De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 11 juli pagina 3

11 juli 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2509 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND FRANKRIJK IN MAROKKO Teekening voor df Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek DE MAROKIJNLEEREN SCHOENTJES KNELLEN HET EURASIÏSME EN PAN-AZI door CAROLINA EITJE In een artikel, getiteld de Eurasiërs", versche nen in de Groene Amsterdammer" van 30 Mei 1.1., vertelt Boris Raptschinsky het een en ander over een nieuwe cultureele strooming in Rusland, die hij met den naam Eurasiïsme betitelt. Ds kern van de leer der Eurasiërs schijnt te zijn, het loochenen van de mogelijkheid eener algemeene menschelijke beschaving. Zij erkennen slechts het bestaan van nationale beschavingen, die echter in twee groote groepen te scheiden zijn: de Aziatische en de Europeesche cultuur. Tusschen deze beschavingen, zoo leert het Eurasiïsme is, daar zij gebaseerd zijn op geheel verschillende waarden, geen verzoening mogelijk: lijnrecht staan zij tegenover elkaar! Rusland wordt door de Eurasiërs gezien als het gebied, dat door zijn ligging ertoe voorbeschikt is om telkens weer de kampplaats te zijn, waar de botsing der, twee cultuurwerelden zich afspeelt. De overwinning van den Aziatischen geest achten zij op den duur onvermijdelijk, daar deze godsdiens tig bepaald is, en dus hooger staat dan de op inaterieële waarden berustende Europeesche cultuur. Deze korte samenvatting moge dienen als in leiding tot de bespreking van een merkwaardig boek, dat met een geheel andere tendenz, feitelijk dezelfde theorieën verkondigt. Het boek heet Die Pforte des Ostens", de schrijver is Eugen Hoeflich, het is verschenen in 1923 bij het Benjamin HarzVerlag te Weenen en Berlijn. D^ overeenkomst tusschen de daarin verkondigde denkbeelden en die der Eurasiërs is onmiskenbaar. Toch is deze Eugen Hoeflich geen Rus, maar een Jood uit Oostenrijk, een man bezield door een hartstochte lijke liefde voor het oude Joodsche land en voor zijn volk, een zoeker, die meent een oplossing te hebben gevonden voor het moeilijke Joodsche probleem. Even scherp als dit de Eurasiërs doen, trekt ook hij de scheiding tusschen de Westersche wereld en Azië. Steeds weer waarschuwt hij er voor om met Europeesche methoden en met de machtsmiddelen van het Westen in het Heilige Land een nieuw Joodsch rijk op te bouwen. Ein kümmerliches verkümmertes Baumchen kann dort nur stehen, wo die grosze Palme jüdischen Stammes neu ergrünen soll, Wenn nicht alle Steine des Westens aus dem Bereich seiner Wurzel entfernt sind". (blz. 31). Inderdaad, zoo moet wel een man spre ken, die den geest van Aziëop de volgende wijze omschrijft: der Oriënt ist anch heute noch einc Matèrialisation des religiösen Gefühls groszer schwer bewegücher Volksmassen...." (blz. 66). En die daar tegenover het Westen typeert als: das Heidentum, das sich in der technischen berlegenheit des Westens manifestiert" (blz. 73). Geen wonder ook, dat de schrijver met zUlk een kijk op de Europeesche beschaving, de resultaten van het contact der beide geesteswerelden met de zwartste kleuren schildert. Die Geschichte Asiens im letzten Jahrhundert ist bestimmt von dem tech nischen Aufschwung Europas die Geschichte dieser Epoche ist die tragische Geschichte der berwaltigung des menschlichen Herzens duren den in die Machina* projizjerten Fuchsverstand des Okzidentalen...." (blz. 72). Hij droomt dan ook van de vrijwording van zijn eigen volk en van Aziëuit de overheersching van Europa; beide pro blemen zijn voor hem slechts twee kanten van een groot wereld-historisch gebeuren. Hoe denkt Hoeflich zich nu de oplossing? Hij meent haar te hebben gevonden in de tooverformule: Pan-Aziëf Laten, zoo redeneert hij, laten in de allereerste plaats Jood en Arabier ais broeders samenleven op den heiligen bodem van Palestina. Maar laat deze broederbond zich ook verder uitbreiden over alle volkeren van het groote Azië; zoodat als de tijden rijp zullen zijn, heel het geweldige Oosten met zijn heerlijke geestelijke waarden in gesloten broederlijkheid, zich vermag te plaatsen tegenover Europa en zijn cultuur. Dan eerst zal de geest over de materie kunnen zegevieren ! Eerst dan zal be slecht worden der Kampf der Profitmachine 1) gogen den Geist...." (blz. 83). De beschouwingen van Hoeflich over de rol, die Palestina in de toekomstige regeneratie van Aziëzal spelen, vertoonen weer dezelfde opmerke lijke overeenkomst met de theorieën der Eura siërs. Voor deze groep is, zooals reeds gezegd, het Heilige Rusland de kampplaats der beide cultuur"werelden, zij hopen dat ten slotte hun land de voorpost za! zijn van den triumfeerenden Aziati schen geest. Evenzoo deze Jood; ook hij ziet zijn eigen kleine land als het toekomstig tournooiveïd van den strijd der ideeën, en is de beslissing ge vallen, dan wil hij Palestina maken tot den voor vechter der Pan-Aziatische gedachte; op den heiligen bodem van dit oeroude land zal helder die heilige Flamme" stralen. De kritiek van den heer Raptschinsky op de ideeënwereld der Eurasiërs is voor een deel ook geldig voor de leerstellingen van Hoeflich. Dj problemen worden door hem vaak veel te een voudig gesteld; zoo is b.v. de leuze Pan-Azi schoon en verlokkend, maar een nuchterder kijk op de zaken doet de vraag opkomen, waar is die schoone nheid te vinden? En toch hoe groot ook de bezwaren kunnen zijn tegen het boek van Hoeflich?het is o.a. slecht en slordig geschreven --het vermag te boeien en tot op een zekere hoogte zelfs te overtuigen. Want ten siotte formuleert hij gevoelens en gedachten, die zeker voor de Joden, vreemdelingen temidden der Westersche volkeren, een bekenden klank hebben. Zijn zij als het ware niet zelf het bewijs van deze theorieën, voelen zij niet dagelijks aan den lijve het conflict tusschen Oost en West? Trouwens, als in onzen tijd een groep Russen dergelijke opvattingen tot een sys teem hebben gevormd, wanneer een Oosterling als Hoeflich zijn boek Die Pforte des Ostens" schrijft, is dat slechts een bewijs te meer, dat het Oosten ontwaakt en zich van zijn eigen essentiëele waarde bewust begint te worden. En waar deze bewustwording plaats vindt, moet ook het gevoel van tegenstelling ontstaan, daarover make men zich geen illusie. Immers, oeroud is het conflict tusschen Westen en Oosten, het is van alle tijden geweest en heeft zich in alle vormen gekleed, maar HET adres voor prima PARKETVLOEREN tegen sterk concurreerende prijzen is FRED.MEIJER, Amsterdam v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 ? 8ev. 1908 tot een oplossing is het nooit gekomen; zelfs niet toen Europa Aziëhad overwonnen. Want hoe sterk ook de uiterlijke heerschappij mocht zijn, de geest van Aziëwas voor den overwinnaar niet te vatten, laat staan om te vormen of te vernieti gen. Daarom kan het ook zoo weinig baten dit probleem met wapengeweld of met politieke midde len te willen behandelen. Moet niet iedere koloniale mogendheid op den duur tot haar schade en vaak ook tot haar schande erkennen, dat de volkerenmassa van het Oosten wel onder de knie te houden is, maar nooit gebracht kan worden tot het aan vaarden van den Westerschen kijk op het leven en de levensverhoudingen? Bij den besten wil aan beide kanten blijft er toch altijd een vreemdheid bestaan, een gevoel van niet kunnen begrijpen en waardeeren. En in tijden van spanning en opwin ding wordt die onmacht tot achterdocht, die ge makkelijk kan uitgroeien tot wilden haat. Dan spreekt Europa vol onrust van politieke en economische oorzaken, die achter dit alles ge zocht moeten worden, (zoo is heden ten dage Moskou de bron van alle kwaad), maar hoe zelden is men zich ervan bewust, dat in laatste instantie de font schuilt in het over het hoofd zien van de oude historische waarheid, eens door R. Kipling zoo aardig geformuleerd in het bekende: East is East and West is West" And never the twain shall meet". EEN AFFICHE VOOR DE HISTO RISCHE TENTOONSTELLING door J. D. V o s K u i L Ter aankondiging der historische tentoonstelling te Amsterdam, heeft Huib Luns een affiche, dat bij de firma Senefelder gedrukt werd, ontworpen en gelithographeerd. Het aantrekkelijke van deze plaat is wel het lichte kleurenspel rondom de ornamenten, waar door het geheel, ten minste wat kleur betreft, een aangcnamcn indruk maakt. Duidelijk steken de roodbruine letters hiertegen af, zoodat de op schriften van een flinken afstand al goed te lezen zijn. Maar toch is Luns in dit biljet niet zuiver deco ratief gebleven, want de beide figuren op den voor grond brengen diepte" in het tafreel, omdat ze te veel een perspectivisch karakter dragen. Zij sluiten zich niet aan bij het ornament en verbreken daar door de compositie. Bovendien vertellen ze ons niet veel bijzonders, want zij bezitten heel weinig expressie en hebben, zonder een zekere schoonheid van gebaar, vorm of houding, den rug naar ons toegekeerd. Deze weinig zeggende voorstelling geeft aan het geheel een botheid, welke voort durend hinderen blijft. Ook de letters onderaan de plaat, welke in hun eenvoud niet onaardig van vorm zijn, vertoonen toch door de slechte plaat sing weinig verband niet de versiering. Als een contrölemerk zijn zij onovcrwogen op de ruggen van de beide gestalten gedrukt, waardoor het geheel nog onrustiger van conceptie geworden is. Juister van vormgeving lijkt mij het woord Amsterdam" boven aan het biljet, dat in het ornament verwerkt werd, al zijn hiervan de letters evenals het lijnenspel daaromheen wat te veel gekruld". In dezen geest werd al zooveel gemaakt en hoewel het knap gedaan is, hebben we er eigenlijk allang genoeg" van. Vraagt steeds VAN OUDS HET BESTE MERK l)!Eugen Hoeflich toont zich in ,,die Pforte des Ostens" een fel vijand van het kapitalistische systeem. Ook in dit opzicht is zijn boek merk waardig, omdat het den Europeaan leert langs welke wegen en idealen de propaganda van Mos kou vat op het Oosten vermag te krijgen. FONGERS 1925 GULDEN Eigen filialen AMSTERDAM, Nassauk. 500; ROTTERDAM, KipstraatSl; 's-GRAVENHAGE, Spui 45 en Schuitstr. 121; UTRECHT, Oude Gracht 214; ARNHEM, LEIDEN, MIDDELBURG, GRONINGEN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl