De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 8 augustus pagina 11

8 augustus 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

,<o. 2513 0E GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 ONZE NIEUWE MINISTERS T eekening voor de Groene Amsterdammer" door B. van Vlijmen COLIJN LAMBOOY SCHOKKINO BONQAERTS DE GEER RUTGERS TOONEEL TE PARIJS door Mr. Louis M E ij E R On ne joue pas pour s'amuser" Het is Lucien Guitry's laatste rol geweest' Sacha, de zoon, had na een jarenlange massa productie van min of meer zoutelooze amoureuse prullen, zich plotseling tot straffer con centratie gedwongen en zoowel zichzelve als zijn genialen vader de rollen aan het lijf geschreven. De intrigue onschuldig maar vrij amusant; een jonge dame, die tijd en geld te veel heeft en het laatste, zooals in alle stukken van Sacha Ouitry, van een onwettigen echtgenoot betrekt, gaat om zich te verstrooien op tournee als actrice. Beroepstooneelspelers, waaronder- een oude ras acteur van algemeene beroemdheid, dienen als vlag voor deze twijfelachtige lading. Gevolgen: rechtmatig dédain van hun kant voor een spotten de luchthartigheid, die voor een zwaren en alomvattenden arbeid van jaren genoeg meent te hebben aan een innemende verschijning. Acuut-pijnlijke plankenkoorts bij de voor onze oogen vertoonde eerste voorstelling brengt hier het verhelderend maar niet zeer verblijdend besef. Maar de oude acteur de eenige die in deze vijandige Wereld vermurwbaar is ? stelt zijn jarenlange ervaring ter beschikking in onschatbare geheime lessen na de voorstelling en aan het einde van de tournee woont het op plankencuriosa beluste publiek een vertooning bij, gezien van gene zijde van het voetlicht, waarbij de schuchtere debutante zich tot actrice van talent ontpopt heeft. De laatste acte geeft een vermakelijken dialoog :in de kleedkamer tusschen de tooneelster in op gang en den jeune premier, die het op elk gebied eens geworden zijn, behalve over het begrip succes. Als je een avond meer applaus had dan ik, zou ik het gevoel hebben of je me bedroog", is de blaguaerende maar psychologisch fijne conclusie van Sacha Guitry. We hebben dit vlotte stukje, waar een luchtig .schuimende dialoog aan ons voorbijsnelt als een frissche bergstroom, met tintelend genoegen ge volgd; natuurlijk hebben velen zich in de kijkjes achter de schermen vermeid, maar wie in den schouwburg iets meer dan verstrooiing zoekt, vond in deze nu eens fijn schampende, dan weer fel priemende lichtglanzen op tooneel en acteursleven, zijn wenschen voldoende bevredigd. En volgens Van Deyssel's formule, dat men het beste zal schrijven over dat, wat het meeste ter harte gaat, heeft Guitry zijn diepere innerlijk niet aan wat men hier FAmoiir" noemt, maar aan het tooneel verpand. Maar het alles overheerschend middelpunt zoowel in stuk als opvoering was Lucien Guitry. Wie dacht, dat men hem dezen avond voor het laatst zou zien! Het breede, stoere lichaam scheen nog imposanter in een fantastisch neergolvenden mantel, de prachtig-markante kop werd omlijst door een zwaren, lang gedragen, zilverwitten haardos, en de anders scherp-stekende oogen hadden zich voor deze rol tot een spottendglimlachende wijsheid verzacht. Subliem zooals hij in de scène op het tooneel, waar de auteur den spot dreef met de romantischpathetische speelwijze van een vorige periode, ondanks een lichte overdrijving in het aanzetten der nuancen, ons geen oogenblik vergeten liet, dat de hoofdpersoon van deze comedie als geniaal acteur bedoeld was. Een geniaal acteur, dat is hij geweest, die boven dien die wondere economie had van maximum resultaat met een minimum van uiterlijke middelen. Sober was dit tooneelspel, waarbij de gedachte aan spel" of welke fictie dan ook geheel uit onzen gezichtskring verdween. Maar deze soberheid ontaardde nooit in een geforceerde, gekunstelde vervlakking, die als leeg en onwaar hatelijker,is dan natuurlijk wellende pathetiek. Zijn schep pingen, die als elke groote reproductieve kunst groeiden tot altijd wisselende nieuwe gestalten, waren drachtig en zwaar van inhoud. Geen acteur als Lucien Guitry heeft het verstaan uiterlijk steeds minder gevend, zichzelve en zijn weerlooze publiek op te stuwen tot mateloos optorenende climaxen. Ik herinner mij de gtoote scène uit Bourget's Tribun", waar de steil-rechtschapene minister-president het vermoeden,allengs de zekerheid krijgt van den smaad van zijn zoon. De spanning in dat tooneelvertrek, waar de aanof afwezigheid van de vierde wand buiten onze beschouwing viel, werd ondragelijk. Even een hijgen naar lucht, uiterlijk gerealiseerd in het terloops losmaken van den boord, dan een stem zoo klankloos en rauw-verslagen, dat de gansene gebrokenheid van dezen energisch geladene ons op eenmaal in het hart drong. Zoo is hij groot in alles geweest, groot in de zware dreuning van een monumentale geest kracht, groot in de flitsende directheid van zijn tintelend-fijnen spot. Voor zijn realistische kunst is het leven spel en het tooneel werkelijkheid geweest. Zijn brandende scheppingskracht heeft niet voor verstrooiing" geleefd. NIEUWE DRUKKEN BOBSIN, De storingen aan de automobiel. Oor zaken, aard en herstellingswijze. Achtste druk. Uitgave van G. J. Langkamp te Deventer. HERMAN BANG, Mika^l. Derde druk. Uitgave vatl de Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. Nico VAN SUCHTELEN, Eva. Derde Druk. Uitgave van de Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. B. ALKEMA, Ons Insulinde. Hoe we 't verkregen en wat het door ons werd. Derde geheel bijge werkte en vermeerderde druk. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink en Zoon. H. LANKAMP, Leerplan voor de scholeiïlmet den Bijbel, l Ia. Geschiedenis des Vaderlands. Alge meen gedeelte en bijzonder gedeelte. lefen 2e leerkring. Vierde druk. Groningen, P.jNoordhoff. Ken Uw Zaak. Een boek over organisatie en bedrijfsleven, door J. Hagers, accountant. Met origineele modellen. Tweede Druk. 's-Gravenhage Uitgevers-Maatschappij v. d. Laan en Co. MARIE DIERS. De Brieven van den ronden Josias. Zesde Druk. Uitgave A. G. [Schoonderbeek, Laren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl