Historisch Archief 1877-1940
No. 2515
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1925
y ^?J^pa^Ba ^^ w ^ ** * wr r r^
Dekblad voor
Onder Hoofdredactie van G. W. KERNRAMP
Redacteuren: H. Brugmans, Top Naeff en G. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie: C. F. van Dam
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 cent Advertentiën f 0.75 p. Regel Disnositiekosten 20 Cent
REDACTIE EN ADMINISTRATIE: KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM
HET PROTOCOL VAN GENÈVE
Eenigen tijd geleden berichtten de kranten, dat het protocol
van Genève ook door Britsch-Indiëis verworpen, zoodat nu alle
deelen van het Britsche Rijk hunne goedkeuring eraan hebben
onthouden.
Een verrassing was dit niet. Ook voor hen, die slechts opper
vlakkig kennis nemen van de gebeurtenissen in de groote politiek,
was het al lang duidelijk geworden, dat het met zooveel gejuich
begroete protocol voor de vreedzame regeling van internationale
geschillen" niet tot uitvoering zou geraken.
Reeds enkele maanden na den 2den October 1924 den dag,
waarop het protocol door de Volkenbondsvergadering werd aan
genomen begon zijn levenskans te verminderen.
Maar laat ons eerst even den voornaamsten inhoud van het
protocol in herinnering brengen.
In drie begrippen placht men dien samen te vatten: verplichte
arbitrage, veiligheid, beperking der bewapening.
De aanvalsoorlog wordt voortaan als een internationale misdaad
gebrandmerkt; alle geschillen tusschen Staten zullen op vreed
zame wijze beslecht worden, volgens een nauwkeurig vastgestelde
procedure: de rechtsgeschillen komen voor het Permanent Ge
rechtshof, de overige worden beslist door arbitrage, of door
uitspraak van Volkenbondsraad of Volkenbondsvergadering,
Een Staat, die de op hem rustende verplichtingen schendt,
wordt als aanvaller beschouwd. De aanwijzing van den aanvaller
geschiedt automatisch, krachtens de bepalingen van het protocol,
of, voor zooverre deze daarin niet voorzien, krachtens, een met
nstemmigheid genomen besluit van den Volkenbondsraad.
Voor gevallen van een conflict tusschen onderteekenaars van
het protocol en Staten, die geen leden van den Volkenbond zijn
of het protocol niet hebben onderteekend, geldt een soortgelijke
regeling.
Zoodra de aanvaller is aangewezen, worden sancties" op hem
toegepast, d.w.z. de leden van den Volkenbond zullen gezamenlijk
maatregelen tegen hem nemen, zoowel economische en fïnancieele,
als militaire.
Het doel dezer bepalingen is dus: den oorlog rechtens geheel
en al uit te sluiten en alle geschillen op vreedzame wijze te regelen.
Door de verplichte arbitrage zal de veiligheid der Staten voort
aan worden gewaarborgd; dit gevoel van veiligheid zal het mogelijk
maken, over te gaan niet tot volledige ontwapening, want
de middelen om de misdaad van een aanvalsoorlog te keeren
mogen niet ontbreken, maar tot beperking der bewapening.
Het protocol zal eerst in werking treden, wanneer het bekrach
tigd is door de meerderheid van de Staten, die vaste leden van
den Volkenbondsraad z'ijn, en door tien andere leden van den
Volkenbond, en wanneer bovendien op een internationale con
ferentie tot beperking der bewapening, die in Juni 1925 te Genève
zou worden gehouden, een ontwapeningsplan was aanvaard en
dit plan binnen een gestelden termijn tot uitvoering zou zijn
gekomen.
Ziedaar den voornaamsten inhoud van het protocol nog eens
samengevat.
De internationale rechtsorde, die er door werd geschapen, was
reeds door het Grondverdrag van den Volkenbond gevestigd,
maar in gebrekkigen vorm; het protocol bedoelde niets anders
dan het Grondverdrag reeds had gewild, maar drukte die bedoe
lingen juister en scherper uit.
Waardoor is het nu gekomen, dat dit protocol, waaraan de
vertegenwoordigers van 46 der 55 Staten, die tot den Volkenbond
zijn toegetreden, op de vergadering te Genève eenparig hunne
goedkeuring hechtten, alleen een ontwerp op het papier is gebleven ?
Het formeele antwoord op die vraag luidt: omdat van de
voorwaarden, die het protocol zelf voor zijne in-werking-treding
had gesteld, reeds de allereerste niet is vervuld.
Die luidde: dat het bekrachtigd zou worden door de meerder
heid der permanente leden van den Volkenbondsraad.
Sinds Januari 1923 bestaat deze raad uit vier vaste en zes
wisselend'e leden. De vier vaste zijn: Engeland, Frankrijk, Itali
en Japan. Van deze vier heeft alleen Frankrijk het protocol be
krachtigd. De regeeringen der overige drie Staten hebben gewei
gerd dit te doen.
Maar dit antwoord lokt onmiddellijk de nieuwe vraag uit:
waarom weigerden zij dit? Waren zij dan niet bereid, mede te
werken tot het scheppen van een internationale regeling, waardoor
de vrede verzekerd en elk, die hem zou willen verstoren, met
gemeenschappelijke kracht zou worden tegengegaan?
Het zou, dunkt ons, verkeerd wezen, de onderteekenaars van
het protocol voor pacifisten en de niet-onderteekenaars voor
militaristen te houden.
Dat Frankrijk reeds aanstonds zijn naam onder het protocol
plaatste, is niet alleen toe te schrijven aan de pacifistische gezind
heid van zijne toenmalige regeering, maar ook hieraan, dat het
in het protocol een waarborg zag voor het behoud van de
grensregelingen, die bij den vrede van Versailles zijn gemaakt, een middel
om de macht van den Volkenbond te gebruiken tegen elk, die
het wagen zou met geweld verandering te brengen in de tegen
woordige grenzen.
En ter verklaring van de houding der groote mogendheden,
die het protocol niet wilden aanvaarden, zijn nog andere redenen
aan te voeren dan de onwil om eigen belang ondergeschikt te
maken aan dat der statengemeenschap.
Zeker, die onwil heeft zich ook doen gelden.
In Engeland waar, kort na het opmaken van het protocol,
het kabinet-Macdonald wordt vervangen door een op een groote
meerderheid steunende conservatieve regeering hadden zich
reeds bij de beraadslagingen over het protocol stemmen döert
hooren, die er tegen opkwamen, dat door den Volkenbond beschikt
zou worden over de Britsche vloot, wanneer krachtens de bepa
lingen van het protocol een blokkade zou worden begonnen tegen
een Staat, die in overtreding was.
De idee, dat een Staat zich ter wille van de gemeenschap offers
moet getroosten, wordt nog niet gewillig aanvaard. Heeft ook,
in December 11., ten onzent niet minister van Karnebeek er aan
herinnerd, dat wij, bij aanvaarding van het protocol, deel zonden
moeten nemen aan militaire sancties, die onze jongelingschap"
zouden dwingen te vechten in ver verwijderde landen, voor aan
gelegenheden, waarbij wij eigenlijk niet het minste belang hadden?
Maar, al moet men de kracht niet onderschatten van de oppo
sitie tegen het protocol, die voortkwam uit de onmacht, of den
onwil, om zich los te maken van het verleden, om te denken in
andere begrippen dan die passen bij de toestanden van eeuwen
her, waarin nationaal eigenbelang boven internationaal gemeen
schapsbelang gold er zijn toch ook andere redenen, die bv. een
mogendheid als Engeland hebben bewogen om het protocol niet
aan te nemen.
Afgezien van enkele bezwaren van formeelen aard, vooral deze
reden, dat Engeland in het protocol een middel zag, waardoor
Frankrijk de machtige positie, die liet op het vasteland van
Europa inneemt, wilde behouden, maar waardoor de oorzaken,
die Duitschland zouden kunnen bewegen te eeniger tijd als
aanvaller op te treden, niet werden weggenomen.
Intusschen, welke argumenten ook kunnen worden aangevoerd
tegen de aanvaarding van het protocol, zij mogen alleen wegen,
voor zooverre zij de deugdelijkheid aantasten van dit protocol
als middel om het gestelde doel te bereiken.
Het is mogelijk, dat dit doel het behoud van'den internatio
nalen vrede vooralsnog beter gediend wordt door
waarborgverdragen tusschen de groote mogendheden, door zulk een
verdrag bv., als waartoe Duitschland eenige maanden geleden
het initiatief heeft genomen, maar waarover de onderhandelingen
zoo langzaam opschieten.
Maar het doel, reeds in het Grondverdrag van den Volkenbond
aangegeven en door het protocol dichter benaderd, moet altijd
in het oog gevat worden. Wie het protocol als een ondeugdelijk
instrument verwerpt, op hem rust de plicht een ander en beter
middel aan de hand te doen.
Het ware te wenschen, dat op de Volkenbondsvergadering, die
in September a.s. te Genève zal worden gehouden, van dit plichts
besef bleek !
K E R \ K A M P