No. 2512 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE STOELENDANS Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan "a_ COLIJN: OPGEPAST, HEBREN! TWEE ZETELS TELLEN NIET MEER MEE. DAAR OAAT-IE N TWEE ! l dieren e.d. een duidelijk waarneembare schuimlijn veroorzaken. Nu Phaeocystis voor van 't jaar weer zoo goed als geheel uit het plankton verdwenen is, heeft de vieze schuimvorming aan ons strand opgehou den. Zou het uitstorten van olieresten plotseling allerwege gestaakt zijn? Het lijkt . mij niet waarschijnlijk. Tenslotte nog een enkel woord. De heer Thijsse heeft in het bedoelde artikel nog eens een hartig woordje gezegd over de gevolgen van het roe keloos bedrijf van het uitpompen van stookolieresten in zee." Ik neern gaarne aan, dat al wat dienaangaande bekend is geworden met betrek king tot de vogelwereld onomstootelijk vast staat. Maar waar hij zegt, dat al het leven, groot en klein, langs het strand en de ondiepe zee wordt vermoord en weggevaagd," slaat hij, naar mij voorkomt, de plank mis. En evenzoo in zijn uit lating over den invloed, die de stookolie op het leven in de open zee zou hebben Het stookolie-vraagstuk is sinds enkele jaren in studie bij den Internationalen Raad voor het Onderzoek der Zee, waarin ons land ook vertegen woordigd is en uit hetgeen het onderzoek tot dus ver aan het licht heeft gebracht, is al wel gebleken, dat het mariene plakton zich van een olielaag op het water niets aantrekt en dat er ook geen enkel geval bekend is geworden, waarin visschen of schelpdieren aan de kust daardoor inderdaad geschaad zijn. ? H. C. R E D E K E. a b Meerval." (Door de redactie bekort) Ja, ik zit zoo in bezorgdheid over de olie, dat ik aan organische vliezen heclemaal niet had ge dacht en ik dank Dr. Redeke wel zeer voor zijn terechtwijzing. Ook hoop ik dat de Internationale Raad voor het Onderzoek der zee spoedig met zijn resultaten voor den dag komt, want ook in En geland en Amerika bestaat een sterk vermoeden, dat de olieresten toch ook nog op heel andere wijze schade aanrichten, dan alleen door het dooden van de vogels, wat op zichzelf trouwens al naar genoeg is. JAC. P. TH. DE NIEUW-TESTAMENTISCHE WETENSCHAP EN ONZE HOOGESCHOLEN Onlangs werd in de pers gewezen op het groot aantal hoogleeraren in de theologie in ons land tegenover het geringe aantal theologische stu denten. Inderdaad is, afgezien van de bijzondere hoogescholen, het aantal studenten in de theo logie niet in verhouding tot het aantal hoogieeraren. Maar daarbij wordt n ding over het hoofd gezien, dat is namelijk het verschil in richting, dat bij de theologie naar voren komt en zich afspiegelt in de wetenschappelijke behan deling der theologische onderwerpen. Zoo be schouwd, is een breede phalanx van hoogleeraren gewenscht, ja zelfs noodzakelijk. Vormen nu de theologische faculteiten in ons land heden zulk een bontgeschakeerde reeks, zoodat de theoloog naar gelang van zijn aanleg en zijn richting een keuze kan doen? Zoo is het geweest indertijd, toen de Leidsche theologische faculteit de vrij zinnigen, de Utrechtsche de rechtzinnigen tot zier trok. Maar zoo is het heden r.iet meer, althans niet wat betreft de Nieuw-Testamentische weten schap. Aan alle Universiteiten onzes lands wordt de oud-christelijke letterkunde, de inleiding tot en de exegese van het Niéuwe-Testament onder wezen door mannen van niet-vrijzinnige richting. Het was daarom zoo goed gezien van het Haagsche Genootschap om in het vorige jaar aan de Hoogeschool te Utrecht een buitengewoon hoogleeraarschap voor de beoefening der Nieuw-Testamen tische Wetenschap te scheppen en daarvoor Dr. G. A. v. d. Bergh v. Eijsinga te benoemen. Dit is echter slechts een halve maatregel. De vrij zinnige theologen hebben er belang bij, dat althans aan n universiteit officieel de vrijzinnige geest van de oude Leidsche school bestendigd wordt en in dien geest de Nieuwe-Testamentische Wetenschap worde gedoceerd. Welnu de gele genheid om daarin te voorzien, doet zich thans BOOTMOTOREN MOTORBOOTEN Bingham & Lugt - Slepersvest l Rotterdam voor nu aan de stedelijke universiteit te Amster dam door het heengaan van prof. Vülter een leeraar in de Nieuw-Testamentische Wetenschap moet worden benoemd. Men kieze daar nu eens een vrijzinnig theoloog, Nieuw-Testamentieus van professie, zooals de n door zijn werken n door zijn wetenschappelijke loopbaan daartoe bij uit stek bevoegd gebleken Dr. v. d. Bergh v. Eijsinga. Haarlem, 29 Juli 1025. A. H. H A E N T | K N S N.v. % F. VAN DER HEIDE HILVERSUM 'SGRAVELANDSCHEWEG. TEL. 1150. VRAAGT U EENS TEEKENINGEN EN PRIJSOPGAAF VOOR HET SMAAKVOL INRICHTEN VAN uw LANDHUIS OF VILLA. BEKNOPT PROSPECTUS FRANCO.