Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2508
BIJ DE OPENING VAN HET
DICKENS HOUSE
door T i T i A EASTON.
I.
Toen dezer dagen te Londen het Dickens
House" officieel voor het publiek werd openge
steld, zal menigeen gedacht hebben : Een
Dickensrruiseum ook nog ! Hebben de Engelschen van
de vorige eeuw niet genoeg aan Dickcns-vereering
gedaan en moet dat zoo blijven voortgaan? Wie
leest er tegenwoordig Dickens nog? Die tijd is
immers voorbij !"
(s?Wèl mogen wij deze vraag stellen: wordt Dic
kens tegenwoordig nog gelezen? En het antwoord
moet zijn: heel weinig.
Grooter tegenstelling dan tusschen Dickens'tijd
en den tijd waarin wij leven is moeilijk denkbaar.
De postwagen, de crinoline en Itiifellioed,
Christmas" gevierd met het zingen van Kerstliederen en
het vertellen van avontuurlijke verhalen of
spookhistories, gezeten rondom het haardvuur als
wij dit alies zien in de illustraties van Dickens'
romans lijkt het ons zoo oneindig ver af, en kun
nen wij ons ternauwernood voorstellen dat zulk
een wereld nog maar zestig jaar achter ons ligt.
Hoe is het leven veranderd ! Auto's, motor
fietsen met een motorengel" niet kort haar en
een kort rokje; bioscopen waarvoor queue wordt
gemaakt; radio's, electrische piano's, restaurants
met strijkjes, jazzbands, deze vormen voor een
groot deel der menschheid de begeerlijkste ont
spanning. De romantiek schijnt weggevlucht....
Lezen? Wie heeft daar nog tijd voor? .Aan het
ontbijt en in tram of trein wordt de krant door
gevlogen; verder hoogstens een luchtig romannetje
of een detective-story; maar een boek dat er wat
zwaarwichtig uitziet, waarvan de inleiding niet pakt,
het eerste hoofdstuk niet boeiend is?weg ermee!
Het is waarlijk niet Dickens alleen, die zoo op
den achtergrond geraakt is: welk Nederlandsch
schrijver is er zoo populair geweest door zijn
typisch-Hollandsche Camera Obscura" als
Hildebrand? En toch, wordt zelfs de Camera nog wel
algemeen gelezen? Vondel hoevelen kennen
meer dan enkele beroemde regels van hem? Ho
merus, Dante, Shakespeare, ze worden bewonderd,
maar voor zijn plezier" leest men hen weinig
meer. Toch Weet ieder wel iets van hen af, zij
behooren immers tot de klassieken.
Vijftig Gf zestig jaar, dat lijkt een te korte tijd
voor den overgang van populair naar klassiek. Niet
veel meer dan een halve eeuw geleden verscheen
Dickens'laatste boek, het onvoltooide
TheMystery of Edwin Drood," welk mysterie een onopgelost
geheim gebleven is. En toch behoeven wij de
klassiekverklaring" van Charles Dickens niet
zoo vreemd te vinden als wij bedenken in welk een
versneld tempo het leven zich sedert 1870, zijn
sterfjaar, ontwikkeld, gewijzigd, gespecialiseerd
heeft: de levensbeschouwing, de zeden en de smaak
van de moderne menschen hebben een haast
onbegrijpelijke omwenteling ondergaan.
r En niet alleen in Holland staat men vervreemd
tegenover de voorafgaande periode, ook in Enge
land zijn er heel veel, de meesten misschien, die
Dickens' boeken niet meer apprecieeren.
fct In 1914 is er een extra-nummer van The
Bookmanrt verschenen, geheel aan Dickens gewijd.
Daarin werden ook de antwoorden gepubliceerd
op de vraag of Dickens' humor op de lezers van
onzen tijd nog even sterk zou werken als op die van
zijn eigen tijd. De antwoorden waren zeer
uiteenloopend, maar Mary E. Mann erkende onomwonden :
Zijn humor is niet meer wat het tegenwoordige
geslacht verlangt. Er worden nauwelijks nog
jongens en meisjes gevonden die uit zichzelf
Dickens'boeken ter lezing vragen. De veel-lezende
jongelingschap spreekt slechts terloops van hem
en de general reader" vindt hem vulgair"
Dit harde oordeel over de waardeering van
Dickens door onze tijdgenooten zal helaas wel het
dichtst bij de waarheid komen. Het is ook mijn
persoonlijke ervaring: wanneer mij door
Engelschen gevraagd werd naar mijn meest-geliefde
Engelsche schrijvers, en ik stelde Dickens voorop,
dan gebeurde het dat men mij verbaasd en twijfe
lend aankeek. Een oude heer zeide eens goedkeu
rend: Meent u het werkelijk? Lést u hem en weet
u hem te waardeeren? Ik dacht dat jonge menschen
tegenwoordig Dickens nooit meer inkeken !"
Dickens ouderwetsch? Weinig menschen kan
men zóó vrijspreken van ouderwetschheid en
conservatisme als O. B. Shaw. Op zijn meening
mogen wij ons dus beroepen. Hij begint met erop
te wijzen dat Dickens een type kon teekenen met
meer nauwkeurigheid dan eenig ander schrijver
van zijn eeuw; dat hij zijn fantasie de dolste
vlucht liet nemen, maar tegelijkertijd zijn per
sonen op zoo volslagen onnatuurlijke wijze liet
praten en redeneeren, als geen sterveling ooit doet
of gedaan heeft. En toch hebben zijn Micawber,
zijn Mrs. Nickleby, zijn Pecksniff
wereldvermaardheid verkregen en behouden. Niets bewijst
zoozeer Dickens'meesterschap. En dan: Dickens
was een wonder, als men de barbaarsche onwe
tendheid van zijn tijdvak in aanmerking neemt,
tengevolge waarvan hij van kunst en wetenschap
nagenoeg evenveel begrip had als een voorhis
torisch holbewoner. Bij Goethe vergeleken is hij
bijna een wilde. En niettemin is hij door de macht
van zijn genie een der grootste schrijvers die ooit
geleefd hebben. Zijn grootste en diepzinnigste
tijdgenooten beseften dit heel goed"
Dit komt merkwaardig overeen niet een uiting
van G. K. Chesterton : Dickens'plaats in de
ncgentiende-ceuwsche Engelsche literatuur is niet alleen
hoog, maar wellicht de allerhoogste. Toen hij zeer
beroemd was geworden, kon men /.eggen dat er in
zijn land vijf of zes even bekwame romanschrij
vers leefden; men maakte er een lijstje van:
Dickens, Bulwer Lytton, Tnackeray, Charlotte
Brontë, George Eliof Veertig of vijftig jaar
later zijn er al enkelen van dezen iets gedaald. Dj
een /ei dat TJiackeray en Dickens bovenaan ston
den, de ander noemde Dickens,Thnckeray en George
Eliot, of de twee eersten met Charlotte Brontë.
Maar ik waag de voorspelling dat na het verstrijken
van nóg zulk een tijdvak, nadat de Tijd opnieuw
aan het uitwieden zal zijn geweest, Dickens allén
op het schild geheven zal worden, dat hij allén
het Engeland der 10e eeuw beheerschen zal."
Nu hebben wij hier met twee schrijvers te doen,
Shaw en Chesterton, wier uitspraken men niet
al te veel au pied de la lettre" moet nemen, maar
toch blijft de tegenstelling bestaan: Dickens wordt
óf hemelhoog verheven of onverschillig gepasseerd.
Ik geloof niet," schrijft Sir Francis Burnand,
dat er nu nog even veel menschen door zijn humor
gepakt worden als in zijn eigen tijd, maar hij pakt
nog even sterk; wat mij persoonlijk betreft, sterker
dan ooit." Dit zullen vele van Dickens'getrouwen,
ook buiten de Engelsch-sprekende landen, gaarne
onderschrijven. En dit betreft niet zijn humor
alleen, maar den geheelen Dickens, zijn merk
waardige, onvergelijkelijke persoonlijkheid n
zijn werk.
Een van de vraagstukken, nog niet door de
biologen opgelost, is, hoe het toch komt, dat van dit
gewone klein-burgerlijke ambtenaarsgezin nu juist
het tweede kind, en geen der anderen, zich ont
wikkelde tot zulk een heel bizonder mensch en
fantasierijk kunstenaar? Zelfs al heeft hij in
Micawber zijn vader, in Mrs. Nickleby zijn moeder
geteekend, naar men zegt, waaruit wij dus kunnen
opmaken dat zijn ouders origineelen" waren;
zelfs al waren de omstandigheden waaronder de
kleine jongen opgroeide gunstig voor de ontwik
keling van zijn talent, dat geeft slechts de verkla
ring van enkele der vele faktoren, die zouden moe
ten samenwerken tot zulk een geheel
Hoe dat zij, Charles was een ziekelijk, overge
voelig jongetje, dat weinig met andere kinderen
van zijn leeftijd speelde en maar het liefst met
een boekje in een hoekje" kroop. Wel schijnt zijn
familie al heel vroeg gemerkt te hebben dat er wat
bizonders in hem stak, want, toen hij nog niet ouder
was dan een jaar of vier, vijf, placht men hem op
NIEUWE GROOTE ZENDING
PERZISCHE
TAPIJTJES
een stoel of tafel te zetten en comic songs" te
laten zingen, als er bezoek was. Het ventje werd
dan zeer toegejuicht en hij zal zich ook wel vroeg
bewust geweest zijn van zijn talenten.
Welk een val, welk een ramp en vernedering
moet het dan voor het zwakke, sensitieve, alles
scherp waarnemende kind geweest zijn toen hij
zooals ieder weet op tien- of elfjarigen leef
tijd naar een schoensmeerfabriekje gezonden werd,
waar hij, in het dagelijksch gezelschap van jongens
en mannen uit het volk, het laagste werk te doen
kreeg, terwijl iedereen de handen van hem scheen
af te trekken !
Frans Coenen, in zijn overigens zoo lezenswaar
dige studie Charles Dickens en de Romantiek"
(Wereld-Bibliotheek) ziet in den afschuw dien de
kleine Charles voor deze omgeving en dit werk
ondervond zelfmedelijden, gemengd met het
burgerlijke en het romantisch-dichterlijke: de
gekrenktheid van het burgerzoontje.... "Maar
Coenen heeft nu eenmaal de neiging overal de
romantiek en klein-burgerlijkheid te zien, die
hem een gruwel zijn, maar die juist Dickens tot
zijn hoogste kunst-uitingen hebben gebracht.
Chesterton voelt de stemming van het ongeluk
kige kind dieper en omschrijft haar treffend met
deze Woorden: Itwas the closing in of a certain
and quiet calamity like the coming on of the
twilight and dark."
Wij, die beseffen dat uit deze lijdensperiode
Dickens' grootheid is voortgekomen (maar ook
de bitterheid en opstandigheid, van zijn latere
werken) wij hebben gemakkelijk praten; het
arme kind moet wel dicht bij de zwartste wanhoop,
erger nog, bij versuft ing en doffe berusting ge
weest zijn toen hijzelf heel onverwachts en
plotseling en daarmee al zijn nog ongeschapen
onsterfelijke typen, door louter toeval gered werden.
Een jaar of tien later was de 24-jarige Charles
Dickens niet n slag de meest populaire schrijver
geworden dien Engeland - wc mogen misschien
zeggen: dien de wereld ooit gekend heeft.
Zijn verdere lotgevallen zijn samengewcvcn met
zijn boeken (David Cnpperfield is voor een groot
deel zijn biografie) en ieder kent ze, ook zij die zijn
voornaamste boeken niet gelezen hebben. Maar
wat velen niet weten, dat is welk een grooten in
vloed hij gehad heeft op het opruimen van mis
bruiken en de verheffing van de zeden van zijn tijd.
Niet alleen was hij een der grootste humonstcn
van zijn eeuw, hij trad ook als hervormer op tegen
wantoestanden. Zoo trok hij in Nicholas Nickleby
te velde tegen de schandclijk-ingcrichtc jongens
kostscholen, in UI i ver Twist tegen de armenhuizen,
in Fickwick en Little Dorrit tegen de gevangenis
sen voor schulden, in Cluizzlewit (Mrs. Gamp)
tegen de ziekenverpleging der armen; in Hard
Times stelde hij tegenover de zegeningen der fa
brieken de ellende der fabrieksarbeiders, en nie
mand heeft de omslachtigheid en laksheid van de
rechterlijke macht scherper gegeeseld dan Dickens
in het Circumlocution Office (Dorrit) en in Bleak
House, enz. En was hij niet de eerste die de kinderen
en hun lijden tot middelpunt van een roman durfde
maken? "?He did f o r the children," werd op een
Dickenslezing gezegd, what hèdid for Christmas."
Wat beteekent het, daartegenover, dat zijn
meeste vrouwelijke heldinnen wassen poppen zijn,
altijd bereid tot"zelfopoffering, maar even spoedig
gereed, flauw te vallen .? Die sentimentaliteit
is onafscheidelijk van de romantiek van Dickens'
dagen.
BATENBURG & FOLMER
(G. W. FOLMER)
DEN HAAG,HUYGENSPARK22
SPECIALITEIT:
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MET SAFE-INRICHTING.
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN