Historisch Archief 1877-1940
No. 2513
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
L1MBURGSCHE TYPEN
door DR. ANDRÉSCHILLINGS
DUN AFECOAT
Buiten den ban der kleine samenleving in een
«envoudig landhuis, waarheen een met hooge
boomen omplante, vrij goed onderhouden grintweg
leidde en waaromheen schoone dennenbosschen
groeiden, woonde dun affecoat oet de heij"
dat was zijn volledige titel.
Waarom hij zoo genoemd werd, wist ie wellicht
zelf het minst, want hij was geen advocaat, had
misschien een blauwen Maandag met de muts
naar een meestertitel gegooid, maar zeker al
spoedig afgelaten er zich verder voor in te spannen,
toen hem uit zijn vaders versterf het buiten, met
bosschen, weilanden en een schoenen vijver,
benevens voldoende contanten toevielen om niets
anders te doen dan den heer spelen.
Want een heer was hij!
Zijn innemend, donker uiterlijk verzorgde hij
Zomer en Winter op de keurigste wijze; bracht,
wanneer hij op zijn buiten toevend, naar stad
reed in zijn panier, een livreikkecht op den hoogen
bok, om boodschappen te doen of 's Zondags de
late mis bij te wonen, de nieuwst wetsche dingen
van kleedij voor de oogen der hem eerbiedig na
kijkende stedelingen. Ongemeen hoofsch waren
de groeten, die hij naar alle zijden uitdeelde en
die op de beleefdste wijze door jong en oud werden
beantwoord.
Zijn gemakkelijke zitplaats verliet hij om geen
enkele reden.
Moest hij in winkel of werkplaats terecht, dan
reikte zijn knecht hem de zweep over en tikte
hij met het boveneind er van zoolang op vitrine
of deurraam, dat de bewoner naar buiten kwam
stormen:
Waat bleef t j uch, Munhier dun Affecoat?"
En heel lang behoefde hij nooit te wachten !
Toorn dcorvlamde trouwens zijn gelaat, als
de verschijning der geroepenen even duurde en
daarvoor leken de menschen wel erg gevoelig.
Overigens was hij een man van weinig woorden.
Bijna zwijgend kwamen de kleine transacties
tot stand!
In zijn wagen bracht hij steeds mee een rieten
hengselmand voor kruidenierswaren en eene
emailIe kan, waarin hij bloed meenam voor de twee
geweldige doggen, die zijn buiten bewaakten.
De betrekkelijke leveranciers van beide kwamen
op zijn tik naar buiten, negen diep, grepen mand
of kan en brachten ze zoo spoedig mogelijk op
haar oude plaats terug, negen weer en het rijtuig
rolde zachtjes verder.
Voor de mis hield zijn rijtuig stil bij een der
zijingangen van de kerk, steeds ongeveer tegen
hetzelfde uur en bleef er wachten, totdat hij, als
het Ite missa est koud was, door de opgepakte
massa, die hem, als hoorde dit zoo, vrij gaan liet,
naar buiten kwam.
In den Winter werd hij maar sporadisch gezien,
gedoken in een ongewoon schoonen, zwaren pels
mantel, maar 's Zomers verscheen hij vrij regel
matig.
Over zijn geheele gedraging lag een geheim
zinnigheid, die allen nieuwsgierig maakte.
Waar toefde hij, wanneer hij niet op zijn buiten
was en wat voerde hij daar uit gedurende de vele,
lange Zomerdagen?
Zijn knecht, de eenige toeschouwer van zijn
leven, zweeg immer en buren, die iets weten kon
den, had hij niet, want uren ver in zijn omtrek
woonde niemand. Enkele wandelaars zagen hem
wel eens door zijn bosschen dwalen, maar daarmee
kon hij zijn tijd toch niet vullen, vooral niet, omdat
hij zoo weinig spraakzaam was tegen de enkele
boeren of boschwerkers, die hij ontmoette op zijn
gronden.
Met eenderen doordringenden blik placht hij
hen te monsteren, groette met lichte hoofdbui
ging en schreed verder.
Zag hij iets, dat zijn ontevredenheid opwekte,
dan kregen de schuldigen het te hporen uit den
mond van zijn knecht, dien hij bij zijn thuiskomst
uitzond.
Slechts wanneer hij in zijn bosschen iemand
rooken vond uit een pijp zonder dop, ging hij er
op af, nauwelijks zich zelf meester van kwaadheid
of terwijl hij vriendelijk vermaande, zijn
sigarenkoker den rooker voorhoudend:
Gein piepe rouke in de bossche. 't Blieftj
gevoarluk !"
Zijn optreden op dat punt hing geheel af van
zijn stemming.
t&^-eêgfarwfc:
AH>tx*Ae5rU' «-f C-T*- ^o ?' ? »-*^' ?-?* _ . ,
r~r^ r^é^^A&(^^<^^;
Maar altijd sprak er uit'zijn bijna afgodische
liefde voor de slanke boomen, die zijn vader ge
plant had en die hem waren als goede, trouwe
kinderen, voor wier heil hij te waken had.
Gerooid was er sinds menschenheugenis niet
meer, terwijl in sommige gedeelten zelfs alle kap
achterwege bleef, zoodat een nauwelijks
doordringbare vegetatie van varens, braam en kam
perfoelie om de stammen welig tierde.
De meest fantastische verhalen omtrent zijn
motieven daarvoor deden de ronde, maar hij,
de eenzame, leefde ongenaakbaar voort op zijn
grond of ver vandaar in den vreemde, waar
niemands oog hem bespieden kon. Maar eens keerde
hij terug midden in het Winterseizoen, bleek en
stug; ouder plotseling en licht gebogen
En nauwelijks van de reis bekomen, schreed
hij met zijn knecht, die een scherp mes had moeten
meenemen en een dot menie, de bosschen in.
Direct al hielden ze stil rechts van zijn huis,
waar een tiental kaarsrechte stammen als met
groen versierde masten van reuze schepen oprezen.
Toen greep hij zijn trouwen dienaar het scherpe
mes uit de hand en met een houw sloeg hij de
vette bast een handbreedte weg op manshoogte.
Zetj heej un steep met eure kwast" beval hij
kort, dieze mot ut ierst valle."
Verwildering kwam in zijn oogen, naar gelang
al verder van zijn huis de boomen geteekend
werden.
En bij elk nieuw stuk zuchtte hij dieper: Ich
bin dur nog neet!" Totdat eindelijk slechts nieuwe
aanplant overbleef en er niets meer te verkoopen
was. Toen riep hij op een avond zijn trouwen knecht
bij zich in de kamer.
Marge vertrek ich mer weer !" aarzelde hij,
PADOX HOUTBOUW
Houten Scholen, Winkels, Directiekeeten
Levering in korten tijd. Fabrieken Warmond
De slutst went alles wie gewoen ! 't Paard neemste
mer met van de stal."
Groote oogen keken hem aan. Zoo kort had de
heer nog nooit gesproken den avond voor zijn
vertrek.
Zwieg mich nier!" zei hij droevig, toen de
eenvoudige man wat vragen wilde en trok weer
naar de achterkamer van het huis, waar hij al
weken bezig was koffers te pakken; allerlei din
gen, die anders bleven, werden nu in de breede
malen opgeborgen.
Vele jaren is het huis sindsdien verlaten liggen
gebleven, terwijl fantastischer aldoor werden de
verhalen over zijn heengeganen heer, maar ge
fluisterd werd het niet langer, dat hij daarginds
in het zonnige Zuiden door spel zijn hebben en
houden was kwijt geraakt en thans in een andere
wereld fortuin zocht.
UAAT UWE CENTRALE VERWARMING
EN BIJKOMENDE INSTALLATIES
AANLEGGEN DOOR
DEKONFABRF.W.BRAAT-DELFT