De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 20 juni pagina 9

20 juni 1925 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2506 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLADJVOOR NEDERLAND HET NIEUWE BOSCHHUIS door E L i s. M. R o (i E. Het Nieuwe Boschhuis", Koloniehuis van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies, staat midden in de Nunspeetsche bosschen. Alom dennenboomenop den heuvelachtigen zandgrond. Klein hout betrekkelijk, het kan't Huis geen schaduw geven. Duch de boomen willen dat ook niet, ze wenschen hun prikkelenden harsgeur te doen opsnuiven door de vele kinderen die onder hun kruinen spelen of rusten, en de zon juist ruim schoots in de gelegenheid te stellen gezondheid en vreugde af te doen stralen op het groote gebouw. Dus wuift en geurt het pijnhout rondom het Nieu we Boschhuis. 't Is een flink gebouw, eerst half Mei geopend, ter vervanging van het Oude Boschhuis, dat niet meer aan zijn bestemming kon voldoen. Breed, rui.-n, hoog is 't opgetrokken. Overal licht en lucht, blanke vloeren, in de kalk gesausde kleurige gang en zaalwanden. Kortom 't is een Koloniehuis kordaat opgezet, naar de laatste eischen op hygi nisch gebied doelmatig ingericht. Niets kan zijn bouw, zijn groei in den weg staan. Een 70-tal kinderen, jongens en meisjes van 4?14 jaar zijn, als wij op bezoek komen, aan den maaltijd. Om 12 uur werd het warme maal gebruikt daarna gerust en nu volgt het toetje, de rijstenbrij. Aan 6 lange tafels, elk met een leidster aan 't hoofd, zitten de kleinen. Op elke tafel staat een groene steenen melkkan, waarin de lach van zelf geplukte gahzenbloemen. Jong, blij, rein doen ze in deze kinderomgeving. Naast de eetzaal is de speelzaal met piano en speelgoedkasten, met kleuterstoeltjes en kleutertafeltjes waarop bontruiten kleedjes, met kleurige kinderplaten aan den wand, met een sfeer van intieme genoegelijkheid, die haar toppunt bereikt ais voor het ter ruste gaan de Directrice van het Huis zich aan de kinderen geeft en door gezamenlijk zingen, lezen of spelen op eiken dag het stempel drukt van het genoegelijk verblijf buiten. Maar nu.... de rijstenbrij is gegeten, de bontkleurige huispantoffeltjes worden verwisseld tegen laarzen en het troepje verspreidt zich. De ochtend uren waren gewijd aan lichamelijke oefeningen in de open lucht en, voor sommigen, aan 't onderwijs in 't openluchtschooltje en aan 't liggen in de lighallen. Nu wordt er gewandeld of gespeeld. Een clubje kleine meisjes is nog in de ziekenkamer, een frissche zaal, met groote veranda. Er moet n.l. worden ge-zond. De ontbloote lichaampjes strekken zich uit op lage rustrekken en de zon koestert het kind, dat, met het hoofdje onder den witten doek, zeker haar kinderfantasieen den vrijen teugel zal laten. In den winter zal binnenshuis de hoogtezon" met haar vitletstralen de natuurzon vervangen. Dan zijn er nog beneden : de onmisbare hygiënisch ingerichte kamkamer, die voor velen bij de entree in 't huis onschatbare diensten doet en de op koude en warme douches, afwasschingen en baden ingerichte badkamer. In de keuken is alles naar den aard: modern en geriefelijk. Aaltje staat daar juist een der stoom ketels uit te boenen, waarin de rijstenbrij door circulatie van warm water gaar stoomde. De ketel daarnaast heeft de aardappelen onder handen gehad. De koelkast zorgt dat de spijzen niet be derven, de 4 gootsteenen en het keukenmateriaal, 't is alles op de bewerking van groote hoeveelheden berekend, 't Nunspeetsche deerntje, dat de post van aardappelschilster heeft aanvaard, glanst in haar flatteuse volksdracht. En dan volgt de eerste verdieping met de slaap zalen en daarmede communiceerend de kamers der leidsters, de naaikamer, de kamer met de kindergarderobe en het reservegoedje van het huis, de linnenkamer, waar onberispelijk ge stapeld, als in grootmoeder's tijd, het huishoudgoed voor gebruik gereed ligt op de met kloskant versierde kastplanken. * Dit koloniehuis, zoo verhaalt ons de inspecteur van het Genootschap Dr. Sieburgh, is het eerste Huis, dat als 't ware de schakel vormt tusschen de gewone Koloniehuizen en de Ziekenhuizen. Hier gaat 't er niet om, de kinderen alleen door ge zamenlijk wandelen of spelen in de buitenlucht gezonder en levenskrachtiger te maken. Men gaat een stap verder. De kinderen, ter opname door de afdeelingen van het Genootschap voorgedragen en in 't Nieuwe Boschhuis opgenomen, worden daar eerst een tijd in observatie genomen of ook eenige afwijking kan worden geconstateerd. DaarHET NIEUWE BOSCHHUIS TE NUNSPEET mede gaat samen de natuurgeneeswijze: licht, lucht, lichamelijke oefening, douches, zonnebaden en al wat er toe kan bijbrengen om veerkracht en gezondheid te brengen in het jonge lichaam, om het zoodoende tegen dreigende ziekten te bewaren. 's Winters en zomers staat het Huis voor kinderen open. De duur van het verblijf, minstens op 2 maanden gesteld, wordt verlengd, indien 't belang van het kind het eischt. Zuster G. Kernkanip, verpleegster, jonge ener gieke vrouw, heeft de zoo verantwoordelijke taak van Directrice aanvaard. Behalve den dagelijks controleerenden geneesheer Dr. Verschoor en den inspecteur van het Genootschap, die haar ter zijde staan, heeft zij tot hulp een gediplomeerde ver pleegster en acht dames, leidsters, waarvan n in 't bezit is van de akte L. O. Liefde voorkinderen doet haar jong zijn met het kind, zeker een eerste vereischte om in een zoo veelomvattend werk te slagen. De stichting van het Nieuwe Boschhuis is een feit van beteekenis. Moge de verwachtingen van dit mooie, sociale werk in vervulling gaan. MET EEN VRAGHTBOOT NAAR SICILI Dat alleenreizende vrouwen ongewenschte gasten aan boord zijn, had de Directie der Maatschappij mij duidelijk zoowel mondeling als schriftelijk te verstaan gegeven. Ook door de mededeeling dat medische hulp en een Stewardess ontbraken, liet ik mij niet afschrikken. Zoo ging ik dus scheep met bestemming Pulermo. Dien morgen was het weer veelbelovend, de drukte van het havenbedrijf voor mij hoogst interessant, en ik de eenige vrouwelijke passa gier -?- vol goeden moed. Om 12 uur was ik op den Levantstijger aange komen besteld tegen twaalven en ik zag dat het laden nog in vollen gang was. Zonder omslag kwam ik over den loopplank met een klein sprongetje op het glibberige dek. Er was zoo juist een groote flesschcnmand wat onzacht neergekomen, waaruit de glycerine met een klein straaltje wegliep, tot xich allengs een groote plas had gevormd. Goed tegen wintervoeten" merkte een matroos op. De eenige die notitie van mij nam was de hofmeester, die mij mijn hut aanwees. De officieren groetten in het voorbijgaan, ze hadden het druk. De kranen bleven onophoudelijk draaien, allerlei goederen werden van den steiger aan boord geheschen. Van uit een veilig hoekje waar ik niemand in den weg stond, keek ik belangstellend de bedrij vigheid aan. De loods kwam aan boord tegen halfvier en deze autoriteit vertelde mij dat het nog wel een half uurtje zou duren. In dien tijd ging ik mijn hut eens goed bekijken. Voor mij alleen: vier kooien, onder de kooien vier laden, twee laddertjes, vier hangkasten, twee waschtafels, een rustbank en een vaststaande tafel. Keurige groene gordijntjes voor de beide patrijspoorten en dito aan blinkende koperen roeden voor de kooien. Het houtwerk glimmend mahonie, de kasten van binnen wi{geschilderd evenals de zoldering en de wanden, - kortom alles even frisch en goed verzorgd, hen cocosmat over het linoleum op den vloer en een groen kleed 'Q|«ftS*i!lllll!IIIII!llllllllS 1COR5ETIÈRE [a~ KEIZERSGRACHT ^AMSTERDAM ITELEF. 37151[g~ -? ATELIERS VOORREPARATJËN IN DEN HAAG ELKEN VRIJDAG MOTELCENTRAL over de tafel als verdere stoffeering. Ziedaar mijn behuizing 7,00 als ik ze voor een maand betrok. Voldaan knikte ik tegen me zelf in den spiegel, tevree over mijn interieur, gelukkig over het heerlijke weer en vol belangstelling voor de komende dingen. Den eersten den besten dien ik tegen kwam toen ik weer aan dek wilde gaan was de kapitein. Dat had ik geweten ook al had hij zich niet als zoodanig voorgesteld. Van het echte Hollatidsche zeemansras; in het gezond verbrand gezicht een paar oogen die onmiddellijk alles zien. Met veel bonhomniie maakte hij een kort praatje weetgierigheid natuurlijk, want mannen zijn nooit nieuwsgierig. En ik dacht, in Maastricht zouden ze zeggen: die is ook niet versnipperd !" L'it de kluiten gewassen en mér dan 100 K.(i. taxeerde ik, wat later bleek juist te zijn. 'Pen vijf uur werd het eindelijk ernst en wij vertrokken. Bij de avondboterham werd mij een plaats naast den kapitein aangewezen. Aan zijn groene zijde !" Vóór dien, had ik er nooit aan gedacht, dat deze uitdrukking wel verband zou houden met het groene licht dat bij zonsondergang alle schepen aan stuurboord moeten uithangen. Zon zou ik later nog wel meer uitdrukkingen uit het dagelijksch leven leeren begrijpen als verband houdend met het leven op zee. Dien avond maakte ik kennis met de officieren, mijn medepassagier en de beide sttiurmansleerlingen. Den volgenden morgen kon ik de Engelsche kust onderscheiden en met het bloote oog Dungeness /Jen liggen. Als vanzelfsprekend schepte ik aan het ont bijt de havermout op en de heeren vonden dat ik een royale hand had en vooral de leerlingen zoo goed bedeelde. De jongens deden ook hun eerste zeereis en zouden later naar ik vermoedde wel eens een maaltijd moeten overslaan, hetgeen inderdaad uitkwam zoo tegen dat wij in de beruchte golf van r.iscaye kwamen. Ook aan de maaltijden mocht ik geen bijzondere eischen stellen, had de Directie mij medegedeeld. Daarom over de menu's een anderen keer. H E N I) I E T ! E S N O E K DRINK WEINIG MELK maar goede melk, van betrouwbaar GEZOND vee. HOFSTEDE OUD-BUSSEM. Kerkstraat 187. Tel. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl