De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 13 juni pagina 20

13 juni 1925 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

20 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2505 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE ZOMERNACHTSDROOM door K <J M G R A NOSAL. is Het was in een korten zomernacht, die de ruischende rust en de koelte bracht. Er vloeide wat wind door de donkere boomcn, en stilte leek over de aarde te stroomen. De lucht bleef licht, en de stads-silhouet leek donker-massief aan den einder gezet. En het donker verdiepte, ? het licht werd (lichter, en onwillekeurig dacht je je dichter Je staarde, en strekte je leden loom, en je waande de wereld een godendroom. Het leven was als een droombeeld, geschapen in 't brein van een god, die was ingeslapen; een jeugdigen god, die van zonnebrand bruin was ingesoesd in z'n sterrentuin; een speelsch-jongen god, die vermoeid van het (stoeien door sterrengebloesem zijn droom zag door(bloeien. Dan schiep in den droom, niet moe-gespeeld, zijn goden verbeelding een wereldbeeld; het beeld van een wereld, die equilibreerde en tegen het hemel-licht silhouetteerde. En wereld en wijsheid, en leven en lot bestonden alleen in den droom van dien god. En het eigen moment, dat dien god deed ont(waken, zou straks aan het droomspel een einde maken. De stilte ruischte; de lucht was licht; en droomerig .vielen je oogen dicht ! Het leven.. De wereld.. .De dagen, de nachten. Gesilhouetteerd ! Vanwaar die gedachten? Maar als je ontwaakte, dan lachte het land, en stuurde de stad je je morgenkrant: dan voelde je 't dichtervuur verglimmcn, want China vertoont weer Chineesche schimmen! SGHAAKPROBl EEM 25 van J. KOHTZ en C. KOCKELKORN h a b c d e f g Wit: Kg4, Da5, Te?. Lb8, Pe6, pionnen: c2, e3, f5 en h5. Zwart: Ke4, Tc4, Pb2, pionnen: c3, c6, f6en h6. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing in het eerstvolgend nummer. Oplossing Probleem No. 24 van Jozef Heral. 1. Kb6-a7, f5-f4. 2. Dal - a5ff6?f5. 3. Da5-d8f. Correspondentieadres: Dr. A. G. Olland, A. R. Falckstraat 5, Utrecht. DAMPROBLEEM 26 van M. FABRE, Parijs. Zwart 11 schijven. l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit 11 schijven. StandZwart: 8,9, 12, 13, 15,16,18, \'\ 21,23, 26. Wit: 24,25,27,28,30,32,33,35,37,39,47. Oplossing probleem Nr. 25. Wit 42-3 /, 34-29, 47:9, 40-34, 49-44, 35: 2! Zwart 31:42, 23:32,28:50, 3:14, 50:30. Correspondentieadres: K- C. de Jonge, Van Woustraat 112n, Amsterdam. Le Vin Blanc da KRESSMANN-BORDEAUX GRAVES MONOPOLE DRY Agince: Comptoir des Pays-Bas at da Paris, La Haye BRIDGEPROBLEEM 25 Ik zal u thans een spelproblean voorzetten dat op zich zelf niet lastig is; ik geef u dit echter, opdat ge u eens van bepaalde feiten rekenschap moet geven waar ge in de praktijk veel aan zult hebben. Niet alleen voor L, maar ook voor A is dit spel leerrijk. B(linde) V(oorhand) A(chterhand) L(eider) De kaarten van L zijn: KI.: 8. 5; R.: a. b. 10. 2; H.: a. 7. 4; Sch.: a. v. 10. 7. De kaarten van B zijn: KI.: a. 7. 3; R.: 7. 6. 5. 4; H.: b. 6. 5; Sch.: 9. 3. 2. Stand v. d. manche: beide partijen: schoon. L moet l in Sans-Atout maken (Royal-AnotlonBridge). V komt uit met KI. 6; de eerste vijf trekken verloopen: 1. V: KI. 6; B: KI 3; A: KI. h ; L: KI. 5. 2. A: KI. 10; L: KI. 8; V: KI. b.; B: KI. 7. 3. V: KI. 2; B: KI. a.: A: KI. 4; L: H. 4. 4. B: R. 4; A: R. v ; L: R. a.; V: R. 3. 5. L: R. 10; V: R. 8; B: R. 5; A: R. h. 6. A; Sch. 6. Hoe moet L spelen, om zooveel mogelijk kans op zoo groot mogelijk succes te nemen? Als L slaagt, welke fout heeft A dan gemaakt? OPLOSSING PROBLEEM 24. I: L: H. 7; V: H. 5; B: H. v.; A: Scü. 7. II: B: R. 5; A: R. 7; L: R. a.; V: R. h. III: L: H. 10; V: H. 6; B: Sch. 4; A: Sch. 6. IV : L: R. 10; V: ? Gooit V KI. 10 weg. dan neemt B met R. v. en speelt KI. 4. Gooit V H. 9 weg dan neemt B niet over en L maakt H. 7. V moet dus Sch. 5 bijgooien. V: Sch. 5; B: R. 6; A: R. 8. V: L: Sch. 2; V: H. 9; B: KI: 4; A: Sch. 3. VI: A: R. 9; L: H. 7; V: KL h ; B: R. v. Als A in I R bijgooit, dan kunnen B en L 3 Ruitens maken, omdat B, dan R. 10 van L met de v. over nemen kan. Gooit A in I inplaats van Sch. 7 Sch. 3 bij, dan speelt L als volgt: 11: als boven. III: als boven (A mag weer geen R. bijgooien); dus Sch. 6. IV: R. 10. B neemt niet over. V: Sch. 2; A komt thans aan slag en moet VI: R. 9 spelen. A gooit dus in i Scli. 7 weg, om niet aan slag te komen; dit lukt hem echter niet, omdat V in IV toch Sch. 5 weg rnnet gooien. B. M. Correspondentieadres: Secretariaat v d Amster dammer: Motto Bridge" Keizersgracht 333, Amsterdam. INHOUD: l. De bril waardoor men het verleden bekijkt, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp 2. De verkiezingsreclame, teekening door Joh. Braakensiek Propaganda voor weerloosheid, door Ickdien - 3. Spreektaal 4. Het wespennest van het Rif, door Dr. M. van Blankenstein 5. Het schip der woestijn, teekening door L. J. Jordaan Hugo Grotius, door Gen. b. d. H. L. van Oordt 6. Bijkomstigheden, door Annie Salomons 7. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse 9. Voor Vrouwen, red. Elis. M. Rogge K). Amsterdamsche bijzonderheden: De Jor daan, door Prof. Dr. H. Brugmans 11. Camille Flammarion, door Dr. J. v. d. Bilt 12. Bouw meester tentoonstelling, door H. K. Tcune Een wandelaar op de Parijsche tentoonstelling, door J. W. Werumeiis Buning -?13. Het feest van Hollandia, door A. P. M. Moussault, met teekeningen door B. van Vlijmen - - Schilderkunstkroniek, door Mr. M. F. Hennus - 15. Dierstudie, teekening door H. Verstijnen Op den Kconomischen Uitkijk, door Jhr. Mr. H. Smissaert 17. Uit den Gemeenteraad, door Barbarossa --- 18. Ruize-Rijmen en Charivaria, door Charivarius Telefoontje, door Cel 2 19. Feuilleton: Het wassende water, door Herman de Man 20. Uit het Kladschrift van Jantje Rijm, door Kunigra Nosalis Schaak-, Dam- en Bridgeproblemeii. Bijvoegsel: Het nieuwe ministerie in België, teekening door Joh. Braakensiek. DOOKT Typ. Amst Boek- en Steendrukkerij. voorheen Ellerman, Harms <5 Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl