Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2514
DE HISTORISCHE
TENTOONSTELLING. IV.
Het is bekend, dat Amsterdam zich zeer lang
afzijdig heeft gehouden van den grooten opstand
tegen Spanje. Tijdens de troebelen gedurende
het voorspel van den tachtigjarigen oorlog blijft
het in Amsterdam lang rustig, hoewel ook hier
de oppositie aan het werk was. Trouwens, in
die dagen is de beweging tegen de regeering vrij
wel beperkt tot het zuiden; in Holland vindt
zij nog weinig weerklank. Maar in 1566 komt de
menigte ook in Amsterdam, in beweging; de
openbare preek wordt gehouden; de beeldenstorm
doet ook hier heel wat kostbare kunstwerken
verloren gaan. Maar ook hier wordt de orde spoedig
hersteld; de prins van Oranje komt zelf naar
Amsterdam om het accoord van 23 Augustus
ten uitvoer te leggen. Dan zet de reactie in;
in 1567 begint de uittocht der gereformeerde en
andere vijanden der regeering naar het buitenland.
In het voorjaar doet Hendrik van Brede rode,
de groote geus, nog een poging om van Amsterdam
het middenpunt te maken van het verzet tegen
Alva in het noorden. Maar hij vindt niet de
krachten, die hij noodig heeft voor een doeltref
fend optreden; pok hij moet in ballingschap gaan,
waar hij dan zijn einde vindt.
Maar den len April 1572 wordt Den Brie! door
de watergeuzen veroverd. Van veel meer beteekenis
was het, dat Enkhuizen en Vlissingen volgden
en dat de meeste Hollandsche en Zeeuwsche
steden zich in den zomer bij den opstand aan
sloten. Niet alzoo Amsterdam. Hier bleef de
stadsregeering den koning getrouw. Waarom?
Om de eenvoudige reden, dat die regeering geen
voldoend gezag meer had in breede kringen der
burgerij en daarom den ruggesteun van de
landsregeering niet kon missen. Zij wist, dat bij een
aansluiting van de stad aan den opstand haar
dagen geteld waren. Zij vond bij de politiek van
onthouding steun bij een aanzienlijk deel der
burgerij, dat evenmin van den opstand gediend
was. Het spreekt van zelf, dat godsdienst en kerk
in dezen een zeer groote rol hebben gespeeld,
dat in het algemeen de Katholieken tegen, de
Protestanten voor den opstand waren. Maar
dat kan de houding van Amsterdam toch niet
geheel verklaren. Ook politieke en sociale motieven
doen zich hier gelden, soms dwars door de gods
dienstige tegenstellingen heen.
Voor Amsterdam heeft deze afzijdige houding
zeer bedenkelijke gevolgen gehad. Want in
korten tijd was de stad geheel geïsoleerd van
het overige Holland en bovendien afgesloten
van haar grooten handelsweg, de Zuiderzee.
Economisch heeft Amsterdan toen zwaar geleden.
Wij sijn in sulcker armoede ende desolatie",
schrijft de stadsregeering naar Brussel, dat
REINIER PAUW
van noode sal wesen die
tresorye der stede te
sluyten ende der stede
crediteuren onbetaelt te
laten gaen." Amsterdam
werd de wapenplaats van
Alva; van Amsterdam uit
kon de gevreesde landvoogd
zijn maatregelen nemen
om Holland weer te onder
werpen. Die houding van
de grootste stad van Hol
land heeft den voortgang
van den opstand belangrijk
vertraagd. Zonder Amster
dam was het nieuwe gezag
van den Prinsen de Staten
eigenlijk nog geen
oogenblik veilig. Maar ook Am
sterdam leed zwaar onder
zijn isolement. Het Was
duidelijk genoeg: Amster
dam kon niet zonder Hol
land en Holland niet zonder
Amsterdam bestaan. Het
moest komen tot een ver
zoening.
Die verzoening is in
1578 gekomen. Den 8 Fe
bruari van dat jaar sloot
de regeering van Amster
dam het tractaat van satis
factie met den Prins en
de Staten. Men kan het
uitvoerige stuk,
zwaarbezegeld, op de tentoonstel
ling zien. De satisfactie
vond haar voltooiing in de
alteratie van 26 Mei, die
de oude regeering ten val
bracht en een nieuw stads
bestuur op het kussen
stelde.
Men mag over de'alteratie denken zooals men
wil men weet, dat er een aanzienlijk verschil
van meening en appreciatie kbestaat dat het
jaar 1578 voor Amsterdam de aanvang is geweest
van een lange periode van steeds stijgenden bloei,
kan niemand ontkennen. De alteratie was voor
Amsterdam wel waarlijk de eerste dag eens nieuwen
levens. Het Amsterdam van omstreeks 1600
heeft zich volkomen ontworsteld aan de
rniddeleeuwsche verhoudingen en toestanden, ook aan
het rniddeleeuwsche geestesleven. Al blijft er in
het vrije Amsterdam plaatsjvoor velerlei dissenters,
de signatuur van de moderne stad is zoowel gere
formeerd als humanistisch; juist dat humanisme
bond de stad geestelijk aan het verleden en bereidde
ook een toekomst voor. Men kan op de tentoon
stelling tegenover elkander vinden hangen de
portretten van twee mannen, die deze twee rich
tingen, waardoor Amster
dam in zijn nieuwen op
bloei wordt beheerscht, op
zijn allerbest typeeren:
Reinier Pauw en Cornelis
Pietersz. Hooft.
Pauw is de man van
het sterke Calvinisme, dat
leeft in absolute waarhe
den. Hij gevoelt zich door
hooger macht op de plaats
gesteld, waar het lot hem
heeft gebracht; hij weet,
dat die hoogere macht
over hem waakt. Hij is
sterk in zijn geloof en zijn
recht; naast zich verdraagt
hij nauwelijks een andere
overtuiging, een ander
streven. Ook daardoor is
hij de man van de sterke
energie, die geen oogenblik
aarzelt, doorte tasten, waar
het noodig is. De man die
geen oogenblik aarzelt waar
plicht en geweten hem
roepen, neemt zonder be
zwaar zitting in de gedele
geerde rechtbank, die
01denbarnevelt terdood heeft
veroordeeld. Door hem was
de val van den grooten
advocaat een triomf voor
Amsterdam. Een geheel
ander man was oude Hooft.
Een hoofd vol kreucken,
een geweten zonder rim
pel", zegt Vondel volkomen
terecht. Een man, die in
harde ballingschap het leed
der godsdienstvervolging
had geproefd en daarom
boven^ alles vrijheid van
godsdienst voorstond. Een
p. c. HOOFT
A. D. SPILLNER
Vijzelstraat 83 - Amsterdam
Ie klasse uurwerken
in smaakvolle kasten
denker, die begreep, dat den mensen slechts het
streven naar waarheid is vergund, maar dat de ab
solute waarheid hem eeuwig verborgen moet blij
ven. Een zachtzinnig man, die met weemoed het
aanziet, hoe menschen menschen veroordeelen en
verketteren. Een rein man en ook een vroom man,
die God wenscht te dienen op zijn wijze en dat
recht ook aan zijn medemensen gunt. Een man
van diepe studie en zorgvuldig nadenken, boven
dien van beproefde eerlijkheid en zuivere oprecht
heid. Hooft was een man, die door allen hoog
werd geacht, maar van wien geen diepgaanden
invloed kon uitgaan. Te objectief voor de
strijdende wereld van toen, wordt hij in 1618
door Maurits met een vriendelijk woord van
waardeering op zijde gezet. Geen leider van een
regeering, maar een man, zooals geen regeering
ze op den duur kan missen zonder schade voor
haar zedelijk gezag. Pauw wordt bij Vondel
Reintje de Vos, Hooft blijft Bestevaer.
Pauw en Hooft typeeren het Amsterdam der
zeventiende eeuw. In den loop der tijden worden
tegenstellingen verzacht en naderen zij tot elkander.
Maar het Amsterdamsche geestelijke bestaan en
daardoor ook het maatschappelijk leven wordt
beheerscht zoowel door het humanisme als door
het calvinisme. Om deze twee polen beweegt zich
het Amsterdamsche leven der zeventiende eeuw
niet steeds in regelmatiger! cadans, maar toch
steeds in stijgende lijnen. Een sterk geestelijk
leven, dat natuurlijk in conflicten tot ontwikkeling
en zelfs min of meer tot volmaking komt, dat
zich tot de hoogste strevingen richt en daarom
ook groote en grootsche dingen kon tot stand bren
gen. Een sterk leven van grootsche allure, dat is
het beeld, dat het zeventiende-eeuwsche Amster
dam ons te zien geeft.
H. BRUG MANS
E. J. VAN SCHAICK
MAKELAAR
Korte Jansstraat 25b" - Utrecht
WONINGBUREAU
ASSURANTIES
TELEFOON 125