De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 11 juli pagina 4

11 juli 1925 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2509 INDISCHE ARBEIDERS door M. A. J. K E L L i N o. DEMISSIONAIR? Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan I. DE JAVANEN. ,,De toeneming van beschaving en ontwikkeling, en de daarmede gepaard gaande ontwaking van het krachtsbesef bij de onafhankelijke volken van het Oosten, aan den anderen kant tengevolge van expantiedrang bij de Westersche volken, maakt het bezit van koloniën het v°or eiken Staat meer en meer noodzakelijk voortdurend ernstige aandacht te wijden aan alle koloniale vraagstukken." J. B. van H e u t z, Oud Oouv. Generaal van Ned -Indië. Het is eigenlijk een gewaagde onderneming om over arbeiders in Indiëte schrijven. Niet alleen, omdat er reeds zooveel en zoo dikwijls over ge schreven is, maar ook, omdat wij hier eigenlijk niet het begrip arbeider," zooals in Europa, kennen. Het Europeesche begrip arbeider" kan niet worden vervangen door dat van koelie," en omgekeerd: een koelie" is geen arbeider" volgens onze terminologie. Misschien had ik daarom beter gedaan het opschrift te doen luiden: Over werkkrachten in Indië", maar dan sluit ik er automatisch de blanken óók bij in, en dat is niet de bedoeling. Afgezien evenwel van dit begripsverschil, is er nog een ander en veel grooter bezwaar om over Indische arbeiders" als n algemeen begrip te schrijven: het verschil in type van de veelsoor tige Indische arbeiders. Behalve in de groote Europeesche havensteden, waar men doorgaans ook enkele uitheemsche arbeiders aantreft, heeft men in Holland met Hollandsche, in Engeland met Britsche,in Duitschland met Duitsche, enz. arbeiders als n geheel te doen. Hier in Indiëheeft men een hetero gene massa, bestaande Uit de uiteenloopendste rassen. Naast Javanen en Madoereezen werken hier Alfoeren en Papoea's, Minangkabouwers en Bataks, Dajaks, Sangireezen en Atjehers, Britsen* Indiërs en Chineezen. Wil men dus over de ar beiders in Indiëspreken in een beknopt artikel als het onderhavige, dan moet men zich tot enkele groepen beperken en dan nog voor een zeker onderdeel van ons bedrijfsleven. Ditmaal wil ik mij daarom slechts bepalen tot de voor onze groote cultures belangrijkste werkkrachten: de Javanen en de Chineezen. In de eerste plaats voor de ondernemingen op Deli. De Inlandsche werkkrachten voor Deli komen hoofdzakelijk uit Midden- en Oost-Java. Wie eens een autotocht door deze deelen van Java heeft ?gemaakt en daar met eigen oogen de armoede, het voedselgebrek, de vervuiling en de ziekten heeft aanschouwd, dien behoeft het niet te ver wonderen, dat juist uit deze streken de bewoners gaarne elders een beter lot zoeken. Geen ondernemingsgeest, geen zucht naar rijk dom of avontuur, drijft deze menschen uit hunne kampongs en van hun geboortegrond naar elders, slechts armoede en gebrek, harde noodzaak en lijfsbehoud brengt hen er toe in nieuwe gebiedsdeelen een beter heenkomen te zoeken. Doch waarom gaan deze lieden dan niet naar andere deelen van Insulinde? Waarom juist naar Deli, en niet naar Java's groote steden, havenplaatsen en andere arbeidscentra? Eenvoudig omdat de weg naar Sumatra's Oostkust voor den armen Javaan door den wervingsdienst gemak kelijker'is gebaand, dan de weg naar arbeidscentra op Java. En waar landbouwondernemingen op Java in volkrijke buurten laten werven, daar worden ze, dank zij het ontbreken van een con tract, voor duizenden bedrogen, zoowel door de wervers als door de geworvenen, terwijl minstens 50 procent van de aangeworven arbeiders binnen een maand, enkel uit ongedurigheid, weer ver dwijnt. Dat is de opvoedende kracht, die voor den Javaan van een contract met dwang uitgaat; en men moge alles doen om den duur ervan te beperken, om het loon te verhoogen, den arbeids tijd te bekorten en hem, kortom, het leven zoo aangenaam mogelijk maken, maar liet contract zelf blijf ik beschouwen als een factor ten goede in de ontwikkeling van den Indischen arbeider." In dit verband moet het daarom tot voldoening stemmen, dat van Regeeringswege de afschaffing der Poenale Sanctie pp de werkovereenkomsten tot in verre toekomst is uitgesteld. Ook in Nederland is dit door de directies der cultuurmaatschappijen met groote voldoening vernomen. De veranderde zienswijze der Regee ring js in die kringen met waardeering begroet. Eens buiten zijn land geweest, is de Javaan spoedig zijn gemeenschap ontwend. Hij kan er niet meer aarden. Eenerzijds, omdat hij het bui ten vrijer en royaler gewend is geweest, anderzijds om dezelfde redenen, die den geëmigreerden Westerling veranderen. Hoe vele Nederlanders voelen zich zelfs na een kort verblijf in Indi feitelijk niet meer thuis in Holland? MINISTER RUYS: NIÉT WAAK JE KUNT NOOIT WETEN! MUZIEKHANDEL Violen ? Snaren Daarbij komt, dat men het in de geboorte-dessa l LJ f? A H R den van Deli teruggekeerden niet bijzonder naar den zin maakt. Ieder aast op hun geld, van de naaste familie tot het kampongshoofd, die allen trachten iets van de zuur verdiende penningen te krijgen, en heel dikwijls worden de Javanen, die terugkeerden naar den klapperboom, die hen als kinderen aan hun voet zag spelen," den eersten nacht den besten van hun met moeite verdiende spaargelden beroofd. En zoo spoedig mogelijk gaan zij dan maar weer naar den werver Achter stutrecht Tel 443 'Q ? O | Heeft Kromo" zich door een of ander koelie werver laten inschrijven, dan gaan ze en masse" naar de verzamelplaatsen in de groote havenplaatsen: de koeliedepóts. Kort voor mijn jongste vertrek naar Nederland had ik het voorrecht het nieuwste koeliedepöt te Meester-Cornelis bij Batavia te bezichtigen. Deze ? inrichting van het A. D. E. K. (Algemeen Delisch Emigratie Kantoor) is niets meer of minder dan een paleis, vergeleken bij de vroegere inrichting. De verschillende gebouwen zijn opgericht op een zeer groot en hoog gelegen terrein, waar de ver schillende verblijven in hoefijzervorm zijn opge steld, waar een centrale keuken voor duizenden kan koken, waar een open loods is ingericht voor bioscoop en wajang, om de menschen in afwachting van de bootgelegenheid bezig te houden, waar badkamers en gemakken overvloedig van water zijn voorzien, en waar aan den breeden hoofdin gang de bureaux voor de administratie, de keuring, het teekenen der o vereenkomsten enz. te vinden zijn. Het is juist gezien van de Deli-planters, dat zij het geld bijeenbrachten voor een zoo uitstekende huisvesting van hun toekomstig arbeidsleger. Daarbij sluit aan een verblijf te Priok, waar de menschen, beschut tegen zon en regen, hun boot kunnen afwachten, en eveneens de aanstelling van vaste geneesheeren voor de werving, die nauw lettend hebben toe te zien, dat slechts krachtige, voor den arbeid geschikte menschen naar buiten gaan. Dat er geen bedrogenen tusschen door loopen, tracht de eigen werving te voorkomen, terwijl de arbeidsinspectie daaraan door haar bemiddeling krachtig meehelpt. Volgens het laatste in mijn bezit zijnde jaarver slag der Algemeene Vereeniging van Rubberplan ters ter Oostkust van Sumatra, de A. V. R. O. S., vertrokken dat jaar door bemiddeling van het A. D. E. K- 7771 emigranten van Java, waarvan er 4782 voor Deli bestemd waren. Bovendien werden half Juli 1922 950 emigranten, met de hen vergezellende vrouwen en kinderen, in totaal 1200 personen, naar Suriname uitgezonden. Waar de bezuiniging in het A. D. E. K.-bedrijf zoover was doorgevoerd, dat met een minimum van 400 aan te werven arbeiders juist in de exploitatiekosten kon worden voorzien, viel het verslagjaar voor het A. D. E. K- met het hiervoren genoemde totaal emigranten mede, en het A. D. E. K.-bestuur kon op grond daarvan overgaan tot het verlagen der werfkosten. Be droegen deze bij den aanvang van liet verslagjaar nog / 130,?, op l Januari 1923 konden zij op / 127,50 gebracht worden en de toenemende vraag naar werkvolk maakt het zeer waarschijnlijk, dat dit cijfer binnen niet te langen tijd wederom ver laagd zal kunnen worden. Al is een stijgende lijn in de werving thans merkbaar, een factor van beteekenis daarin is, dat alle aanvragen zich nog uitsluitend beperken tot voorziening in de oogenblikkelijke behoeften aan werkvolk en er van aanvragen ter uitvoering op langeren termijn, (welke zouden kunnen wijzen op uitbreiding van aanplant) geen sprake is. Dit is niet alleen een aanwijzing hoe precair men de toekomst nog voor zich ziet, doch tevens wordt hierdoor de grondslag onthouden aan een her stelling van de oorspronkelijke A. D. E. K.-organisatie, wier personeel wegens de malaise tot het uiterste werd ingekrompen. Het is overduidelijk, dat de planters ter Oost kust, vooral voor wat de leidende personen be treft, alles doen, om de werving in goede banen te leiden. Uit een economisch oogpunt beschouwd is dit de eenige manier om in de toekomst goede re sultaten te kunnen verwachten. Hoeveel kosten evenwel reeds aan den koelie op deze manier zijn besteed, vóórdat zij ter Sumatra's Oostkust aan komen, kan men zich gemakkelijk indenken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl