De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 13 juni pagina 17

13 juni 1925 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2505 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 H EEREN-SCHOEISEL BERNARD ELI AS. 51 LEIDSCHESTRAAT A'DAM UlTfDEN GEMEENTERAAD (Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door B. van Vlijmen In Shaw's Pygmalion" verstaat Higgins de kunst om uit de spraak van zijn slachtoffers hun woonplaats af te leiden. In Londen is dat misschien een kunst, maar in Amsterdam zal een doove u kunnen zeggen dat Solkesz getogen is in de Amstelstraat, dat Mendels geboren is op de oude Appelmarkt, die nu Singel heet en dat de wieg van de Vlugt stond op Wittenburg. Maar grooter kunst is het uit de zonverbrande huid af te leiden waar ze hun week-end doorbrengen. Daar zitten ze neer op een rij, de helden van B. en W. en allen zijn verbrand doch ieder op zijn manier. De heer Eitje Polak heeft over zijn, van nature, reeds donker getinte huid een aristocra tisch bruin en wie hem in zijn grijs zomerpak met getailleerden rug en aankomend buikje ziet wande len,'twijfelt geen oogenblik: hij is al in Zandvoort. In zijn oogen liggen de hemelsblauwe verre ver schieten; als hij zijn lippen bevochtigd proeft hij de,bitter-zilte zee en in zijn haar zit hier en daar eenjverwaaide zandkorrel. DE STRANDJONKEK. Naast hem zit, neen troont, jan ter Haar. Heel Amsterdam kent hem thans. Geen week gaat er voorbij of hij opent een sla-tuiqtje of haalt een brug op of wijdt een voetbalveld in. Hij is onze meest gefotografeerde wethouder en ik moet zeggen hij maakt een goed portret. Hij is, wat de Franschen noemen, photogénique. Een foto genie. Zijn bruin is matter dan dat van Eitje. Er ligt een melankolieker waas over; het is bleeker, om zoo te zeggen en kan niet anders ontstaan zijn dan onder het lommer van het Bosch van Bredius, waar de nachtegalen kweelen, terwijl Jan de Qeruischlooze, na vermoeiende technische debatten met zijn hoofdambtenaren, het moede hoofd te rusten legt. Don Rodriguez de Miranda is de minst ver brande. Zijn tint helt meer over naar bleek-blauwbruin. De pas geëindigde melkoorlog heeft hem zichtbaar aangegrepen en voor de ? 63.000, die de Amsterdammers nu wekelijks meer voor hun melk betalen, gaan de boeren en slijters naar den Rijn of naar een mondaine badplaats, want water moeten zij zien. De Miranda blijft thuis in de Pretoriusstraat. Nog is hij niet over zijn melknederlaag heen en hoe dikwijls ziet men hem in dezen Raad niet droeve blikken werpen naar Ferdinand Wierdels, die thans aan 't uiterste einde der zaal zit en die zoo juist / 3722,22 pensioen ge kregen heeft, tot het einde zijner dagen. En hij wordt 93. En dan zal het dankbare Amsterdam op zijn grafsteen beitelen: Hij was te Rood". Want daaraan overleed hij als wethouder. De Miranda is gebleven en begiet thans eiken avond trouw op zijn balconnetje zijn geraniums. DE VOLKSTUIMER. De Burgemeester heeft het roodbruine'der pig ment-arme blondines. Is hij boven op een gletscher geweest of op Wight? In Anecy of in LuxorV Neen. De twee vlekjes ter hoogte van zijn oogen zeggen het u duidelijk: hij heeft gevischt in de contrijen van Aalsmeer. En uit de manier waar op hij zijn gevallen potlood opvischt, zou ik zeggen dat het snoekbaars was. Even de beslommeringen van het wondere ambt te kunnen ontvlieden aan den oever van een snelle vliet! En den dobber in te leggen en te wachten, te wachten, als in den Raad tijdens een speech van Wijnkoop, op een onparlementaire uitdrukking. En in den t Raad heeft hij gauwertbeet ! JAN DE QERUISCHLOOZE. AAN DEN OEVER VAN EEN SNELLE VLIET. ? Dr. Vos, nog vochtig van de triomfen van dertig achter elkaar, bijna aan n stuk, gehouden verkiezings-vergaderingen, is de donkerste van allen. Hij is de baarlijke witte neger van dit gebruinde gezelschap. Uren heeft hij gestaan onder electrische bollen en als de verkiezings-tournée nog een maand duurde, zou deze blauwe liberaal tot ons terugkeeren, roetzwart en onherkenbaar. Hij is na Walrave de populairste Vrijheidsbonder in de hoofdstad en, als goed candidaat laat hij geen gelegenheid voorbij gaan om stemmen te winnen. Vandaar dat men hem, sinds de hitte-golf, eiken middag in 't Jozef Israëls-Kanaal kan zien, alwaar hij te midden eener democratische jeugd, pootjes baadt. AAN HET STRAND DER ISRAËL-KADE. Bij Drabbe is het bruin nog in staat van wording. Er trekken nu reeds roode vlammen door en als hij over eenige maanden een veer achter zijn oor steekt en met Wierdels de vredespijp gerookt heeft, zal hij de Roodhuid uit het college zijn. Als ambte naar van de Rijksverzekeringbank gaat zijn voor keur uit naar de liggende houding in een hangmat en hij .,(#." IS BEZIG DIENSTJAREN TE VERZAMELEN OP HET VOETSPOOR VAN ZIJN VKIENIJ WIERDELS. En de Machtige zult gij vragen? Hij was er Woensdag niet doch zijn aangelaat wordt door de purperen zon van het Belgische Katholieke-Sociaiistische Samengaan tot een gouden-rood gekleurd en in afwachting van zijn Ministerschap voor 's Lands financiën, neemt hij, ter afkoeling, vast een badje. Doch, eilacie, op zijn bovenverdieping iyr*-(ütf'> LOOPT n r. KRAAN N\i:r. . . BARBAROSSA.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl