Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2507
HET NUT VAN AFSTANDS
MARSCHEN
door DR. W. P. HUBERT VAN BLIJENBURGH
Het is weder de tijd van de jaarlijksche
afstandsmarscheii, die door den Nederlandschen
Bond voor Lichamelijke Opvoeding worden ge
organiseerd, en dit geeft mij aanleiding iets te
schrijven over het nut van dergelijke prestaties.
Men vraagt zich toch onwillekeurig af: wat het
nut is van dergelijke afstandsmarschen en men heeft
tot het stellen van die vraag des te meer reden,
wanneer men ziet, dat op de begrooting van Onder
wijs, ondanks de sterke mate, waarin de lichamelijke
opvoeding in het algemeen geleden heeft onder
de bezuinigingswoede, toch een vrij aanzienlijk
bedrag, ik meen f 1500 is uitgetrokken voor het
organiseeren van deze afstandsmarschen. Zeker,
ik weet wel, dat men meent, dat deze marschen
ten goede komen aan de lichamelijke ontwikke
ling van de deelnemers en bovendien allerlei
gunstige moreele eigenschappen als wilskracht,
kameraadschap enz. zouden ontwikkelen. Doch
het loont toch wel de moeite om eens na te gaan,
in hoeverre die meening juist is.
In de eerste plaats zal het wel duidelijk zijn,
dat de goede invloed die van dergelijke
marschprestaties uitgaat op de lichamelijke ontwikkeling
niet het gevolg is van deze prestatie zelf, doch dat
die goede invloed zich alleen dan doet gelden,
wanneer de deelnemers zich gedurende voldoenden
tijd, en stelselmatig voorbereiden. Het is alleen
de degelijke training, die op den duur een goeden
invloed heeft en de afstandsmarschen zelf ver
vullen in dit verband dus slechts de functie van
prikkel, van einddoel, dat men zich stelt. Maar
hieruit volgt direct dat de afstandsmarschen dus
geen nut hebben voor hen, die daaraan onvoorbereid
deelnemen. Integendeel, zij, die zonder vooraf
gaande training er aan deelnemen, zullen zeer
veel kans hebben zich voorgoed belangrijk licha
melijk letsel toe te brengen, waarbij ik in
de eerste plaats denk aan de gevaren voor het
hart, in de tweede plaats aan de gevaren voor
den voet en eindelijk aan benadeeling van de
algemeene lichamelijke gesteldheid. Zij, die geen na
deelige gevolgen ondervinden van een dergelijke
onvoorbereide inspanning, geven daardoor blijk
van het bezit van zulke goed ontwikkelde en goed
fuctionneerende organen, dat voor hen de
deelneming aan de afstandsmarschen uit physiek
oogpunt volmaakt overbodig was! Zij hadden
?dien prikkel blijkbaar niet meer noodig, om tot
eene verbetering van hunne lichamelijke ont
wikkeling te worden aangezet.
En verscheiden deelnemers doen mede, zonder
dat zij behoorlijk stelselmatig zijn voorbereid.
Mij zijn voorbeelden bekend van personen, die bij
het onvoorbereid deelnemen aan lange marschen in
n keer, eens en vooral hunne voeten bedierven;
de spieren en de banden, die onzen voetboog aan
de onderzijde steunen, zijn er niet op berekend
plotseling den sterk vermeerderden arbeid te
verrichten; wanneer de vermoeidheid optreedt,
gaan zij verslappen en het gevolg is hevige pijnen;
de man is door zijne voeten gezakt." Een lange
rusttijd en stelselmatige voetgymnastiek kunnen
dan dikwijls, hoewel lang niet altijd, herstel ten
gevolge hebben, doch men kan toch allerminst
zeggen, dat het resultaat gunstig is geweest. Door
allerlei hulpmiddeltjes, als riempjes of banden om
den voet, zooitjes met verhooging in de schoenen,
kan men tijdelijk het bezwaar opheffen, doch
wanneer daarmede geen actieve bewegingen van
den voet gepaard gaan, veroorzaken die hulp
middeltjes een sterkere verslapping der banden
en spieren en dus nog minder weerstand tegen
het doorzakken."
In het voorbijgaan zij aangeteekend, dat een
stevig riempje of band aan den voet, tijdig aan
gebracht, ook een goed voorbehoedmiddel kan
vormen tegen het doorzakken van den voet, ge
durende den marsch.
Aan de afstandsmarschen van de N. B. v. L. O.
doen gewoonlijk vele militaire afdeelingen mede
en hoezeer ook die deelneming door velen wordt
toegejuicht, zoo moet er toch op worden gewezen,
dat hieruit niet het nut der afstandsmarschen
blijkt. Immers, als deze militairen goed en degelijk
VAN NELLE SVARINAS
GOUDZEGE^ %*
5O ets. per Pakje.
l
Een aangename Bazuiniging
een HALF ONS vervangt
vele QOEDE SIGAREN
m
getraind zijn, is dit niet het gevolg van het feit,
dat zij aan deze marschen wilden deelnemen, mag
het althans niet zijn. Immers eene, behoorlijke
marschtraining is een der voornaamste deelen
van hunne militaire oefening en elke commandant
van een Compagnie of Regiment zal wel, geheel
afgescheiden van deze afstandsmarschen, zorg
dragen voor de training zijner ondergeschikten.
Dat ook die training nog niet altijd doelmatig
geschiedt, blijkt wel uit het feit, dat bij een inge
steld onderzoek is gebleken, dat nog bij 3.5 pCt.
der manschappen voetgebreken optreden, die als
militaire voet" worden aangeduid. Bij nadere
beschouwing der daarop betrekking hebbende
gegevens blijkt duidelijk, dat het voorkomen van
deze voetgebreken, althans grootendeels, verklaard
moet worden door eene ondoelmatige training
en voorbereiding. Deze afstandsmarschen hebben
dus uit een oogpunt van lichaamsontwikkeling
alleen nut voor de deelnemers-niet-militairen, die
zich op degelijke stelselmatige wijze voorbereiden.
Ik vrees, dat hun aantal slechts gering is.
De deelnemers-niet-militairen, die zich niet
voorbereiden en de proef zonder eenig nadeelig
gevolg aflegden, hebben dus zooals achteraf
blijkt een dergelijken prikkel niet noodig en
riskeeren ernstige nadeelige gevolgen, óf wel zij hebben
er ernstig nadeel van, indien die gevolgen geduren
de of na de marschen optreden.
En eindelijk: de deelnemers-militairen moeten
toch al getraind worden en voor hen heeft de
organisatie dier afstandsmarschen dus geen nut.
Ik meen dan ook sterk te moeten betwijfelen
of deze afstandsmarschen veel nut hebben en
wanneer dan ook een enthousiast propagandist
van de afstandsmarschen in de Haagsche Post
van 19 Juli 1924 mededeelt, dat twee veteranen
van 64 en 54 jaar niet konden roemen over de
houding van het publiek langs de wegen en dat
spotzucht, vaak zich uitend in krenkende woor
den, domme onwetendheid, gelucht in zinlooze
kritiek, schering en inslag zijn" en dan daarbij
voegt: het oude liedje: in massa genomen voelt
ons volk n,og weinig sportief" dan komt 'iet mij
voor, dat ,,het publiek langs de wegen" en ons
volk" het hier toch niet zoo ver mis hebben en
geen bewijs geven van gebrek aan sportief gevoel,
wanneer zij het nuttelooze en ongewenschte van
dergelijke prestaties door zulke veteranen inzien
en hekelen.
Een der veteranen vertelde het immers: na
de afgelegde eerste 10 K.M., gaan het
natuurschoon en de dieren ongenoten aan je voorbij;
dan denk je alleen nog maar aan je lichamelijke
conditie en je einddoel." En welk einddoel? Het
verbeteren van den gezondheidstoestand? Immers
neen ! want die zou beter gediend worden door
een meer gematigden vorm van lichaamsinspaiining.
Het einddoel is hier de voldoening, die steeds het
gevolg is van het overwinnen van eene moeilijk
heid, in dit geval het volvoeren van de /ware
prestatie; maar waar die prestatie op zichzelf
nutteloos is, is ook de inspanning doelloos.
Dezelfde enthousiast vertelt in hetzelfde ar
tikel van een groepje van 10 man: In deze vier
dagen onderhielden zij geregeld een tempo van
7 K.M. per uur, marcheerden 35 K.M. achtereen
zonder rusten, spreken of eten, genoten" (zegt u
dat wel !! H. v. B.) dan een half uur rust voor
verzorging, om daarna hun restant van 20 K.M.
wederom zonder rust te verwerken." Men zal
toch moeilijk kunnen aannemen, dat deze
meiischen gedurende deze marschen genoten,"
behalve dan de oogenblikken dat zij niet marcheer
den ! En de voldoening, die op het volvoeren der
prestatie volgde, heeft veel van die, welke in de
oude tijden werd ondervonden door de godsdien
stige fanatici, die de zelfkastijding toepasten.
Toch is er misschien een verschil; deze nienschen
verkeerden waarschijnlijk in de illusie, dat zij zich
door de zelf opgelegde kwellingen louterden; de
deelnemers aan de afstandsmarscheu kunnen, als
zij zich althans stelselmatig en degelijk getraind
hebben, de overtuiging hebben, dat althans die
training een gunstigen invloed gehad heeft op
hunne lichamelijke gesteldheid. De afstandsmar
schen zelf krijgen hierdoor het aanzien van de
kroon op het werk, al zou in dit geval het werk
zonder kroon evenveel waarde hebben !
In hoeverre het doormaken van eene maanden
lange trainingsperiode inderdaad een blijvenden
invloed heeft op de lichamelijke gesteldheid, is,
voor zoover ik weet, nooit wetenschappelijk
vastgesteld, doch het schijnt niet te gewaagd
te zijn, aan te nemen, dat er inderdaad eenig
blijvend effect is, al gaan ook de bereike resul
taten in uithoudingsvermogen en algemeenen ge
zondheidstoestand voor een groot gedeelte weer
verloren, wanneer de training wordt gestaakt.
Maar toch zullen deze afstandsmarschen van groot
nut kunnen zijn, indien zij in de eerste plaats
ten doel hebben het verzamelen van wetenschap
pelijke gegevens omtrent trainingswijze, meest
aan te bevelen marschtempo, voeding, bloeddruk
en hartslag, vermoeidheidsverschijnselen enz. Eene
soort vivisectie dus !
DEN HAAQ
AMSTERDAM
ROTTERDAM
MUSKIEIENTULLE
2.25 MTR. BREED FL. 1.15
Mijn oude vriend Dr. Meyers was altijd druk
in de weer om allerlei gegevens omtrent bloeddruk
enz. te verzamelen en Dr. Leuring, die hem daarbij
ter zijde stond, heeft sinds Meyers's dood die taak
op zich genomen. Het komt mij voor, dat het van
zeer veel belang zou zijn van alle deelnemers een
zoo nauwkeurig mogelijk overzicht te vragen van
de wijze, waarop hunne traininggeregeld is geweest.
Voor de militaire deelnemers zal dit niet moeilijk
zijn en bij hen zullen de gegevens des te meer waar
de hebben, omdat hier de levenswijze gedurende
de trainingsperiode al zeer weinig uiteen zal
loopen. Wat de particuliere deelnemers betreft,
zal het bijeenbrengen der gegevens wellicht ver
gemakkelijkt kunnen worden doordat de Com
missie, met de organisatie belast, zoo tijdig mo
gelijk het verzoek doet aan de deelnemers, de
verschillende nader door haar aan te geven gege
vens te willen overleggen, wanneer zij zich te
Nijmegen melden vóór den aanvang der marschen.
'/'WW?*f££±^
Kjngers'
Corina
Bonbons
een delicatesse
Bijzonder fijne
smaaiK
VERTAALDE BOEKEN
De Majoniatsheer, naar den Duitschen roman
Der Standesherr," door HUHEKTUS KKAI;T
(Graaf Strachwitz, R. K. Priester). Geautoriseerde
vertaling van Christine Kamp. Uitgave van L. J.
Veen te Amsterdam.
Het eiland der Pinguïns, duur ANATOI.E FHANCE.
Uit het Fransch vertaald. Uitgave van U. Bolle
te Rotterdam.
Kiinigsmark, door PIEKKE B!-:NOIT.
Nederlandsche uitgave (vertaling van W. J. A. Roldanus Jr)
naar de oorspronkelijke uitgave. Uitgave van
J. M. Metilenhoff te Amsterdam.
Nuui' de overwinning, door ZANE GRF.Y, uit het
Engelsch vertaald door Henri van de Weg. Uit
gave van D. Bolle te Rotterdam.
De Huifkar, door EMEUSON Houciii. Uit het
Amcrikaansch vertaald door J. H. Akkermans.
Uitgave van de Leidsche Uitgeversmaatschappij
te Leiden.
c held liarer drooinen, door PA.MELA WYNNE.
Uit het Engelsch vertaald door Chr. Moresco
Biants. Uitgave van Van Holkima en
Warendorf. Amsterdam.
Koninklijke Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER &Co.
DEN HAAC
AMSTERDAM ARNHEM
Bergplaatsen voor Inboedels