Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2513
Tot de zeer schaarsche
tentoonstellingsgebouwen
te Parijs (we spreken hier
uitsluitend over de gebou
wen en niet over hun
inhoud) welke ook zonder
Wijze aanprijzing of diep
zinnige verhandeling den
aanschouwer waarlijk
symphathiek stemmen, behoort
ongetwijfeld het Hollandsch
paviljoen. Benige weken
achtereen was
ondergeteekende in de gelegenheid
het bijna dagelijks in
oogenschouw te nemen. De
eerste indruk was, zoo naar
vorm en kleur, aangenaam
en opgewekt. Van het
eerste oogenblik af trok
het mij aan, en dit bleef
zoo. Steeds zelfs werd het
rne symphatieker en ver
trouwder. Het werd mij
een gaarne geziene, ik mag
wel zeggen, de beste vrind
tusschen de vele overige
gebouwen.
Welnu, dit is mij hoofd
zaak; d.W.z. het voor
naamste, het vóór alles
noodzakelijke. Al het ove
rige volgt eerst daarna.
Of we dan geen respect
voor ideeën, bedoelingen,
richtingen, ismen",
stroomingen koesteren ? Wel,
natuurlijk! Men zou niet in
een hedendaagsche huid
moeten steken, om dat
niet te doen. Doch het
HET HOLLANDSCHE PAVILJOEN OP DE PARIJSCHE
TENTOONSTELLING
door H. J. M. WALENKAMP, architect N.B.A.
Dit is een der weinige
aanmerkingen, Welke ik uit
aesthetisch oogpunt ver
meen te moeten maken.
Aan de
onbeschrijflijkaantreklijke werking van
vijvers en waterbekkens
denkende in verband en
in samenklank met de
architectuur, komen ons
onmiddellijk onderscheiden
onvergeetlijke voorbeelden
uit de Oudheid en ook uit
later tijden voor oogen,
als: de kleine klassieke
tempels aan de oevers of
temidden van roerlooze
meren, de bassins, de door
zichtige kommen" der
Oostersche paleis- en tem
pelhoven, de parelende
fonteinen Rennaissance
met hun klare bekkens;
ook aan de bescheiden
maar niet minder
verruklijke koepels aan de stille
oevers van ons eigen Water
land denken wij.
In de kalmte der natuur
stemmen al deze kleine
kunstwerken met hun
levende,
nauw-merkbaartintelende weerspiegelin
gen, tot weldoende,
hartverheffende rust, 'n rust
die, wakend, van para
dijzen doet droomen.
Kleine onderbrekingen,
als door waterplanten en
-bloemen veroorzaakt,
schaden het spiegelbeeld
voornaamste blijft en zal steeds blijven.-de zuivere, fende eenheid; daar ons gevoel, ons aesthetisch echter niet; integendeel, zij verhoogen zelfs den
dat is: de door niets beïnvloede eigen indruk, instinct zegt dat het zoo goed, zoo voldoende is. glans ervan; daar zij het starre eraan ontne,men.
Latere verklaringen, bespiegelingen, overwe- Geheel is het in-zich-zelf besloten en afgesloten; Het is mij niet bekend, of in de beide vijvertjes te
gingen, kunnen dikwijls gewenscht, zelfs nood- men zou er niets aan kunnen toevoegen of aan Parijs na de algeheele voltooiing onze schoone
zakelijk zijn; daar zij de geestlijke beteekenis, de verwijderen; de eene toon volgt harmonisch op inheemsche waterlelie aangeplant is. Mocht dit
inhoud van een kunstwerk (zoo die aanwezig is) de andere; rhythmisch vloeien zij uit elkaar voort, niet zoo zijn, dan vormt dit een prachtig gegeven
verduidlijken of verhelderen, en daardoor ons Aldus ontstond het zuiver accoord.
inzicht in het ware wezen of de bedoelintg ervan Zooals het daar tusschen het groen der fleurige
verruimen niets echter heeft dit met de schoon- kastanjeboomen langs den Seine-oever verscholen
heid-op-zich-zelf gemeen. Een werk kan schoon, ligt, vormt het voor heel de omgeving een kleine
leelijk zijn, zonder dat dit zijn geestelijke, inner- bescheiden oase, een echt aantrekkingspunt, waar
voor een volgende gelegenheid! Wanneer?
lijke bedoeling raakt. Dit schijnt tegenwoordig
maar al te zeer vergeten te worden. Veelal ver
wart men de goede bedoeling met de daad.
In dit laatste schuilt de oorsprong der meeste groote deel der tentoonstellingsgebouwen en hun
quasi-diepzinnige verhandelingen over kunst, over entourages teweeggebracht.
het goed is even te verpoozen orn op rust te komen De aantreklijkheid van het Holl. paviljoen
van de aanschouwing van al het onrustige, ver- wordt in niet geringe mate verhoogd door de
uitwarrende, gezochte, rammelende, door het over- stekende uitvoering ervan. Alles is even
onbehaar strekking, bedoeling en inhoud. Meestal is
het een goedpraten" van hetgeen wel
goedAfgescheiden van het meer of minder schoone
hunner vormen en verhoudingen, is het gemis aan
risplijk. Zoo is het een lust, het keurige metsetwerk
te bezien, waarvan de uitvoering vooral aan den
achtergevel met zijn golflijnen en andere voor
sprongen zeer moeilijk geweest is. Bij
mindergemeend, maar nog vér van volkomen is; en dat harmonische kleurwerking een der allereerste ge- waardiger uitvoering zou van des architects
bejuist is het wat in dergelijke beschouwingen zoo
afstoot of afkeer wekt.
Afgescheiden van alle redeneering over modern
of niet-modern, nationaal of internationaal, logisch
het groen der boomen in samenklank is. Dit is
hier wel een zeer voorname fout, omdat hun
of onlogisch, rationeel of irrationeel, oefent het vormen en verhoudingen door de belemmering van
Hollandsch paviljoen een groote aantrekkings
kracht van het eerste moment af dat men het aan
schouwt; en zelfs tegenstanders ervan ontkennen
bladeren, takken en stammen bij het benaderen
niet als een geheel overzien kunnen worden. Hun
totaal-kleur echter werkt reeds uit de verte, en
dit niet en ontkomen niet aan dien indruk. Ziedaar die deugt hier van de meesten niet.
de primaire, onmiskenbare verdienste ervan. ~" ' . . .
men van de aanschouwere vernemen kan.
breken van verweg het meerendeel der overige doeling hier geen snars" of spaan"
terechtpaviljoens. Bijna geen enkel dat voldoend^ met gekomen zijn. Waar het tegenwoordig terecht
' gewoonte geworden is bij belangrijk werk nevens
den ontwerper ook den uitvoerder te noemen,
mogen we niet nalaten te vermelden, dat het
paviljoen evenals de andere Nederlandsche
tentoonstellingswerken door de Amsterdamsche firma
C. AlbertsenZoon uitgevoerd werd. Een mooi stuk
werk. En zoo is alles navenant".
Dit veronachtzamen van de plaats is een onver- Dat een deugdelijke, welverzorgde uitvoering
Ctok zonder diepzinnigheid is 't maklijk aan te geeflijke fout der meeste ontwerpers, daar de ook door het groote Publiek wel deeglijk
gewaarduiden, waardoor dit veroorzaakt Wordt. Het algemeene situatie hier te midden der boomgroepen deerd wordt, blijkt uit de onophoudelijke, onwi
evormt een eenheid, een opwekkende, hartverhef- hun vooraf bekend geweest is, en zij daarmede dus keurige en spontane prijzende uitroepen, die
rekening hadden behooren te houden.
Hetprachtig diep-paars-rood van den baksteen,
waarboven het slechts even gebroken wit der
breede gootlijst den overgang tot het
hel-oranjerood der dakbedekking vormt, is reeds van verre
de magneet tot het eenig bouwwerk, waarnaar de
schreden als onbewust getrokken worden, het
Hollandsch paviljoen.
Naderbij komende ontwaart men steeds meer
het harmonieuse zijner vormen. Deze maken zich
los van de algemeene verwarring der omgeving;
en het is een ware lust, eindelijk zoover genaderd
te zijn, dat men dit bescheiden kunstwerk in zijn
geheel onbelemmerd overzien kan.
Naar uit de verschillende mededeelingen reeds
bekend werd, projecteerde architect Staal vóór
den ingang van zijn bouwwerk twee kleine, in het
midden door een baksteenen loop gescheiden,
vijvers, waarin het zich gedeeltelijk weer
spiegelt. Een aantreklijk gegeven, m.i. hier echter
niet op de schoonste wijze opgelost; daar juist
door dit middenpad de Weerkaatsing onvolkomen is.
Het verrukklijkste eener dergelijke weerspiege
ling is juist, als zij door niets verbroken wordt,
waardoor dus het wederbeeld in zijn geheel onge
rept blijft. Dit effect ware hier verkregen, indien
de toegangsweg niet door, doch uitsluitend om den
vijver gelegd was.
Het vóórplein, waar onze stoere, levendige
standaardvlag wappert, had dan, meer nog dan
nu het geval is, den beschouwer de gelegenheid
geboden, beeld en tegenbeeld ongeschonden in
zich op te nemen.
Achterzijde van het Hollandsche Paviljoen
Interieur van het Hollandsche Paviljoen