Historisch Archief 1877-1940
No. 2506
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE ONLUSTEN IN CHINA
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
CHINEESCH VUURWERK
EEN VERDEDIGING VAN DEN
CHEMISCHEN OORLOG
door DR. W. VAN RAVESTEYN
De kapitein A. J. Maas heeft zooeven een nieuwe
brochure het licht doen zien met den eenigszins
langdradigen titel: Nationale ontwapening in
strijd met nationaal belang en internationalen
plicht, eene weerlegging van de propaganda voor
nationale weerloosheid.
Het is een vervolg en aanvulling van zijn in
den herfst verschenen geschrift: Nationale
ontwapening? De lucht- en gasoorlog van Prof.
Dr. van Embden. De brochure wordt aanbevolen
door een aantal heeren van de bovenste plank,
waaronder b.v. Mr. M. W. F. Treub, Generaal
C. J. Snijders en Jhr. J. Loudon prijken en die
zich vereenigd hebben tot wat zij noemen: Een
Comitétot waarschuwing tegen Eenzijdige Ont
wapening. Er zijn blijkbaar nog niet genoeg
Comité's in ons vaderland. Ook de kapitein zet in
zijn Voorwoord en den aanvang zijner nieuwe
brochure uiteen, dat hij door het ernstige ge
vaar, dat de ontwapeningspropaganda voor ons
volk meebrengt, er toe gekomen is om op zijn
eerste geschrift dit tweede te doen volgen. De
heer Maas ziet of zag toen hij de brochure schreef
den verkiezingsstrijd vooral gevoerd in het
teeken" ? zooals het heet der leuze van de
nationale ontwapening, door twee politieke par
tijen, de S. D. A. P. en den V. D. B. aangeheven.
En onder die omstandigheden kon hij het niet
laten zijn argumentatie van October 1924 tegen
de eenzijdige, nationale ontwapening en inzonder
heid tegen de schrikbeelden, door Professor van
Embden en anderen vanden gasoorlog ontworpen,
aan te vullen en te verduidelijken. De kiezers
mochten anders aan S. D. A. P. en
Vrijzinnigdemocraten eens een meerderheid geven !
Wij laten de brochure van den heer Maas,
die nu niet bepaald zooveel nieuws bevat en die
ons bovendien een beetje te uitvoerig, te tech
nisch en te zwaar op de hand lijkt om den gemid
delden kiezer tot lezen te verlokken, voor wat zij
waard is. Doch wij
zouden gaarne een
woord ter aanbeve
ling schrijven van
een Engelsen
geschriftje, dat ons na
genoeg terzelfdertijd
in handen kwam,ook
in dit voorjaar ver
schenen, dat onge
veer het zelfde on
derwerp behandelt,
maar dat, in een veel
korter bestek dan
onze Hollandsche
krijgsman, doet op
een wijze, dat men
zoo is het tenminste
mij gegaan als
men er eenmaal aan
begonnen is, er nau
welijks mee kan uit
scheiden. Kortom,
dat men leest, als
een boeiende, korte
novelle.
De brochure of het
boekje, deel uitma
kend van een han
dige serie: To-day
and to-morrow geti
teld, waarin allerlei
Engelsche geleerden
en bekende
menschen onderwerpen
van den dag" op
pakkende wijze be
handelen, draagt den
titel: Callinicus; den
naam van den Griek
schcn Syriër of
Syrischen Griek,die,zoo
als de schrijver het
uitdrukt, door zijn
uitvinding van het
Grieksche vuur het
leven van het By
zantijnsche Rijk in
het begin der 8e eeuw
met 750 jaar ver
lengde en een groot
deel van de Christen
heid behoedde voor
Islamitische
overheersching." Het be
vat puur en simpel:
een verdediging van
den chemischen of
gas-oorlog, van de hand van een Britschen
officier, J. B. S. Haldane, die boven onzen land
genoot dit vóór heeft, dat hij aan den grooten
oorlog heeft deelgenomen, als men dit, bene
vens het diverse malen min of meer zwaar ge
wond worden voor een man van het vak een vóór
mag noemen. Van zijn vak is de man trouwens
eigenlijk chemicus en de brochure is de nagenoeg
onveranderde weergave van een voordracht in
Augustus 1924 voor een genootschap gehouden.
Zooals gezegd, het boekje leest men als een
boeiend klein verhaal. Maar versta dit s. v. p.
niet zóó, alsof het den indruk van oppervlakkig
heid zou maken. Integendeel: de heer Haldane
verstaat zijn zaken. Hij redeneert, zonder citaten
of geleerdheid, zoo kalmpjes en nuchtertjes Weg,
doch alles wat hij zegt is zóó raak, dat degene,
die zich over dit nu zoo besproken onderwerp een
oordeel wil vormen, hem lezen moet.
Doet men dit, dan kan men zich niet aan den
indruk onttrekken, dat de denunciatie van den
gasoorlog als iets ongehoords en buitensporigs
uit een oogpunt van menschelijkheid op
gevoelsen niet op verstandsmotieven berust.
De schrijver zelf staat sceptisch tegenover het
effect, dat zijn betoog hebben zal. Hij eindigt
met deze woorden:
Zóó zijn de feiten betreffende den chemischen
oorlog. Men zal ze niet gelooven, omdat er aan te
gelooven de sentimenten van de meeste menschen
geweld zou aandoen. Zij zullen niet worden ge
propageerd, daar men er geen geld uit kan slaan.
(Chemische fabrieken maken zoowel explosieve
stoffen als mosterdgas en de eerste gemakkelijker).
De meenigen die ik heb ten beste gegeven, kunnen
niet bestaan in den geest van een partijleider of
dagbladbezitter en moeten dus die van een halven
gare zijn. Doch, tot er een sterker argument tegen
wordt aangevoerd, dan dat ze ongewoon en on
plezierig zijn, blijft er een mogelijkheid, dat ze
juist zijn."
Men ziet: dit is niet de toon van een ijveraar
of propagandist Zóó drukt zich de wetenschaps
man uit, die langs den weg der redeneering tot de
overtuiging is gekomen van de juistheid van een
zeker inzicht, maar die aan den anderen kant
beseft, dat dit inzicht te zeer indruischt tegen het
FONGERS
1925
GULDEN
Eigen filialen AMSTERDAM, Nassauk. 500;
ROTTERDAM, KipstraatSl;
's-GRAVENHAGE, Spui 45 en Schuitstr. 121; UTRECHT,
Oude Gracht 214; ARNHEM, LEIDEN,
MIDDELBURG, GRONINGEN.
algemeene gevoel en het ontzettende overwicht
der publieke opinie, dat er kans zou zijn het spoe
dig te doen ingang vinden in wijderen kring.
Maar de wetenschapsman die van zichzelf
kan getuigen: behalve dat ik gewond ben, ben
ik levend begraven en bij verschillende gelegen
heden in vredestijd bedwelmd tot bewusteloos
heid toe. De pijn en de onaangenaamheid voort
spruitende uit die andere ondervindingen waren
volkomen te verwaarloozen vergeleken bij die
welke veroorzaakt worden door een behoorlijke
septische bomwond," heeft er een recht op, dat
wij naar hem luisteren, wanneer hij ? en dat is
de quintessence betoogt, dat het verbod van
zoogen, chemische stoffen in den oorlog, d. w. z.
van gassen en dampen als strijdmiddelen, niet
tengevolge zou hebben, dat de oorlog humaner"
werd, maar dat zulk een verbod, zoolang men den
oorlog niet kan verhinderen, uit dezelfde geestes
gesteldheid voortspruit als den gemiddelden
soldaat, zoo uit de volksmassa's voortgekomen,
eigen is, die wél met de grootste heftigheid zich
verzet tegen vivisectie, maar er niets in ziet om een
span paarden voor een stuk geschut met een bom
tot een afzichtelijken hoop bloed en vleesch te
reducceren.
De hoofdstelling, die de heer Haldane poneert,
is dus: zoolang gij den oorlog niet kunt verhinde
ren, beteekent de strijd tegen den gasoorlog niets
dan een bestendiging van den ontzaglijken gru
wel, waartoe de technische ontwikkeling reeds
heeft geleid, zonder kans op vermindering van
die gruwelen.
Zijn nevenstelling is hoofdzakelijk deze: indien
gij, waar de gasoorlog ondanks de propaganda
er tegen en ondanks alle pogingen om hem door
conventies te voorkomen of te verzachten, toch
onvermijdelijk is, voor het geval er opnieuw oorlog
komt, de burgerlijke bevolking niet tijdig voor
deze onvermijdelijkheid waarschuwt en
praepareert, loopt gij de risico, ja hebt gij de zekerheid
van een ontzaglijke paniek als het zoover komt.
Een paniek, die veel meer slachtoffers zal kosten
dan het wapen zelf: het gas. Een paniek, die gij
kunt voorkomen wanneer gij de menschen en de
kinderen er evenzeer tegen wapent als het mo
gelijk is hen te wapenen tegen de aanvallen van
bacteriën, die nog zoo kort geleden ontelbare
slachtoffers maakten.
De heer Haldane is, men zag het, uiterst scep
tisch gestemd ten opzichte van de kans, dat deze
denkbeelden bij de publieke opinie en vooral bij
de verantwoordelijke, doch zoo onverantwoordelijke
regeerders en parlementsleden zullen doordringen.
Drie krachten verzetten zich daartegen: de tra
ditie, de sentimentaliteit en bij de beroepsmili
tairen wat hij het Bayardisme" noemt, den geest,
die in den Franschen aanvoerder der middeleeu
wen zijn schoonsten vertegenwoordiger vond.
Bayard liet namelijk onverbiddelijk gevangenen,
die in het bezit bleken van de nieuwe wapenen
van zijn tijd, vuurwapenen, opknoopen. Uit puren
afkeer voor dit onridderlijke gedoe en uit liefde voor
het oude, traditioneele wapen, den boog. De geestes
gesteldheid van dezen ridder of gentleman zonder
vrees of blaam is, naar de heer Haldane ons met
allerlei interessante staaltjes toelicht, heden ten
dage nog zeer gewoon onder officieren, Britsche
tenminste. Of het elders anders is, kunnen wij
niet beoordeelen.
Maar nu alom de strijd tegen het gas als het
summum van bestialiteit door ongetwijfeld met
de edelste gevoelens bezielde dames en heeren,
waarvan hier te lande Professor Van Embden
zich alree den grootsten roem heeft verworven,
wordt gevoerd; nu nieuwe internationale bijeen
komsten tegen den gasoorlog aan de orde van den
dag zijn, wil het ons toeschijnen, dat het voor
ons leeken, om wier lot en toekomst het tenslotte
toch gaat, niet anders dan plicht mag heeten
van de argumenten pro en contra goed kennis
te nemen.