De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 1 augustus pagina 17

1 augustus 1925 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2512 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 OPENLUCHTTHEATER TE ZANDVOORT Teekentngen voor de Groene Amsterdammer" toer B. van Vlijmen ICT VAN AALTJE DE ZUUNIGE KEUKEN MEID. door ALIDA ZEVENBOOM Ik ben een dagje naar den Haag en Scheveningen geweeest. Dat heb ik er afgenomen. Dan moet de slager maar wat meer percenten-geld geven, dan komt dat weer over een uit. Ik heb in een lunchroom in Scheveningen een broodje met kaas gegeten en weet u wie daar ook zat? U zult het niet raden. Meneer Rutgers. Ik wist niet wat ik zag. Een burgemeester en een Kamerlid en leider en een aanstaand Minister in een lunch room. Ik vind dat je de democratie wel wat te ver kunt drijven. Waar blijft zoodoende hun gezag? Hij knikte me toe. Ook dat nog! Ik knikte terug. Waarom zou ik niet? Waarom net gedaan of ik hem niet zag. Heb ik den laatsten keer dat hij bij ons dineerde, niet een heelen gulden van hem gehad? Je moet kwaad altijd met goed vergelden. Maar het mooiste komt nog. Ik zat nog niet eens goed of hij schoof twee tafeltjes op en kwam met zijn glas melk en zijn amandelbroodje bij me zitten. Ik geloof, dat ik me begon te geneeren en dat moet hij gevoeld hebben want in eens begon hij. ? Je eet hier heel best, zei hij, en zoo goedkoop. Wij moeten het voorbeeld ge ven.. Als wij in 't openbaar niet bezuinigen, wie zou het dan stiekum doen? Ik knikte. Wat moet je anders doen. Ik dacht aan den gulden, dien hij me stiekum in mijn hand gestoken had. Voor een diner met negen gangen! Ik bestelde een garnalen-pasteitje. Dat is voor mijne rekening, zei hij lachend, maar ik bedankte. Ik wil aan niemand verplichting hebben. Dat is mijn dienstboden-eer. Zuster Zevenboom, sprak hij toen zijn amandeltjes op waren, u heeft Hem gesproken, de vorige week op zijn landgoed? Ik knikte, Want ik wist niet welken kant hij uitwou. ? Hij heeft het erg druk, ging hij door. Nog altijd niet den boel voor elkaar? vroeg ik. Neen. Meer last met de menschen dan met het program. Een program is niets. Dat is een vodie papier. En papier is geduldig. Maar de menschen zijn ongeduldig. U Weet niet, zuster, hoeveel animo er is om onder onzen Colijn het land te dienen. En ze zullen omvallen, de kiezers, als ze lezen wat we gaan hervormen. Er is niets of we gaan het hervormen. Ja, als 't een beetje wil, zullen ze ons met geweld moeten dwingen niet al te democratisch te doen. Ik hoor de soci's al blazen. Vindt u ook niet dat die meneer Albarda, als dat protest-gehuil zijn idee is geweest, op een heel miserabele manier.... Ik vind miserabel" geen woord voor een christen-staatsman, die pas begint. als leider begonnen is? Ik knikte weer, want ik weet nu wel zooveel van de politiek af dat je je zelf nooit moet bloot geven en ik bestelde een tweede pasteitje. Ik zou 't hem laten betalen. Weet u wat het hoogte-punt op ons program wordt? Drinkt u even, want zal verbaasd staan. De ontwapening! Neen, zei ik ongcloovig. Ja, zei hij met geestdrift. Het is zooals ik u zeg. We gaan ontwapenen. Er is niets democra tischer, niets ehristeliikers dan ontwapening. Waarom zou een mensen zich wapenen? Draagt tl een revolver of een dolkmes bij u? Ik schudde van neen. Ik ook niet. Alleen een vulpen. Wij leven in een geordende maatschappij. Ik heb alleen 's nachts een revolver in mijn nachtkastje.... Ik vind dat geen meubel voor een degelijk mensch. Bij ons hebben ze er ieder een.... ? Dat nu is de grondidee, Waarnaar wij de Vaderlandsche Defensie willen hervormen. Wij gaan net doen als de Duitschers. Zichtbaar schaf fen wij al het oorlogstuig af, maar onzichtbaar houden wij den revolver in 't nachtkastje. Nergens een spoor van militair vertoon maar iedereen is militair. U ook, zuster. U leert gasbommen ma ken. Wij hebben een prachtig recept. Ziet u dat kaasbolletje daar hangen? Dat is mijn hoed. Zoo op 't oog een doodonschuldig hoedje. Om er een vogeltje mee te vangen en om er de kaalheid der eerbiedwaardigheid mee te bedekken. Maar in werkelijkheid is het een stalen helm. Geen kogel gaat er door. Zoo zullen wij ontwapenen. De vloot wordt radicaal opgeruimd, maar geen roeiboot, geen zolderschuit, geen mestpraam of het is een onderzeeër, een mijnenlegger of een torpedojager. Het idee is van mij.\J zult de soci's hooren. Wat moeten ze doen? Heeft Troelstra in 1924 niet In de duinen te Zandvoort werd Zaterdag j.l. in het aldaar ingerichte theater de eerste voorstelling gegeven van Judas Iskarioth. Hierboven een overzicht van publiek en tooneel"; onder: de vertolkers der hoofdrollen KAJAFAS (Louis van Gasteren) MARIA V. MAGDALE (Marie Hamel) JUDAS (Louis de Vries) gezegd: alle geschillen zwijgen. Er is slechts het vaderland. En Schaper moet zijn geweer gegrepen hebben en zou nog bezig zijn naar de grenzen te snellen,alsernieteen stukof wat verkiezingen tusschen geweest waren. En nu gaan wij ontwapenen! Politiek is niet anders dan de wind uit de zeilen van den tegenstander nemen. Ons heele pro gramma is wind, zuster. Zoo maak je onzichtbaar en onbewust van het volk een heldenschaar. Iedereen zijn eigen held, dat is onze lijfspreuk. Niet langer het Evangelie tegen de Rede, of de Evolutie tegen de Revolutie, of het Oezag tegen den Duivel, maar Iedereen zijn eigen held." U zal eens zien hoe dat inslaat. Daar heeft ieder een zijn belastingpenningen voorover. Want wat is tegenwoordig het groote bezwaar bij onze militaire uitgaven? Dat niemend weet waar zijn duiten blijven en iedereen denkt dat het juist de unifor men zijn, die van zijn geld zijn aangeschaft, die door de mot zijn opgevreten. Ik mag het u wel in vertrouwen zeggen: Op alle punten van regeerbeleid zijn we het in de Coalitie roerend oneens. Zooveel hoofden zooveel warhoofden. Het is ongeloofelijk. Maar mijn idee bracht redding. Toen ik er mee kwam is het zeker een kwartier stil geweest, zoo sloeg het in. En het is zoo eenvoudig. Wat is de hartewensch van u en van mij? Op een mooien dag uw leven te mogen laten voor het Vaderland! Dat is het einddoel van een weibesteed leven, de kroon op het werk! En wat is nu doeltreffender dan iedereen elk uur van den dag en den nacht daartoe in de gelegenheid te stellen? En.... en wie betaalt dat onzichtbare? vroeg ik. Dat doet de burgerij en ook onzichtbaar. Geen defensie-uitgaven meer op de begrooting. Alles weggewerkt onder sociale hervorming. Want is er eigenlijk grooter sociale hervorming mogelijk dan mijn idee: iedereen zijn eigen held! Dat is beter dan iedereen een kip in de soep, zooals die Fransche koning zei. Wat zullen die rooden spin nen. Ik krijg Financiën of Justitie of wat anders. Het komt er niet op aan. In de Coalitie is iedereen geschikt voor alles. Dat is het mooie en als \ve (!e zin deden der Roomschen, maakten we er een succestaakje van en lootten er om wie de porte feuilles krijgen. Maar dat is zondig hoewel het misschien wel eerlijk is. Neemt u nog een pasteitje, zuster. Ik heb er nog twee genomen. Het wordt ecu knappe minister. Meer zeg ik niet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl