De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 8 augustus pagina 3

8 augustus 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2513 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE S.D.A.P. EN HET N.V.V. Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek NU ZAT IK NET ZOO RUSTIG....!" een steil gereformeerde is, wat veel belooft voor democratische opvattingen ten opzichte van onze arme Kunsten en Weten schappen. Staat ons een herha ling van het apenproces van Tennessee misschien te wachten? De militair in 't Kabinet schijnt een bezuiniger te zijn wat de organisatie betreft, doch de ontwapenaars" zullen hun hoop wel niet op hem gevestigd hebben. De Ingenieur Bongaerts staat bekend als een knap man, Wien het niet moeilijk moet vallen het eenigszins ongewisse in het optreden van zijn voorganger te niet te doen en de heer Kooien heeft alleen sympathie als oudKamer-Voorzitter, doch wat zal hem dat helpen als hij straks als Minister van arbeid voor uiter mate practische kwesties komt te staan, die opgelost moeten wor den, hetzij door een stap in democratische richting, hetzij door het behoud de hand te reiken? En van den Minister van Koloniën weten wij alleen dat hij opgevoed is in het serai der Ned. Indische ambtenaars wereld en en het is een vreemde vogel die in die omgeving demo cratische veeren vertoont. Zoodat?summa summarum onze verwachting voor de demo cratie niet al te hoog gespannen zijn en wij veeleer in de samen stelling van dit Ministerie den overgang zien naar de langgewenschte groepeering, niet meer volgens de godsdienstige gevoe lens, doch volgens de eischen der practische politiek. Indien dit zoo is, laat ons dan het brouwsel met vertrouwen nuttigen, A D l N r. HET NIEUWE MINISTERIE Kan men met recht vertrouwen Wat in het duister werd gebrouwen? Dat de heer Colijn, bij het vaststellen van zijn programma en de keuze zijner medewerkers, heel wat moeilijkheden zal hebben te overwinnen; dat, ook zoo hij daarin slaagt, het door hem gevormde ministerie zal moeten steunen op een meerderheid, die uiteenvalt, zoodra hare hechtheid getoetst wordt aan vraagstukken van practische politiek dit alles moge straks aan de oppositie in de Kamer reden geven, het optreden van het nieuwe kabinet scherp te kritiseeren, het rechtvaardigt niet in het minst de felle actie, die thans, in dit stadium van de crisis, tegen den heer Colijn als kabinets formateur wordt gevoerd". Zoo schreef in ons nummer van 25 Juni Prof. Kernkamp en het komt ons voor, dat het door ons gecursiveerde gedeelte de zwakke stee in het nieuwe kabinet juist aangeeft. Thans nog klinken het feestgeruisch en de schoone woorden het juichende Welkom" dat Baron van Wijnbergen in de Maasbode" het rechtsche ministerie toeroept, is er een schoon staaltje van doch als de woordenstroom, lang genoeg gevloeid heeft en men zal moeten tooncn metterdaad", dan wordt het een andere ge schiedenis. Zal het dan een herhaling worden van de Ruys-historie met haar zeven kabinetten en krijgen wij achtereenvolgens Colijn I, II tot en met wie weet den hoeveelsten? Of zullen wij het aanschouwen hoe de Premier, om het leven van zijn zevental te redden, het voorbeeld volgt van de poes die indertijd, bij het ontstaan van den Biesbosch, op het kinderwiegje van links naar rechts sprong en zoo de golven trotsserend, de zuigeling ve.lig aan land bracht? Het is nu eenmaal zoo in deze materialistische en mateneele wereld, dat wie practische politiek wil voeren, zich daarbij niet al te veel aan zijn christelijkheid" kan houden. Is er onder de maatregelen, die Colijn trof om den gulden te bevestigen en die hem aanwezen als den Premier van nu n die een specifiek christelijk karakter draagt? Vraagt het den christelijksten der ambtenaren en gij weet bij voorbaat hoe zijn antwoord luiden zal. En werd hem in de eigen partij niet meermalen verweten slechts oog te hebben voor het al te stoffelijke? De practische politiek scheurt nu eenmaal de fondamenten van elk christelijk kabinet uiteen en het is slechts de vraag naar welke zijde het zal overhellen, naar rechts of naar links. En er zijn niet weinigen die denken en dus hopen, dat dit naar rechts zal zijn, dank zij den steun der negen vrijheidsbonders, wier stemmen zullen goed maken wat de afvalligen van rechts de linker vleugel der katholieken zullen bederven. Indien deze veronderstelling juist is, en men zou bijna geneigd zijn haar juist te achten als men leest wat de nieuwe Premier in een interview met den Times-correspondent mededeelde over zijn nieuwe program, hervatting der sociale politiek doch op voorzichtige wijze en vermindering der staatsuitgaven, dat men dan niet langer van een Christelijk Kabinet" spreke och, arme Baron van Wijnbergen, die zoo roerend juicht over het in stand houden der christelijke coalitie! doch de vlag hijsche die de lading dekt, de vlag van het behoudend Ministerie. Wat de zuiverheid van den politieken atmosfeer niet dan ten goede zal komen. En is de veronderstelling niet juist, hoopt men werkelijk de rechterzijde bijeen te houden, ja, dan is er slechts n conclusie mogelijk: dat de te voeren politiek niet uitmunten zal door practischen zin. Beschouwen wij de namen der nieuwe dignitarissen, heeft men dan houvast? De eenige, van wien men met zekerheid weet dat er mee te praten valt", is Jhr. de Geer. Hij zal het zijn die de gelukkige traditie van Dr. de Visser voort zet en de onbevangenheid tot richtsnoer neemt. Dych wat weten wij van de overigen? De Premier gaat door voor de sterke man" doch is deze bena ming juist voor een man die in stede van zijn schip te besturen, de bijl greep en het want begon te kap pen waar het 't gemakkelijkst te bereiken was ? Dit getuigt meer van een paniek-stemming dan van groote stuurmanskunst. Jhr. van Karnebeek komt met een sterk aangevochten verdrag voor de Kamer en hier staan wij onmiddellijk voor een stuk practische politiek die de hechtheid van de meerderheid tot op het uiterste zal toetsen. Wij zien den heer Schokking aan het hoofd van Justitie". Had iemand ooit vermoed, dat in deze godgeleerde een jurist school? Men behoeft in dit land van examens Voor het. op een of twee na het allerhoogste ambt geen examen te doen, anders zou men geneigd zijn te vragen.... Doch laat ons niets vragen en ons vermeien in 't schouwspel dat mr. Rutgers biedt als hoofd van het Departement, door dr. de Visser, tot veler leedwezen, verlaten. Welke brieven van adel dom brengt de nieuwe titularis mede? Hij is een militant Kamerlid gebleken, doch wat heeft men ooit vernomen van zijn stuwkracht als bur gemeester, als gedeputeerde? Wij verkeeren daar omtrent in 't duister en wij weten alleen, dat hij de meest volmaakte wagen. AUTO-CENTRALE - HAARLEM HET OERA LINDABOEK In No. 251 ( van De groene Amsterdammer" vestigt Dr. M. de Jong Hzn. nog eens de aandacht op Dr. Eelco Verwijs als de maker van het be faamde Ocra-linda-boek; in de echtheid waarvan niet slechts Dr. Wirth, maar ook nog tal van Friezen gelooven. Dat Verwijs de maker zou zijn, werd indertijd door Dr. C. P. Burger Jr. betwist op grond hiervan, dat Verwijs dan ai een zeer valsche rol zou gespeeld hebben, door in den familiekring van zijn vrouw zelfs zich te houden, alsof hij geheel onschuldig was aan d;it boek. Deze motiveering komt mij niet sterk vuur. Verwijs toch heeft wel meer gezwegen, waar hij had behooren te spreken tenminste naar onze op vatting. A. Z ij o c R v E L D CORRESPONDENTIE. C. D. Het door U bedoelde artikel staat in nummer 2491 van de Groene Amsterdammer" pag. 4. Hotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMER VASTE WASCHTAFELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl