn aard zich van zelf uit. Tot zijn beste werk bij van Gogh behooren een boschgezicht en een paar interieurs. De zeeën kwamen niet altijd uit de verf. Maar zij lijken mij inniger gevoeld en zuiverder gegeven dan die van den veelzijdiger Mendlik. De heer Komter (aan den overkant) exposeert dat deel van H. A. van Daalhoff's werk, dat uit boerenerven bestaat die aan een gulden, een roode, of een blauwachtige belichting iets onwezenlijks ontleenen en waarvan de bewoners, van volume verstoken, als verschijningen aandoen. Geen beter toetssteen voor het beoordeelen van de waarde van een schilder dan het samenbrengen van een deel van zijn oeuvre. De goeden releveert het, voor de minder begaafden is het fa taal. Ikkanmij|voorstellen dat n van Daalhoff, tusschen nuchterder" schil derijen gehangen als een verrassing, zelfs als een trouvaille aandoet; het sprook je in het midden der werkelijkheid. Maar niets dan sprookjes, eender verteld en op een onveranderlijk stramien geborduurd... Noch de kleur, noch de factuur, noch de voor dracht van dit werk, zijn in staat mij aan de noodwendigheid ervan te doen gelooven. Het recept waarin deze schil der zijn heil zoekt lijkt een ondeugdelijk recept. De Belg Auguste Lowe, waarmee de heeren Buffa de kennisma king bieden, schildert op velerlei wijzen. Hij roept Rubens of Jordaans even gemakkelijk in uw herinnering op als Lode wijk Schelf hout. Coloristische begaafd heid is hem vermoedelijk niet vreemd. Hij kan de uitbundigheid der Vlamingen op zij zetten voor de deftiger soberheid van den Hollander. In zijn beste oogenblikken is hij beschaafd en eenvoudig van kleur. Adriaan Lubbers roept u naar Heystee, Waar hij al eerder exposeerde. Hij Iaat uitsluitend land schappen uit Italiëzien en zijn persoonlijkheid is opgenomen in de serie der Valori plastici". De anonieme voorlichter uit dat boekje waarin ge vele van zijn schilderijen gereproduceerd vindt ? geeft u een uitvoeriger inzicht in de bedoelingen des schilders dan hij het u, naar ik vrees, zelf zou kunnen doen. Het is als een catechismus voor Modernen" Ge leest van Lubbers' minachting voor de perspec tief parce que la perspective, dans sa qualitéd routine apprise n'effleure pas mème l'idée ee l'être". Vandaar dat bij vele nieuweren de fond1 naar voren springt plein de hardiesse"; met het gevolg dat de beschouwer, pauvre nigaud, ami des beaux-arts", ? ookal doordejzonderlinge wijze waarop muren, huizen en planten elkaar diame traal zoeken of ontwijken niet meer weet of hij voor, te midden van of achter de.'geschilderde voor stelling staat. Deze perspectivistische speling mag echter geen reden zijn tot ongerustheid. Zij is veeleer een essentieele voorwaarde van de moderne kunst, die door deze hare puretévierge", beschermd wordt tegen de vulgaritéintellective". Bekijkt ge Lubbers' werk buiten dezen theoretischen bril om, dan treft u vooral een duidelijke reminiscens aan de Majorca landschappen van Leo Gestel, wat u belet de parelmoerachtige grijzen, dezer dikwijls gelukkige composities, onbekommerd te waar deeren. Evenmin als Lowe, heeft Adriaan Lubbers zijn eigen vorm gevonden. Eenige schilderijen van AndréMare, door den heer van Deene (thans Keizersgracht 752) saamgebracht vormen een goed besluit. AndréMare geniet als architect zekere reputatie; als schilder volgt hij het spoor der moderne fransche impressi onisten, wat wil zeggen dat hij de kleur en den vorm meer vereenvoudigt dan synthetiseert. Zijn schilde rijen hebben een kalmeerend aspect; groote vlak ken met zachte tinten die elkaar goed verdragen zijn aangenaam voor het oog. De kwaliteiten zijn hetzelfde in een portret, een stilleven of een land schap. Nooit is hij diep of hartstochtelijk; altijd wellevend en beschaafd. H E N N U S Fatum Wat ik het liefst als kind deed was te luistren naar komend onweer dat de lucht bezwoer, Werv'len van bladren en het scheemrig duistren door het heelal heen dat iets groots ervoer. Hoog op mijn kamer met de ramen open, wachtte ik de rilling van den eersten vlaag. Dichtslaan van deuren plots, razen en loopen, stemmen beneden en de donder vaag. Niet meer de slagen en het gaan der donder over de hemelen, of het plots vanén splijten door weerlicht, maar het waken onder 't naderen roerde mij, o ! dit alleen, dat ik de schoonheid als een doodlijk wonder over mij voelde onontkoombaar heen. MARTIEN BEVER SLUIS KUNSTZAAL VAN LIER naast het Postkantoor te LAREN (N -H.) VAN HALF MEI TOT EINDE JUNI TENTOONSTELLING VAN EEN VOOR HOLLAND GEHEEL NIEUWE COLLECTIE OUDE NEGERPLASTIEKEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl