Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2505
Van Zaterdag 13 tot en met Maandag 22 Juni
ZOMER OPRUI M ING
VAN RESTANTEN
tegen bijzonder lage prijzen
bovendien
20% korting
op alle voorradige courante artikelen,
in alle afdeelingen
NIEUW ENGELAND
KONING5PLEJM A'DAM
Magazijnen Zaterdags open tol 10 uur 's avonds
Dagelijks gesloten tusschen 12.30 en 1.30 uur ?
DE 25 MODELkAMEC/
VAN
TEOO/ïttfiftk
ZÜN
BIJKOMSTIGHEDEN
door ANNIE SALOMONS
CLXXV
Voor R. W.
Voor wie in den verre vreemde zit, krijgt de
uitdrukking Les absents ont tort" pas weer haar
eigenlijke, ontmoedigende beteekenis. Want zoo
lang hij midden tusschen zijn vrienden en kennis
sen leefde, in den geanimeerden omgang van elkaar
telkens zien en over alles samen praten en geza
menlijk meeningen maken door geregeld contact,
werd dat citaat alleen gebruikt voor menschen,
die een mooi concert verzuimd of een boeiende
tooneelvoorsteling hadden overgeslagen, en hun
tort" was van toevalligen en oppervlakkigen
aard. Maar wie ver van zijn eigen kring is getrok
ken om zich een nieuw leven te maken, wie tus
schen al het onbekende zich dieper dan ooit de
trouw en de verknochtheid aan zijn eigen geeste
lijke familie bewust wordt, hij moet alras ervaren
dat zij, die samen bleven, den eenen uitgewekene
aanmerkelijk makkelijker missen kunnen, en hem
ook met hun gedachten loslaten, omdat ze de in
spanning van op een afstand mee te leven er allicht
niet voor over hebben.
In zooverre dit altijd zoo gaat en dus natuurlijk
blijkt te zijn is er niet de minste reden er eenigen
Wrok over te koesteren. Een normaal mensch
houdt, van wat hij heeft, met wie hij kan praten,
en niet van een papieren fantoom.
De droomers, die zich het hartstochtelijkst aan
iemand hechten, als hij onbereikbaar is, zijn geens
zins steunpilaren van een gezonde maatschappij.
Laat de dooden hun dooden begraven", en daar
afwezigheid ook een soort dood lijkt, is het van
zelfsprekend, dat de afwezigen ook maar met hun
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie.
Agent General: JAGER GERLINGS, Haarlem
eigen hcimweh moeten zien klaar te komen, en
zich goed duidelijk moeten maken, dat, als hun
nieuwe omgeving hun nog niet bevalt, zoolang
ze weg zijn, de gaatjes in het eigen land volgcloopen
zijn met andere belangen. En daar het nu eenmaal
onmogelijk is ieder mensch zijn volle maat te geven,
en daar er altijd een teveel is aan onredelijke
geirriteerdheid, die een uitweg zoekt, en onredelijke
zelfverheffing, die een slachtoffer noodig heeft
om als tegenstelling" te kunnen fungeeren; omdat
het in de rede ligt, dat de Weg van den minsten
weerstand de gemakkelijkste is, en het kwaad
vechten zijn kan met iemand die terugslaat,
daarom valt de geirriteerdheid en de zelfverheffing
over den weerloozen afwezige heen, en weet op
eens iedereen, dat hij ongelijk heeft, gehad heeft
en zal hebben in het groot en in het klein, en dat
het een voldoening geeft, daar flink over uit te
pakken.
Dit alles gebeurt zonder eenige bewuste boos
aardigheid. Hoe langer je naar de menschen kijkt,
hoe meer je er van onder den indruk komt, dat
waarachtige slechtheid even zeldzaam is als waar
achtige goedheid, maar dat het de oppervlakkig
heid is, het meewaaien met eiken wind, het
voortdeinen met eiken stroom, die ons zoo'n ellendig
gevoel geeft in moerasbodem te tasten, waar we
altijd gevaar loopen te verzinken. (Wil me op dit
glibberige pad" voor dezen nen keer met vrede
laten, Charvarius).
Zoo komt de afwezige met een hart vol
teederheid en idealen in zijn vaderland terug en vindt
gesloten oogen en weifelende harten. En dan
begint het proces in tegenovergestelde richting:
de menschen, die, toen hij er niet was, anderen
uitverkoren, omdat die dan toch in elk geval
den grooten voorsprong hadden, met hun levende
leven er bij te zijn, worden nu boos op zich zelf,
n die anderen, en hun eigen wisselvallige gemoed;
ze herinneren zich den tijd, dat de afwezige iets
goeds in hun leven beteekende; en de wind waait
de harten om, het getij golft de geesten den anderen
kant uit; de nu-weer-aanwezige krijgt gelijk, en,
om het goed te maken, misschien mér dan hem
toekomt. Maar hij zelf staat ontgoocheld; niet,
dat hij afleeren kan om van zijn medemenschen
te houden; dat gaat niet zoo gemakkelijk; maar
het is een gewonde genegenheid, waar het beste:
de blije zekerheid, het vertrouwen als op zich zelf
aan ontvallen is.
Want als je allemaal samen bent, en je kunt
eikaars oogen zien en eikaars stemmen hooren,
dan heb je aan heel wat oppervlakkiger vriend
schap genoeg, dan als je ver af bent. De afstand
verdraagt alleen'gevoelens^van de allerbeste soort,
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25"" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125
die boven meeningen en onbegrepenheden uitgaan ;
gevoel zoo sterk en onwrikbaar als een instinct
dat den ander als het eigene verdedigt, met dezelfde
bescheidenheid en dezelfde zekerheid, waarmee
men het eigene beschermt, zonder argumenten,
maar met een overtuiging, die daar verre boven
uitgaat.
Ja, op een afstand moet je leeren elkaar blin
delings te vertrouwen, omdat dat de eenige wijze
is, waarop het trage contact gecompenseerd kan
worden; je moet zonder bijbedenkingen en zonder
vraag beslissingen kunnen aanvaarden, omdat
je dengeen kent, die ze nam.
Want elk kringetje maakt zich een ander stel
letje principes, waarbij hij zweert en die hij voor
de beste ter wereld houdt. Zoo krijgen we het
boeiend spel van de politieke partijen; maar in
de vriendschap geeft het een schok te merken,
hoe het feit, dat we onze meeningen niet meer
voortdurend aan elkaar kunnen afslijpen, tot
vervreemding en veroordeeling leiden kan.
Zoo werkt de afstand als een dorschvlegel, die
kaf" van koren" scheidt; het blijken niet altijd
de uitbundigsten te zijn, die de kunst der vriend
schap het beste weten te beoefenen; het zijn niet
altijd zij, die bij het afscheid de meeste tranen
stortten die het zuiverste weten, wat trouw is;
maar de stille verknochten, wier oogen ons zonder
verbazing inhalen, omdat ze al dien tijd met ons
hebben doorgeleefd, op hen kunnen we bouwen
auf Zeit und Ewigkeit".
En zoo keert de man, die verweg is geweest naar
zijn wildernis terug, niet allén ,,a wiscr and a
sadder man"; maar ook als iemand, die een paar
onvergankelijke schatten met zich meevoert.
En is dat niet mér dan een mensch kan ver
wachten: aan eiken kant van den aardbol een huis
altijd open te weten, en een paar harten te hebben,
waarop we vaster bouwen dan op het eigene?
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID