De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 4 juli pagina 3

4 juli 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2508 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD,VOOR NEDERLAND Teekemng voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Duitschland neemt onder de cultuurstatcn een dergelijke positie in als het oude Griekenland tijdens zijn bloeitijd in de Oudheid". Uit de reisindrukken van D . FRITS HABER. ZUID-AFRIKA'S TOEKOMST door DR.- P. C A T z Binnen enkele weken zal ik Zuid-Afrika verlaten en daarom wil ik neg eens mijn gedachten laten gaan over de tallooze indrukken, die dit Wonder baarlijke land op mij heeft achtergelaten. Voor eerst een oratio pro domo: mijn artikels zijn niet overal in goede aarde gevallen. Zij hebben aan kritiek blootgestaan. Waarom? Omdat ik hier met eigen oegen heb rondgekeken, met eigen ooren heb geluisterd. Ik heb mij tusschen de partijen door bewogen, heb de Zuid-Af t kaansche toestanden van finantieel, cultureel en economisch standpunt bekeken, niet van partij standpunt. Ik heb mij ook niet begeven op het terrein, waar wij, Hollanders toch de nederlaag moeten lijden, ik bedoel den hopeloozen strijd voor het behoud van de Nederlandsche taal. Over dit alles en nog meer heb ik mij niet gerechtigd gevoeld, mijn oordeel uit te spreken, zoolang ik als vreemdeling hier vertoefde. Ik waardeer kritiek, zakelijke kritiek; maar kritiek verwacht ik niet op het constatecren van feiten, die elk onpartijdig onderzoeker naar Zuid-Afrika's toestanden wei in het oog moeten vallen. Zuid-Afrika verkeert op het oogenblik in een soort kunstmatige groei periode, in een soort nationalistische broeikas, waarbij veel verborgen fouten en gebreken voor den dag komen. Erkent dan ook die fouten, tracht ze weg te werken, maar maakt er geen deugden van ! Duldt dat het slechte in het zonlicht komt te staan, opdat het zoo spoedig mogelijk worde uitgeroeid ! En nu ik zoo terugdenk aan het vele dat ZuidAfrika mij geleerd heeft, voel ik de kracht, die KUNSTZAAL VAN LIER naast het Postkantoor te LAREN (N.-H.) TENTOONSTELLING VAN EEN VOOR HOLLAND GEHEEL NIEUWE COLLECTIE OUDE NEGERPLASTIEKEN dit te vlug en te eenzijdig ge xploiteerde land zal kunnen ontwikkelen, wanneer een kundige politiek het zal leiden, een krachtige zelfbewuste be volking het zal ontginnen, wanneer allen die dit land liefhebben, zich n doel voor oogen stellen: Zuid-Afrika vooraan. Zoover zijn we nog niet. En toch: dit bewustzijn groeit. Een gezond gevoel van de macht van het individu als lid der gemeenschap, een gezond nationaliteitsgevoel breekt zich baan. Misschien wordt het vaak te kunst matig aangewakkerd, doch dit schaadt niet voor een land in wording, met zooveel uiteenloopende elementen. Politiek en taal zijn de faktoren, die in dezen strijd om bevordering van het nationaalen zelfstandigheidsgevoel de leiding hebben genomen.Waar lijk, er waait een frissche wind door de politiek. Te groote overmoed soms. Zuid-Afrika wordt zich ervan bewust, dat het kracht genoeg in zich zal hebben, om eens Engeland's voogdij af te werpen. Neen, nog niet: om alleen te staan, om economisch onafhankelijk te zijn, daartoe behoort meer dan de wil alleen. De wil is er haast overal, inelkekolonie, in elk voogdijland, doch de macht ontbreekt. En daarom toont Generaal Hertzog zulk een juiste kennis te bezitten van de positie van zijn land, nu hij onlangs, geprest door de oppositie, nadrukkelijk de eens door hem gepredikte seccssie", onder zijn ministerschap verloochende.Dit is geen terug komen op eens gekoesterde idealen, doch een daad van een practicus, die als leider der politiek zijn idealen aan kant moet zetten. Zijn programma is veelomvattend en praktisch. En hij voert dit programma uit, omdat hij de macht daartoe heeft. Het is een langzame maar stage ontwikkeling der nationalistische denkbeelden. Het is een lang zame afbrokkeling der imperialistische politiek. Het is een opbouwen van, een grondslag voor een zuiverder Afrikaanschen staat. Dat Engeland, dat hiertegenover machteloos staat, dit met leede oogen, ja met ongerustheid aanziet, spreekt van zelf. Het begon reeds nut hit wetsvoorstel tot rege ling van den diamanthandel, het z.g.n. zwaard van Danurcles boven de machtige de Beers-groep. Dit voorstel geeft de regccring vrijwel discretionaire bevoegdheid, om in de diamantproductie in tegiijpen. Een dreigement slechts, doch gericht tegen een invloedrijke Engelsche onderneming. We zien deze richting verder in de vraag naar een eigen Afrikaansche vlag, in liet plaatsen van Nationalisten op alle open regeeringsppsten, in de eigenaardige kwestie tusschen regecring en de administrateurs der provincies, waarbij beweerd werd, dat de laatsten de politiek der regeering moesten huldigen. Maar vooral openbaart zich dit streven in de gedeeltelijke afschaffing der Engelsche preferentie-rechten en het aanbrengen van een e|nid-pro-e]uo-basis: De smack in the face of England", zooals Smuts het noemde. Neen, niet dat, maar een uiting van groeiend zelfvertrouwen, van een indringen van den ZuidAfrikaanschen handel ook in andere landen; politiek, maar politiek met een ruimen blik in de toekomst. Zoo is ook politiek, in de geest van zelfstandigheidsdrang, het zoo ver mogelijk en zoo diep mogelijk doorvoeren van het tweetalcn-systeem en daarmee samenhangend, de uitschakeling van het Nederlandsch. Dit terrein is voor een Neder lander gevaarlijk te betreden, omdat Wij nu eenmaal niet dien eerbied kunnen koesteren voor een taal, die zoo dicht bij de onze staat, nog niet tot een eigenlijke taal is uitgegroeid en nu opeens volwassen en zelfstandig wordt verklaard. Alle pogingen, om aan deze taalkwestie den politieken tint te ontnemen, ze te baseeren op zuivere cultuur gronden, lijken mij overbodig. Het beste is, de feiten te erkennen, die <;(,k door de meesten worden toegegeven: namelijk, dat om den invloed van het Engelsch en dus den Engelschen invloed te keeren, die taal ais dam wordt opgeworpen, die op het FONGERS 1925 75 GULDEN Eigen filialen AMSTERDAM, Nassauk. 500; ROTTERDAM, KipstraatSl; 's-GRAVENHAGE, Spui 45 en Schuitstr. 121; UTRECHT, Oude Gracht 214; ARNHEM, LEIDEN, MIDDELBURG, GRONINGEN. oogenblik door allen het best wordt verstaan, door de jeugd het gemakkelijkst wordt aangeleerd. Het was zeker het eenige middel, maar zulk een red middel schept nog geen nieuwe taal. Het heeft een spreektaal gelegaliseerd, maar er daarmee geen taal van gemaakt. En bovendien: het gevaar van Engelschen invloed is hierdoor niet geweken. Integendeel: want, wat men ook zegge, het Afrikaansch is een veranglificeerd soort Neder landsen en staat juist, omdat het nog in wording en zoo woordenarm is, aan de heftige invallen van het Engelsch bloot. Prof. Smith zegt dat ook Nederlandsen veel Engelsche idiomen bevat. Toe gegeven, maar Nederlandsch is een uitgegroeide taal en heeft zijn eigen zinsbouw, terwijl die van het Afrikaansch grootendeels is gebaseerd op het Engelsche voorbeeld. Daarom ben ik bang voor het Afrikaansch, bang ook dat de literatuur zich Engelsch zal gaan oriënteeren, bang dat hier de politiek een groot kwaad heeft gedaan. Voor het oogenblik echter is ook deze maatregel de wegbereider tot zelfstandigheid en nog vele andere voorstellen leiden politiek en volk in dezelfde richting. Dit is de nieuwe geest die uit Zuid-Afrika zal spreken. Toch moet men zeer voorzichtig te werk gaan. Het gros der Zuid-Afrikaansche bevolking is nog lang niet rijp voor zelfstandigheid. Het moet daartc.e eerst in een Volgend geslacht op geleid worden. Het moet van buiten worden ge voed. En vooral: het moet eendrachtig zijn. Die eendracht kan pas worden hersteld door den bemiddelenden invloed van nieuwe immigranten, die vreemd staan tegenover de partijverhoudingen van Zuid-Afrika. Immigranten die naar ZuidAfrika komen, om zich daar een vaderland te scheppen, niet om zicli te verrijken en terug te keeren. Zij zullen den onafhankelijkheidsdrang van Zuid-Afrika kunnen voeden door hun on partijdigheid. Waar strijd heerscht, al is de regeerende partij nog zoo sterk, zal nooit iets blijvends volbracht worden. Slechts samenwerking kan scheppen. Ik verlaat Zuid-Afrika in een tijdperk, waarop het land wederom zichzelf gaat Worden. Met eenigen weemoed zal ik het verlaten, omdat het in zoo korten tijd mij zooveel moois en belangrijks heeft laten zien. Maar ook met vreugde trek ik wederom naar Europa, omdat van daaruit haast nog meer voor Zuid-Afrika kan worden gedaan dan in het land zelf: de belaiigstellingstimiileeren, verkeerde ideeën uit den weg mimen, immigratie bevorderen. Uat alles heeft Zuid-Afrika noodig. Vóór alles laat dit ieder, die belangstelling toont in Zuid-Afrika, voor oogen zweven - -vóór alles moeten zij die van Zuid-Afrika hun woonplaats willen maken, Zuid-Afrikanen zijn en zich ZuidAfrikanen voelen. Dan zal ook de basis gelegd zijn voor een onafhankelijk Zuid-Afrika.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl