De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 11 juli pagina 11

11 juli 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

wo. AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Napels. Panorama IN EN OM NAPELS door Dr. N. VAN I. DER LAAN Flink warm was het nu. De mooiste uren voor de treinreis waren alweer voorbij, toen we 's middags van Rome Uit op goed geluk af Zuidwaarts spoor den. Op goed geluk af, want we moesten en zouden ook Napels zien. Maareen hotel besproken hadden we er niet. Wel had onze signora" te Rome mij een prospectus gegeven van Pension Pinto-Storey op de Piazza Amedeo. Maar of daar plaats zou zijn ? We zouden het er maar op wagen; ook wat het weer betrof. Regenjassen en -mantels, tot nu toe totaal overbodig gebleken, hadden we in Rome ge laten. Ook vandaag zag het naar regen weer aller minst uit. Onder den strakblauwen hemel lag het stoffige land te blakeren in de middagzon. Bij ieder stationnetje, waar we maar even stopten, was het een stormloop om gelati en frutti, tot de waar schuwende roep van den conducteur a carrozza" aan het oogenblik van verkoeling een eind maakte. Dan zwoegden we Weer verder. Een rascosmopoliet, Napolitaan van geboorte, filmoperateur te Londen en getrouwd met een Hollandsche vrouw, voelde zich klaarblijkelijk tot ons aangetrokken. Hij kende Holland goed, vooral Den Haag, waar hij zelfs nog een zwager had bij de Posterijen. Al blazend en puffend, in zijn hemdsmouwen gezeten, vertelde hij ons in het Fransch allerlei bijzonderheden van Napels en noemde ons de namen der vale stofstadjes, die we passeerden, verscholen in de grillige kloven der bergen. Tot eindelijk, bij Napels, II Monte" z'n dorren rug verhief, de top zich ver liezend in een waas van eeuwigen rook. Hoe heerlijk smaakte het maal in het stationsrestaurant, waar we voor het eerst den vurigen Vesuvio proefden, natuurlijk goedkoop en zoo helder, als men in ons waterland geen wijn drinkt. Dan de stad in ! Het begon met een half uur wachten op lijn 5, die ons van Piazza Garibaldi naar Piazza Amedeo zou rijden. Maar geen moment hebben we ons in dien tusschentijd verveeld. Vedi Napoli e poi muori" zegt een uittentreuren herhaald spreek woord. Het is zeker ook in zooverre juist, dat men, vanhier teruggekeerd, de gekste straattooneelen ter wereld heeft meegemaakt. Eerst passeerde op een armzalig wagentje, door drie ezels getrokken, een potsierlijk opgetaste verhuisboel, bed en bul ster achteraan slepend tot bijna rakelings op de straat, terwijl, klaarblijkelijk om het evenwicht te bewaren, zooveel mogelijk passagiers voorop ge laden waren, een bende struikroovers gelijk. Dan trok midden door het gewoel een kudde geiten voorbij. En dit gewoel op zichzelf is luidruchtig genoeg: een concert in allerlei toonaarden, in Dur en Mol, en daarbij nog in fortissimo" 1). Den bo ventoon voeren de menigte fiacres, die Napels in allerlei richtingen doorkruisen. Want een bakje" is hier het meest populaire vervoermiddel; daarin tronen vooral Napels' burgeressen, in kleurigen tooi, als vorstinnen zoo trotsch, de gestreepte parasol als baldakijn geheven. In gedempter klank volgen de vrachtwagens, soms met paard, os en ezel, in broederlijk verbond naast elkaar, bespan nen. Kalm alleen, temidden van het gewoel, zetelt in haar kraam de citroenenverkoopster. Met rhythmischen zwaai slaat ze de karwats, om tenminste eenigszins haar etenswaren tegen de zwermen vlie gen te beveiligen. Intusschen zaten we nu al in lijn 5 en reden, vlak bij de Golf langs, naar het ons opgegeven adres. Daar was geen plaats meer, maar wel in Pension du Midi, juist er tegenover, ook aan de Piazza Amedeo gelegen. Het uitzicht was prachtig, vlak er voor op een weelderigen palmentuin en daarachter op het blauwe watervlak van de Golf, met de bruine rots Capri in de verte. Eiken morgen heel vroeg al bond de melkboer zijn koe het kalfje los er naast aan een der om het plein liggende huizen vast en werden uit alle verdiepin gen de flesschen neergelaten, die straks, met kersversche melk gevuld, weer werden omhoog ge trokken. Hem volgde de fruitkoopman, die met helder schallende stem zijn komst aankondigde en zijn waar aanprees. Ook de behandeling in ons pension liet niets te wenschen over. Het eten was er best en goedkoop. Trokken we er voor een heelen dag op uit, dan kre gen we een draagbare lunch mee: brood, gehakt ballen en frutti, zóó veel, dat we het haast niet op" konden. Men zou haast zeggen : de eigenaars waren geen echte Napolitanen, Want in welk een slechten reuk staan deze menschen toch ! Onze guide bleu" bevatte zoo'n onheilspellende opsomming van waarschuwingen, dat het bijna onmogelijk leek, in Napels nog n fatsoenlijk mensch aan te treffen.... Ie voyageur devra faire ample provision de patience,car il sera obsédéet harcelé: avant tout par les cochers, puis par les officieux, guides, facchini (pakdragers), mendiants, vendeurs et vendeuses de fleurs, d'objets en corail, en"écaille, en bois, de curiosités de toutes sortes, d'allumettes, de journaux, etc., sans compter les musiciens et les joueurs de pianos mécaniques ! Il faut, a notre regret, ajouter ici une autre remarque: sans parier de la facilitéavec laquelle on peut tre volédans la rue, il y a chez certaines classes, qui sont Ie plus en contact avec les trangers, un penchant marqu a les duper, soit en surfaisant les prix, soit en refusant, par exemple, des billets de banque ou des pièces de monnaie parfaitement bonnes, soit enfin en ne les acceptant qu' avec perte". En deze faam is al oud. Merian in zijn Topographia Italiae ver klaarde 240 jaar geleden reeds, dat het spreek woord: ,,I| Regno di Neapoli un Paradiso, ma habitato da Diavoli, das Königreich Neapolis ist ein anmuthiges Paradisz, aber von Teuffeln bewohnt" een waar woord was. Het oordeel in Gregorovius' Siciliana (1853), beaamd door Hippolyt Haas, is niet veel gunstiger. En onze landgenoot Kneppelhout, de bekende klikspaan" uit het vorige-eeuwsche studentenleven, betitelt in een Fransche reisbeschrijving van Italië(1872) de stad Napels als het vaderland van leugen en kwade trouw, welks bewoners op apen gelijken. Wat nu tot deze dingen te zeggen? Het is moei lijk aan te nemen, dat zulke klachten geheel on gegrond zouden zijn. Maar dat ze schromelijk over dreven zijn is ons toch wel gebleken. Van onbe trouwbaarheid hebben we in geheel Napels niet het geringste bespeurd. Alleen op den Vesuvius hebben we Kneppelhouts ervaring gedeeld: een gids ver bond zich met ons om een collega te bedriegen. Maar daarover later ! In de stad zelf hebben wc niets dan voorkomendheid ontmoet, zelfs bij het lagere volk, dat door gemelde schrijvers het zwartst geschilderd wordt. Hebben ze zich dan wellicht Napels. Capuaansche Poort in den laatsten tijd gebeterd, uit geraaktheid over hun reputatie, of door den ijzeren dwang van Mussolini en de zijnen? Ik waag het niet in dezen te be slissen. Wel geloof ik, dat de kalme, beredeneerde volksaard der bewoners van Noordelijker streken licht botsen zal met het vurig temperament van den Napolitaan. Spontaan,tumultueus, vulkanisch, dat is hij. De smeulende hartstocht laait plots op, als de kokende lava uit het hart van den dreigen den reus, wiens kolossale gestalte het stadsbeeld beheerscht. Maar in den gewonen loop der dingen is hij goedhartig, vroolijk, onbezorgd vooral en best te hanteeren, mits men hem met niet te veel wantrouwen tegentreedt en met een zeker opti mistisch aanpassingsvermogen, waarover men op reis toch dient te kunnen beschikken. Theatraal en kinderlijk-ijdel poseert hij tot in den dood. Is niet een staatsievolle begrafenis zij het ook alles schijn vertooning ieders laatste wensch? Maar ook met het weinige weet hij vergenoegd te zijn. Met een schoteltje macaroni waarvoor hij zijn eerstgeboorterecht zou verkoopen en den lustigen schal van het klassieke volkslied Santa Lucia" slijt hij zijn dagen in luchthartige levensvreugd. Dat erkent toch ook onze Klikspaan, al is hier het staartje weer niet geheel gifvrij:.. . . ,,le Napolitain chante, se délecte, trouve la terre dotice et la vie botine et meurt comme il a vécu, saus s'inquiéter beaucoup de ce qui sera. Les gens de Naples ont la grace, la joie, la légéreté, ils n'ont pas un poids sur Ie coeuret ne se dotitent pas inême des chagrins, des dégoüts de la vie et du dégoüt qu'inspire aux autres Ie parfum qu'ils répandent". Doch van bespiegelingen reeds meer dan genoeg. Wie de f e rieke ligging van Napels volop bewonderen wil, stijge uit het overdagsche straatruinoer in den avond naar den Corso Vittorio Emanuele.Van ons pension uit ging de opwaartsche weg door een wir war van trapstraatjes, armelijk en donker. Af en toe konden we er niet meer uit wijs worden en wer den dan vriendelijk voortgeholpen door de buitens huis zittende bewoners, die hier tot laat in den nacht genieten van de verfrisschende avondkoelte. Op een draagbaar fornuis werd hier en daar nog mais gebraden, met de macaroni, het volksvoedsel in Zuid-Italië. Bijna trapten we op een geit, die in dit Arcadiëop een der treden te slapen lag. Dit alles onderdraperiet'n van drogend waschgoed door, aan over de straat gespannen lijntjes opgehangen. In openstaande zit-slaapkamers zagen we heel onbescheidenlijk de familie te bed of slaapvaardig. Maar de meesten blijven lang op en scharen zich om buiten gezette tafels, waar de beperkte straatruimte dit toelaat. Zoo klommen en klom men wc steeds. Tot eindelijk boven, op den Corso, een uitzicht ons verraste, dat zijn wederga wellicht nergens anders ter wereld vinden zal. Op den voor grond beneden klompte de enorme huizenmassa van Napels, grauw, eentonig; daartusschen en straks daarboven naderde een verlicht funiculairtje. Maar verder, tot waar ze zich in het weekblauw van den nachtelijken hemel verloor, tintelde in het zilveren maanlicht de Golf, door een rand van ontelbare lichtjes omzoomd. Donker slechts plekten in dien toóverschijn de scheepjes, uit op een avond gita". Heel hoog klom zuidelijk een lichtende lijn: het bergtreintje naar den top van den Vesuvius. En diep uit de stad, die langzaam, noode slapen ging, klonken verwijderde tonen van zang en muziek. Al wandelend waren we geheel uit den koer? ge raakt. Een tram, die nog laat liet was over twaalven nu naar de remise reed, bracht ons in de buurt van ons tehuis, waar het ons aan geen hulp van burgers ontbrak om het rechte spoor te vinden. We hadden onzen heerlijksten avond te Napels achter den rug. Napels. Piazza Amedeo en_Pension du Midi 1) Hippolyt Haas, Neapel, seine Umgebung und Sizilien, bl. 94.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl