Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2513
HET GENOEGEN, MINISTER
TE ZIJN
door J. J. B E K A A R.
Het was audiëntie, en mijn bode liet nummer een
van de lijst binnen.
Een kleine, tengere man, met te wijd geworden
kleederen, 't Gezicht was vermoeid; de oogleden
trilden licht, de onderlip ook nu en dan. Tusschen
de oogen en den mond was 't vol kleine rimpeltjes
als op een spinnewebkaart; de oogen zelf waren
-van een bijzonder vriendelijk blauw.
Excellentie" zei hij hakkelend, ,,ik ben
Prins, gepensionneerd ambtenaar van de gemeente
den Haag. Ik ben nog maar vijf en veertig, ik was
heelemaal overwerkt, ziet u, zoodoende kreeg ik
pensioen".
Ja" zei ik afwerend, maar gemeentepen
sioen, daarover heb ik niets te zeggen".
Neen, neen, Excellentie, dat is de bedoeling
niet. Ziet u, ik ben in de schuld geraakt, van stapje
tot stapje afgegleden, tot ik er heelemaal onder
zat"....
Mijn hand maakte blijkbaar een nieuw afwerend
gebaar; hij vervolgde haastig:
? Neen, de Armenraad heeft me er uitge
haald. Dat is het niet. Maar nu wou ik u iets ver
tellen over uw belastingen, Excellentie, dat u niet
zult weten, daar ben ik van overtuigd. Zoo on
rechtvaardig als die zijn.
Ziet u, ik Was in handen van woekeraars gevallen.
Duizend gulden heb ik geleend; ik heb er ten minste
twee duizend moeten terug betalen. Zóó zuigen ze
je uit, excellentie. Ik heb toen ook nog uitstel voor
de betaling van mijn belastingen moeten vragen".
Jawel, m'n lieve man, maar
Excellentie, ik kom op mijn a propos".
Hij haalde een klein papiertje uit zijn binnenzak.
? Hier hebt U het. Dat zit erallemaalaan vast.
Een schuldbekentenis, zegel: dertig cent. Twintig
qüitanties voor rente, zegel twee gulden. Twee
acten van borgtocht, zegel zestig cent. Polis voor
levensverzekering, zegel n gulden. .Zegels voor
den ontvanger van de belastingen, n gulden
dertig cent. Totaal Vijf gulden twintig cent.
Excellentie, is dat niet een belasting op de ellen
de? Is dat de bedoeling van Hare Majesteit de
Koningin? En namens verschillende lotgenooten
van mij, excellentie, want o, er zijn zooveel slacht
offers van den woeker, namens die allemaal, excel
lentie "
Hij kw#m nu pas op dreef, begon vloeiend te
spreken. Ik moest op de bel drukken, om er een
eind aan te maken.
Oef!
De man had trouwens eigenlijk gelijk. Die zegel
belasting is er een uit den tijd toen men nog be
lasting hief catch as catch can". Ik moet ze her
zien. Je kunt iemand geen belasting laten be
talen, omdat hij uit armoede schulden maakt !
Maar daar kwamen nieuwe smeekelingen.
Drie vrouwen; de handen wezen duidelijk uit,
dat 't arbeidersvrouwen waren. De middelste was
klein en broodmager, maar een en al actie. De twee,
die haar flankeerden, waren blijkbaar eenmaal
knappe meisjes, maar vroeg afgesleten aan de
waschtobbe en aan de naaitafel, waar ze voor
zes of acht kinderen hadden gelapt en versteld en
gekeerd en nog eens gelapt en versteld en gekeerd.
De kleine vrouw blies direct: attakeeren.
Excellentie, We komen hier bij u namens
een aantal arbeidersvrouwen, allemaal met groote
gezinnen, net als wij. We wilden u onze huishoud
boekjes eens laten zien, excellentie".
Ja, maar, juffrouw, daar heb ik niets mee te
maken".
Met die boekjes niet, excellentie, maar
wel met wat ze er voor ons bijgeschreven hebben.
U moet eens goed begrijpen, excellentie. We heb
ben allemaal zware gezinnen, en zoo gaat er heel
wat geld de deur uit aan vet, aan reuzel, aan suiker
en thee, en 's Zondags aan 'n stukje vleesch en
tabak voor de mannen en 'n glas bier "
??Juffrouw, daar komt u toch niet over
praten."
Excellentie, laat u mij nu eens uitspreken.
Ja, daar komen we juist eens over praten. Want
ziet u, als ik bijvoorbeeld m'n thee betaal, dan zit
daar belasting in, en in al die andere dingen ook.
Ze hebben 't voor ons uitgerekend. Ziet u maar eens
hier, excellentie, u mag het laten nakijken".
Het vrouwtje haalde een notitieboekje voor den
dag.
Dat is nu bijvoorbeeld van mij, excellentie.
We hebben acht kinders met God en met eere,
excellentie, en ik moet huishouden van veertien
honderd veertig gulden per jaar en daar gaat eerst
drie honderd gulden huur af. Ja excellentie, als
permitteert, dat zou U ook niet meevallen. Nu',
en weet u nu wel, hoeveel belasting ik betaal?
Vijf en zeventig gulden. Telt u maar na. Twintig
gulden breng ik op aan suikeraccijns en elf gulden
moet ik aan invoerrecht op thee geven. Dat be
talen ze wel aan de grens, maar ze leggen 't in den
winkel boven op mijn rekening. Mijn neef, die is
kommies bij de belastings, die heeft 't zelf uitge
rekend. En dan moet u weten, dat mijn man nooit
een borrel drinkt, altijd oppassend excellentie,
anders kwam er nog twintig gulden bij. Nu vraag
ik u excellentie, vijf en zeventig gulden, moet dat
van een inkomentje als dat van ons af? Wil Hare
Majesteit dat? Ze Weet 't zoo niet, daar ben ik
zoo zeker van als Wat, want anders zou ze zeggen:
Haal u het geld waar het is, excellentie. Hier
is 't boekje, laat u 't maar narekenen".
De andere vrouwen hadden niets gezegd maar
om 't andere woord nadrukkelijk geknikt. Zij
schoven ook boekjes naar mij toe, en de eene zei
schuchter:
't Is te veel voor 'n arbeidersmensch,
excellentie. Ik betaal negentig gulden in 'n jaar.
't Kan d'r niet af.
Ik sprak een paar vriendelijke woorden, be
loofde de zaak te onderzoeken.
Toen de vrouwen weg waren, keek ik het eerste
lijstje even na.
Suikeraccijns / 20.25
OI.OO
Geslachtaccijns
Invoerrecht thee ...
Tabak
Recht petroleum...
Andere rechten ...
Drie rijwielplaatjes
14.50
11.25
6.40
4.50
10.
9.
Indirecte belastingen / 75.90
}>
Ja, 't is waar, die accijnzen drukken hard op den
kleinen man. Maar kan ik ze missen? Waar is de
geleerde, die mij wat beters Weet aan te wijzen?
Er kwam nu een vrouwtje binnen. Eigenlijk
Weet ik niet hoe ze binnen kwam, maar ze zat in
eens voor mij, en huilde stilletjes, het gezicht in
de handen verborgen, terwijl de veertjes op het
kleine zwarte hoedje in voortdurende trilling waren
als blaadjes van een boompje onder een storm.
Nu kan ik absoluut, maar dan ook absoluut
niet tegen vrouwentranen. Ik zei barsch:
Juffrouw, ik kan zoo niet met u praten".
Dat komt, excellentie" zei ze, (ze praatte
met schokjes) ,.omdat hij nu weer weggeloopen is.
Net hier voor de deur, excellentie".
Ja, wie dan?"
Mijn man, excellentie. En ik had er op ge
rekend, dat hij nu tenminste vandaag nuchter zou
zijn".
Hoe zoo, nuchter?"
Hij is aan den drank, excellentie".
Ja, vrouwtje, maar daar heb ik toch niets
mee te maken?"
Ze haalde een verfrommeld papier voor den dag.
Ziet u eens, excellentie. Dat hebben ze voor
me uitgerekend, de heeren van de Blauwe Vaan,
en dat moest ik u laten zien".
Ik zat op mijn stoel te schuiven. Al weer een be
rekening, die een of ander belastingdeskundige
voor mij heeft gemeend te moeten opmaken !
Haar zwarte handschoen wees:
Twaalf borrels per dag. Ja, 't is een schande,
excellentie. Maar ziet u nu eens, dat is meer dan
vijf honderd twintig gulden aan accijns per jaar.
Zooveel betaalt mijn man. Mijn kinderen en ik
lijden er eiken dag honger om. Menige rijke meneer,
hebben ze me gezegd, betaalt niet zooveel belasting
als wij "
Twaalf borrels per dag Zoo'n dronkaard is
een uitzonderingsgeval. Tegenwoordig wordt men
dronken van bier.
Maar toch, misschien had dit vrouwtje gelijk en
dan was 't wel heel kras. Maar wat in 's hemels
naam. ...
En 't vrouwtje, nu eenmaal op haar paardje,
galoppeerde door.
Ja, excellentie, zoo is het toch maar. U
kunt het niet ontkennen. Ik vraag u, is dat recht,
is dat
Ik belde. Oef !
De bode bracht mij een glas water.
Ik had er zeker om gevraagd.
Is het allemaal zoo, wat ze me vandaag kwamen
vertellen? Maar dan moet er toch een en ander
in onze belastingen veranderen.
Ik werd wakker.
Goddank, het was een droom geweest.
Ik sta niet voor de moeilijkheden van een be
grooting met tekorten.
Maar ik waag het, den droom op te schrijven.
Omdat we, naast alle financieele kunde, die
aan onze belastingwetten en voorschriften is be
steed, een enkele maal een element niet tot zijn
recht zien komen: het ethische.
Dat gaat in ons practische leven meestal met
groote bescheidenheid schuil. Maar, als we het
althans in onze staatswetten niet vinden waar
het dan te zoeken?
Boekaankondiging
door Ds. W. MACKENZIE
VRIJZINNIGE LITTERATUUR
Wijd uw dag." J. Ploegsma, Zeist.
Dit is een religieus dagboek", met medewerking
van een veertigtal mannen en vrouwen, onder
redactie van Tony de Ridder tot stand gekomen.
Onmiddellijk na het verschijnen maakte het op
gang. Dit is geen wonder, gezien den afwisselenden
vorm der korte stukjes, aforistisch het een, be
spiegelend een tweede, beeldend of in den geest
van een wijzang of anders weer een volgend. Het
is een uiting van den stijl der tegenwoordige vrij
zinnigen. En een mooie uitgave.
Oud-Israels Schrift door H. G. CANNEGIETER
398 bldz. Deventer. AE. E. Kluwer.
Het Oude Testament, naverteld in nauwe aan
sluiting met den text. Eenvoudig, beeldend en
boeiend geschreven, zonder gemoraliseer, aflei
dende bespiegelingen «of bedervend gecritiseer.
Geen kinderbijbel, maar voor de rijpere jeugd
bedoeld. Ouders die hun kinderen vertellen
wilen uit het O.T. zullen dit boek goed kunnen ge
bruiken. Ir. Meischke gaf er patriarchale il
lustraties bij.
Een nieuwe grondslag door H. G. CA' NEGIETER.
Hollandia-drukkerij Baarn.
Een kleine brochure, waarin de psychologie,
in 't bijzonder de psychanalyse, als uitgangs
punt voor theologie en predikantsopleiding wordt
bepleit. Pleidooi, ook dit jaar op de moderne
theologenvergadering gehouden door den schrijver.
De groote Godsdiensten der menschheid, door
W. LOFTUS HARE, voor Nederland
bebewerkt door J. Schuiver. 288 bldz.
Scheltens en Giltay, Amsterdam.
Dit boek is ook onder de vrijzinnige litteratuur
te rekenen, omdat het in ondogmatischen geest
geschreven is. Een eigendommelijke inleiding
van Ds. Bakels gaat vooraf. Waarom de schrijver
uitkoos de godsdiensten der Hindoes, Grieken,
Babyloniërs, Joden en Christenen wordt niet
begrijpelijk gemaakt. Boeddhisme en Moham
medanisme behooren toch ook tot de" groote
godsdiensten.
Veel wetenswaardigheden worden er verteld en
wie op populair-wetenschappelijke wijze ingelicht
wil wezen, vindt in deze beknopte overzichten wel
kome lectuur. Dat alles even juist is, dat steeds
de hoofdlijnen zijn getrokken, zou ik niet durven
beweren. De fragmentarische behandeling der
stof doet wel afbreuk aan de nheid van het
boek. De zuiver-religieuse bedoeling, die de schrijver
met zijn werk heeft, blijkt uit de algemeene op
merkingen die voorafgaan.
TUNSPOIT Mü.
Weesperzijde 94, AMSTERDAM
Talafoon 51271. Tal.-Adres Transport'
VERHUIZINGEN, ook per gesloten auto
verhuiswagens met aanhangwagen. Binnen
een rayon van 8O Km. bespaart men
Hotel kosten.
BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ
Machinale Stofreiniging.
Bewaarplaatsen voor Inboedel*