Historisch Archief 1877-1940
No. 2514
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1925
Rjl^Bjj ^^ <^^ i^^rr w F!
Klad voor
Onder Hoofdredactie van G. W. KERNKAMP
Redacteuren: H. Brugmans, Top Naeff en O. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie: C. F. van Dam
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 cent Advertentiën f 0.75 p. Regel Dispositiekosten 20 Cent
REDACTIE EN ADMINISTRATIE: KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM
DE EERSTE AUGUSTUS IN ZWITSERLAND
Het begon al 's morgens vroeg, bij de aanlegplaats van de boot,
toen meisjes, in de flatteuse nationale kleederdracht van Schwyz
en Urit ons, voor een of ander liefdadig doel, een soort van medaille
aan een rood-wit lint op de borst speldden.
En we mopperden heelemaal niet zooals wij in Nederland
gedaan zouden hebben dat er alweer een of andere
bloempjesdag" werd gehouden, want we waren immers op reis en het groene
water van het Vierwoudsteden-meer fonkelde in het zonnelicht
en er hing een feestelijke stemming in de lucht.
Iedereen keek glunder: de schoolkinderen aan boord, die straks
den Rigi op zouden gaan, en wier tweestemmig gezang zoo onbe
vangen en ontroerend opklonk; de militairen, die wegens den
nationalen feestdag, den eersten Augustus, verlof hadden gekregen en
op weg waren naar huis; alleen de koe, die de reis meemaakte,
trok zich van het geval weinig aan en scheen het zelfs niet op prijs
te stellen, wanneer de soldaten Seppie" op den hals klopten en
wilden laten proeven van het harde brood uit hun rucksack.
Maar 's avonds, toen we op de plaats van onze bestemming, in
het bergland, waren aangekomen, merkten we eerst goed, hoe de
Zwitsers hun nationale feest vierden: met het luiden van de klok
ken, met het ontsteken van vuren op de hoogten, met een optocht
door het dorp, van kinderen met lampions, waarbij iedereen zich
aansloot, tot de stoet was gekomen in het park van het Kurhaus,
waar allen zich schaarden om de muziektent: daar hield een of
ander officieel persoon een redevoering, met een stem die tot in de
verste laantjes doordrong, en allen luisterden eerbiedig, en zongen
aan het slot de vele coupletten van het volkslied. Toen vlogen de
vuurpijlen omhoog, en het door de bergen weerkaatste geknetter
was niet van de lucht, en overal, op de hellingen, gloeiden de illu
minaties, de schitterende electrische van de groote hotels, de be
scheidene van de kleine huizen en hutjes, waar gekleurde lam
pions uithingen of simpele vetpotjes voor de vensters stonden te
branden.
Schering en inslag van de officieele rede, maar ook van de toe
spraak tot de buitenlandsche gasten, die, bij den avondmaaltijd
in het hotel, een Zwitsersch R.K. geestelijke hield, was: dankbaar
heid voor het feit, dat Zwitserland buiten den oorlog was gebleven
en dat het, na dien oorlog ook Zwitserland schijnt in 1918 een
November-beroering te hebben gehad aan de revolutionaire
elementen niet gelukt was, den binnenlandschen vrede te versto
ren; maar dan ook, en vooral, een herinnering aan het historische
feit, dat op dezen dag telken jare wordt herdacht: het verbond,
dat op l Augustus 1291 de mannen uit Uri, Schwyz en
Unterwalden aangingen, het begin der Zwitsersche onafhankelijkheid; een
vermaning om trouw te blijven aan de gelofte: Alle für Einen,
Einer für Alle", en een, lang en uitdrukkelijk toegejuichte wensch,
dat de internationale vrede bewaard zou blijven, dat voortaan voor
de geheele wereld zou gelden, wat Schiller de eedgenooten op de
bergweide van den Rütli deed zweren: Wir wollen sein ein einzig
Volk von Brüdern".
Er zijn stellig weinig landen, die zulke scherpe contrasten bieden
als Nederland en Zwitserland.
Maar in hunne geschiedenis ontbreekt het niet aan merkwaar
dige punten van overeenkomst.
Beide hebben eenmaal deel uitgemaakt van het Duitsche rijk.
Beide zijn, ongeveer in denzelfden tijd, begonnen den band met
dat Rijk losser en losser te maken; beide hebben zich tot volkomen
zelfstandigheid ontwikkeld, naarmate het monarchale gezag in
Duitschland onderging en de macht van dat Rijk in Europa ver
zwakte; bij den vrede van Munster deed het afstand van alle
aanspraken, zoowel op Nederland als op Zwitserland.
Maar reeds geruimen tijd vóór de officieele erkenning van deze
onafhankelijkheid hadden beide het leven van een zelfstandigen
staat geleid. Zij waren, in onderscheiding met de meeste andere
landen, republieken geworden, en wél: bondgenootschappelijk
geregeerde republieken.
Tot aan de Fransche revolutie en den tijd van Napoleon duurde
die overeenkomst voort. In den Franschen tijd" bracht de vreem
de overheersching aan beide volken: nationale eenheid. In Neder
land bleef die na 1815 bewaard; na den val van Napoleon werden in
Zwitserland de oude vormen van het bondgenootschap hersteld.
Maar al vertoont de staatkundige ontwikkeling van beide landen
na 1815 verschil, hierin weken zij niet zoover van elkander af, dat
het Nederlandsche volk, zij het dan niet in zoo hooge mate als
het Zwitsersche, een democratisch voelend volk bleef.
De tegenstellingen tusschen beide landen en volken laten zich
echter nog gemakkelijker opsommen.
En ne daarvan moet elk Nederlander gevoelen, die een eersten.
Augustus in Zwitserland heeft beleefd.
Wat herdenken de Zwitsers op dien dag?
Wij zeiden het reeds: het begin van hun staatkundige onafhai
-kelijkheid.
Om de historische werkelijkheid hebben zich legenden en sagen
geweven: die van den eed op den Rütli, die van Wilhelm Teil.
Het historisch onderzoek kent alleen een verbond tusschen de
woudkantons om zich tegen de wassende macht der Habsburgers:
te verzetten; het leert, dat die kantons de kern van het Zwitsersche
eedgenootschap werden, omdat zij een ongekend belang verkregen
door de opening van den weg over den St. Gotthard, de kortste
verbinding tusschen Milaan en Zuid-West-Duitschland. Niet de
legendaire Wilhelm Teil, maar de onbekende bouwer van de
Stiebende Brücke is de vader van het eedgenootschap": de brug nl.,
die in het begin van de 13de eeuw over de Schöllenen-kloof werd
geslagen en den naam van de Stiebende Brücke" kreeg, omdat
het schuim van den waterval, dien de Reuss in deze kloof vormt,
er steeds over sloeg; eerst na den bouw van deze brug liep de beste
handelsweg van Milaan naar Duitschland over den St. Gotthard
en door het gebied van de woudkantons.
Maar met of zonder Wilhelm Teil zijn naam heb ik op den
nationalen feestdag niet hooren noemen het verbond tusschen
de woudkantons van l Augustus 1291 blijft voor de Zwitsers het
begin van hun staatkundige onafhankelijkheid.
Op dien dag herdenken zij, dat hunne voorvaderen den strijd
voor de vrijheid aanbonden, en beloven zij elkaar, die vrijheid te
zullen handhaven.
Daarom heeft de viering van den eersten Augustus een
echtnationale beteekenis. De gebeurtenis, waaraan dit feest de herin
nering oproept, is voor het geheele Zwitsersche volk van belang;.
iedereen, zonder onderscheid van stand of geloof, de
Franschof Italiaansch- zoowel als de Duitsch-sprekende Zwitser, neemt
aan de feestviering deel; het gevoel van saamhoorigheid tusschen
alle Zwitsers wordt er door versterkt.
En hier bestaat voor een Nederlander eenige reden, den Zwitser
te benijden.
Onze jaarlijks terugkeerende nationale feestdagen hebhen de
ietwat huiselijke aanleiding van een verjaardag van een der leden
van het vorstenhuis.
Maar wij missen een nationalen feestdag, waarop de
allervoornaamste gebeurtenis uit onze geschiedenis telken jare wordt her
dacht, dat is: onze vrijmaking van Spanje, het begin van onze
staatkundige onafhankelijkheid.
Instellen kan men zulke feestdagen natuurlijk niet. De viering
ervan moet van zelf ontstaan. En dat zij bij ons achterwege ge
bleven is, ligt deels aan den Protestantschen bijsmaak van onzen
opstand tegen Spanje, deels aan een karaktertrek van ons volk.
Want, laat ons het maar bekennen : wij zijn eigenlijk niet de ware
menschen voor nationale feestdagen van deze soort.
Wat wij beter kennen, is: hulp verkenen bij nationale rampen.
Moge dit ook thans blijken bij de ramp, die Borculo en een deel
van den Achterhoek heeft geteisterd !
KERNRAMP.