Historisch Archief 1877-1940
,<o. 2513
0E GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
ONZE NIEUWE MINISTERS
T eekening voor de Groene Amsterdammer" door B. van Vlijmen
COLIJN
LAMBOOY
SCHOKKINO
BONQAERTS
DE GEER
RUTGERS
TOONEEL TE PARIJS
door Mr. Louis M E ij E R
On ne joue pas pour s'amuser"
Het is Lucien Guitry's laatste rol geweest'
Sacha, de zoon, had na een jarenlange massa
productie van min of meer zoutelooze
amoureuse prullen, zich plotseling tot straffer con
centratie gedwongen en zoowel zichzelve als zijn
genialen vader de rollen aan het lijf geschreven.
De intrigue onschuldig maar vrij amusant; een
jonge dame, die tijd en geld te veel heeft en het
laatste, zooals in alle stukken van Sacha Ouitry,
van een onwettigen echtgenoot betrekt, gaat
om zich te verstrooien op tournee als actrice.
Beroepstooneelspelers, waaronder- een oude ras
acteur van algemeene beroemdheid, dienen als
vlag voor deze twijfelachtige lading. Gevolgen:
rechtmatig dédain van hun kant voor een spotten
de luchthartigheid, die voor een zwaren en
alomvattenden arbeid van jaren genoeg meent te hebben
aan een innemende verschijning. Acuut-pijnlijke
plankenkoorts bij de voor onze oogen vertoonde
eerste voorstelling brengt hier het verhelderend
maar niet zeer verblijdend besef. Maar de oude
acteur de eenige die in deze vijandige Wereld
vermurwbaar is ? stelt zijn jarenlange ervaring
ter beschikking in onschatbare geheime lessen
na de voorstelling en aan het einde van de tournee
woont het op plankencuriosa beluste publiek
een vertooning bij, gezien van gene zijde van het
voetlicht, waarbij de schuchtere debutante zich
tot actrice van talent ontpopt heeft.
De laatste acte geeft een vermakelijken dialoog
:in de kleedkamer tusschen de tooneelster in op
gang en den jeune premier, die het op elk gebied
eens geworden zijn, behalve over het begrip succes.
Als je een avond meer applaus had dan ik,
zou ik het gevoel hebben of je me bedroog",
is de blaguaerende maar psychologisch fijne
conclusie van Sacha Guitry.
We hebben dit vlotte stukje, waar een luchtig
.schuimende dialoog aan ons voorbijsnelt als een
frissche bergstroom, met tintelend genoegen ge
volgd; natuurlijk hebben velen zich in de kijkjes
achter de schermen vermeid, maar wie in den
schouwburg iets meer dan verstrooiing zoekt,
vond in deze nu eens fijn schampende, dan weer
fel priemende lichtglanzen op tooneel en
acteursleven, zijn wenschen voldoende bevredigd. En
volgens Van Deyssel's formule, dat men het beste
zal schrijven over dat, wat het meeste ter harte
gaat, heeft Guitry zijn diepere innerlijk niet aan
wat men hier FAmoiir" noemt, maar aan het
tooneel verpand.
Maar het alles overheerschend middelpunt
zoowel in stuk als opvoering was Lucien Guitry.
Wie dacht, dat men hem dezen avond voor het
laatst zou zien! Het breede, stoere lichaam
scheen nog imposanter in een fantastisch
neergolvenden mantel, de prachtig-markante kop werd
omlijst door een zwaren, lang gedragen,
zilverwitten haardos, en de anders scherp-stekende
oogen hadden zich voor deze rol tot een
spottendglimlachende wijsheid verzacht.
Subliem zooals hij in de scène op het tooneel,
waar de auteur den spot dreef met de
romantischpathetische speelwijze van een vorige periode,
ondanks een lichte overdrijving in het aanzetten
der nuancen, ons geen oogenblik vergeten liet,
dat de hoofdpersoon van deze comedie als geniaal
acteur bedoeld was.
Een geniaal acteur, dat is hij geweest, die boven
dien die wondere economie had van maximum
resultaat met een minimum van uiterlijke middelen.
Sober was dit tooneelspel, waarbij de gedachte
aan spel" of welke fictie dan ook geheel uit
onzen gezichtskring verdween. Maar deze soberheid
ontaardde nooit in een geforceerde, gekunstelde
vervlakking, die als leeg en onwaar hatelijker,is
dan natuurlijk wellende pathetiek. Zijn schep
pingen, die als elke groote reproductieve kunst
groeiden tot altijd wisselende nieuwe gestalten,
waren drachtig en zwaar van inhoud. Geen acteur
als Lucien Guitry heeft het verstaan uiterlijk
steeds minder gevend, zichzelve en zijn
weerlooze publiek op te stuwen tot mateloos
optorenende climaxen. Ik herinner mij de gtoote scène
uit Bourget's Tribun", waar de
steil-rechtschapene minister-president het vermoeden,allengs
de zekerheid krijgt van den smaad van zijn zoon.
De spanning in dat tooneelvertrek, waar de
aanof afwezigheid van de vierde wand buiten onze
beschouwing viel, werd ondragelijk. Even een
hijgen naar lucht, uiterlijk gerealiseerd in het
terloops losmaken van den boord, dan een stem
zoo klankloos en rauw-verslagen, dat de gansene
gebrokenheid van dezen energisch geladene
ons op eenmaal in het hart drong.
Zoo is hij groot in alles geweest, groot in de
zware dreuning van een monumentale geest
kracht, groot in de flitsende directheid van zijn
tintelend-fijnen spot. Voor zijn realistische kunst
is het leven spel en het tooneel werkelijkheid
geweest. Zijn brandende scheppingskracht heeft niet
voor verstrooiing" geleefd.
NIEUWE DRUKKEN
BOBSIN, De storingen aan de automobiel. Oor
zaken, aard en herstellingswijze. Achtste druk.
Uitgave van G. J. Langkamp te Deventer.
HERMAN BANG, Mika^l. Derde druk. Uitgave
vatl de Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur.
Nico VAN SUCHTELEN, Eva. Derde Druk.
Uitgave van de Mij. voor Goede en Goedkoope
Lectuur.
B. ALKEMA, Ons Insulinde. Hoe we 't verkregen
en wat het door ons werd. Derde geheel bijge
werkte en vermeerderde druk. Haarlem, H. D.
Tjeenk Willink en Zoon.
H. LANKAMP, Leerplan voor de scholeiïlmet den
Bijbel, l Ia. Geschiedenis des Vaderlands. Alge
meen gedeelte en bijzonder gedeelte. lefen 2e
leerkring. Vierde druk. Groningen, P.jNoordhoff.
Ken Uw Zaak. Een boek over organisatie en
bedrijfsleven, door J. Hagers, accountant. Met
origineele modellen. Tweede Druk. 's-Gravenhage
Uitgevers-Maatschappij v. d. Laan en Co.
MARIE DIERS. De Brieven van den ronden
Josias. Zesde Druk. Uitgave A. G.
[Schoonderbeek, Laren.