De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 8 augustus pagina 5

8 augustus 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2513 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND MEDI HET NIEUWE KANKERONDER ZOEK VAN GYE EN BARNARD ?door Prof. Dr. W. STORM VAN LEEUWEN (Slot) Wij zullen r u ."a geven wat Gije heeft gedaan. In de eerste plaats heeft hij het kippengezwel van Rous opnieuw onderzocht, maar bovendien is het hem gelukt om het agens dat de tumor teweegbrengt, buiten het lichaam te kweeken en daarmee zou hij dus het recht gekregen hebben te spreken van een virus. En aangezien dit virus bepaalde filters passeert en ook de eigenschap heeft zich alleen te kunnen vermenigvuldigen ten koste van levend weefsel, is het dan een Ultravirus. Dit onderzoek gaat in grove trekken als volgt: Qye neemt een stukje levend kippengezwel, waar dus het virus in zit, en brengt dit (onder tal van voorzorgen, die hier niet ter zake doen) in een reageerbuis die een bepaalde vloeistof, wat serum en een stukje levend weefsel van een kippenembryo bevat. Na een dag of vier spuit hij van de bovenstaande vloeistof Wat bij eeri kip in en het dier krijgt een gezwel. Dat is nog geen bewijs van vermenigvuldiging van het virus, maar Qye neemt nu wat van deze vloeistof en doet die in een tweede buisje met serum en een stukje kippenembryo; na vier dagen een beetje van deze vloeistof in een derde buisje enz. Men kan nu gemakkelijk berekenen, dat na de 5e passage het oorspronkelijk ingebrachte agens" weg zou moeten zijn; krijgt men dan nog een gezwel na injectie van die vloeistof, danmoetmen aannemen, dat het agens" zich heeft vermenigvuldigd, dat het een virus" is, (deze bewijsvoering berust hierop, dat het oorspronkelijk ingebrachte agens zoo sterk verdund is, dat men niet meer op een molecuul per cubieke centimeter mag rekenen). <3ye concludeert dus, dat bij het Rous' gezwel een levend virus als verwekker moet worden be schouwd en oppervlakkig beschouwd zou men zeggen, dat daartegen niets in te brengen is. Inderdaad echter wordt deze redeneering in het algemeen door de autoriteiten op dit gebied niet als bewijzend beschouwd. Bijvoorbeeld: d'Herelle heeft voor eenige jaren aangetoond, dat er een agens" bestaat, dat levende bacteriën kan oplossen en dat zich daarbij vermenigvuldigt. Hij heeft daarbij o.a. precies dezelfde onderzoekingen met seriecultures enz. gedaan als Gye, hij deed ze zelfs veel uitvoeriger en uitgebreider. De juistheid van deze experi menten wordt door iedereen erkend, maar zeer velen weigeren om op grond daarvan aan te nemen, dat een levend virus in het spel is; d'Herelle zelf acht dit experiment ook niet voldoende, der halve heeft hij voor zijn opvatting tal van andere argumenten aangevoerd. Bij dezen stand van zaken doet het vreemd aan, dat de experimenten van Gye niet alleen door hem zelf, maar door de redactie van de Lancet als afdoende worden beschouwd. Wat Gye bewezen heeft is: het agens" van het Rous-gezwel blijft in een vloeistof die levend kippenembryo bevat, eenige dagen in leven en ver meerdert daarbij; een feit, dat trouwens zeer belangrijk is. Een tweede belangrijke vondst van Gye is: het celvrije" filtraat waarmee Rous gezwellen bij de kip kon teweegbrengen bevat niet alleen het virus, maar nog een tweede stof, die even belangrijk zoo niet belangrijker is. Om later te vermelden reden noemt Gye deze tweede stof de specifieke stof". Bewijs voor de aanwezigheid van twee stoffen: wanneer een celvrij" filtraat een paar dagen bewaard wordt is het onwerkzaam geworden; het filtraat kan echter zijn werking ook op andere wijze verliezen b.v. door behandeling met chloroform. Voegt men nu een kleine hoeveelheid van het op de eerste wijze onwerkzame geworden filtraat bij een kleine hoeveelheid van het andere filtraat dan zijn ze samen weer werkzaam. Rous meent, dat door het bewaren de specifieke stof" onwerkzaam wordt, terwijl door de chloroform het virus" wordt gedood. Tweede bewijs: Wordt het filtraat op een be paalde wijze gecentrifugeerd, dan komt op den bodem een massa te liggen, die onwerkzaam is en de bavfnstaande vloeistof is ook onwerkzaam, maar tezamen werken ze wél. Wat uitgecentrifugeerd was, is het virus; wat in de vloeistof bleef zweven is de specifieke stof. Uit het feit, dat deze stof niet bij centrifugeeren naar den bodem zinkt be sluit Gey dat dit eenjstof is van relatief eenvoudigen chemischen bouw, en niet uit deeltjes" bestaat. Een derde be langrijke vondst van Gye is, dat hij het experi ment van Rous d(ïs het ver wekken van een gezwel met een vloeistof die geen cellen bevat ook heef t kunnen doen met een muizen-sarkoom. Met andere ge zwelten is het - zooals gemeld nog niet gelukt. Wel vond Gye nog dit: wanneer men een "?fil traat" maakt van andere gezwellen (o.a. ook van een kankergezwel van een mensch) en dat voegt bij een vloeistof die de specifieke stof ?van het Rousgezwel bevat( en n iet het daar bij behoorende virus) dan ver oorzaakt dat mengsel bij de kip een typisch Rous-gezwel. * * * Dit zijn de fei ten ; drie belang rijke vondsten dus. f Nu de theorie die Gye opbouwt. Voor het ont staan van de boosaardige ge zwellen bij alle dieren iseen virus noodig, dit virus _^____^_^^_^_^ is voor allen het zelfde, het is dus niet specifiek". Het virus alleen kan een levende cel niet binnen dringen, daarvoor is noodig de aanwezigheid van een andere stof, die tot nu toe alleen te verkrijgen is door een RousgezWel (of het eene muizensarkoom) uit te persen. Deze stof is zeer labiel, wordt vooral spoedig onwerkzaam bij aanwezig heid van zuurstof. Deze tweede stof is specifiek", d.w.z. komt zij van een kippengezwel dan kan ze alleen bij de kip werken, komt ze uit een muizengezwel, dan werkt ze alleen bij de muis. De specificiteit gaat nog verder. Deze stof bepaalt ook wat voor soort gezwel zal ontstaan. * * * Sommige vragen kunnen met behulp van deze theorie worden opgelost, o.a.: Waarom gelukte de proef met het celvrije filtraat alleen met die drie sarcomen van Rous? Antwoord: omdat daar de specifieke stof" óf in groote hoeveelheid aan wezig is, óf meer resistent is dan bij de andere gezwellen. Niet te ontkennen is, dat vele vragen onbe antwoord blijven. Hoe moet ik mij het ontstaan van een teerkanker voorstellen, wat doet de teer, wat doet chronische irritatie"? Moet ik aannemen, dat het virus" overal wel aanwezig is? Zoo niet, waarom geeft dan bestrijken met teer bij muizen steeds en in alle laboratoria resultaten. Dat virus kan toch niet levend en wel in de teer zitten? Maar als ik wél aanneem dat het \irus overal aanwezig is, dan hebben de laatst vermelde proeven n.l. virus van een menschenkanker + specifieke stof van het kippengezwel niet veel beteekenis. Het belangrijke lijkt mij: in het filtraat van het Rous-sarcoom zijn twee stoffen, die men scheiden kan en die beide noodig zijn. Een er van kan indien ze onder bepaalde voorwaarden wordt toegevoegd aan een vloeistof die kippen embryo bevat zich vermenigvuldigen. Het feit, dat om een biologische werking te krijgen twee stoffen noodig zijn waarvan de eene de andere activeert" is niet nieuw, integendeel we kennen vele voorbeelden. Ook voor het ont staan van kankergezwellen was ?1 op de mogelijk heid van de aanwezigheid van twee stoffen ge wezen maar.... Gye heeft, indien zijn resultaten juist blijken te zijn, het bewijs geleverd en dat is het belangrijkste. Dat men na een dergelijk onderzoek te hebben MINISTER RUTGERS Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan DE NIEUWE PARIS Le Vin Blanc da KRESSMANN-BORDEAUX GRAVES MONOPOLE DRY Agtnce: Comptoir des Pays-Bas at da Paris, La Haye verricht zich afvraagt: als daar een virus bij noodig is, zouden wij dan niet langs dien Weg wat tegen de kanker" kunnen vinden"? spreekt van zelf. Wie zon dat niet doen? Dat men zegt: dit onderzoek spant wijde perspectieven!" Na tuurlijk, dat doet het! Maar overbodig was, dat de Lancet eerst annonceert: de volgende week komt een gewichtige mededeeling van Gye en Barnard!" Dit werd natuurlijk onmiddellijk door de dagblad pers overgenomen. Overbodig was, dat de redactie van de Lancet het artikel van Gye en Barnard van een kop" voorziet: New research into the ori«in af cancer, met nog de reeds boven vermelde zinsnede over de oplossing van de central problem of cancer". Tot nu toe was iets dergelijks alleen in de dagbladpers gebruikelijk. Overbodig was, dat de redactie verderop in hetzelfde nummer nog eens op dit werk terug komt. Overbodig maar begrijpelijk was, dat alle dag bladen zoowel in Engeland als hier er vol van stonden, interviews, speculaties op therapeutische gevolgen, daarna een gift van 24 millioen gulden aan de Med. research council die speciaal voor het wprk van onze twee onderzoekers zou worden besteed enz. enz. Overbodig dit alles ^behalve de gift van 24 millioen) en bovendien voor de zaak zelf niet nuttig. Wetenschap mag eischen dat haar hulp wordt verschaft en dat ze geen tegenwerking krijgt. Maar dit soort reclame is er niet bij noodig. Plaats ontbreekt om ook nog te bespreken welk aandeel Barnard aan de zaak heeft gehad. Ook daar zit veel interessants in en wellicht veel voor de toekomst. Aan Barnard schijnt het gelukt te zijn om met behulp van bijzondere toestellen het door Gye gevonden virus te photographeeren. Wellicht kan ik daarover later wat meedeelen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl