Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2508
DE TENTOONSTELLING
TE PARIJS
II (Slot)
door OTTO VAN TUSSENBROEK
De Nederlandsche af deelingen liggen wel wat ver
van elkaar verwijderd, maar dat zal wel zijn oor
zaak vinden in het feit, dat het besluit om mee te
doen aan de tentoonstelling zoo laat is afgekomen !
In het Grand Palais vindt men op de
rez-dechaussée eene betrekkelijk kleine ruimte aan Ho/land
toegezegd en vlak daarboven, op de eerste ver
dieping van het zeer omvangrijke gebouw, is
eveneens een gedeelte der inzendingen opgesteld.
Ook hier was de architectonische verzorging
alsmede de inrichting aan Wijdeveldtoevertrouwd.
Evenals in de afdeeling op de Esplanade des
Invalides werd ook hier het Celiotex-materiaal
(platen geperste vezelstof) toegepast, doch meer
dan ginds, waar de beschikbare zaal beter ver
licht is, valt de ietwat saaie, stopverfachtige
kleur op, waardoor, (juist als bij het te veel ge
bezigde touw-tintige jute) het geheel weinig
vroolijk en veeleer somber aandoet.
Misschien is dat echter wel juist in overeenstem
ming met den bekenden zwaar-op-de-handschen
vaderlandschen aard en dat degelijke, men vindt
het telkens weer terug in hetgeen in onze
afdeelingen te zien en .... te bewonderen valt.
Want er is heel veel goeds ook hier, waar men
uitteraard bekende en veitrouwde namen in den
vreemde terug vindt. Ik kan in dit beperkt
bestek slechts enkelen daarvan vermelden.
Dadelijk bij het binnentreden van de beneden
zaal, waarvan de ingang is getooid met hekken
van gesmeed ijzer naar ontwerp van Van der Meij,
treft men, rechts, een der evenzoo teedere als
sterke beelden aan van het scheepvaarthuis te
Amsterdam: Stille Zuidzee" door van den Eijnde,
wiens ,,Indische Oceaan" den rechterwand aan
het einde der zaal afsluit. Links van den ingang
en tegenover van den Eijnde's werk wat koud
aandoend, een houten beeld door Chabut en ook een
zeer mooi in hout gestoken relief niet naakte
vrouwe-figuur door Rnedeckcr, die hier ook zijn
bekende Mannetje" exposeert: de gedrongen
gestalte, niet de armen als tot vliegen uitgespreid;
symbool van aardsche gebondenheid des geestes.
En om nu maar in eens al liet beeldhouwwerk
saam te vatten zij hier nadrukkelijk vermeld dat
ook Memics da Costa (wiens prachtige aardt we
rkbeeldjes men elders bewondert)hiergoed is vertegen
woordigd, o. a. met een caryatide en de bekende
knielende vrouwe-gestalte van het
Levensverzekerings-gebouw aan het Damrak te Amsterdam.
Ook liet prachtige, stoere beeld van den fijnen
Polet: Texticl-Arbcider" alsmede het
Hamletachtige graf beeld van den zoo gevoeligen
Bolle ziet men hier met voldoening terug en nok
anderen hebben van hun beste werk gezonden,
waarvan alleen maar jammer is, dat het zou ver
spreid staat en niet altijd even gelukkig werd
geplaatst.
Als de beeldhouwers (en meer in hit bijzonder de
Ned. Kring van Beeldhouwers) collectief hadden
geëxposeerd, hoeveel sterker zou dan de totaal
indruk geweest zijn !
Voorts is er glas in lood. De zaal werd daartoe
door den inrichter speciaal donker gehouden....
Van Derkinderen groote vensters die in deze mo
derne omgeving wat heel oud aandoen, al valt
daarin (het is inderdaad Werk van vroeger jaren)
veel te waardeeren. Ook kleine werkstukken op
dit gebied door Toorop (apostelkoppen);
Schelfhout (die ditmaal wat zwak bleef in de figuratie);
wijlen me j. Jacoba van Heemskerk, met strakke en
kantige, in het hoekige glas-karakter passende
lijnen en felle kleur-tegenstellingen; Gidding
in de bekende, hem eigen, volle ornamentatie en
Bogtman, die een visschen-motief verwerkte,
verdienen afzonderlijke vermelding, terwijl ten
siotte Joep Nicolas met een kranig boerenfeest,
waarin een Breugheliaansche stemming heerscht,
zich de geboren glasschilder toont.
Van de meubelen is eveneens veel goeds te
zeggen. Van Ravesteyn heeft hier, evenals Rutgers,
een afzonderlijk vertrekje ter beschikking gekregen
Eerstgenoemde zoekt het vooral in de werking van
het vlak, zonder eenige versiering. Met zwart, rood,
en grijs bereikt hij, juist door het evenwicht, een
bijzonder aantrekkelijk, decoratief geheel. Het
bloksysteem overheerscht in den bouw en een
aan de Japanners herinnerende eenvoud, waaruit
rust geboren wordt.
Rutgers sluit zich met zijn werk veel meer bij
de traditie aan. Het persoonlijke komt in zijne
meubelen en verdere aankleeding van het hem
beschikbaar gestelde kabinet wellicht niet zoo
direct naar voren als bij van Ravesteyn, maar het
heeft niettemin wel degelijk qualiteiten.
In draaiende standaards en ook aan de wanden,
achter glas bevinden zich vele fotografische af
beeldingen van werken op het gebied der meubel
kunst en architectuur (waarbij o. a. zijn mooie
opnamen van de nieuwe wijken van Amsterdam).
Van Toorop is hier ook een z. g. ceramisch ta
bleau te bewonderen met een visscher en
visschersvrouw in Zeeuwsche kleeding, die een meisje spe
lend laten baden in zee. De kleuren en de teekening
zijn even zoo krachtig. Het is naar ik meen een
werkstuk uit denzelfden tijd als ,,Graan" en
Rijstoogst" in de korenbeurs. Het heeft in elk
geval dezelfde allure.
Een rijk versierd paneel in donker corotnanhel
ebbenhout met daarop gespoten (z. g.
geschorpeerd") zink-ornament door Lion Cachet is in het
midden-vak van den rechtschen zijwand opgesteld,
waarboven een fraaie lamp door den te vroeg
verscheiden, jongen, veelzijdig begaafden de Klerk.
Het is wel jammer dat niet alles bijeen kon wor
den gevoegd en de verschillende afdeelingen
(hoewel bij de inrichting naar eene zekere eenheid
is gestreefd) zoozeer uiteenloopen dat men van
mondjes-maat" zou kunnen spreken.
Het groote publiek kijkt toch al zoo oppervlakkig
en zij die zich werkelijk voor Hollandsche kunst
interesseeren, moeten toch al zoo dikwijls.... den
weg vragen aan suppoosten die.... niets weten,
dat men waarlijk reden heeft om te vreezen, ook
al komt ons land kranig voor den dag, dat men
onze afdeelingen voorbij loopt.
Dat doet men stellig in de bovenrotonde, waar
de werkstukken der leerlingen van een drietal
Nederlandsche kunstnijverheidsscholen te zien
zijn. De situatie is hier bijzonder ongunstig,
immers, het is hier een doorgang tusschen de
afdeelingen van Denemarken en Oostenrijk.
Ook hier is veel goeds ingezonden door de Acade
mie van Beeldende Kunsten en Technische Weten
schappen te Rotterdam,het Instituut voor
kunstnijverheidonderwijs te Amsterdam en de School voor
Bouwkunde, versierende kunsten of kunstam
bachten te Haarlem. Maar door het samenvat
ten in kleine nissen (omdat men nu eenmaal niet
gezamenlijk, doch afzonderlijk wilde
exposeeren) is alles wat te veel ineengedrongen en
het lijkt daardoor minder dan het is.
Het is alles leerlingenwerk, dus blijft elke
critische bespreking hier beter achterwege.
En daarmede zij wij aan het einde van onze
Hollandsche rondwandeling op vreemd grond
gebied.
Moge al het werk en alle moeite en zorg bij de
voorbereiding der Nederlandsche deelneming aan
de tentoonstelling te Parijs (waarbij de architect
de Bic Leiivcling Tjeenk de inzender is van een
belangrijke hoeveelheid aesthetische geestkracht
en volharding) in zooverre vruchtdragend blijken,
dat niet alleen daaruit voor een volgend maal
nuttige lessen geput kunnen worden, doch ook
door het verzamelen blazen" tot meerdere in
spanning en inspiratie aanleiding zij gege
ven.
En mogen allen uit het lieve, doch vaak wat
lauwe vaderland, die de tentoonstelling bezoe
ken, het begrip met zich mede naar huis terug
dragen dat alleen dan de kunst kan bloeien, zoo
zij is wortelend in de gemeenschap. l:.r
moet meer vraan naar schoonheid zijn ten onzent '.
MUZIKAAL PARIJS
door C o \ s T A N T v A N \V i: s <
IET5J1IEUW5
VAN N ELLENS
TURKSCHE*
** KOFFIE
DD CEMT PER TAKJE
Parijs is een razend drukke stad en toch wandelt
ge er losjes en luchtigjes als in een tuintje. Even
versnelt ge den pas als ge een straat moet over
steken, en zelfs dat niet als ge den agent het ver
keer voor u laat stopzetten. Ik Weet geen stad
waar het zoo aangenaam is langs de straten te
flaneeren en je zoo maar, zonder doel, te laten gaan.
Ook de drukte van muzikaal Parijs kunt ge al
flaneerend door gaan. Het hoogseizoen" is er
tusschen 15 Mei en 30 Juni. Dat is als een afspraak,
en de Hollander, die naar Parijs gaat om muziek te
hooren, d.w.z. die muziek, die men in Holland niet
hoort of eerst over tien jaar; voorbeeld:
Strawinsky weet wel, dat hij dan in Parijs moet zijn.
Het hoogseizoen", dat zijn de laatste Concerts
Wiener, de toegiften op de reeks, als een extra
programma het belangrijkste, dat het afgeloopen
seizoen bracht, nog eens memoreert; dat zijn de
Russische balletten, dat zijn de dirigenten
Koussevitzky en Walter Straram met hun Fransche,
Russische en internationale programma's, de
Strawinsky-concerten en het extra's dat er dan
meestal nog is, zooals verleden jaar de Soirees de
Paris" en dit jaar de Specracles Bériza" en,
niet te vergeten: de tentoonstelling.
De tentoonstelling der Arts décoratifs telt onder
haar varia ook de muziek. Er is daar officieele
muziek en onofficieele muziek. Voor de officieele
muziek ontvangt men u in een kil, ongezellig en
voor muziek-acoustiek slecht gebouwd officieel
theater-gebouw op de Invalides. De onofficieele
muziek gaat ge zelf, al wandelend, zoeken. Zij steekt
ergens om den hoek van een gebouwtje of onder
het dak van een exotisch pavilloen.
Ik vergeet niet licht een ontmoeting, die ik had
op zoek naar een onschuldig kopje caféarabe"
in de afdeeling Tunis. Opeens scheen daar naast
mij de duivel op een viool te spelen, schril, ruste
loos en obsedeerend. Het is een oude, grijze,
stoppelbaardige Tunesier, die al fidelend op zijn rebab
en slaand op zijn handtrom in infernalen ronde
dans ommegaat als een rattenvanger van Hameln,
terwijl hij met zijn zwarte apensnoet de omstanders
verschrikt door griezelige bijtbewegingen met zijn
flitsende tanden te maken. Waarheen lokt hij u met
zijn onweerstaanbaar eentonig wijs je? Naar huis !
Dat is een houten loods met een afdakje. Daar
huist zijn gezin: een heel jong meisje van 15 jaar,
dat zijn vrouw is, schichtig en verlegen glimlachend
de oogen neerslaat als de negervrouwen doen, die
gefilmd worden, en een baby met een verbonden
hoofd, die zijn kind is. En even onweerstaanbaar
als ge meegenomen zijt, moet ge uw penningen
offeren, natuurlijk.
In de pêle mêle op deze tentoonstelling is nog
menig stukje volksmuziek te ontdekken. Ge staat
voor het z.g. Hindoe-theater. Daar binnen lijkt
de hel op duizend trommen aan het werk ! Op
dit oorverdoovend lawaai springen daar bruine
en gele kerels zingend en rinkelend met een hoofd
deksel vol bellen als wijlen Koperen Koo rond.
Rusland heeft zijn Djiguitische Kozakken ge
zonden, die hun liederen zingenen met handgeklap,
hurkende en stampende, hun dansen uitvoeren. Dan
hoort ge weer de Highlanders hun vroolijke en
melancholieke concerten geven met pijpen en
trommen, er zijn Spaansche guitaristcn, en boven
op een toren speelt een onvervalsclit iagerskoor
in Int rood 011 de jachthoorn. Wat wilt ge nog meer?
Om nog niet eens te spreken van een muzikaler.
loud-speaker, die de schrik van de geheele tentoon
stelling is !
In het officieele theater-gebouw passeert de
officieele muziek van vrijwel alle landen de revue.
Dit gaat het geheele seizoen, met grooteafwisseling,
door. Ik zelf hoorde alltcn een Spaaiischen avond
mit werk van de l'alla en de drie internationale
coneertiii van Walter Straram. Hij elkaar was dit
alleen al meer moderne muziek dan men iu eeu
geheel Jaar in het Concertgebouw te Amsterdam
huurt. \Vaarmee ik natuurlijk niet wil zeggui, dat
al deze muziek waard was om ook iu het
Concertgebouw gehoord te worden. Neen, zeker met.
Doch hierover ivti volgend maal.
l {e n groot succes heeft hier e-en klein a
capJIakoor van Amerikaansche nigerzangers gehad, \an
Christelijke negerzangers, wel te verstaan, elie
tweemaal \oor een stampvolle en enthousiaste
zaal hun Spirituals", hun religieuze liederen op
christelijken tekst, zongen met stemmen diep en
plechtig als orgels. ,,1 know the Lord" was een
dier merkwaardige uitingen van rcligieuse ver
voering, die de neger uit zijn zwarte \aderland
heeft overgehouden, en die hem in de Amerikaan
sche kerken, naar men mij vertelde, tot naief en
geïmproviseerd voorzanger maakt der aanwezige
gemeente, inzettend met een Listen my brother",
of antwoordend met een Listen my sister" !
Wandelt ge Parijs door op zoek naar muziek, ver
geet dan vooral de bars niet. Ga niet de bar van den
Boeuf sur Ie toit" voorbij, die gelegen is in de
Rue Boissy d'Anglas, achter de Concorde. Daar
hoort ge een pianist spelen, die zijns gelijken onder
weinigen heeft in het spelen van den jazz. Het is
Clement Doucet, een Belg, dien men ook in het
Vlaamsen kan aanspreken. Hij musiceert tijdens
de dancing-uren, van 5?7, niet een banjo-speler
en een slagwerkbediener, en verkrijgt niet deze
weinige instrumenten, een prachtig ensemble
Zooals Doucet den jazz speelt, zoo kalm, zoo zeker,
zoo geraffineerd en zoo meeslepend gerythmeerd,
heb ik nog maar alleen Wiener hooren spelen.
Het is ook een lust te zien,hoe goed hierop zulk een
droog en scherp uitgevoerde muziek gedanst wordt.
Doucet is ook een meester in het regelen van de
Pleyela, het mechanische instrument van de firma
Pleyel, waarvoor Strawinsky zelfs composities
heeft geschreven.
Hotel DUIN EN DAAL BLo?N
CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMER
VASTE WASCHTAFELS