Historisch Archief 1877-1940
No. 2513
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE S.D.A.P. EN HET N.V.V.
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
NU ZAT IK NET ZOO RUSTIG....!"
een steil gereformeerde is, wat
veel belooft voor democratische
opvattingen ten opzichte van
onze arme Kunsten en Weten
schappen. Staat ons een herha
ling van het apenproces van
Tennessee misschien te wachten?
De militair in 't Kabinet schijnt
een bezuiniger te zijn wat de
organisatie betreft, doch de
ontwapenaars" zullen hun hoop wel
niet op hem gevestigd hebben.
De Ingenieur Bongaerts staat
bekend als een knap man, Wien
het niet moeilijk moet vallen
het eenigszins ongewisse in het
optreden van zijn voorganger te
niet te doen en de heer Kooien
heeft alleen sympathie als
oudKamer-Voorzitter, doch wat zal
hem dat helpen als hij straks als
Minister van arbeid voor uiter
mate practische kwesties komt te
staan, die opgelost moeten wor
den, hetzij door een stap in
democratische richting, hetzij
door het behoud de hand te
reiken? En van den Minister
van Koloniën weten wij alleen
dat hij opgevoed is in het serai
der Ned. Indische ambtenaars
wereld en en het is een vreemde
vogel die in die omgeving demo
cratische veeren vertoont.
Zoodat?summa summarum
onze verwachting voor de demo
cratie niet al te hoog gespannen
zijn en wij veeleer in de samen
stelling van dit Ministerie den
overgang zien naar de
langgewenschte groepeering, niet meer
volgens de godsdienstige gevoe
lens, doch volgens de eischen
der practische politiek. Indien dit
zoo is, laat ons dan het brouwsel
met vertrouwen nuttigen,
A D l N r.
HET NIEUWE MINISTERIE
Kan men met recht vertrouwen
Wat in het duister werd gebrouwen?
Dat de heer Colijn, bij het vaststellen van zijn
programma en de keuze zijner medewerkers, heel
wat moeilijkheden zal hebben te overwinnen; dat,
ook zoo hij daarin slaagt, het door hem gevormde
ministerie zal moeten steunen op een meerderheid,
die uiteenvalt, zoodra hare hechtheid getoetst wordt
aan vraagstukken van practische politiek dit
alles moge straks aan de oppositie in de Kamer
reden geven, het optreden van het nieuwe kabinet
scherp te kritiseeren, het rechtvaardigt niet in het
minst de felle actie, die thans, in dit stadium van
de crisis, tegen den heer Colijn als kabinets
formateur wordt gevoerd".
Zoo schreef in ons nummer van 25 Juni Prof.
Kernkamp en het komt ons voor, dat het door ons
gecursiveerde gedeelte de zwakke stee in het
nieuwe kabinet juist aangeeft.
Thans nog klinken het feestgeruisch en de
schoone woorden het juichende Welkom" dat
Baron van Wijnbergen in de Maasbode" het
rechtsche ministerie toeroept, is er een schoon
staaltje van doch als de woordenstroom, lang
genoeg gevloeid heeft en men zal moeten tooncn
metterdaad", dan wordt het een andere ge
schiedenis. Zal het dan een herhaling worden van
de Ruys-historie met haar zeven kabinetten en
krijgen wij achtereenvolgens Colijn I, II tot en
met wie weet den hoeveelsten? Of zullen wij het
aanschouwen hoe de Premier, om het leven van
zijn zevental te redden, het voorbeeld volgt van
de poes die indertijd, bij het ontstaan van den
Biesbosch, op het kinderwiegje van links naar
rechts sprong en zoo de golven trotsserend, de
zuigeling ve.lig aan land bracht?
Het is nu eenmaal zoo in deze materialistische
en mateneele wereld, dat wie practische politiek
wil voeren, zich daarbij niet al te veel aan zijn
christelijkheid" kan houden. Is er onder de
maatregelen, die Colijn trof om den gulden te
bevestigen en die hem aanwezen als den Premier
van nu n die een specifiek christelijk karakter
draagt? Vraagt het den christelijksten der
ambtenaren en gij weet bij voorbaat hoe zijn
antwoord luiden zal. En werd hem in de eigen
partij niet meermalen verweten slechts oog te
hebben voor het al te stoffelijke?
De practische politiek scheurt nu eenmaal de
fondamenten van elk christelijk kabinet uiteen en
het is slechts de vraag naar welke zijde het zal
overhellen, naar rechts of naar links. En er zijn
niet weinigen die denken en dus hopen, dat dit
naar rechts zal zijn, dank zij den steun der negen
vrijheidsbonders, wier stemmen zullen goed
maken wat de afvalligen van rechts de linker
vleugel der katholieken zullen bederven.
Indien deze veronderstelling juist is, en men zou
bijna geneigd zijn haar juist te achten als men
leest wat de nieuwe Premier in een interview met
den Times-correspondent mededeelde over zijn
nieuwe program, hervatting der sociale politiek
doch op voorzichtige wijze en vermindering der
staatsuitgaven, dat men dan niet langer van
een Christelijk Kabinet" spreke och, arme
Baron van Wijnbergen, die zoo roerend juicht over
het in stand houden der christelijke coalitie!
doch de vlag hijsche die de lading dekt, de vlag
van het behoudend Ministerie. Wat de zuiverheid
van den politieken atmosfeer niet dan ten goede
zal komen.
En is de veronderstelling niet juist, hoopt men
werkelijk de rechterzijde bijeen te houden, ja,
dan is er slechts n conclusie mogelijk: dat de
te voeren politiek niet uitmunten zal door
practischen zin.
Beschouwen wij de namen der nieuwe
dignitarissen, heeft men dan houvast? De eenige,
van wien men met zekerheid weet dat er mee
te praten valt", is Jhr. de Geer. Hij zal het zijn
die de gelukkige traditie van Dr. de Visser voort
zet en de onbevangenheid tot richtsnoer neemt.
Dych wat weten wij van de overigen? De Premier
gaat door voor de sterke man" doch is deze bena
ming juist voor een man die in stede van zijn schip
te besturen, de bijl greep en het want begon te kap
pen waar het 't gemakkelijkst te bereiken was ?
Dit getuigt meer van een paniek-stemming dan
van groote stuurmanskunst. Jhr. van Karnebeek
komt met een sterk aangevochten verdrag voor
de Kamer en hier staan wij onmiddellijk voor een
stuk practische politiek die de hechtheid van de
meerderheid tot op het uiterste zal toetsen.
Wij zien den heer Schokking aan het hoofd
van Justitie". Had iemand ooit vermoed, dat
in deze godgeleerde een jurist school? Men behoeft
in dit land van examens Voor het. op een of
twee na het allerhoogste ambt geen examen
te doen, anders zou men geneigd zijn te vragen....
Doch laat ons niets vragen en ons vermeien in
't schouwspel dat mr. Rutgers biedt als hoofd van
het Departement, door dr. de Visser, tot veler
leedwezen, verlaten. Welke brieven van adel
dom brengt de nieuwe titularis mede? Hij
is een militant Kamerlid gebleken, doch wat heeft
men ooit vernomen van zijn stuwkracht als bur
gemeester, als gedeputeerde? Wij verkeeren daar
omtrent in 't duister en wij weten alleen, dat hij
de meest volmaakte wagen.
AUTO-CENTRALE - HAARLEM
HET OERA LINDABOEK
In No. 251 ( van De groene Amsterdammer"
vestigt Dr. M. de Jong Hzn. nog eens de aandacht
op Dr. Eelco Verwijs als de maker van het be
faamde Ocra-linda-boek; in de echtheid waarvan
niet slechts Dr. Wirth, maar ook nog tal van
Friezen gelooven. Dat Verwijs de maker zou zijn,
werd indertijd door Dr. C. P. Burger Jr. betwist
op grond hiervan, dat Verwijs dan ai een zeer
valsche rol zou gespeeld hebben, door in den
familiekring van zijn vrouw zelfs zich te houden,
alsof hij geheel onschuldig was aan d;it boek. Deze
motiveering komt mij niet sterk vuur. Verwijs
toch heeft wel meer gezwegen, waar hij had
behooren te spreken tenminste naar onze op
vatting.
A. Z ij o c R v E L D
CORRESPONDENTIE.
C. D. Het door U bedoelde artikel staat in
nummer 2491 van de Groene Amsterdammer"
pag. 4.
Hotel DUIN EN DAAL
CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMER
VASTE WASCHTAFELS