De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 1 augustus pagina 10

1 augustus 1925 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2512 Mr. H. J. KEIJZER f door Mr. L. S. G. DE H A R T o o Deze rustelooze man heeft eindelijk rust ge vonden. Hij was een uiterst schrander advocaat, hij was een zeer geestige grappenmaker en hij was buiten gewoon goedhartig. Dit is zeker. Velen benijdden^ hem. Die hebber, hem niet begrepen: hij was een diep-ernstige zwaarmoedige man en hij deed altijd opgewekt en dol ondanks zijn leeftijd, ondanks zijn toenemende gebrekkig heid, ondanks zijn zorgen. Geheel doorgrond heb ook ik hem niet; hij wviS een raadselachtige figuur, maar.... een figuur! Hij schijnt een heel moeilijke jeugd te hebben gehad. Een enkele maal sprak hij daarvan. Daar uit stamde wellicht die melancholie'. Maar daaruit stamde ook zijn diepe deernis met wie in nood verkeerden. Hij wist, wat dat beteekent. Dat weet dikwijls een deftig advocaat niet. En daarom kwamen zoovelen bij Keijzer, die hen niet wegzond, doch begreep en hielp met zijn geniaal vernuft; soms ook met zijn beurs. En daarom trof men in zijn wachtkamer zoo veel menschen, waarvan een verstandig" collega m'sschien wel eens het zijne gedacht heeft. Maar daarom stond ook het Westeiride vol, toen hij uitgedragen werd en daarom zijn er op Muiderberg door vreemden "echte tranen gestort. Die was Keijzer waard. De Neger van de Narcissus. Naar het Engelsch van Joseph Conrad door W. J. A. ROLDANUS JR., H. P. Leopold's Uitgevers Maatschappij. The Nigger of the Narcissus, Conrad's meester werk, geeft ons de lotgevallen van schip en equipage op een thuisreis van de Golf van Bengalen rond de Kaap naar Londen, beschreven dooreen koopvaardij-kapitein die bovendien schrijver was van den eersten rang. Naast de gewone voorvallen op het gebied van weer en wind is het een doorloopende psychologische verhandeling die ons met levendige kleuren schetst, hoe twee leden der bemanning het geheele schip terroriseeren. Om de vertaling van een dergelijk werk te doen slagen, moet de vertaler eig^nlij^: Ie. Zelf schrijver zijn en niet ontbloot van psychologisch instinct. 2e. op groote zeilschepen om de Zuid gevaren hebben. 3e. schip en tuig en de manoeuvres daarmede volledig kennen. 4e. op de hoogte zijn van de Nederlandsche en Engelsche zeeterminologie. Het blijkt dat de vertaler in alle opzichten te kort is geschoten en hier en daar de moeilijke passages gewoonweg oversloeg, zoodat voor des kundigen een vrijwel ongenietbaar geheel is ont staan uit Conrad's werk. Eenige voorbeelden ter toelichting. Aan boord is geen nachtwacht", maar een wachtsman"; deze slaat te 5, 9 en l uur niet tweemaal op het glas" maar twee glazen"; d.i. geeft twee tikken op de scheepsklok of bel. De eerste stuurman monstert" aan boord niet, dit doet de kapitein aan wal; de stuurman kan de rol laten lezen". Men laat niet ze allemaal naar het achterdek komen", maar wel alle hens achteruit". De equipage huist niet in de bak", maar in het logies" dat gewoonlijk onder de bak te vinden is. Kabeltouw" is niet synoniem met sleeptros" en touw" niet met anker ketting"; de valreep" is noch touwladder", noch trapladder". Schepen die de Zuideroceanen bevaren varen om de Zuid", niet naar het Zuiden". Vertaler laat twee Noren die aan boord in het logies komen op een -kist katoen plaats nemen: het Waren hun eigen plunjekisten. The man that cannot splice" is de man die niet splitsen, niet werken kan", niet de man die de bezaanschoot niet kan aanhalen". Een matroos heeft geen tasch" bij zich, maar een plunjezak" of kooizak; hij praat ook nooit over zijn diner", maar over het schaften of de schafterij" en als hij wat naar beneden gooit waarschuwt hij met een van onderen", nooit, van beneden". De fore- en mainmast wer den door vertaler vaak ver wisseld; de fore-mast is voortop", niet voorstemast"; mainmast is groote top", niet hoofdmast". Van een flinken vent, die goed haalt en trekt, zegt de Brit You feel him on a rope"; vertaler liet dit maar weg. Verderlaat hij de bemanning leunen tegen den onderkant van de boeg spriet; zij denken er niet over dit te doen, omdat ze dadelijk in zee zouden vallen; ook ver zamelt de equipage zich nooit op den achtersteven"; wel op de campagne of achterdek, op den achtersteven is plaats voor n menschenvoet en men kan er aan boord niet bijkomen. De dogwatch" is niet de hondewacht" (12?4 's nachts), maar de platvoet" (4?8 nam.) verdeeld in eerste en tweede platvoet; ,,honde wacht" is middle-watch. Een night of the East" is geen oostelijke nacht"; 'k ver moed dat een oostelijke nacht niets is. Als het werkelijk varen Wordt, worden de fouten erger. l want to heave short before the tug comes" zegt de stuurman den avond vóór 't vertrek; vertaler maakte er van ik wil heelemaar klaar zijn voor de sleepboot komt", maar de stuurman wilde de ankerketting indraaien tot staagsgewijs" d.i. juist zooveel ketting uit dat het anker nog goed pakte. She drifted slowly, swinging round and round the compass through a few days of bafflinglight airs" wordt vertaa.d: Gedurende enkele dagen kwam zij om en om het kompas slingerend, door lichte luchtlagen slechts weinig vooruit". Beter ware geweest: Gedurende enkele dagen met rondloopende flauwe zuchtjes, kwam de Narcissus, alle koersen van het kompas voorliggend, maar Weinig verder". Als het slechte weer genaderd wordt, lezen we sterk zeil werd met zorg gebogen" voor stormzeilen werden rnet zorg aangeslagen"; het schip stampt" onder het gewicht der zeeën voor steunt of kraakt". Stampen = to pitch en slingeren = to roll haalt de vertaler altijd door elkaar. Voor toe nemend stormweer moeten de fore-and mizentopsails" worden vastgemaakt, d.z. het voorman--- en het kruiszeil; vertaler maakt er ,,de voormarszeilen en de bezanen" van. Uit nautisch oogpunt onzin. Het toppunt wordt bereikt op p. 70 vertaling, p. 81 oorspronkelijke tekst. De hevige storm maakt het noodig dat the maintopsail had to be goosewinged." Dit beduidt dat het groot marszeil moest worden dichtgereefd". De verONZE KOLONIËN: Z.W. CELEBES Teekening voor de Groene Amsterdammer" door J. G. Sinia. DE BOEGINEESCHE SMIDSE. De Boegineesche smidse is hoogst eenvoudig. Open en bloot, voor een ieder toegankelijk en slechts door een eenvoudig atapdak tegen de felle zonnehitte beschut, ligt zij in het midden van de kampong. Zoo eenvoudig als haar bouw is ook haar inrichting, waarvan wel in de allereerste plaats in het oog valt de blaasbalg. Deze bestaat uit twee uitgehol-e boomstammen, welke naast elkaar in den grond geplaatst en door middel van rottankoord stevig met elkaar ver bonden zijn. in de boomstammen kunnen twee zuigers op en neer bewogen worden, terwijl de samengeperste lucht door houten buisjes naar een stuk zandsteen geleid wordt, waarin een kanaal is geboord. Voor dit kanaal vormt dan een kuiltje in den grond de vuurhaard, welke met houtskool gestookt wordt. Op het oog alles dus zeer eenvoudig, maar bij nadere beschou wing toch zoo ingenieus gevonden. Want ziet nu die zuigers. Aan het einde van den zuigerstang bevindt zich een ronde houten klos, om geven door een dikken krans van haneveeren. 't Beste zou men zoo'n zuiger kunnen vergelijken met den plumeau" onzer huishouding. Gaat de zuigerstang naar omlaag, dan stuiken de veeren op, vormen een nagenoeg luchtdichte afsluiting; gaat de zuigerstang naar boven, dan heeft het omgekeerde plaats. Door nu de zuigers beurtelings op en neer te bewegen, verkrijgt de smid een onafgebroken luchtstroom voor zijn vuur.Onder de verdere gereedschappen of wat daartoe gerekend kan worden, merkt men nog op een blok ijzer van nog geen d.M. in 't vierkant, wat het aambeeld voorstelt; voorts een ruw houten, uit een enkelen boomstam vervaardigden, bak, gevuld met water, dienende om ijzer af te koelen, of wel voor harding van staal en vervolgens nog enkele tangen, hamers en vijlen. taler maakte er van het voormarszeil (n.b. net vastgemaakt) moest met de lijzeilen worden bijgezet". Hoe hij aan i'oormarszeil komt voor mamtopsail" is een raadsel; maar het bijzetten van lijzeilen de echte mooiweerzeilen in een vliegenden storm, dat kan alleen opkomen in het brein van iemand, voor wien dat alles klanken zijn, geen begrippen met logisch verband. En zoo gaat het door. Het stuurrad afwisselen" noemen wij den roerganger aflossen" ; deze zit" niet, maar staat" aan het roer. Als de matrozen na liet slechte weer nieuwe zeilen aanslaan, roepen ze elkaar niet toe Bras het zei! bij den wind", maar wel Breng bij" en haal door" zooals Conrad ook schreef. We zullen hier eindigen. Van de vertaling is technisch niets terecht gekomen, het boek wemelt van fouten en blunders, hier en daar zijn de moeilijk heden ontgaan. P. H. GAL LI;. Hotel DUIN EN OAAL BLOEMEN DAAL CEN'TR. VERW. PRIVÉBADKAMER VASTE WASCHTAFELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl