De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 27 juni pagina 6

27 juni 1925 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2507 PEEK & CLOPPENBURG i Vraagt demonstratie met O. M. en U zult verbaasd zijn over de buitenge wone eigenschappen dezer -wagens PRIJZEN IN LIRE's AF FABRIEK Koldewey& Oorbtère Leidschestraat 30, Amsterdam Spoolalltolt In i lindirbidkuipen, Badtafels, Baby Bascoles, Linnenmanden. Naamlooze Vennootschap Uurwerk, Goud- en Zilver handel v/h Gebr. BREEN NIEUWENDIJK 172 ROZENGRACHT 53 HAARLEMMERSTRAAT 64 Groote sorteering in Trouw-, Verlovings- en Zegelringen. Zilveren Couverts en diverse Schepwerk tegen scherp concureerende prijzen. Uurwerken met Weetntineter n diverse gongeligen RUIME KEUZE HORLOGES 1ste Klas reparatie-inrichting voor Goud, Zilver en Uurweiken. - Lijmt alles KINDERHUIS HELDT BAARN TEL 612 Goed en gezellig tehuis voor kinderen. Bizondere ervaring baby? verzorging. Inl. Keizersgr. 104 of Roemer Visscherstr. 15,Amsterdam. II PHOENIXMEUBELEN" voor WONING en KANTOOR zijn GOED, GOEDI OPGERICHT,^; | KOOP en worden onder GARANTIE geleverd. Behangen Stoffeeren Beddenmakerij Magazijn Damrak 76 Tel. 48489 l I-..I..J,... Fabriek-ToonkamersWarmoesstr 141 Tel.42689| AlRSlülOgin In den Silveren Molenbeecker" Kalverstraat32 Hooiitmt 31 Gemonteerd Oud Holl. Kristal. Specialiteit In; lm. Oud Holl. Zilverwerk, TAFEL- en SERVIESZILVER. BIJKOMSTIGHEDEN CLXXVII door ANNIESALOMONS Het gaat alles zoo onbegrijpelijk gauw Want ik weet nog van minuut tot minuut dien zomermorgen van het telegram, dat het kleine meisje geboren was. Hoe de peetemoei onmiddellijk in grand gala en met groote opwinding afreisde, en hoe ik uitliep om muisjes te koopen en beschuiten en mezelf geweld moest aandoen om 't niet aan den tramconducteur en den bedelaar en de win keljuffrouw te vertellen en mezelf met alle kracht moest vasthouden om niet als een dwaas over het Voorhout te dansen, met al maar de regels van Helene Swarth in mijn hoofd: ,,Ik voel mijn hart zóó zwellen in mijn borst", omdat ik echt het gevoel had, dat 't springen zou, als er nog een milligram geluk bij kwam....En toen den middag, dat ik stond bij het wiegje, terwijl het zware, gouden licht door de neergelaten marquises schilferde.en keek naar het donkere hoofdje, en lachte, omdat iemand het een leelijk jodenjongetje" noemde, terwijl het zoo volmaakt was in haar fijne klein heid; en omdat we nu met ons allen dit kostbare bezit toch maar hadden in de familie. En alles wat te heerlijk leek, om waar te worden, gebeurde werkelijk: ze kwam logeeren, hoog hartig en ongenaakbaar als een prinses, die Weet, dat ieder naar een gunstbewijs hunkert; ze liet zich rijden door de boschjes en, een heel enkelen keer zelfs, zich dragen; ze lachte, dan tegen den een en dan tegen den ander, die daarna den heelen dag als een pauw rondliep; ze begon geluiden te maken, te praten, te staan, te loopen en toen lag er al weer een nieuw, klein wezen in de wieg, dat we veel beheerschter en rustiger inhaalden, omdat we de sensatie nu al kenden, en omdat ons hart zóó aan het meisje hing, dat het jongetje in het begin maar de tweede plaats kreeg. Hij nam het ons niet kwalijk; ik denk, dat hij 't nogal rustig vond. Naast deirritabele bewogen heid, de gecompliceerde hooghartigheid en de onrustige intelligentie van 't vrouwtje-in-den-dop ontwikkelde hij rustig zijn mannelijke vastheid, zijn openhartigen ernst, zijn ridderlijke trouw. Toen hij nog niet praten kon, kroop hij al vóór zijn zusje, als ze bang was voor een hond, om haar te beschermen; zorgzaam en toegewijd keken zijn ronde, eerlijke oogen, of niemand aan tafel te kort had, of, bij uitstapjes, iedereen wel meekwam; de snelle tranen van zijn speelkameraadje ontzag en troostte hij, als het heelemaal andere, maar hijzelf had aanvallen van geweldige drift, als hij zich voorover op den grond gooide en schopte. Dan stond 2/y'er weer angstig bij en zei snel: jan zal heüsch zoet zijn, moeder." En alle wenschen vervulden zich: Opa liep wezenlijk nog strompelend het groote plein om, met een kleinkind aan zijn hand, en ze wezen elkaar de mooie bloemen en begrepen elkaar in n open blik; Grietje, de groote pop, die jarenlang saai ingekamferd in de kast had gelegen, als iets, dat niet tot zijn recht kwam, leefde op in de ar men van het kleine meisje, dat, nauwelijks grooter, er over moederde, en uren stil bij oma in den diepen stoel zat, om 't haar te ,,bokstelen" en de soentjes" te rijgen... .Eindelijk trokken we zelfs met ons allen naar de zee, met schepjes en emmertjes, nee, iets bizonders was het blijkbaar niet, want er waren duizend families met kinderen, die in het zand speelden; eigenlijk was het heel normaal, dat oude menschen een getrouwde dochter hadden en dat die weer kleine peuters kreeg, en dat de drie generaties dan naar buiten gingen; je zou het bijna als iets, dat je als mensch toekwam, kunnen beschouwen. Maar wij beleefden het die dagen in een bewuste dankbaarheid, als een onver wacht en onverdiend geluk, en we hebben ons zeker nooit zoo onverbreeklijk n familie" gevoeld, als geflankeerd door hiilp-vragencien ouderdom en hulp-vragende jeugd. Maar het gaat alles onbegrijpelijk gauw; toen dezen zomer het kleine jongetje zijn entree maakte, riep hij dadelijk triomfantelijk: Ik kom logeeren ... .oma, staat het witte bedje al klaar en is onze dikke koffer al gekomen?" En toen ik het meisje na haar stuk cake nog een chocolaatje aanbood, vroeg ze terechtwijzend: ,,zou het niet verstan diger zijn daarmee te wachten tot na het eten?" Ik ben bang, dat de dag niet ver kan zijn, waarop ze met een meelijdend lachje in haar groote oogen vergoelijkend tegen me zal zeggen: Ach, dat be grijp jij nou eenmaal niet." Alles, wat ze doen, is wonderbaarlijk: ze openen zelf deuren, klimmen in en uit hun bed, loopen zelfstandig trappen op en af; in plaats van kleine, afhankelijke diertjes, die zitten, waar wij ze neerplanten, bewegen twee miniatuurmenschjes zich door het heele huis, met hun eigen plannen, hun eigen onderlinge grapjes. Je bent bijna blij, als er een weer's een beetje flauw is, en huilend bij je kruipt, omdat ze is gevallen. Je bent bijna blij, als ze een woord ver keerd uitspreken, of zeggen: ,,ik slaapte" of: ik heb al zoo lang getrekt." Ze kunnen nog zoo erg lang groote menschen zijn, en ze waren zulke doddige babies. Den eersten ochtend aan 't ontbijt, in de zonnige kamer, met hun ongerepte morgengezichtjes net boven den blanken tafelrand, keek het kleine meisje peinzend toe, hoe oma de broodkorstjes klein sneed. Vroeger gaf opa de vogeltjes altijd brood," zei ze nadenkend, en dan fluitte hij." Mogen wij htt nu doen, oma?" vroeg het jongetje, zijn oogen ernstig gesperd. En met de broodplank tusschen zich in liepen de kleine figuurtjes door de wijd open deuren den tuin in, waar alles in bloei stond: de jonge gene ratie, die het werk van de otide overnam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl