Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2514
VAN PEKING NAAR MOSKOU
SVEN HEDIN, Van Peking naar Moskou,
bewerkt door Jhr. R. H. O. Nahuys. Met
94 afbeeldingen en een kaart. Uitg. W. de
Haan Utrecht.
Overzetten is een zware zaak." De bewerker
van het nieuwe boek van Sven Hedin heeft dat
niet genoeg ter harte genomen. Charivarius zou
deze bespreking met een ander zinnetje begonnen
zijn: Deutschland, Deutschland ueber Alles. Ik
hoop echter, dat deze medewerker van de Gr. A.
het boek niet in handen krijgt; het zou voor een
taalzuiveraar als hij te schokkend zijn.
Het is een slechte gewoonte, boeken te laten
vertalen uit een andere taal dan waarin zij ge
schreven zijn. Sven Hedin is een Zweed en Jhr.
Nahuys 1) heeft heel klaarblijkelijk uit het
Duitsch vertaald. Het is noodig het karakter
van zijn vertaling eerst te bespreken om niet
onbillijk tegenover Sven .Hedin te zijn. Sven Hedin
immers is een knap scribent. Zelfs wie goed thuis
is in het Zweedsch zal echter achter deze vertaling
niets kunnen gissen van den stijl, waarin het boek
oorspronkelijk is geschreven. Het Zweedsche ka
rakter is volkomen verdwenen achter het ondoor
dringbare scherm van den Duitschen text, die
gebruikt is.
Het ongeluk wilde daarbij, dat de vertaler van
Nahuys geen goed Nederlandsch kan schrijven
en Duitsch onvoldoende verstaat. Ik kan van de
honderden verbluffende voorbeelden van deze twee
gebreken, die ik aangeteekend heb, geen overzicht
geven, alleen maar eenige staaltjes. Op de eerste
bladzijden begint het. Men leest b.v. op blz. 7:
De taak was in geenen deele een gemakkelijke.
Bij Nankou, niet ver van de graven van de
MingKeizers, neemt het nauwe, zich kronkelende dal
een aanvang, wat opwaarts voert naar het hoog
land van Mongolië."
Hier heeft men reeds een uitstekende karakteris
tiek van den Nederlandschen stijl. Voortdurend
blijft het o.a. hinderen, dat de vertaler den relatie
ven zin niet machtig is. Ook zijn interpunctie
is vaak vreemd.
Hoe het met zijn Duitsch staat, blijkt op de
zelfde blz. reeds als hij van dorpen sprekend zegt:
Zij bieden een open doorgang aan voor de
groote landstraat, die nog immer, als voor duizenden
jaren" enz.
Da vertaler had Landstrasse" liever in een
Duitsch woordenboek moeten opzoeken.
Aangrijpen" voor' aanvallen, hij ontging
aan de opmerkzaamheid," bij zijn geweldig opgang
gemaakt hebbende navorschingen," automobielen,
die voortdurend, ook in gematigden gang, voorbij
suizen," zoo gevaartijk zal het toch niet worden"
als germanisme voor zoo erg niet," overzetting"
van een auto voor versnelling," buiten in het
vrije" voor in de open lucht" konden wij onze
snelheid opvoeren tot een grootere" enz. afspannen"
van paarden, bevriezen" voor het koud heb
ben," drinkgeld" voor fooi," ziehier een distel
lezing die men tot kolommen zou kunnen uitbrei
den.
De vertaler kent minder Duitsch dan de gemid
delde ontwikkelde Nederlander. Anders zou hij
Brieftasche niet met brieventasch, doch met porte
feuille vertalen, dan zou hij een Zugjuehrer
hoofdconducteur en niet treinvoerder (!!) noemen. Hij
zou Hedin niet laten vertellen, dat de Denen
reeds een reeks melkerijen aangelegd hebben,
waarmede zuivelfabrieken bedoeld zijn. Het is
hem blijkbaar niet bekend, dat het Duitsche
vornehm en flink menigmaal onmogelijk met voor
naam en flink in het Nederlandsch vertaald kun
nen worden. Heel dwaas is het, wanneer hij Sven
Hedin met een Noorschen handslag" van een
anderen Zweed afscheid laat nemen;pijnlijk voor
Sven Hedin ! Maar dat komt ervan als men een
vertaler heeft die niet op het onderscheid let
tusschen norwegisch en nordisch.
Het lijstje van dergelijke fouten zou men lang
genoeg kunnen maken. Men kan de vertaling soms
slechts begrijpen, als men in het Duitsch terug
vertaalt. Als de schrijver van een vreedzaam hotel
vertelt, dat in geval van nood een paar reizigers
in de hal slapen, weet men eerst over welke
om1) Niet te verwarren met Alice van Nahuys,
die, zooals uit kritieken in dit blad bleek, vele
uitstekende vertalingen heeft gegeven. RED.
standigheden hij spreekt, als men aan Duitsch
zur Not, desnoods, denkt.
De vertaling is ongepermitteerd slecht en het
taaltje, waarin zij geschreven is, is vee lal stumperig.
Wel is de tweede helft van het boek wat beter in
deze opzichten dan de eerste helft.
Men moet oppassen, bij de beoordeeling van
Sven Hedin's boek niet ook de fouten van de
vertaling ten nadeele van den schrijver te laten
meespreken. Maar op zich zelf reeds is het boek
onbelangrijk. Het is heel middelmatige
reisjournalistiek, die bezwaarlijk een Nederlandschen
uitgever gevonden zou hebben, als de naam van
den schrijver niet afzet beloofde.
Men moet steeds weer lezen,hoe koud het was
en hoe ver. In het eerste gedeelte hoort men heel
weinig belangwekkende mededeelingen. Het is
een reisbeschrijving, die in vele bijzonderheden
treedt, welke den lezer heelemaal niet aangaan,
en die niet door beschrijvingskunst belang daarvoor
weet in te boezemen.
Desniettemin heeft vooral het relaas van den tocht
door Rusland zijn beteekenis als document. Van
een studie is nooit sprake en is er ook niet de pre
tentie. Hedin is op de snelste manier door Si
beriënaar Moskou gereisd. Door het slechte Weer
heeft hij blijkbaar uit den trein heel weinig van het
land kunnen zien. Hij geeft slechts eenige indruk
ken van stations, en dan nog zeer oppervlakkige
indrukken. Verder somt hij eindeloos alle eer en
vriendelijkheden op, die hem onderweg ten deel
vallen. Maar a l brengt hij ook geen nieuws, zijn reis
verhaal getuigt opzettelijk en onopzettelijk van
het betrekkelijk normale uiterlijk, waarmede
Sowjet-Rusland den vreemden reiziger verrast.
Nergens ziet Sven Hedin iets van de barbarij, die
hij, uit het verre Westen en Oosten komende, nog
schijnt te hebben verwacht. In de
hoofd-bolsjewiki, waarmede hij onderweg te doen krijgt,
leert hij beleefde, behulpzame en aangename men
schen kennen, die van eerbied zijn vervuld voor
zijn Wetenschappelijke reputatie. De uitwerking
van de roode revolutie voor de bevolking in Oost
Siberiëvalt hem mee. Hij reist allerbehagelijkst
en snel van Werchne Oedinsk over Irkoetsk naar
Moskou. Reeds in Siberiëmerkt hij, hoezeer de
Sowjetregeering het wetenschappelijke leven gaan
de houdt en bevordert. Allerwege ontmoet hij oude
vrienden en kameraden uit het Rusland van den
tsaar, die nog steeds in eere gehouden en
voortgeholpen worden door de nieuwe machthebbers.
Het relaas van de persoonlijke ontmoetingen
waarbij men al te vaak te hooren krijgt wat er ge
geten is, van de bijeenkomsten tot zijn huldiging,
van de lezingen die hij gehouden heeft, van het
geen men hem als eeregast heeft laten zien, dat
alles geeft, hoe vermoeiend ook, een werkelijk
grootscheepschen indruk van het intellectueele
en wetenschappelijke leven in Rusland.
Het tafereel is teveel zonder schaduwzijden.
Hedin verzwijgt die zeker niet opzettelijk. Maar
door gebrek aan tijd, door zijn gebrek aan
critischen blik en door de omstandigheden heeft hij die
niet kunnen zien. Ook kwam hij iets te vroeg, om
de?zuivering"der studentenwereld van boerzjoei"
elementen te kunnen medemaken. Maar de een
zijdigheid van zijn voorstelling kan geen kwaad.
Zij staat tegenover de veel verkeerdere voor
stellingen naar den anderen kant, die zoo moeilijk
zijn uit te roeien.
Hedin is heel duidelijk alles behalve met voor
liefde voor de bolsjewiki naar Rusland gegaan.
Maar men merkt: het is hem meegevallen. En dan
heeft hij geen weerstand kunnen bieden aan de
hulde en vleierij, hem ten deel gevallen. Hij ziet
alles in verfraaiend licht, vooral de personen,
waarmede hij in aanraking komt.
Wie de wereld der machthebbers te Moskou,
met hun goede en zwakke zijden een beetje van
nabij kent, zal niet zonder stille ironie Hedin's
opgetogen persoonsbeschrijvingen lezen.
Het boek is een document humain, teekenend
niet slechts voor Sven Hedin, met zijn verregaande
belangstelling voor alles wat zijn eigen persoon
betreft, maar ook voor het tegenwoordige Rus
land. Het is nuttig, dat de schrijver, naar het toe
val van hetoogenblikeen zoeklicht hanteerende,de
aandacht op dingen vestigt, van welker bestaan
velen bij ons geen vermoeden hebben.
Bovendien bevat het boek een paar als reis
beschrijving aardige hoofdstukken, (Russische
boerenplaatsen in het uiterste Mongolië; en Over
de Siberische grens) benevens nuttige inlichtingen
over Dr. Ossendowski's Dieren, Menschen en
Goden.
Om dit alles te vinden moet men echter heen
door het vagevuur van de vertaling, door het vaak
hinderlijk egocentrische der verhalen en door
politieke beschouwingen, wier aanmatiging men
vergeeft om het kinderlijke hunner eenzijdigheid.
Wat Duitsch nationalisme betreft, zal Sven
Hedin op het oogenblik menig Duitsch nationaal
politicus in Duitschland beschaamd maken. Zijn
felheid is nog toegenomen naarmate hij er
? terecht gemakkelijker vergeving voor ge
vonden heeft.
BOUWT IN HET
OOSTERPAPK
BILTliöVEN
INLICHTINGEN VERSTREKT DE DIRECTIE
TEUF.INT.NS6538
Ik kom hierop, omdat het boek niet afloopt zon
der onbeteugelde Duitsch-nationalistische en
antigeallieerde ontboezemingen.
Men moet zich bij Hedin aan dergelijke dingen
niet stooten. Evenmin als aan het feit, dat hij
niet alleen voortdurend zijn eigen beroemdheid
maar ook zijn vrijgevigheid in het zonnetje zet.
De mededeelingen daarvan zijn vaak van een
grappige naïveteit.
Kostelijk is het einde van een hoofdstuk met
een beschouwing over uitstekende droge rijst,
die hij in China gegeten heeft. Hij knoopt daaraan
beschouwingen over keuken en beschaving vast.
De Chineezen, het oudste cultuur-volk der aarde,
hebben het in de culinaire kunst waarlijk ver
gebracht. Te Peking zat ik eens met gele ministers,
generaals en admiraals aan tafel. Doch dit behoort
niet hier thuis.." Hiermede stapt hij op iets
anders over. Zoo een buiten den samenhang
vallend, met de haren erbij gesleept snobbish",
zinnetje is zoo onvervalscht Hedin.
Het boek bevat vele fotografieën. Sven Hedin's
eigen opnamen van zijn reis per auto door Noord
China, Mongoliëen Oost Siberiëzijn veelal vaag of
wel gebrekkig belicht. Veel beter zijn als afbeel
dingen, de foto's uit Rusland, die echter helaas
bijna allen oud en niet actueel zijn.
De waarde van het boek bestaat vooral in zijn
onopzettelijk getuigenis voor den toestand in
Rusland, en zijn even onopzettelijke schildering
van het doordringen van den Russischen invloed
m Mongolië, waaraan men in Europa merkwaardig
Weinig aandacht schenkt.
Verder staat de omvang van het boek heel erg
buiten verhouding tot zijn waarde.
M. VAN BLANKENSTEIN
EDITH WHARTON. Maneglimpen. Vert. v.
J. Lourens. Amsterdamz.j. Van Holkema
en Warendorf.
Een boek voor de vacantie. De geschiedenis
van twee menschen, die tezamen zoowel als ieder
op zich-zelf de incarnatie zijn van de zorgeloosheid;
in de beste kringen verkeeren zonder een cent te
bezitten;na hun huwelijk overal in Europa wonen
in geleende" huizen; als het avontuurlijke van
de trouwerij er af is, elkaar kwijt raken en ieder
apart op de zwerf gaan, rondloopen met andere
huwelijksplannen, en ten slotte elkaar terug
vinden met de overtuiging, dat hun huwelijk toch
meer dan een avontuurtje was.
Erg waarschijnlijk klinkt de historie niet,
maar de beide hoofdpersonen zijn Amerikanen, en
na het Dayton-proces zijn we er weer van overtuigd,
dat in Amerika alles mogelijk is. En als men niet
een al te letterkundigen maatstaf aanlegt, is het
zeker een boek, om er zich een paar uur mee te
amuseeren.
HERMAN Mi DDEN DORP
Een vroolijk troep/e, door RINA VAN DEN HOUT.
Amsterdam, van Holkema en Warendorf.
Dit is een aardig boekje voor meisjes van
12?14 jaar. Er zijn leuke voorvallen in en een
paar fijne, gevoelige trekjes; over 't algemeen is
't wat al te breedvoerig, konden vele gesprekken
eigenlijk vervallen. Zijn de vier vriendinnen niet
wel wat hél kinderachtig getypeerd voor meisjes
uit een II Ie klas jongens H.B.S.? 't Doet over
't algemeen zoo bedacht, zoo gewild aan, maar....
misschien zijn we wat verwend door de soms zoo
echt doorleefde verhalen van Ella Vernar, Willy
Pétillon en de heerlijke Joop ter Heul-Serie
van Cissy van Marxveldt!
M. VERSTER BOSCH-REITZ
OL.DO
_ "TABAK. .
_ fo.25 .
&N