Historisch Archief 1877-1940
No. 2511
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
DE STRIJD OM DEN DAVIS-CUP
Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door B. van Vlijmen
BOROTRA
BRUGNON
LACOSTE
Ghesoln 1 ecLeziis des "V
TWAALFDE ZANG, II
LcLerlsncLe
HET OOSTENRIJKSCHE Huis, PHILIPS ONDER VOOGDIJSCHAP VAN
MAXIMILIAAN MAXIMILIAAN GEVANGEN TE BRUGGE DE
JONKER FRANSEN-OORLOG HETKAAS-EN-BROODSPEL ALBRECHT
VAN SAKSEN JAN VAN SCHAFFELAAR.
Wie Curtius van Rome noem',
Oeev' Schaffelaar den lof,
Wiens meerder deugd, met minder roem,
Den Romer overtrof.
TOLLENS
Nu volgt er weer een tijd van veet' en van partijschap,
De donkre jaren van Maximiljaan's voogdijschap,
Hij was tot voogd benoemd, tot voogd ende momboor"
Van Philips en Margreet, zijn minderjarig oir.
Hij wenscht' in 't voetspoor der Bourgondiërs te treden,
En werd met felheid door de Vlamingen bestreden.
De Gentenaren hielden beide spruiten vast,
En vaderlief kwam bij de Bruggenaars te gast;
Hij toog de vesting in met groot gevolg en vendel,
En na twee dagen zat hij achter slot en grendel.
Zijn kerker was de winkel van een kruidenier,
Daar kreeg hij volop krenten, koffie, koek en bier.
Niet lang had hij goddank dien groven smaad te lijden:
De keizer kwa,m zijn zoon na korten tijd bevrijden.
Nu ziet hij 't middel om zijn vijand te verslaan:
Hij blaast het smeulend vuur der burgertwisten aan.
De Kabiljauwschen overlaadt hij met zijn gunsten,
De Hoekschen prikkelt hij door duistre staatsmanskunsten,
Zoo staat dan, als weleer, ons lieve vaderland
Door Maximiliaan's gestook in vollen brand.
Wat zal 'k dien broederkrijg in schelle kleuren malen?
'k Zou 't droef relaas van vroegre zangen slechts herhalen,
Hoe in dien donkren tijd het volk het volk bestreed,
Als in den krijg, die Jonker Fransen-oorlog" heet,
Toen Frans van Brederode, 't hoofd der Hoeksche kaste,
Zoowaar de goede stad van Rotterdam verraste
Die hem perslot gelukkig mores heeft geleerd.
Daar heet de Jonkerfransstraat naar niet omgekeerd.
Dit, en nog heel wat meer heeft Max op zijn geweten,
Zoo ook de strijd, die Kaas n Brood-spel" wordt geheeten.
Te Alkmaar, waar hij 't volk tot wanhoop had gebracht,
Door lasten, opgelegd met misbruik van zijn macht,
Kwam Kennemer, Westfries en Waterlander samen,
Waarna zij woeste plundertochten ondernamen;
Zij hingen om hun halzen hompen kaas en brood
'k Vin 't zonde van de kaas. En dat in tijd van nood!
Zoo trok het grauw al moordend, brandend door de dorpen.
Albrecht van Saksen heeft hen eindlijk onderworpen.
Die Albrecht was een baas! Een zeldzaam generaal,
Want zelfs de vrije Fries" ging voor hem aan den haal!
De Friezen hadden, naar men weet, sinds vele eeuwen
Gevochten tegen Holland's heerschappij, als leeuwen,
De gansche wereld had dat dapp're volk verbaasd,
Vrij als de wilde wind, die van de wolken blaast".
Dat wonderstoere ras van stinsen en van terpen
Kon Noorman, noch de Groote Karel onderwerpen,
Nu koos het, als een zelfmoord eigen land-verraad
Albrecht van Saksen tot hun heer erfpotestaat"!
?
Nog rest mij slechts het tragisch levenslot te melden
Van Jan van Schakelaar, den vorst van Neerland's helden.
De Hoekschen, die men naar het Sticht verdreven had,
Bestookten Bisschop David, in de bisschopsstad;
De veldheer, dien de kerkvorst 't beste kon vertrouwen^
Was, Jan van Schaffelaar, de trots der Kabiljauwen.
Hij neemt met twintig man den schans van Barneveld;
Thans vangt het treurspel aan van Schaffelaar, den held:
De Hoeksche overmacht belegert slot en toren,
Verlangt een wreeden wraak, wil van geen vrede hooren,
En eischt en wie het leest, ijst ook, maar met een ij
Dat Jan van Schaffelaar het gruwzaam offer zij!
Werpt hem den toren af, dan zullen wij u sparen!"
Zoo roept men van omlaag met dreigende gebaren.
Het wakk're krijgsvolk schrikt, en wenkt onthutst van neen,
Ziet, daar verschijnt van Schaffelaar ten trans, alleen;
Indien ik 't lijf behoud, zoo zult gij 't leven derven,"
Zoo spreekt hij kalm en luid, dies zal ik voor u sterven."
Hij tikt nog aan zijn helm, als militair saluut ....
Toen sprong hij naar beneden, zonder parachute.
CHARIVARIUS
CHARIVARIA
Vuilverbranding of vuilbemesting?" vraagt
de N. R. C. Liefst verbranden, dunkt ons, des
noods weggooien, maar zeker niet bemesten.
Ds. Lingbeek werd 5 Febr. 1867 te Sloten bij
Amsterdam geboren," schrijft de Tel., maar wij
achten het verregaand paganistisch van het
blad dit te plaatsen onder het hoofd Verkeers
ongevallen."
AANEENLIJMSELS
De Wijnkoop-leiding." (Comm. Arb.)
De Artis-Directeur." (O. E. T.)
Napoleon-brieven." (Vad.)
DE FNAFFfRS EN DE FNUITERS
Fnaf het begin der schepping."(Tel.)
Zij worden fnaf Davos aangevoerd." (H. P.-)
Aanvullig fnuit Wageningen." (N. K. C.)
Fnuit de danszaal drong de muziek tot ons door.'
(Tel.)
Deze bloem was fnuit Turkije naar Europa gekomen."
(N. K. Ct.)
Fnuit het oogpunt van kunst." (O. E. T.)
Deze havens zijn zoowel fnuit de zee als fnaf den
Rijn te bereiken." (Ec. St. Ber.)
MEIMAAKS: LS
Deze wapenrok heeft het meegemaakt, dat de Koningin
een traan niet kon onderdrukken." (Gr.)
Hij heeft den technischen vooruitgang van de
kunstzijdevezel meegemaakt." (Ec. St. Ber.)
Wij hebben wel eens in Roomsche streken kermissen
meegemaakt." (N. K. C.)
Ik heb het aankomen van kindertreinen zoowel in
Holland als in Oostenrijk meegemaakt." (H. D.)
NAARVORENBRENGSELS
Deze beslissing heeft duidelijk naar voren gebracht,
hoe weinig begrijpelijk dit begrip is geworden."
(Ec. St. Ber.)
Thans wil men het nobele in het handwerk weer naar
voren brengen." (U. D.)
Mr. Aalberse brengt de katholieke opposanten naar
voren uit een tijd, toen van alle zijden andere inzichten
naar voren traden." (Mr. Pockema, Minister Aalberse)
HET JUISTE WOORD OP DE JUISTE PLAATS
,,De beide oude huizen, waar eerlang Scheveningsche
reeders woonden, lagen nu tegen den grond."
(De Courant)
De koersen waren voorbijgaand teruggegaan." (Hbl.)
Dat moet men dringend hopen." (Tel.)
CORRESPONDENTIE
K. te R. Op bl. 5 van de Groene van 11 Juli
in het artikel van den heer Treub vind ik iets
van een pauw ,,qui fait Ie rond." Bedoeld is
vermoedelijk qui fait la roue." Misschien is
dit iets voor uw rubriek.
Antw. Helaas, ja. Ik denk echter dat Treub
het Wel goed geschreven, maar de zetter ver
keerd gelezen heeft. Mijn schuld is 't ook. Ik
had het voor 't afdrukken moeten verbeteren,
want, ik ken den term heel goed, zie mijn werkje
,.Je vois tont," uitg. H. D. Tjeenk Willink en
Zn Haarlem. (Gratis adv.)