Historisch Archief 1877-1940
No. 2505
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PEEK & CLOPPENBURG
ALS
DE PELIKAAN" te GOUDA
Uw Boorden, Manchetten en Over
hemden behandelt, dan hebt U geen
last van rafels, breken van punten,
enz.; integendeel, Uw fijne goed
gaat dan veel langer mee.
Vraagt eens om onze prijs
courant No. 106.
REPARATIE VAN GEBROKEN
KUNSTVOORWERPEN
FREDFRKSPLEIK 15
AMSTERDAM
M,
Clichés
Van Leer
AMSTERDAM
C4MILLE FLAMMARION 7
Deze thans overleden, wereldbeken e geleerde schreef tegen het
einde van zijn leven een viertal boeken, die hij als motto meegaf het
woord van Pascal: ,,De onsterfelijkheid van de ziel is voor ons van
zóó groot gewicht, raakt zoozeer ons diepste innerlijk, dat men wel
alle gevoel verloren moet hebben om er onverschillig voor te zijn,
hoe het daarmee gesteld is. Ons hoogste belang en onze eerste plicht
is, ons licht te verschaffen over deze zaak, die onze gedragingen ge
heel en al beheerscht". Het zijn:
HET RAADSEL VAN DEN DOOD.
I. Vóór den Dood. II. In het Stervensuur. 111. Na den Dood.
Prijs per deel ingen. / 4.?; gebonden / 4.90.
De "SPOOKHUIZEN. Prijs / J.?ingen.; gebonden / 4.90.
Deze boeken zijn verkrijgbaar bij lederen Boekhandelaar.
N. V. UITGEVERS MIJ. v h. P. M. WINK- Zalt-Bommel.
BERKENBOSCH
door Dr. JAC. P. T HIJ s s E.
II
Als ik ergens in de duinen een berkenboschje
zie, al zijn het maar een half dozijn boompjes
bij elkaar,dan moet ik er heen, want altijd zijn
daar mooie zelfs zeldzame planten te verwachten.
De vogels op den trek of in den zwerftijd kunnen
er allerlei zaden brengen of de fijne takken ziften
uit den wind al wat die meevoert, misschien zelfs
wel van over zee. En in den vochtigen
humusbodem onder het aardige halflicht kan van alles
ontkiemen en groeien. Soms valt dat maar heel
gewoontjes uit, vooral in de bosschen, waar in
den zomertijd de bonte kraaien, rocken, kauwtjes
en houtduiven hun slaapplaatsen zoeken. De
uitwerpselen van die vogels maken het bovenlaagje
van den grond zeer rijk aan stikstof en daar kunnen
dan de oppervlakkig wortelende stikstofplanten
welig tieren. Haast manshoog groeien daar dan
dicht opeen de groote brandnetels, soms in
volkomen zuiver bestand. Elders zijn] de koekoeks
bloemen hun voor geweest en hebben die het bosch
in beslag genomen, hier en daar een plaatsje in
ruimend aan forsche klitten en waar de mest
het dikst ligt, ziet het rood van de aardige gera
nium bloempjes van het Robbertskruid, dat zelfs
nog tieren wil in bosschen waar reigers en aal
scholvers nestelen. Al dit grof gedoe laat geen
plaats over voor de fijnere planten. Maar zij
geven aan nachtegaal en grasmusch veilige gele
genheid tot nestelen en die maken er graag gebruik
van.
Waar het bosch laag ligt en alsclimaxvorm
beschouwd mag worden van de vegetatie van
Een hoekje met Neottia
vochtige duinpannen, ziet de bo
dem er weer heel anders uit. Daar
tieren nog watermtint en
kattestaart, valeriaan en rietgrassen.
Het is haast onbegrijpelijk hoe
die daar tientallen, twintigtallen
van jaren kunnen groeien, door
droge zomers tijdelijk ingetoomd,
maar zich telkens herstellend. Zij
blijven dan ook nog langen tijd het
gezelschap genieten van hun ouden
kameraad, den waterwilg. Ook is
het niet onmogelijk wij vonden
daarvan een aardig voorbeeld in de
duinen van de Amsterdamsche
waterleiding dat daar midden
in het berkenbosch zich nog talrijke
groepen kunnen vertoonen van de
moeras-wespenorchis of zelfs de
zeldzame kleine Herminium.
Maar het liefst zijn mij toch de
boschjes waar de ruige en de honds
viooltjes groeien bij honderden en
waar liet zenegroen met zijn
uitloopers den grond overdekt. Daar out
breekt ook maar zelden de
Keverorchis, Listéra, die ook wel
tweeblad wordt genoemd. In April
komen die twee bladen, om elkaar
gekronkeld als een klein tonnetje
uit den grond kijken, dan spreiden
ze zich en onthullen zoodoende den
groenen bloeitop, die zich strekt en
strekt en eindelijk aan een tros van
soms wel een halven meter hoog
of hoogernug honderden bloempjes
vertoont van het welbekende en
altijd toch zoo vreemdsoortige orchi
deeën type: de sterk ontwikkelde
onderlip, overwelfd door de overige
bloemblaadjes en daar binnen de
voor de beginneling zoo moeilijk
te ontwarren vergroeiing van den
stijl met de enkele meeldraad. Die Listéra's
hebben maar kleine, groenachtige bloempjes.
Wie niet weet, dat ze bestaan, merkt ze hoogst
waarschijnlijk niet eens op, maar de kenners
weten ze naar waarde te
schatten en de optimisten
onder hen zien ze nooit zoii'
der er meteen aan te den
ken dat, waar de keveror
chis groeit, ook het
Vogelnest verwacht magworden
Het Vogelnest is de
humusorchidee bij uitne
mendheid en heeft om
te leven maar weinig of
geen lucht noodig. Vroe
ger moet de plant eens
onder Bloemendaal ge
vondenzijn. In
Zuid-Limburg en in het Oosten
van ons Uand Wordt zij
nog al eens gevonden in
het halfduister onder de
beuken, in Zwitserland
zag ik haar op allerlei
standplaatsen zoowel in
loofbosch als in
naaldhout. Aan een bepaalde
boomensoort is zij dus
niet gebonden, maar wel
heeft zij noodig goede
blad hu mus' en bovendien
de aanwezigheid van som
mige zwammen zonder
Welke zij het niet kan
stellen. Op het oogenblik kennen
wij in de duinen onze
Vogelnestorchis alleen inde buurt van Bergen
en Schoorl en in de kostelijke
duinen tusschen Den Haag en
Katwijk. Er is geen enkele reden,
waarom zij ook niet in de
Kennemersche duinen zou groeien en
t'us stap ik dezer dagen weer
welgemoed al mijn berkehboschjes
door, wel wetend, dat ik de plant
niet over het hoofd zal zien, als zij
er soms ergens voorkomt.
Ik weet toch precies hoe zij er
uit ziet met haar onbebladerde
stengels en haar leerachtig gele
tint, soms goudleer, soms het
ongezwart leer van nieuwe schoenen.
De bruin afgedrukte foto die ik
voor mij heb liggen geeft vrij wel
de natuurlijke kleuren. Dat is nog
eens een aardig oogenblik. Je loopt
rond door het oude boschje in den
donkeren hoek waar je in 't voor
jaar den houtsnip verraste, die zich
zoo veilig voelde in zijn schutkleed
en denkt, hier zou nu toch wel
eens de Vogelnestorchis kunnen
staan (wij zeggen liever kortweg
,,Neottia"). En dan staan ze daar
opeens werkelijk, drie vier bij
elkaar. Het wonder is geschied. De
haast onzichtbaar kleine zaadjes
(wel een half miljoen in een gram)
zijn hier terecht gekomen, hebben
een goeden kiembodem gevonden
eujzijn ontkiemd. Toen heeft de
plant gegroeid onder den grond,
wie weet hoe lang en zich daar
altijd met hulp van de zwammen
ontwikkeld tot een kronkelige,
vertakte massa, die als /ij groot
genoeg is, vergeleken mag worden
met een vogelnestje. Eindelijk is die
onderaardsche plant zoo krachtig, dat zij bloeistengcls
kan vormen en die komen dan boven den
grond, soms n op zich zelf, maar vaker bij
groepjes Op oude standplaatsen zie je dan
wel honderden stengels bij elkander en die
brengen millioenen zaden vooit, waarvan dan heel
enkele misschien terecht komen op plaatsen waar
ze weer kunnen ontkiemen en groeien altijd weer
met de hulp van die zwammetjes. Deze dringen
door in de wortels van het vogeinest, groeien daar,
maar worden ten slofte toch door het Vogelnest
zelf verbruikt voor zijn eigen voeding. In meerdere
of mindere mate geschiedt dit bij de meeste
grondorchideeën, maar Neottia moet het uit
sluitend van de zwammen hebben, omdat zij niet
zooals de andere nog groene bladeren heeft,
om zelf haar voedsel te bereiden.
Kom, ik moet er maar weer eens op uit om ze
te zoeken, ze bloeien het meest van half Mei tot
begin Juli.
Bloeitop van Neottia
(Fotos Fostma)
O CEMT TER PAKJE