De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 27 juni pagina 9

27 juni 1925 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2507 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND KERSENVREUGD door A. A. S i R K s J o u s T R A. 't Is feest in den bongerd! Heisa Hop ! Rrrt. Rrrt. Heila, Heu ! De kersen piepen brutaal tusschen 't groen der bladeren door. De vlaggen wapperen. Troepen durfallen van spreeuwen wagen den aanval. Rrrt, weg jelui daar! Hola. Hoei! 't Is kersenfeest! De tenten worden opgeslagen, de lange tafels staan klaar. De plukkers klimmen op de lange doorbuigende, zwiepende ladders, aldoor hooger, want ook hier zijn de mooiste vruchten, waar men niet is. En met vrachten vol rood dalen ze naar beneden, of wel, ze reiken hun volle korven aan een, die op een lagere sport van de ladder staat en die op zijn beurt de mand doorgeeft aan den volgenden in de rij van wachtenden onder hen. En al die'manden vol rood, rood in allerlei tonen van het lichte bloedrood tot de donkerste tint van oude bourgogne, al die schakeeringen rood, ze worden uitgeschud op de lange wachtende tafels waar reeds een kleurige berg ligt, die steeds hooger wordt Een onbeschaamde spreeuw pikt, floep, de mooiste, de flonkerendste boven van de hoop en, tsjetterend, haast hij zich weg, om daar boven in het topje van den hoogsten boom te te vertellen aan ieder, die het hooren wil: Weet jelui, wat ik deed? Waag het ook, waag het ook ! Hola hei! 't Is kersenvreugd! Troepen jongens hollen op en af, hun vreugde over den zomer uitlaaiende, met buitelingen en gegil. Hola hu, hoei, hoei ! Rrrt Kirrt ! Hoest heui ! En de oude ratel doet zijn best en de trommel roffelt en de laadstok knalt: Pif, paf! Hola hei, 't is zomerfeest! Hommels en bijen zoemen en gonzen door de warme lucht. De zwarte belhamels boven in de takken, hooger dan de bende jongens beneden kunnen reiken, vliegen rond. Kijk die troep spreeuwen ! Daar komen ze aan, de aanvoerders voorop. Rrrts ! Vlug naar den hoogen boom. Ieder n of twee kersen gepikt en vooruit, weg, om in 't hooiland daarginds te genieten; of wel naar 't nest met de jongen aan de overzij van den Weg. Rupsen en ongedierte tieren welig. Kersenfeest! Wie zou nu naar hen omkijken... En de mandjes worden voller, ijverige handen reppen zich en op de wagens rijst de stapel volle mandjes voortdurend hoogerop, tot eindelijk de volle wagens weg rijden, 't land in om den nagalm van deze zomervreugde ook elders te doen hooren. 't Is kersenfeest in den bongerd! De vlaggen klapperen hun vreugde uit. Het altijd gesloten hek staat nu wijd open. Troepen schoolkinderen komen binnenvallen, buitelen en tuimelen en zingen en juichen en krijgen hun deel van 't wonderlijke, heerlijke, mooie en smakelijke feestmaal. Roode handen, druipend van 't vruch tensap deelen rond: ieder zijn deel en meer dan zijn deel. Vuile plukkershanden schudden, o weelde, het laatste restje van een geplukten boom voor kinderen af. Gejoel en gejuich en gespring en gedans. De biggen en biggetjes wandelen langs den rand van de naastbijen, stillen appelbongerd, vol nieuws gierigheid naar de ongewone drukte, en dekalvers springen in dolle sprongen rond, want de wereld is nu vol gezelligheid, vol afwisseling, vol jolijt. 't Is bongerdfestijn ! En de bloemen bloeien hun vreugde uit. En 't hooiland aan den anderen kant van de diepe sloot wuift met zijn mooiste grashalmen, praalt met zijn geelste gouden boterblommen. En 't pijpkruid aan den walkant laat zijn sierlijke ragfijne kantpracht zien. En de baas en zijn vrouw, dik, blozend en puf fend weren zich, druk bezig achter den hoogen rooden berg van diep flonkerende vruchten, den berg van de gamma in rood, den berg waar aldoor afgaat en steeds meer bijkomt. En dikke tantes zitten breeduit in 't gras, met een zakdoek uitgespreid op de schoot te eten, te genieten; een vogel flitst over haar heen en laat een wit spoor achter op een mooie uitgaansblouse, Wie zou er nu boos om zijn?'t Is immers feest, kersenvreugd en kersenfeest. Musschen pikken de kersen aan en worden verjaagd en komen weer, tot ze voor een kort oogenblikje worden verschrikt met 'n schot of 'n schreeuw. Ze weten het wel: het is geen diepe ernst, het is het schijntje van angst, dat 't genieten van verboden vruchten juist tot 'n verfijnd en .verhoogd genot maakt. En ze strijken met sierlijke bogen en zwaaien Weer neer met een troep spreeuwen in een verren hoek van den bongerd. Heisa hop ! Hola Hoei ! 't Is niets, 't is timmerman Teunis maar. Blijf zitten, blijf zitten! En pik,£n pik ! Let op ! vlieg weg ! 't Is kersenfeest! 'n Auto toetert aan. Menschen stijgen uit. Kersen verdwijnen, mandjes worden ingeladen en toeterend gaat alles weer heen. De auto heeft zijn aandeel gehad in het concert van de tsjetterende, kwetterende spreeuwenen musschen,de trommelende, ratelende, sissende,fluitende .schreeu wende heuersl) en de klapperende, wapperende vlaggen en de kletterende, waggelende, flappe rende nietsnut van een vogelverschrikker, die samen zingen het lied van de weelde van den voor zomer: Het kersenlied. l)Heuers d.w.z. de menschen, die door hun geschreeuw: Heisa, Heu, heu! enz. de vogels moeten verjagen. MET EEN VRACHTBOOT NAAR SICILI door HENRIËTTE SNOEK ,,0een bijzondere eischen stellen aan de voe ding '" voorwaarde der Directie. Het Fransche menu van dien Zondag vermeldde d.w.z. zou in 't Hollandsch vermeld hebben: Soep, croquettes, roode kool en kalfsvleesch. Ge bak met geslagen room en vruchten toe. Uitste kend klaargemaakt! De kapitein bromde iets over dien Franschen onzin", maar liet zich alles best smaken. Met grootmoedig gebaar wenschte hij mij zijn aandeel van de zoetigheden af te staan maar al spoedig was ik er achter dat dit verboden kostjes waren. Een verstandig man, die niet versnipperd" is, houdt zich immers aan het voorschrift van zijn lijfarts. Dien eersten dag was het dus rust aan boord. Het weer was heerlijk. Boven een. der luiken van het achterdek stond op een vouwstoeltje een schaakbord opgezet. De schakers waren omringd door belangstellende collega's. De kok vond blijk baar dat hij voor nut en vermaak te zorgen had en kwam met een gramofoon aandragen, De kanarie van een der officieren zong daartusschen door het hoogste lied en de Zondagsstemming was vol komen. Dien nacht hoorde ik het ijsbeeren van twee mannen boven mijn hut; de eerste stuur man met een leerling meende ik, die hondenwacht" hadden. Ik telde de glazen" en ook de herhaling op de bel van de voorplecht het teeken dat de man van de wacht wakker is en nam mij voor, den volgenden morgen eens te vragen waarom men van "lazen spreekt als een koperen klepel tegen een koperen bel wordt geslagen. Dat zal waarschijnlijk nog verband houden met de zandloopers uit den ouden tijd, toen de bel werd geluid als het glas of de glazen leeg en vol geloopen waren," luidde het antwoord. Thans, een weekdag, waren allen aan het werk. Daar zag ik den langen mageren kok en den boots man in het voorbijgaan een paar woorden wisselen. Toen ik beider decolleté" met het mijne ver geleek moest ik toch constateeren dat het mijne zeer bescheiden was, en hun toilet was zelfs mouwloos. De gebruinde boots" zette het scheepsnaaikistje bij een der luiken neer, waar de daarover uitgespreide zeilen werden nagezien. Daar moest ik het mijne van hebben. Hij ging verstellen ! Wel, dat was een aardige steek, dien ik hem heb afgekeken, bijzonder geschikt voor het versieren van dames- en kinderkleeren op de verbindings naden. En zijn vingerhoed zat in zijn handpalm ! De vingerhoed of beter het ronde metalen plaatje dat denzelfden dienst doet als onze vin gerhoed is in een leeren band gevat, welke om de hand sluit en alle vingers vrijlaat met een ope ning voor den duim een soort leeren mitaine om den pols vastgegespt. Zoo wordt met de kracht van arm en hand de naald met het touw handig door het dikke stugge zeil gedreven. Bij de davids vond ik een leerling bezig met het afkrabben der verf en een matroos was aan het meniën. De andere stuurmansleerling slungelde voorbij; in de eene hand een fleschje in de andere een kistje met poetsmateriaal. Wat heb je daar?" vroeg de eerste stuurman. Laat kijken !" O zoo, wou je met soja koper poetsen; breng weg !" De andere leerling had het willen doen met schuurpapier, dus ze waren aan elkander gewaagd. Goedige maar groene jongens, die naar het mij toescheen met weinig lust hun eerste zeereis on dernamen. Het eenige wat ze te vertellen hadden uit de havens die wij aandeden als ze aan land waren geweest, was dat zij vruchten en chocolade hadden gekocht. Maar ik had 't óók druk genoeg, ik oefende mij in het bewaren van mijn evenwicht op de rails, die wij als deklast aan boord hadden. Daar had ik mijn correspondentie voor in den steek gelaten, lette niet op mijn paperassen die op eens naar alle zijden over het voordek waaiden. Mijn medepas sagier hielp dapper met de redding ! Een tamelijk drukke passage dien dag, zelfs een Nederlandsch passagiersschip. In Vigo gingen we aan wal, mijn medepassa gier en ik en wij keken onze oogen uit. STUDIE VAN MEISJES (Ingezonden) De biologie, een veelgekozen richting, is zeker een aardige 1) interessante studie voor meisjes, maar biedt na voltooing helaas niet veel kansen." Dat aardig" trof me zeer onaangenaam. Men vindt het in het artikel van mejuffrouw S. op geen andere wetenschap toegepast, waaruit ik meen te mogen opmaken dat ook zij nog bevangen is door het waanidee, dat zoo'n hopeloos taai leven heeft, n.l. dat biologie een tweederangs wetenschap is en dat ieder die graag bloemetjes plukt er wel aan doen kan. En de scientia amabilis is heusch niet amabilis, is niet aardig, want het is een wetenschap, dat is iets ernstigs, en daar past het woord aardig niet. Dat wordt van vele vakken niet beseft, door jongens en door meisjes niet. Maar, om bij de bio logie te blijven, wanneer men er zich wat meer rekenschap van gaf, dan zouden we niet telkens het treurige verschijnsel zien, dat vooral in de oorlogsjaren zoo sterk was, n.l. drommen meisjes die plant- en dierkunde kwamen studeeren, faute de mieux en omdat het toch wel aardig" is. De biologie is geschikt voor ieder, die er heel veel van houdt en er heel veel moeite en inspanning voor over heeft, voor jongens zoowel als voor meisjes, maar ze is te moeilijk, te ernstig, te grootsch voor ieder, die er wat aardigs" inzien wil. G. L. F u N K E 1} Cursiveering van mij, F. In dezen tijd van eindexamens wordt in veel gezinnen de vraag besproken, in welke richting de jongens en meisjes, die H. B. S., gymnasium of lyceum verlaten, verder zullen gaan. Vooral voor de meisjes is dit een moeilijke beslissing. Voor zoover deze betreft een studie aan een onzer hoogescholen, heeft de Nederlandsche verecniging van vrouwen met academische opleiding" verschillende harer leden verzocht, zich te willen beschikbaar stellen tot het geven van inlichtingen. De inlichtingen(aan tevragen bij ondcrgeteekenden) worden gegeven door vrouwen, die de studie achter den rug hebben, en dus de moeilijkheden en mo gelijkheden, zoowel van de studie als van de daaraansluitende maatschappelijke betrekking per soonlijk hebben leeren kennen. Zooals vanzelf spreekt, bedoelt deze voorlich tingsdienst niet te treden op het terrein der Bureaux voor Beroepskeuze. DR. J. R E u D L E R, Koningin Wilhelminalaan 528, den Haag. M. W. B ij L?V IETS, apotheker. Jacob Mosselstraat 83. Den Haag. Koopt U een gouden ring zonder merk? Waarom dan wel boter zonder Rijksmerk? Hofstede Oud-Bussem'' Kerkstraat 187. Tel. 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl