De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 8 augustus pagina 12

8 augustus 1925 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2513 Tot de zeer schaarsche tentoonstellingsgebouwen te Parijs (we spreken hier uitsluitend over de gebou wen en niet over hun inhoud) welke ook zonder Wijze aanprijzing of diep zinnige verhandeling den aanschouwer waarlijk symphathiek stemmen, behoort ongetwijfeld het Hollandsch paviljoen. Benige weken achtereen was ondergeteekende in de gelegenheid het bijna dagelijks in oogenschouw te nemen. De eerste indruk was, zoo naar vorm en kleur, aangenaam en opgewekt. Van het eerste oogenblik af trok het mij aan, en dit bleef zoo. Steeds zelfs werd het rne symphatieker en ver trouwder. Het werd mij een gaarne geziene, ik mag wel zeggen, de beste vrind tusschen de vele overige gebouwen. Welnu, dit is mij hoofd zaak; d.W.z. het voor naamste, het vóór alles noodzakelijke. Al het ove rige volgt eerst daarna. Of we dan geen respect voor ideeën, bedoelingen, richtingen, ismen", stroomingen koesteren ? Wel, natuurlijk! Men zou niet in een hedendaagsche huid moeten steken, om dat niet te doen. Doch het HET HOLLANDSCHE PAVILJOEN OP DE PARIJSCHE TENTOONSTELLING door H. J. M. WALENKAMP, architect N.B.A. Dit is een der weinige aanmerkingen, Welke ik uit aesthetisch oogpunt ver meen te moeten maken. Aan de onbeschrijflijkaantreklijke werking van vijvers en waterbekkens denkende in verband en in samenklank met de architectuur, komen ons onmiddellijk onderscheiden onvergeetlijke voorbeelden uit de Oudheid en ook uit later tijden voor oogen, als: de kleine klassieke tempels aan de oevers of temidden van roerlooze meren, de bassins, de door zichtige kommen" der Oostersche paleis- en tem pelhoven, de parelende fonteinen Rennaissance met hun klare bekkens; ook aan de bescheiden maar niet minder verruklijke koepels aan de stille oevers van ons eigen Water land denken wij. In de kalmte der natuur stemmen al deze kleine kunstwerken met hun levende, nauw-merkbaartintelende weerspiegelin gen, tot weldoende, hartverheffende rust, 'n rust die, wakend, van para dijzen doet droomen. Kleine onderbrekingen, als door waterplanten en -bloemen veroorzaakt, schaden het spiegelbeeld voornaamste blijft en zal steeds blijven.-de zuivere, fende eenheid; daar ons gevoel, ons aesthetisch echter niet; integendeel, zij verhoogen zelfs den dat is: de door niets beïnvloede eigen indruk, instinct zegt dat het zoo goed, zoo voldoende is. glans ervan; daar zij het starre eraan ontne,men. Latere verklaringen, bespiegelingen, overwe- Geheel is het in-zich-zelf besloten en afgesloten; Het is mij niet bekend, of in de beide vijvertjes te gingen, kunnen dikwijls gewenscht, zelfs nood- men zou er niets aan kunnen toevoegen of aan Parijs na de algeheele voltooiing onze schoone zakelijk zijn; daar zij de geestlijke beteekenis, de verwijderen; de eene toon volgt harmonisch op inheemsche waterlelie aangeplant is. Mocht dit inhoud van een kunstwerk (zoo die aanwezig is) de andere; rhythmisch vloeien zij uit elkaar voort, niet zoo zijn, dan vormt dit een prachtig gegeven verduidlijken of verhelderen, en daardoor ons Aldus ontstond het zuiver accoord. inzicht in het ware wezen of de bedoelintg ervan Zooals het daar tusschen het groen der fleurige verruimen niets echter heeft dit met de schoon- kastanjeboomen langs den Seine-oever verscholen heid-op-zich-zelf gemeen. Een werk kan schoon, ligt, vormt het voor heel de omgeving een kleine leelijk zijn, zonder dat dit zijn geestelijke, inner- bescheiden oase, een echt aantrekkingspunt, waar voor een volgende gelegenheid! Wanneer? lijke bedoeling raakt. Dit schijnt tegenwoordig maar al te zeer vergeten te worden. Veelal ver wart men de goede bedoeling met de daad. In dit laatste schuilt de oorsprong der meeste groote deel der tentoonstellingsgebouwen en hun quasi-diepzinnige verhandelingen over kunst, over entourages teweeggebracht. het goed is even te verpoozen orn op rust te komen De aantreklijkheid van het Holl. paviljoen van de aanschouwing van al het onrustige, ver- wordt in niet geringe mate verhoogd door de uitwarrende, gezochte, rammelende, door het over- stekende uitvoering ervan. Alles is even onbehaar strekking, bedoeling en inhoud. Meestal is het een goedpraten" van hetgeen wel goedAfgescheiden van het meer of minder schoone hunner vormen en verhoudingen, is het gemis aan risplijk. Zoo is het een lust, het keurige metsetwerk te bezien, waarvan de uitvoering vooral aan den achtergevel met zijn golflijnen en andere voor sprongen zeer moeilijk geweest is. Bij mindergemeend, maar nog vér van volkomen is; en dat harmonische kleurwerking een der allereerste ge- waardiger uitvoering zou van des architects bejuist is het wat in dergelijke beschouwingen zoo afstoot of afkeer wekt. Afgescheiden van alle redeneering over modern of niet-modern, nationaal of internationaal, logisch het groen der boomen in samenklank is. Dit is hier wel een zeer voorname fout, omdat hun of onlogisch, rationeel of irrationeel, oefent het vormen en verhoudingen door de belemmering van Hollandsch paviljoen een groote aantrekkings kracht van het eerste moment af dat men het aan schouwt; en zelfs tegenstanders ervan ontkennen bladeren, takken en stammen bij het benaderen niet als een geheel overzien kunnen worden. Hun totaal-kleur echter werkt reeds uit de verte, en dit niet en ontkomen niet aan dien indruk. Ziedaar die deugt hier van de meesten niet. de primaire, onmiskenbare verdienste ervan. ~" ' . . . men van de aanschouwere vernemen kan. breken van verweg het meerendeel der overige doeling hier geen snars" of spaan" terechtpaviljoens. Bijna geen enkel dat voldoend^ met gekomen zijn. Waar het tegenwoordig terecht ' gewoonte geworden is bij belangrijk werk nevens den ontwerper ook den uitvoerder te noemen, mogen we niet nalaten te vermelden, dat het paviljoen evenals de andere Nederlandsche tentoonstellingswerken door de Amsterdamsche firma C. AlbertsenZoon uitgevoerd werd. Een mooi stuk werk. En zoo is alles navenant". Dit veronachtzamen van de plaats is een onver- Dat een deugdelijke, welverzorgde uitvoering Ctok zonder diepzinnigheid is 't maklijk aan te geeflijke fout der meeste ontwerpers, daar de ook door het groote Publiek wel deeglijk gewaarduiden, waardoor dit veroorzaakt Wordt. Het algemeene situatie hier te midden der boomgroepen deerd wordt, blijkt uit de onophoudelijke, onwi evormt een eenheid, een opwekkende, hartverhef- hun vooraf bekend geweest is, en zij daarmede dus keurige en spontane prijzende uitroepen, die rekening hadden behooren te houden. Hetprachtig diep-paars-rood van den baksteen, waarboven het slechts even gebroken wit der breede gootlijst den overgang tot het hel-oranjerood der dakbedekking vormt, is reeds van verre de magneet tot het eenig bouwwerk, waarnaar de schreden als onbewust getrokken worden, het Hollandsch paviljoen. Naderbij komende ontwaart men steeds meer het harmonieuse zijner vormen. Deze maken zich los van de algemeene verwarring der omgeving; en het is een ware lust, eindelijk zoover genaderd te zijn, dat men dit bescheiden kunstwerk in zijn geheel onbelemmerd overzien kan. Naar uit de verschillende mededeelingen reeds bekend werd, projecteerde architect Staal vóór den ingang van zijn bouwwerk twee kleine, in het midden door een baksteenen loop gescheiden, vijvers, waarin het zich gedeeltelijk weer spiegelt. Een aantreklijk gegeven, m.i. hier echter niet op de schoonste wijze opgelost; daar juist door dit middenpad de Weerkaatsing onvolkomen is. Het verrukklijkste eener dergelijke weerspiege ling is juist, als zij door niets verbroken wordt, waardoor dus het wederbeeld in zijn geheel onge rept blijft. Dit effect ware hier verkregen, indien de toegangsweg niet door, doch uitsluitend om den vijver gelegd was. Het vóórplein, waar onze stoere, levendige standaardvlag wappert, had dan, meer nog dan nu het geval is, den beschouwer de gelegenheid geboden, beeld en tegenbeeld ongeschonden in zich op te nemen. Achterzijde van het Hollandsche Paviljoen Interieur van het Hollandsche Paviljoen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl