De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 11 juli pagina 10

11 juli 1925 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Ko. 2509 Nieuwe Engelse Litteratuur door WlLLEM VAN DOORN HILAIRE BELLOC The Cruise of the "Nona". By H. BELLOC. Constable, 1925 15/ Er zijn in Engeland 'n aantal letterkundige figuren aan wie ik het land heb. Hilaire Belloc is er een van. Hij is 'n feitenverdraaier, een van 'die gevaarlike feitenverdraaiers, die altijd zorg dragen,ten eerste, om d'r verzinsels?wel te onder scheiden van verdichtsels ? aan te mengen met 'n voldoende hoeveelheid waarheid; ten tweede, om steeds de mond vol te hebben over de domheid en leugenachtigheid en boerebedriegerij van andersdenkenden. Z'n vriend Chesterton, met wie ik later nog wel 'ns afreken, behoort tot het zelfde gilde. Sommigen vinden ze allebei reuzekerels. Berijders van het rasse-stokpaard zullen waarschijnlik de ondeugden van de heer Belloc toe schrijven aan z'n gemengd Engels-Franse af stamming en opvoeding*. Mulatten zijn immers minder genietelike wezens dan volbloed NiamNiams ! Maar Chesterton dan? Die is zuiver Engels. En desalniettemin bereidt ook deze z'n letterkundige en journalistieke messing volgens hetzelfde recept; hoe meer eigen zink aan 't roodkoper der feiten wordt toegevoegd, hoe beter het metaal zich laat smeden. Aldus toont de mens besef te hebben van z'n heerschappij over aarde en zee en over het koninkrijk dat binnen ons is. Belloc zit zelf wat graag op het rasse-stokpaard maar op z'n eigen. Heeft de negentiende eeuw het ontstaan geschonken aan 'n kwasi-wetenschappelike vergoding van het Germanendom, daar dit de zuiverste, mooiste, deugdzaamste, schranderste, wilskrachtigste vertegenwoordigers zou omvatten van de reeds zo zuivere, moo-ie, deugdzame, schrandere en wilskrachtige Ariërs", Belloc verkiest de Germanen" te beschouwen als de meest typiese vertegenwoordigers van het zondige mensdom, onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. En deze liefhebberij is te beschouwen als 'n reaktie-verschijnsel. Twee talig (in z'n Engels spreekt ie de r op z'n Frans), van onzekere nationaliteit (hij was over de dertig toen ie, in 'n Franse bevlieging, z'n dienstplicht ging vervullen bij 't Franse leger, en wel als veldartillerist, stukrijder) en bovendien gelovig Rooms-Katholiek, voelde Belloc zich van z'n jeugd af anders dan z'n Engelse omgeving, en muntte dit gevoel van vreerndelingschap om tot 'n bewustzijn van superioriteit. Die superio riteit zat in z'n Franse afkomst; niets natuurlijker dan voor 't wagentje van persoonlike ijdelheid verstandelike paardjes te spannen. Wie hadden de Moren in hun veroveringstocht gestuit? De Fransen. Wie waren bij uitstek de helden der kruistochten geweest? De Fransen. Welk volk had de schitterendste beschaving voortgebracht, na de val der Romeinen? Het Franse, onder Lodewijk XIV, de zonnekoning. Wie waren de lijnrechte opvolgers van die onvolprezenRomeinen? Alweer de Fransen. En toch ging Belloc er niet toe over Engeland voorgoed vaarwel te zeggen, en toch voelde-n-ie zich in Frankrijk ook niet helemaal thuis. Men staat nu eenmaal niet los van de omgeving waarin men jaren en jaren van lichamelike en geestelike vorming heeft doorgemaakt. Het Engelse landschap, voornamelik Sussex, betekent meer voor Belloc's gemoedsleven dan la douce France. En hij lust liever bier dan wijn. En hij zwalkt graag op zee, in z'n zeilboot. Per slot van rekening is ie evenzeer verengelst, als indertijd 'n man als Chamisso is verduitst. Maar hoe deze geesteshouding voor zichzelf en anderen te rechtvaardigen? Mag ie erkennen, dat er inconsequentie zit in 't zich-FransmanvoeIen--en-toch-Engelsman-bIijven? Hij was nota bene zowel Frans soldaat als Engels Lagerhuislid ! Schudt het hoofd, o Tilburgers, die u herinnert, welke moeite het Arts, de gewezen Pauselike zouaaf, jaren geleden gekost heeft, in de Tweede Kamer zitting te nemen van 'n land, dat zonder enige twijfel z'n vaderland was. Bellcc doet ontdekkingen" op histories terrein. Van die ontdekkingen is 't een en ander juist, maar niet genoeg om 'n stevige basis te verlenen aan de theorieën van deze wonderlike déraciné; deze theorieën immers berusten in de aller-allereerste plaats op gevoelsoverwegingen, op ijdelheid, chauvinisme en vooroordeel. Een van die ont dekkingen is dat de grote Volksverhuizing nooit heeft plaats gehad. De rijken van Franken, Goten, enz. werden gesticht door Barbaren J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAG. DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND generaals in dienst, leendienst, van Rome. Daar waren rare leenmannen bij, Alarik bijv., die Rome plunderden; hoe Belloc dat in orde praat, weet ik niet meer. Wél, hoe d'ie 't klaarspeelt, te bewijzen dat nat Engelse volk gelukkig maar ! niet Germaans is. Want Angelen en Saksen kwamen uit Noord-Duitsland; uit Noord-Duitsland kan niets goeds voortkomen (da's 'n axioma van Belloc, die hoogstwaarschijnlik van Hebbel en Brahms en Reuter nooit heeft gehoord); dus moet het Angelsaksies element in 't Engelse volk tot de kleinstmogelike pro porties worden teruggebracht. Wie denkt dat dit moeilik is, getuige 't grote aantal Angelsaksiese landbouwtermen, rekent buiten Belloc, wiens voornaam niet ten onrechte Hilaire is. Die Angelen en Saksen, zeit-ie, Waren maar 'n klein hoopje, maar 't waren zeevaarders; ze bezetten de kusten, en sneden daardoor Brittanniëaf van de rest van Westromeinse rijk. Gevolg: barbaarsheid, waaraan gelukkig door de Normandiese verovering in 1066 'n einde kwam. Indien 't meneer Beiloc om Waarheid te doen was, zoud-ie zich hebben herinnerd, dat de Angelsaksen in de tijd van Karel de Grote 'n belangrijk aandeel hadden in de beschaving van het toen zér barbaarse Gallië. Maar 't is 'm niet te doen om waarheid, 't is 'm niet eens te doen om gelijk te hebben, maar alleen om gelijk te krijgen. Van mij krijgt ie 't niet. En wie nu The Cruise of the Nona" opneemt, weet Wat voor 'n geestes kind de schrijver is. En als ik 'm zeg dat het de beschrijving is van 'n zeiltocht langs de zuidkant van Engeland, met ieder ogenblik ontboe zemingen over godsdienst, politiek, sociologie, wetenschap, letterkunde, enz. of Wat voor deze zaken doorgaat, alles besausd met de enorme persoonlikheid van de schrijver, die iedereen die z'n gal opwekt, uitmaakt voor idioot en boerebedrieger, als ik 'm dat zeg, heb ik het boek genoegzaam gekarakterizeerd. Schrijven kan ie. 'n Persoonlike kijk heeft ie. Maar hij kultiveert die persoonlike kijk door 't opzetten van 'n zeer wonderlike, gekleurde bril, en dan wil ie stijf en strak volhouden dat hij alleen'goed kijken kan. ROMANS Possession. By MAZO DE LA ROCHE. Macrnillan, 1923. 7/6. Numerous Treasure. A Romantic Novcl by ROBERT KEABLE. Constable 1925 7/6. A Bowl of Reet Roses. By H. C. M. HARDINOE. Const. 1925. 7,6. The Noblest Frailty. By MICHAEL SADLEIR. Const. 1925. 7/6. Van dit viertal is nummereen verreweg het beste. De schrijver, 'n mij onbekend Canadees, is 'n persoonlikheid, met 'n eigen, frisse stijl, die nergens geforceerd wordt en die steeds raak is. Bovendien zit er iets ,,van de grond" in; geen buitenstaander, geen tourist kan zo iets leveren. Tot dusver heeft Canada niet veel op 't gebied van kunst en litteratuur gepresteerd. Maar 'n boek als Posssession is meer dan 'n belofte. Derek Vale, 'n dertigjarig architekt in Halifax, Nieuw-Schotland, erft, ergens ten westen van Quebec, 'n boerderij. Hij voelt zich, als landheer, als bezitter van 'n oude huizing, en gaat aan 't hereboeren, hetgeen strubbelingen meebrengt, maar 'm toch goed bevalt. Hij krijgt 'n buurmeisje lief, Grace Jerrold, die zonder twijfel bij 'm past. Maar dan heeft ie 'n avontuurtje met 'n Indiaanse, de dochter van 'n opperhoofd, dat met het arm zalige restje van z'n stam rondzwerft (niet meer om te skalperen, maar om, tegen betaling, vruchten te plukken), en dat avontuurtje, dat niet eens van hem is uitgegaan, heeft gevolgen. Z'n Puri teinse omgeving dwingt 'm, met behulp van boycott en ketelmuziek, tot 'n huwelik met Fawnie. En nog, niettegenstaande het onmogelik-groteske van dit huwelik, slaat ie zich door de moeilikheden heen. Tot Fawnie er vandoor gaat, met achter lating van 'n kind, dat na eenige tijd, ofschoon door Derek met toewijding verzorgd, sterft aan de stuipen. Dit zou nu 'n mooie gelegenheid voor de schrijver zijn om Derek aan Grace te helpen. Maar Fawnie komt terug, boetvaardig, en ze wordt niet ver stoten. Mazo de la Roche acht blijkbaar de theorie van het zich-uitleven verouderd, iets waar ie wel 'ns gelijk in kon hebben. De titel van z'n boek wijst ook op dit standpunt. In plaats dat Derek zijn stempel kan drukken op zijn boereplaats, gebeurt het omgekeerde. Numerous Treasure valt bij 't vorige boek af. Stille Zuidzee-Eilanden. Romantiese stranden en nog romantieser nachten. Bekoorlike dochters van die verre oorden, met gestalten als van engelen en de zielen van eekhoorns. Onbedorven jonge lingen die op deze wezens verlieven, berekenende veertigers, die op dezelve azen of loeren, dito Chinezen, die kalm d'r tijd afwachten en terwijl spinnen en Weven aan het web dat ze helpen moet. Eén figuur is werkelijk 'n karakter; en dat is VANNELLESVARINAS GOUDZEGEL 3O ets. per Pakje. Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele OOEDE SIGAREN 'n Amerikaans zendeling, lang, schraal en bekrom pen. The Noblest Frailty is 'n produkt, de schrijver van het schitterende Desolate Splendour" (zie beneden) waardig. Twee gelieven, wrede.ouders. Opgedrongen huwelik. Valse beschuldiging des edelaardigen helds. Vrijspraak, lo vivat. Mooi lettertype. A Bowl of Red Roses is beter. Mannetjesmensen zijn zwak. Ze kunnen d'r vrouw oprecht genegen zijn, en toch in de armen van onbestorven weduwen afleiding vinden. Mannetjesmensen zijn ook vaak edelaardig en Menelaos vergeeft Helena. Maar Helena-CIaire bedankt voor 't medelijden van Menelaos-Jim, en verdwijnt om zich te kunnen wijden aan d'r te verwachten zondekind. Men vraagt zich af, of na enige tijd de oude Eva niet zal losbreken, en wat voor inlichtingen Claire's kind van moeder zal ontvangen betreffende de mannen." HERDRUKKEN Desolate Splendour. By MICHAEL SADLEIR. Const. 1925. 3/6. Isn't Life Woncler/ul!" and Other stories. By GEOFFREY Moss. Const. 1925. 3,6. Toen ik bijna drie jaren geleden nummer n in de Groene besprak, voorspelde ik aan dit eigen aardig mengsel van ,,idealisme", sentimenta liteit, sexualiteit en perversiteit veel succes en 'n boel herdrukken. Het kan me niet anders dan strelen dat deze profetie van 'n broodeter is uitgekomen. De schetsen van Geoffrey Moss staan op 'n geheel ander plan. Ze spelen alle in Duitsland, en voornamelik in 't bezette gebied, waar Marokkaan en Senegalees l'esprit francais propageren, en belangstellend staan te kijken voor 't separatisten-aquarium. Geoffrey Moss, ex-ma ji.or in Britse dienst, is 'n ooggetuige. 't Verwondert me dat Hilaire Belloc 'm nog niet aan de kaak heeft gesteld als schermer van de majesteit des Galliesen haans die aan Ruhr en Rijn koning kraait en dient te kraaien. Lees de speech van de Franse generaal op blz. 137 en over tuig u van deze waarheid, en -?houd uw oog droog als gij kunt. ,,I know well the hearts of our African brothers, you who rallied in the huur of dauger to save our beloved France. But it is in that very nobility of your souls that the peril lies. The re is a danger in being too ready to forget Men zou aan karikaturen denken, indien alles niet zo precies klopte met de verslagen van G. Nijpels in 't Handelsblad. UITNEMENDE Vacantielectuur De Society Reeks Prijs geb. f2.50 per deel Ank is 'n malle door PAMELA WYNNE De held harer droomen door PAMELA WYNNE Buikje door HENRI BÉRAUD TER PERSE: Liefdespel door SL'ZANNE LENGLEN, de ongeslagen tennisspeelster UITGAVEN VAN Van Holkema en Warendorf, AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl