De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 8 augustus pagina 6

8 augustus 1925 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND :No. 2513 PEEK& CLOPPENBURG Het huisje bij de dennen door J. P. ZOOMERS?VERMEER Ing. j 3.90; geb. / 4.90 Vrouw door M. M. STIEMENS?HOPMAN Ing. f 2.25; geb. ? 2.go Tot Inzicht gekomen? door A. S. M. HUTCHINSON Ing. t 2.go; geb. j 3.75 Van Calcutta tot Ceylon door B. HELDRING Ing. f 2.50; geb. f 3.50 VAN HOLKEMA en W A R E N D O R F, Amsterdam Maneglimpen door EDITH WHARTON Ing. j 2.go; geb. / 3.75 Het oude Huis door CECILE TORMAY Geb. ? 1.30 REPARATIE VAN GEBROKEN KUNSTVOORWERPEN l FREDERIKSPLEIN 15 AMSTERDAM DE 25 MODELKAMER/ VAN TEOO/ÏHtöEEK ZUN /TEED/TEE>EZI(HTI(iEN Cleveldnd-Six One-Shot" smeersysteem Door een druk op den knop bij Uw voet worden 23 smeerpunten van .het chassis in 2 seconden grondig gesmeerd. VIER-WIELREMMEN Chandler-Six Traffic-Transmission" Qeruischlooze overschakeling op alle snelheden. De wagen waarvan de Koning van Spanje schriftelijk ver klaart: l drove more expensive, but n&ver better cars." - BALLOONBANDEN GARAGE ANCHELON Havenstraat 12-14 Ateliers Weteringschans 103 Showroom Clichés Van Leer AMSTERDAM BIJKOMSTIGHEDEN door ANNIE SALOMONS. CLXXXIll Ik heb den tijd. Dat is een wonderlijke sensatie en bijna beang stigend. Na al die weken van met menschen praten, inkoopen doen, afspraken maken, en eindelijk maar briefjes gaan schrijven, om je te excuseeren, dat je niet meer bent gekomen, en tenslotte zelfs dat nalaten en schouderophalend zeggen, dat je bij zoo'n roezig bezoek, alleen omgaan kunt met menschen, die niets kwalijk nemen; na de vuilheid, de warmte en de vermoeienis van twee schroeiende treindagen, opeens de volslagen werkeloosheid van een stilliggend schip, het vreemde zwijgen, waar we gewentel van schroeven, klotsen van water, fluiten van wind gewoon zijn. Als ik later, in een roman, eens een beeld van hopelooze melancholie noodig heb, moet ik de haven van Marseille nemen, aan het eind van een heeten zomermiddag; de zwarte kranen happen vertwijfeld naar den reeds tot kleurloosheid verbleekenden hemel; de stuurmansleerlingen, die niets te doen hebben, zingen bij de mandoline: ,,'t Zonnetje gaat van ons scheiden", en ondanks die jonge stemmen blijft het zoo verlammend stil, dat ik tergend duidelijk hoor, hoe de meneer in de hut naast me zijn nagels knipt. Ik denk, dat hij ze alle twintig na elkaar onderhanden neemt, want het lied is al lang uit, als hij nog altijd maar doorgaat met zijn droge, korte tikjes. Ik moet opeens aan werk van Frans Coenen denken; hoeveel jaar is het geleden, dat ik het las ! En toch: de gelaten wanhoop van zijn Zondags rust" herken ik in deze schuit vol menschen, die op plezier en vroolijkheid uit zijn, die dansen en zorgeloos doen en die toch eigenlijk net zulke arme beesten zijn. Van ochtend zijn we naar het dok gesleept; dat was een boeiende geschiedenis; maar zoo'n enorm gevaarte tusschen andere schepen door en tenslotte het dok in te loodsen gaat zóó lang zaam, dat het moeilijk is er kijk op te houden, wat er nu eigenlijk gebeurt. Toen we eindelijk vast lagen en de sluisdeur achter ons was dichtgevallen, begon het Water snel te zakken; het schip werd a'an beide zijden met stevige palen gestut, om niet om te vallen in de droogte, een loopplank werd Uitgelegd en we konden nog eens den voet op ons lief,, eigen Europa zetten; we konden ook, voor 't eerst, merken, wat een onwaarschijnlijk hoog monster ons vervoermiddel was, nu we het ten voeten uit zagen. De menschen, die op wiebelende vlotjes den propeller aan bakboord aan 't onder zoeken waren, leken tenminste maar peüterige dwergjes. Twee vleugels bleken totaal gebersten en onbruikbaar geworden, de andere twee moesten verbogen Worden; de linnenjuff rouw van de tweede klas, die blijkbaar technische belangstellingen had, gaf uitleg; bij het binnenvaren van de haven had de fransche loods het uitstekende schroefblad tegen den kaaimuur laten slaan, 't was zijn schuld; de Inlandsche bedienden, de Chineesche stokers zaten'op het randje boven het water en gaven toe aan hun hartstocht: te zien Werken; er waren menschen uit Marseille naar het ongeval komen kijken; electrische trams suisden in de verte voorbij; gek, je zou nog terug kunnen naar het gewone leven van huizen en straten, blanke men schen, vertrouwde wegen; maar je kunt het eigenlijk niet meer; je hebt al gebroken, je hoort al bij de schuit, bij de zee, en bij dat verre, vreem de land, waar je je weer zult acharmeeren om te wennen Alleen door brieven kun je nog met de gewone wereld contact houden; iedereen, die naar de stad gaat, neemt ze mee; en je moet maar bidden, dat hij ze niet vergeet, en dat ze ten slotte in de huiskamer komen, waarvoor ze bedoeld zijn. Het kijken naar het werk wordt een vaste bezigheid; je gaat erheen na de lunch, als de eerste machinist op de reusachtige ijzeren vleugels zit te tikken, en de kapitein op het vlot je natte voeten haalt; je gaat er heen na het eten, als een vreed zaam dorpsch avondwandelingetje, en vóór het naar bed gaan onderneem je den tocht nog eens, met 't gevoel, of je door je huis de ronde doet: over het schemerige kinderdek, waar de hobbel paarden een geheimzinnige charme hebben ge kregen, een trap af en dan langs de deinende loop plank. Ze Werken bij een groote, electrische lamp met koortsachtigen ijver; het eene nieuwe schroef blad wordt juist met een blinkend witte pasta bestreken, het andere zweeft al aan een ketting in de lucht. Morgen om tien uur moet alles klaar zijn, met 't oog op het tij. Hè, ik hoop 't maar," zeg ik, uit den grond van mijn hart, en glimlach tegelijk, omdat het me, weken lang, zoo'n afschu welijk moment had geleken als de boot van den wal schoof, en de scheiding onherroepelijk was. Maar heeft Sterne in zijn menschkundige boekje A journey through France and Italy" niet betoogd, dat de heele kunst is, de dingen altijd iets later te laten gebeuren, dan de ander ze ver wacht? Als ze vroeger gebeuren, al is 't n minuut voordat hij klaar was, dan heeft hij geen tijd gehad er naar te verlangen, en is er niet blij mee. Maar als hij, al is het maar n oogenblik, heeft gevreesd, dat ze hem zouden kunnen ontgaan, dan is zijn hart bereid ze met dankbaarheid aan te nemen. En daarom moet de kapitein nu maar gauw commandeeren de touwen los"; ik zal met vreugde den kant van de zee op kijken, met mijn rug naar het land. Want ik ken nu de angst niette-varen, niet naar het nieuwe toe te kunnen, als ons hart het oude al beeft los gelaten.... Maar als we dan eenmaal los" zijn, dan zal ik weten, dat mijn hart nooit loslaat, noch aan den eeneti, noch aan den anderen kant. KUNSTZAAL VAN LIER naast het Postkantoor te LAREN (N.-H.) TENTOONSTELLING VAN EEN VOOR HOLLAND GEHEEL NIEUWE COLLECTIE OUDE NEGERPLASTIEKEN NIEUWE UITGAVEN Het Wonderland der techniek. Een bnek van uitvindingen en ontdekkingen, door H.<\s boAII.MIK. Uit het Duitsch vertaald en bewerkt door Ir. O. Th. Heikens, met 182 afbeeldingen naar origineeIe teekeningen, technische schetsen en foto's. Uitgave van de Erven J. Bijleveld, Utrecht. De technische wetenschap is thans zoo cjnnangrijk geworden, heeft zich in zoovele vakken ge splitst, dat ook de vakman daarvan slechts een klein deel kan beheerschen. Indien de niet-technicus op eenigerlei wijze wenscht te worden ingelicht, moet hij vele vakboekin bestudeeren. Daarvoor ontbreken evenwel, ondanks alle belangstelling, tijd en gelegenheid. Dit boek wil die gelegenheid geven. Het bevat korte, een voudige beschrijvingen van een reeks van tech nische Wonderen, die medehelpen onze hedendaagsche wereld op te bouwen. De tekst is goed geïllustreerd. YANNELLCSVARINAS GOUDZEGEL 5O ets. per Pakje. l Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele GOEDE SIGAREN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl