De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 27 juni pagina 7

27 juni 1925 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2507 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Vraagt U\v leverancier uitsluitend [BeHtsclie Slaolie EXTRA ?? 1.20 perheele, ? 0.75 per halve Iflesch (verpakking inbegrepen). LET OP HET GEDEPONEERD HANDELSMERK Delftscli PlanlBiwell DELFIA ? 0.58 per tablet van V, K.O. netto. ZOMERREIZEN CRUISES | NAAR DE | NOORSCHE | FJORDEN EN | DE NOORDKAAP | ? BENNETT'S REISBUREAU ? LEIDSCHESTR AAT 25 - AMSTERDAM - TEL. 37881 PRIVÉREIZENPER RIJTUIG, TREIN, AUTO EN BOOT. VRAAGT GRATIS INLICH TINGEN EN BROCHURES Zomer-Vacantie aan Zee Een heerlijk verblijf vindt ge in: HOTEL D'ORANGE, ZANDVOORT. Tel. l HOTEL DRIEHUIZEN", ZANDVOORT. Tel. 11 BADHOTEL, WIJK AAN ZEE. Tel. 3006 ZEE-DEPENDANCE, WIJK AAN ZEE. Tel. 3005 VERSCHENEN: DE RENAISSANCE DOOR WILLIAM HENRY HUDSON BEWERKT DOOR DR. J. W VAN R O O IJ E N RECTOR VAN HET LiYMNASHJM TE SNEEK PRIJS INGENAAID FL. 4.?. GEBONDEN FL. 4.90 Een populair-wetenschappelijke inleiding tot de Renaissance als cultuur historisch tijdperk, geschreven door een geestdriftig bewonderaar en een uitnemend kenner van dit deel der beschavingsgeschiedenis. Het boek is geïllustreerd met 14 platen op kunstdrukpapier. VOORHANDEN BIJ IEDEREN BOEKVERKOOPER. N.V. UITG.-MIJ v/H P. M. WINK TE ZALT-BOMMEL ZANDVERSTUIVINGEN door Dr. JAC. P. T H ij s s E DJ Directie van het Staatsboschbedrijf stuurt mij een tamelijk aandoenlijke circulaire. Een jaar of vijf geleden zou dat anders gegaan zijn en het behoort ook werkelijk anders. De zaak is zoo. Ons lieve landje is een van de merkwaardigste van de wereld en zoo klein als het is bevat het een verscheidenheid van landschappen, die elk voor zich op zijn minst even mooi zijn als er in dit genre elders ter wereld maar wor den gevonden, of om 't wat beschei dener uit te drukken, ergens elders in West Europa. 'Daartoe behooren o.a. ook de zandverstuivingen, zoo als we die hebben op de Veluwe en in Brabant. Een gewoon mensch zou licht denken dat zoo'n zandverstuiving niets anders is dan last en er gernis en dat men wijs doet met ze zoo spoedig mogelijk te bebosschen of op andere manier vast te leggen en liefst productief te maken. Der tig jaar geleden was dat een zeer gangbare meening en men is dan toen ook met groote voortvarendheid aan het vastleggen en ontginnen geslagen. Maar, merkwaardig genoeg, zoodra men aan het beteugelen ging besefte men niet alleen de belangrijkheid van het werk, maar ging men ook inzien dat het zandverstuivingslandschap buitengewoon mooi, indrukwekkend en instructief is. Toen dan ook de mogelijkheid van beteugeling een maal was bewezen en verstuivingsen overstuivingsgevaar altijd onmid dellijk kon worden bezworen, werd al spoedig de Wensen uitgesproken, om sommige van die zandverstuivingen te be waren, een wensen die steeds meer weerklank vond bij de liefhebbers van natuurstudie en van wandelen. Ook wilde het Staatsboschbe drijf al heel spoedig zoo niet de zandverstuiving zelf, dan toch het beeld ervan bewaren en daarom liet het in de jaren 1911?1913 onder leiding van een bekwaam houtvester groote foto grafieën maken van vegatatie- en bodemvormen in de groote zandverstuiving van Kootwijk. Deze prachtige en leerzame foto's kunt ge be wonderen in het keurige en zeer aantrekkelijk Museum van het Staatsboschbedrijf te Utrecht. Inmiddels zijn de zandverstuivingen nog n;?der bestudeerd, geologisch door Dr. P. Tesch, bota nisch door professor Valckenier Suringar. Deze laatste heeft in de Tijdschriften van onze Nederlandsche Botanische Vereeniging reeds het een en ander van zijn studies gepubliceerd. Thans echter wenscht het Staatsboschbedrijf de repro ducties van de foto's in heliogravure, benevens verhandelingen over de zandverstuivingen en hun vegetatie van Dr. P. Tesch, Prof. Valckenier Suringar en den heer Hesselink in een groot plaatwerk te publiceeren. Met die uitgave is een kleine vijfduizend gulden gemoeid en dan kan het boek in den handel worden gebracht tegen twintig gulden per exemplaar bij een oplaag van eenige honderden exemplaren. Nu vraagt de Di rectie aan vrienden en kennissen of die voor een exemplaar willen inteekenen en of zij onder hun vrienden en kennissen deze uitgaaf willen helpen bevorderen. Ik doe dat bij dezen met veel goeden wil en met een tikje verlegenheid. Het ligt toch Natuurmonument Gerrits' Flescli aan den rand van het Harskam (Foto Sloff, 31 voor de hand dat een zoo uitmuntend werk zijn eigen weg moet vinden en ook dat onze Regeering er gerust eens een vijfduizend gulden aan wagen mag, om ons eens mooi en degelijk te laten zien, wat er al zoo gebeurt met ons Staatsdomein. Een werk als dit behoorde alvast aanwezig te zijn op al onze Middelbare scholen als hulpmiddel bij het onderwijs in de Aardrijkskunde en de Bio logie en het zou er veel toe kunnen bijdragen om onze jongelui te brengen tot een juiste waardee ring van hun eigen land. Ongetwijfeld zal het ook velen doen inzien, dat onder sommige omstandig heden woeste gronden meer waard kunnen zijn dan vruchtbaar bouwland. Een paar weken geleden bracht ik met jongelui eenige dagen door in een Veluwsch dorp en ook voor de lui, die nu niet zoo bijzonder veel op hebben met plant- en dierkunde waren de grootste aantrekkelijkheden van de streek de stukjes broekhciden, die tusschen de ontginningen hier en daar waren overgebleven en een groote zandverstuiving niet vliegdennen en jeneverbes. Het Staatsboschbedrijf ziet al deze dingen uit muntend in en is ook al begonnen met een stukje van het Kootwijkerzand te bewaren als natuur monument. Waar 't zand verstuift ontstaan ook kuilen en die kunnen door allerlei oorzaken zoo diep worden, dat zij ten siotte veranderen in meer tjes, van 't eene uiterste in 't andere, van droog stuifzand tot water. Werkelijk vinden we dan ook op de Hooge Veluwe en zelfs in het zandversttiivingsgebied tal van plassen en meertjes in alle stadién van duurzaamheid. Sommige hebben al leen maar water in den winter of gedurende een reeks van natte jaren, andere kun nen zelfs een paar droge zomers doorstaan. Een daarvan ligt in het hart der zandverstuivingen, tusschen het Kootwijkerzand en het Harskamperzaiid. Het draagt den aardigen naam van errits' Flesch en is sinds eenige jaren verheven tot Staatsnatuurmomimentje, met een heel klein stukje omgeving erbij, zoo on geveer als de hunebedden in Drente. Een jaar of tien geleden kon dat moeilijk anders, want toen werd door velen het behoud van natuurmonu menten nog beschouwd als een vorm van weelde en een economisch be drijf mocht er zich niet mee inlaten. Thans weten wij wel beter en ik hoop het nog te beleven dat de Gerrits' Flesch het middelpunt zal uitmaken van een groot natuurmonu ment Hooge Veluwe, waarin zoowel aanzienlijke stukken van het Kootwijker als van het Harskamperzand zullen zijn opgenomen. De techniek van het Behoud van Natuurmonumenten heeft in de laat ste dertig jaren ook groote vorde ringen gemaakt. Vroeger zou men het behouden van een zandverstuiving voor een onmogelijkheid gehouden hebben en stellig vooreen gevaar. De ervaringen echter, die bij verschil lende ontginningen zijn opgedaan en studies als die van de geleerde en bekwame samenstellers van het boek, dat wij nu spoedig onder het oog hopen te hebben, maken dat we zelfs in een zoo dicht bevolkt land als het onze en middenin belangrijke bosschen en ontginningen een stuk woestenij durven laten bestaan. Maar, let wel, dat is dan een woestenij die hier en daar water heeft en overal leven vertoont van planten en dieren, al zijn die dan soms ook microscopisch klein of uiterst dun gezaaid. Als het boek er eenmaal is hoop ik er meer van te vertellen. per zand Aug. 1923)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl