De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 1 augustus pagina 18

1 augustus 1925 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2512 GESCHIEDENIS DES VADERLANDS TWAALFDE ZANG, III (Slot) HET OOSTENRIJKSCHE Huis EINDE DER HOEKSCHE EN KABILJAUWSCHE TWISTEN (1492) PHILIPS II, DE SCHOONE (1494?1506) TWEEDE VOOGDIJSCHAP VAN MAXIMILIAAN (1506?1515) MARGARETA LANDVOOGDES (1507) Van hier, van hier, die onverlaat, Wiens hart niet voor het heil van 't schoone Holland slaat ! Wiens borst zich niet verheft, als hij dien naam hoort slaken ! Dien Goddelijken naam, die nooit verdwijnen zal, Maar bij de slooping van 't Heelal Nog door de wrakken der verbrijzling heen zal kraken HELMERS Maximiljaan verliet met spoed de lage landen, En liet de teugels van 't bewind in Albrecht's handen. De laatste nu herstelde hier met kracht de rust: Het Hoeksche-Kabiljairwsche vuur heeft hij gebluscht. De Hoekschen fnuikte hij. Na honderd vijftig jaren Kwam dus die wilde broederveete tot bedaren. Naast zeer veel kwaads heeft Max hier wel wat goeds gesticht, Zoo heeft hij de Marine netjes ingericht, Een admiraal aan 't hoofd, en wie nu Wou beweren, Dat deze naam wordt afgeleid van admireeren, Is in de war gebracht door d'ingelaschte d; Het komt van 't Moorsche amir-al-bahr, vorst der zee". En Amsterdam, de rijke stad, die hem niet zelden Geholpen had, wou hij haar vriendliikheid vergelden, Hij bracht en dit cadeau was zoo goedkoop als schoon In 't steedlijk wapen de Ropmsch-koninklijke kroon. Alvorens van dien Oostenrijker af te stappen, Moet 'k nog een griezelig geheim van hem verklappen: Hy nam als la divine Sarah in laat'ren tijd Ter stage erin'ring aan des rnenschen sterflijkheid, Als hij op reis ging, steeds zijn lijkkist met zich mede, Maar of 't geholpen heeft, dat grapje is een tweede. - Maximiljaan wordt keizer. De voogdij houdt op, En PHILIPS komt aan 't stuur. Hij was een mooie pop, DE SCHOONE heette hij daarbuiten en daarboven Had hij geen enkle eigenschap die viel te loven, Hij Was verslapt in deugd, en stevig in het kwaad, En 't volk sprak smalend van den Koning-hoor-naar-raad". Toch had hij d' euvlen moed dat volk in 't hart te treffen, Door rauwelijks 't Groot-Privilege op te heffen. Zijn huwlijk met de rijke Spaansche erfprinses, JOHANNA, was voor hem natuurlijk een succes, En 't Werd pompeus gevierd met oesters en champagne, Maar wat ons land betreft die rozenband met Spanje Zou later, tot een keten van metaal versmeed, Ons knellen in een klem van tachtigjarig leed.. Toen ISABELLA VAN CASTiLiËwas gestorven, Heeft Philips van zijn schoonmama dat rijk georven. Hij trok er ijlings heen, en nam zijn eedlen mee; Zij maakt' er goeden sier, en dronken weinig thee ! De Spanjaard zag het aan, en schepte geen behagen In die losbandigheid van dolle drinkgelagen, Want 't ging daar toe ??enfin, zooals 't gewoonlijk gaat; Zoo werd de grond gelegd van wederzijdschen haat, De Spanjaard altijd kalm, gedistingeerd en deftig, De Vlaming onbehouwen, schreeuwerig en heftig, En daarbij door den Koning sterk geprotegeerd Waar dat toe leiden zou, dat heeft de tijd geleerd! Goddank dat men dit katjesspul niet lang gespeeld heeft, De goede Maag're Hein, die al zoo veel geheeld heeft, Kwam ook Weer hier te hulp. De vorst deed veel aan sport, Dat heeft hem 't komt nog voor! in 't gapend graf gestort. Hij drinkt een keer, verhit, een groote tumbler water, Krijgt zoo de koude koorts, en sterft drie weken later. Had hij er maar een scheutje whisky bij gedaan, Dan was hij toch niet zóó plebei'sch dood gegaan! Zijn vrouw was niet goed wijs. Bij dezen stand van zaken, Besloot men Max maar weer eens tot momboor te maken Voor KAREL, Philips' zoon. Zijn zuster MARGAREET Kreeg 't ambt van Landvoogdes, waarin ze zeer voldeed. Zoo ben ik aan het eind van mijn verhaal gekomen. Het lubt me niet de toekomst nader door te droomen, Hervorming, Indiè', Columbus met zijn ei .... Gij hebt den stoet gezien, de optocht is voorbij. d'Historie van een volk is als een menschenleven Met al zijn leed en lust; zijn strijden en zijn streven, Zijn boosheid en zijn deugd, zijn Waan en zijn verstand, En ieder's eigen ziel gelijkt zijn vaderland. Zijt gij van deze simple waarheid niet doordrongen, Dan heb ik deze zangen tevergeefs gezongen. Soit. Hebt gij bij het lezen niemendal geleerd, Ik heb me bij het schrijven best geamuseerd. CHARIYARIUS UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE PADOX HOUTBOUW Houten Scholen, Winkels, Directiekeeten Levering in korten tijd. Fabrieken Warmond CHARIVARIA Het Algemeen Reglement voor het vervoer op de Spoorwegen verbiedt gedurende den rit op de balkons te verblijven, ,,indien dit op duidelijk zichtbare wijze is verboden". Het be zwaar is, dat de meeste conducteurs bedenkelijk te kort schieten in de kunst van het expressieve gebaar. Vrijdag zullen de leerlingen van de openbare Lagere School op het Leidsche Plein te Haarlem een uitstapje maken naar Noordwijk onder geleide van hun onderwijzers. Een groote autobus zal de leerlingen van Schoort afhalen en hen daar weer terugbrengen". (O. H. C.). Praktische toepassing van een les in de aard rijkskunde volgens de methode Dalton ons nog een beetje rommelig. De N.K.C, publiceert een brief van den heer Gerretson aan een Hoogedelgestrengen Heer, die aldus eindigt: Ik heb de eer te verblijven van U, Hoogedelgestrengen, de dienstwillige dienaar Oerretson". Charivarius is niet overdreven kwis tig met present-exemplaren zijner Ruize-Rijmen, maar de heer Gerretson krijgt er een. DIENSIJVER Piet van Wijngaerdt en diens leerling." (N. R. C.) ,.De 46-jarige scheepsbevrachter en diens zoontje." r v. D.) .,Wij hebben eenige oogenblikken bij den ouden heer kunnen doorbrengen, 't Doet ons genoegen te kunnen niededeelen, dat diens toestand bevredigend is." (O. H. C.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl