Historisch Archief 1877-1940
6
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2511
Met
LISSONE
BEIEREN . . . 4AUG.
naar BERNER OBERLANO s AUG
ARDENNEN 10 en 17 AUG.
Zeereis par PATfllA" 22 AUG
LOJRDESenBIARRI7Z25AUG.
ROME en NAPELS 8 SEPT.
Inlichtingen ea Prcspecti:
PEEK& CLOPPENBURG
BIJKOMSTIGHEDEtf
door ANNIE SALOMONS
» CLXXXI
Dit zijn de tien leege dagen, waarin we nergens
aanleggen zullen, maar zoo maar recht door blijven
varen door den wijden Indischen oceaan. Soms
zien we een olienoot in de verte en gisteravond
opeens, fantastisch, een verlicht schip. Eiken
middag is er de emotie van de zon, die
ondergaat,rijk-rood, tusschen lilas rozige wolken, eiken avond
de vreugde van de maan, waar we regelrecht op af
te stevenen schijnen. Maar hij ligt nog heelemaal
plat, hij heeft nog niet een klein beetje willen kante
len, om in zijn .Europeeschen stand te komen, en
Orion hangt ook nog raar geveld aan den hemel;
's nachts zie ik hem door mijn raam, en droom,
hoe ik hem eens Weer trotsch, zal zien pralen,
boven den buitenweg in Scheveningen. En dan
zijn er de ijle, zeilende wolken, die tegen ons schip
invaren, doorzond en grillig van vorm, en ver, ver
beneden ons de zee; verlokkend en
onbetrouwbaarlieflijk met haar diep blauwe tint en sierlijk
coquette kuifjes.
Van ochtend kwamen we een heele school
bruinvisschen achterop; ze hipten geanimeerd door het
zonnige water, en haastten zich uitbundig; het was
een fleurig gezicht, maar ik houd het voor doodelijk
vermoeiend- zoo den Indischen oceaan te moeten
afhuppelen. Ik moest Weer aan hen denken, toen
ik de kinderen in het zwembassin zag: de helft
van het kuildek is met zeilen afgeschut en loopt
eiken ochtend vol water, en al het jonge goed ver
toont hetzelfde onoeconomische krachtsverbruik,
als de vroolijke gedierten in het Wemelende licht.
Soms schieten de vliegende visschen voorbij; als
ik mezelf niet goed Wakker schud, denk ik altijd
weer: zwaluwen, die vlak langs het water schieten,
en dan komt de vriendelijke grootmoeder van de
kleine zeemeermin me in de gedachte, die over
vogels" sprahj als over de visschen in de lucht,
die in de boomen zitten en kwinkeleeren O,
eigenlijk moesten we nog maar heel lang zoo stil
letjes blijven doorvaren; je hebt nu eindelijk eens
tijd, om te denken aan boeken, die je lang geleden
hebt gelezen; aan menschen, die je in je jeugd hebt
ontmoet
Maar nu zijn de feesten weer niet van de lucht:
de kinderfeesten met zakloopen en aardappe Irapen
en koekhappen, de gropte-menschen-feesten met
scheeren, en dansende-sigaret-aansteken en boeg
spriet-gevechten. En de kapitein heeft het zoo
gearrangeerd, dat we twee keer een groote
mailboot van eigen of bevriende lijn passeeren; we
varen zoo vlak langs elkaar, dat we de gezichten
vaag kunnen onderscheiden en het gejuich van de
beide schepen slaat samen tot n machtigen toon.
Er is iets wonderlijk aangrijpends in het zien van
zoö'n sierlijke, nobele boot, volgeladen met jonge
menschen, waarvan ieder op zichzelf een wereld
van vreugd en zorg beteekent. En het ijle gejuich
heeft iets van een gebed.
Dan komen weer de stille uren, als ik op een
hoek van het dek over mijn papier gebogen zit;
maar het is niet de stilte van de besloten studeer
kamer; het is de doorzongen stilte: de wind, de
machines, de golven; je weet voortdurend, dat de
wereld wijd en mooi is, en dat je zelf, zelfs in je
allerbeste oogenblikken, maar een onnoozel
atoompje bent. Aan den anderen kant van het dek wordt
gedanst; soms fladdert een los vlokje muziek over,
of een paar menschen, aan de feestvreugde ont
snapt, komen langs me wandelen; ik behoef niet
op te zien, om te Weten, wie het zijn; ik ken de
fijne voetjes in hooggehakte schoentjes van het
vrouwtje, als Salome zoo lenig en slank; ik ken den
zorgeloozen stap van het heel jonge meisje en het
'Suffende loopen van de Nieuw-Zeelandsche missen
op hun schoenen zonder hakken, zóó ongracieus
als alleen koloniale Engelschen zich veroorloven...
En ik moet even denken, als al die welbekende
voeten langs mij gaan, dat, over een paar dagen,
ik hun gangen niet meer za4 kunnen volgen; dat
ze dan allen hun eigen kant zullen zijn gegaan,
ver van dit schip, waar we gedurende eenige weken
familie" hebben gespeeld.
Van ochtend ben ik in de binnenste binnen
kamers van deze enorme huishouding
meegeno? men. Wij vinden elk uur van den dag onzen
overvloedigen disch bereid, maar wat er bij te pas komt,
om zes honderd menschen op verschillende wijzen
maar allen rijkelijk te voeden, ben ik van ochtend
pas gaan vermoeden. Dat begon al onmiddellijk
met een electrische eierkokerij; men stelt het
machinetje op het cijfer, dat het aantal minuten
aangeeft, dat men zijn ei gekookt wenscht te
hebben; en op het juiste oogenblik wipt het bakje
uit het kokende water; dat ging door met machi
naal borden wasschen, machinaal aardappelen
schillen, machinaal brood kneden, machinaal
vleesth hakken, puree maken en koffie en thee
zetten. We zagen de enorme bakoven,waartaartjes,
koekjes, cakes en krentenbrood uit te voorschijn
werden getooverd; we zagen kamers vol wijnen
en liqueüren, zakken met zout en met suiker;
rekken vol jams en pickles, en blikken biscuits,
tot We opeens uit de tropische hitte in de
koelkamer stonden, waar de groenten en de appels
werden bewaard. Het was een wonderlijke sensatie,
om na zooveel maanden van nooit-niet-warm",
opeens het nulpunt te beleven, en het werd nog
onbegrijpelijker, toen een andere deur open ging,
Waarachter de visschen stijf bevroren hingen en de
varkens volkomen versteend leken.
Zeven graden onder nul", zei de restaurateur
glorieus, maar wij huiverden opeens in onze dunne
kleeren, alsof we zóó in Siberiëwaren beland, en
we klommen ijlings naar de brug, waar de kapitein,
de ideale gastheer, onzen moed om de kou te
trotseeren met een glas champagne beloonde. We staar
den over de lieve, blauwe zee, waar de zonneschijn
karteltjes op brandde, we hoorden, hoe de bel
voor de lunch in de tweede klas luidruchtig werd
geluid, en we verbaasden ons nog eens, omdat we
nu wisten, dat onder dit drukke, af leidende, ge
makkelijke, zichtbare leven, die heele onderwereld
bestond, van machines met stokers en keukens
met koks, en ijskoude koelkamers, a! die verbor
gen werkers, die, onopgemerkt, onze veiligheid,
ons voedsel en onze genoegens verzekerden.
SCHILDERKUNSTKRONIEK
HERDENKINGSTENTOONSTEL
LING FRANS DEUTMAN BIJ
BUFFA.
In memoriam" staat er bo
ven het portret dat de
uitnoodiging siert. Als een herden
kingstentoonstelling iets anders
is dan een eeretentoonstelling
en dat moet wel zoo zijn dan
kan men met deze
Deutmanexpositie vrede hebben. Zij
herinnert aan het bestaan van
den schilder Frans Deutman
die den zevenden Juli 1915
stierf. Eenige geëxposeerde
schilderijen doen zelfs het ver
scheiden van den schilder be
treuren, maar weemoedig is
toch niet de qualificatie die den
indruk van deze tentoonstelling
benadert ,,pijnlijk"omschrijft
hem beter.
Het oudste werk is het beste.
Het konterfeitsel van een schip
per, althans van een sinjoor",
uit 1887 is een eerlijk, zorg
vuldig en gevoelig brok schil
derkunst, al werd dan ook het
buis, waarvan de stof bijzonder
gelukkig is uitgedrukt, meesle
pender geschilderd dan het ge
laat. Een behaagziek Vlaamsen
meisje uit hetzelfde jaar, min
der eenvoudig, maar even
soepel geschilderd en door hou
ding en uitdrukking niet zonder
bekoring staat op dezelfde
hoogte. Een profielportret uit
1892 (het zwarte hoedje), een
zeer sprekend" portret van
Mevrouw Gorter uit 1899 dat
om kleur en opvatting aan
Elisabeth Bas doet denken, een
bruidje uit 1900, wier handen
met meer dan gewone energie zijn
geschilderd en gemodelleerd,
TE wnmm
LEVERT
LEVERT
f ETlMMfL INJtN
WOON INÏHHTINuEN
EN VER/IEMN(iEN
logenstraffen niet de verwachtingen door de beide
eerste schilderijen opgewekt. Maar dan gaat het
bergaf. Physische achteruitgang provoceert de
artistieke. Een toch al te licht aansprekende ge
voeligheid gaat in weekheid over. Vorm en kleur
verliezen stevigheid waar fijnheid overblee
vergoedt zij niet Wat vastheid dierf. Ge ziet den
schilder, die in een enkel klein stukje uit lateren
tijd (de hooiberg 1905) de oude vaardigheid her
vindt, moedeloos worden. Hij Iaat het bij een aanzet
die oppervlakkig bleef, al is de kleur beschaafd"
(het geheim uit 1910); hij schildert het portret
van Marretje (1909) dat slechts uit de verte op een
sprookje lijkt; hij probeert het met lichte tinten
en zachte kleuren en jaagt den beschouwer die
op een afstand Corotwilde prevelen, een blos
op de wangen.
Ten slotte verdriet den schilder zelf de gevoelde
onmacht. Hij verliest de geduldigheid, die een
van zijn beste eigenschappen is; grove effecten en
rauwe kleur komen voor fijnheid en gevoeligheid
in de plaats. Het resultaat is droevig om aan te
zien.
Zoo verging het Frans Deutman en het is de
vraag of deze tentoonstelling aan dien levensgang
niet te nadrukkelijk herinnert en indien het
niet anders kon of dit in memoriam dan wel
op zijn plaats is. H E N N u s
MOEDEB3
HAETLVEMSCH
Hoevele soorten Toiletzeep
had moeder reeds gebruikt en geen enkele
had haar volkomen bevredigd. De eene was
te sterk geparfumeerd, de andere te schraal
en zoo bezat geen enkele de eigenschappen
welke moeder verlangde.
MONA LI S A
toiletzeep, met haar fijne geur en bijzondere
kwaliteit bleek ten volle aan de verwachtingen
te beantwoorden.
MONA LISA,
haar naam waardig, heeft spoedig haar weg
gevonden tot in de hoogste kringen en algemeen
wordt zij er geroemd om hare volmaaktheid"!