De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 1 augustus pagina 11

1 augustus 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

. 2512 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 KEULEN EN ZIJN DUIZEND JARIG FEEST door Dr. P. H. R i T T E R Jr. Keulen verhoudt zich tot Parijs, zooals Joan Marie Farina zich verhoudt tot Houbigant. Een Iruppel Parijsch parfum op uw zakdoek brengt ei in een wolk van geur, de geur doordringt de veze len van uw kleeren en de poriën van uw huid, het binnenste van uw wezen. Van een druppel eau de cologne geniet ge, hij wekt u op, het is niet de geur die u overwint, maar gij zijt het, die in den geur behagen hebt. In Parijs laat ge u deinen, plezierig-apathisch, ietwat vermoeid, ietwat geblazeerd, op het wereldverkeer, maar dat verkeer is om u heen, fel, koort sig, nerveus in Keulen. Ge kunt er u niet aan ont trekken door er u aan over te geven, ge moet er aan meedoen en er voortdurend op letten. pKeulen is een wereldsche stad. H'et heeft zijn gigen mondain karakter, het is niet de copie van een metropolis, zooals het boulevard-Brussel, er wordt niet geluierd, zooals in Wiesbaden, niet gezwoegd als in Rotterdam; er wordt geleefd. En Keulen heeft zijn gracie, ofschoon niet al zijn schoonheid onvergelijkelijk is. Waarin bestaat Keulen's gracie? Dat hier niet een stads-systeem gemaakt is, als in Berlijn, als in Amerika, waarnaar de werkelijkheid zich ontwik keld heeft, maar dat er een werkelijkheid voorhan den was, welke men heeft gesystematiseerd. Alles wat niet star is, wat vlotheid, vloeiing mogelijkheid Gezicht op Keulen vertoont, alle leven dat gestalte" zoekt, is schoon. En daarom stelt Keulen zijn Duitsche schoonheid in tegen de Pruissische verstarring, omdat zijn geest duizend jaren heeft voortbewogen zooals het water van zijn Rhijn, symbool van het eeuwige rhythme voor de opgetogen oogen van Romain Rolland'? Jean Christophe. Maar hoe moet ge dat vloeiende" verklaren in den Ketllschen geest? Ge doet dat het beste door alweer, als in het kinderrijmpje, Keulen te vergelijken met Parijs. Keulen is niet, als Parijs, een tot Schoonheid geworden verbeelding van de Rijksgedachte. Keulen heeft zich aangesloten aan de Rijksgedachte, het is niet de verstolling van een konings- of keizersdroom. Zooals het een geographische marge zoekt in de onmetelijke industrie- en sport- en haven- en bouwterreinen die het om zich heen heeft uitgepaald, zoo zoekt het een staatkundige marge in het Duitsche Rijk. Maar het is veel meer een vol kenkundige dan een staatkundige stad. Keulen weerspiegelt niet n gedachte, maar is de ver zamelaar van vele gedachtenwerelden, het is de vereeniger van heterogene culturen en landschappen. De heele Rhijnlandsche groot-industrie met haar naburige vertakkingen, de handel van Zuid-Oost met Noordwest Europa, het kerkelijk leven, de romantiek van roofridders, dichters en huwlijks reizigers, met zijne blauwe bergen aan den hori zont, het komt alles tezamen, het heeft zijn cul minatiepunt in de stad am alten Rhein. Indien geen zijner gebouwen volstrekt schoon is, zijn wandelaars minder elegant zijn dan de Florentijnen, zijn Dom de mindere der Fransche Kathe dralen is in geestelijke verfijning, dan neemt dat niet weg, dat het geheel elegant en boeiend is. Er is in Keulen telkens een snelle combinatie van tegenstrijdigheden, een snelle wisseling van as pecten. Wat denkt ge van mij? schijnt Keulen te vragen. Dat ik den handel drijf en het verkeer onderhoud, met mijne veemen en kantoren langs de kaden, met mijne havens tot diep in het land? Ik laat u mijn kathedraal zien vlak aan mijn spoor wegbrug, want ik beneven vroomalsondernemend. Wat denkt ge wel, dat ik alleen maar mondain ben, waar ik u zeer dure, zeer goede, zeer koele wijn voorzet in mijn Bastei, een café-rotonde die boven den Rhijn-stroom hangt, en waar ge zeer dure kreeften.moet eten van fijn porcelein, om niet te worden weggekeken? Ik heb ook mijn stille binnenhoven, ik heb ook mijne oude, histo rische pleinen, door wanden van renaissancegevelen omvat, en ge kunt zelfs mijmeren op die eilanden binnen mijn koortsig bewogen verkeersstroomen, al heeft de Pruissische geest door een starren von Moltke te stellen op een mijner binnen hoven, waar ge een Rhijnlanrisch dichter verwacht, een illusie verstoord. Keulen heeft veel meer stedelijk- dan rijkschauvinisme. En juist daarom, wijl het een wezen en een wereld op zichzelf is, is elke vreemde poging tot annexatie bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Al kwamen er dertig Fransche en dertig ngelsche legers, ze zouden de ziel van Keulen niet kunnen vermannen, die even slecht zich naar Fransch als naar Pruisisch centralisme voegen kan. Al pralen de Britsche officieren in hunne roode rokken op de eerste balkonrijen der Keulsche opera en al heeft iedere vluchtheuvel een lange, bruingeie Tommy naast zijn verkeersagent, veel eerder is de Engeische bezetting opgenomen in het Keulsche karak ter, dan dat men haar als een druk van overweldi gers gevoelt. Onze gastheeren, stadsbestuur en Messe-amt van Keulen hadden met heimelijk genoegen ons een geschenk bereid, dat de Keulsche mondaine mogelijkheden duidelijk demonstreerde. In het rijke, ruime opera-gebouw, waar, om het theater heen de gange-ruimten liggen als een keten van foyers, met schilderijen behangen als een museum,met stille nissen omgeven van waarmenden statigen optocht van Keulsche patricicrsvrouvven en ngelsche ladies kan waarnemen, in het opera gebouw werden wij onthaald op een Gastspiel van het Wiener Staats-oper ballet. Wij zagen de her ders en herderinnen dansen op de beminnelijke maten van Mozart's muziek, en ons in gelaatsmimiek en rhythmischc beweging de hartstochten, vreugden en teleurstellingen openbaren die hunne levens vervulden. H'et was volkomen van techniek, van innerlijk begrijpen, het was Weensch, maar het kon alleen in Keulen. Niet wijl de ngelsche officieren het ballet hadden aangevraagd, maar wijl hun vraag overeenkwam met het karakter der Keulsche wereldschheid.jg ^^_Liii... & L^ Waarom zijn wij zoo aan het schrijven over Keulen? Omdat, als een klokgebeier over heel het Rhijnland in dezen zomer de mare gaat van het miiennium. Er zijn aan en om den Rhijn haast evenveel tentoonstellingen als kasteelen, in Aken, in Bonn, in Duren, in Düsseldorf, maar het hoofd punt is alweer Keulen, dat de gebeurtenis der vereeniging van alle gebieden links van den Rhijn door Koning Hendrik I in 925, waardoor alle Duitsche stammen kwamen bij het Duitsche Rijk, aan het herdenken is met een tentoonstelling als een encyclopaedie. Om die Jahrtausend-ausstellung, die niet minder te aanschouwen geeft dan een overzicht der ont wikkeling van de Rhijnlandsche beschavingsge schiedenis in haar tweeledige gestalte van kunst en levensvormen en arbeidzame bedrijvigheid, goed te begrijpen, moet men zich eerst een denk beeld hebben verworven van hare verhouding tot de algemeene Keulsche cultuur-politiek. De Jahrtausendausstellung te Keulen wordt ge houden in de groote Messe-gebouwen, die tezamen een jaarbeursstad vormen te Keulen?Deutz, aan den rechteroever van den Rhijn. Het was de bedoeling van Keulens bestuurderen en oeconomische voormannen, tegenover de veemen ter linkerzijde van den Rhijn hier een cultuur-veem te bouwen, een aanleghaven voor alles wat op den stroom der tijden langs Keulen vaart. Welvaart bestaat niet zonder oeconomische oriëntatie, en wie kan zich oriënteeren zonder het karakter en de cultuur der volken te leeren kennen? ^JSSf Zoo spiegelt zich aan de overzijde van den Rhijn hetzelfde karakter af, dat het oude Keulen eigen is, de oeconomie, die zich verbreedt tot sociologie, de kunst die bloedwarmer begeerte heeft dan Schoonheidsabstractie te zijn, die zich eerst t'huis gevoelt in het sociaal verband. Dit samengaan, vanzelf, van materieele en geestelijke cultuur is Keulen's eigenheid, waarmee het alle nieuwe ge bieden ijkt, dat het bezetten gaat. En zoo begrijpt men dat evenals de Keulsche Messe, deze Jahrtau sendausstellung niet is vastgetimmerd aan een toevallige aanleiding of tijdsbehoefte, maar dat T/^r^^aSSKffy.itX" fnj ' Kjnefers' Corina Bonbons een delicatesse Bijzonder fijne smaak het algemeene kader, waarin de tijdsgebeurtenis kon geplaatst worden, reeds bij voorbaat aanwezig was. De Messe is evenals alles in Keulen, geworden meer dan ge&ticht. Zs is een achterkleindochter van de Keulsche stapelplaats. En de Jahrtausend ausstellung is niet een door toevallige comité's op touw gezette liefhebberij, maar een nieuw vervolghoofdstuk van de plastische historiographie, die Keulen in zijn monumenten en instellingen zonder tusschenpuozen bedrijft. Do saamgewevenhtid en wederkeerigheid van sociale en ciiltureele verschijnselen, dat is niet alleen de grondgedachte waaruit de Jahrtausend ausstellung voortkwam, maar die gedachte be paalt tevens haar karakter. Toch heeft de Duitsche stelselmatigheid ons dat karakter op een bizondere wijze geopenbaard. De bouwmeesters van dezen giganten-arbeid, Dr. Ewald uit Neusz en Dr. Kuske uit Keulen hebben het beeld van Rhijnland's geschiedenis gesplitst. Gelijkvloers bevindt zich de historische staatkundige en kunstzinnige afdeeling. En heeft men die goed bekeken dan vindt men boven, afzonderlijk georganiseerd, de af deeling voor de gemeentehuishoudingen, de nijver heid en het sociale leven. Deze indeeling is paedagogisch. De inrichters hebben gedacht: ziet, eerst moet de toeschouwer begrip hebben van de wording van het land, moet hij de ontwikkeling kennen van standen, godsdien sten, levensgewoonten, folkloristische en stedebouwkundige bizonderheden, en dan, daarna, kan hij beseffen, hoe dit volk in deze steden en landen wonende, deze kunst voortbrengende en deze gebouwen stichtende, tot de sociale werk zaamheid in staat geweest is, Welke men in de twee de afdeeling ziet ontwikkeld. Zoo vindt ge in de eerste afdeeling de ontwikke ling van de Rhijnlandsche stad, hoe zij ontstaan is, hoe de ve/houding is harer familiën, men ziet uit de geslachtskunde met logische noodzakelijk heid de stedelijke leiders naar boven komen, daarna ziet ge, boven, de ontwikkeling der stede lijke bestuursgedachte, zooals die, met behoud der tradities zich in den loop der eeuwen heeft ge wijzigd. P*"***?--!"- * Meer dan lectuur van een heele boekenkast leert ons een tentoonstelling als deze het eigeniijkste kennen van den Germaanschen geest. Tusschen de verschillende Rhijnlandsche steden be staat, bij enkele grondtrekken van overeenkomst, het grootst denkbare verschil. ledere stad heeft weer zijn eigen type, iedere landstreek onderscheidt zich weer van de naburige. Elke industrie heeft haar eigen traditie en geschiedenis. Zoowel boven als onder den bodem, strengelen de ongelijksoortigste grondstoffen zich dooreen. En dit veelsoorti ge Rhijnland, deze kaleidoscoop van historische, oeconomische, politieke, industrieele en mineralogische waarden ziet men op deze Jahrtausendaus stellung niet als een vermoeiende warreling, maar geordend door en voor het begrip. Alles is tot in de kleinste onderdeden ontleed en in schemati sche voorstellingen gebracht. De Germaansche geest. Dat wil zeggen een menigvuldigheid van autonomieën, die niet uitgaan van, maar opklim men tot een eenheidsbegrip. Zoodat wij dan, ten slotte, de Jahrtausendausstellung verlaten met de bevestiging van de Idee, die ons bij de loutere aan schouwing van Keulen duidelijk werd. DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELF, VERZIN KT,VERLOOOT. VERKOPERT ONAFHANKELIJK VAN VORM 6N AFMEVING TEGEN BULIJKe PRIJZEN. LOONSCHOOPEERAFDEELING.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl