De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 22 augustus pagina 11

22 augustus 1925 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2515 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Eleonora Duse, par EDOUARD SCIINEIDER. Ed: Bernard Grasset, Paris. I Dit boek werd mij niet iangs den gebruikelijken weg door den uitgever toegezonden, ik heb- het vrijwillig gekocht toen ik het met de gelukkige gewaarwording, waarmede men op den hoek van een straat plotseling een vriend de hand toesteekt voor een winkelraam zag liggen. Want de naam van Eleonora Duse heeft voor velen, die haar, a! ware het slechts nmaal opjhet tooneel zagen, een fascineerenden klank behouden, en zij' was een van die vreemd-uit verkoren schepsels op aarde, aan wie hij den dood niets sterft. Zij geloofde ook niet aan den zwarten dood. La mort n'existe pas. Elle est lumière et non pas ombre", schrijft ze in een harer brieven, als een waardig voorloopster van haar landgenoot Pirandello, die de onsterfelijk heid" naar deze opvatting met zijn aangrijpend tooneelspel: Het Jeven, dat ik U gaf" beves tigen zou. Men kan dan ook niet zeggen, dat met dit boek, geschreven door den Franschen jour nalist Edouard Schneider, welke met zijn vrouw tot haar naaste vrienden heeft behoord, de herinnering aar^ Duse herleeft", veeleer: dat het haar geestelijk*voortbestaan in ons midden be vestigt. Haar oogen, haar glimlach, haar stem, haar handen, wij vinden er haar compleet wezen in terug, als lagen er voor de meesten onzer geen twintig jaar tusschen haar optreden en de ver schijning dezer mémoires". A quelques fidèles qui la comprirent et l'aim rent, a ses amis ignorés", zijn deze bladzijden gewijd; zij getuigen van een heldenvercering in den zin daaraan door Romain Rolland gehecht: helden par Ie coeur" gelijk we die in onze, alles met den spaander der middelmatigheid gelijkstrijkende dagen zelden meer aantreffen voor een meerdere naar begaafdheid en geest. Het boek pleit derhalve zoowel voor den schrijver als voor sa grande amie", l'animatrice, die hem tot deze schoone belijdenis onwillekeurig bezielde. Zij heeft van dit werk nog wel geweten, maar hem, uit den schroom, die zulk een machtig deel van haar wezen is geweest, haar medewerking onthouden, tot de dood haar overviel. En men vergeeft hem gaarne zijn breedsprakigheid, een aan Eckermann's Gesprache mit Goethe" her innerende serviliteit, waaruit misschien wat duidelijk, naast de verecring, ook de vereerdheid met deze inderdaad kostbare connectie blijkt, omdat het alles te zamen welt uit zulk een warm, vervuld menschenhart, en wij begrijpen hoeveel steun de zwakke, vergrijsde zwervelinge heeft gevonden in de volstrekte toewijding van een menschenhart, naar schrijvers eigen getuigenis: ,,si totalement attachéque Ie mien." Ze hebben zoo iets oprechts en trouws wel eens noodig.de grooten, die hun roem duur betalen, de eenzamen, van wie Renan zeide: La vulgaritédes hommes fait de la solitude morale Ie lot obligéde celui qui les dépasse par Ie génie ou par Ie coeur." Hoezeer daarbij ook haar hart zich gehecht had aan dit bevriend echtpaar blijkt wel uit haar laatste woorden vóór haar rampzalig vertrek naar Amerika: Ne me laissez pas perdre vos traces!" dat ons thans bijna als een noodkreet in de ooren klinkt. Maar weinig geeft de schrijver van den oogen schijnlijk glorieusen buitenkant van dit kunste naarsleven, doch uit dit weinige weten wij, dat het van haar pose, noch phrase was toen zij eens schreef (in een brief aan graaf Primoli) Ce n'est jamais Ie succes que j'ai cherchédans l'art, mais Ie refuge." Een geduldig uur lang zat soms de wereldberoemde achter de dichte jaloezieën van haar hotelkamer te wachten tot de drom van nieuwsgierigen beneden in de vestibule en op straat het op had gegeven. Haar heen-gaan van het tooneel, plotseling, zonder iemand daarop voor te bereiden, zonder afscheid", eenvoudig na een gelukkigen avond te Berlijn, waar zij Ibsen's Vrouw van de Zee", voor het eerst en, naar zij meent, voor het laatst, zóó heeft kunnen spelen als de dichter het had bedoeld, om gedurende twaalf jaar, gelijk Guido Gezelle, in volslagen vergetelheid te leven, doet voor het minst vermoeden hoe weinig deze kunstenares innerlijk aan het beeld, dat men zich in het algemeen van een gevierde diva vormt-, moet hebben beantwoord, hoe zij in la periode soi-disant-heureuse de ma vie", geleden moet hebben in die wereld van succèsbejag en mediocriteit achter de. coulissen. En nauwelijks te benaderen lijkt het ons wat het voor deze vrouwvan-pudeur geweest moet zijn om na dit lange tijdperk der retraite onder den indruk der moreele verwoesting door den oorlog aangericht uit haar schuilhoek te voorschijn te treden en zich, zoo verouderd en vervallen als zij was, opnieuw bloot te stellen, haar innigste idealen nog eenmaal in de waagschaal te leggen. Dit boek weerspreekt de legende als zou zij dit hebben gedaan om den broode". J'avais de quoi finir mes jours modestemcnt a Asolo" (haar geliefd dorp in de bergen, waar zij een huisje bezat) en zij zou dit waarschijnlijk verkozen hebben, had niet de oorlog ook dit, in de diepte nog altijd fel brandend hart, dit gemouvementeerd tempe rament in vlammen gezet. Wat haar eigen aspi raties betreft, zij verliet het tooneel en pleine gloire", en herhaaldelijk vinden wij in dit boek bevestigd hoe zij het deed, zonder een zweem van berouw: ,,. . . .Wat een hel ! Neen, nooit weer. Zoo lang ik de kracht heb gehad om te werken en te reizen (!) heb ik 't gedaan. Maar welk een arbeid in de leegte en in 't geraas, alle dagen en alle nachten ! Nu hebben mijn leeftijd (zij was toen 53 jaar) en het beetje gezondheid dat ik nog bezit, mij den uitersten moed doen verliezen, en voel ik me bijna bevrijd, in elk geval, voor het oogenblik verweg " Maar het idealisme herkreeg, onder de tijds omstandigheden, de overhand, en met het geloof eener jongere reikhalsde zij, na den druk der oorlogsjaren, naar de herrijzenis der wereld en de compensatie van den verheven geest boven het bruut geweld. Het scheen haar toe, als aan ' velen van qualiteit, dat un oeuvre de beaut morale, de communion" in stilte in wording moest zijn, en dat zij, met hetgeen haar gegeven was, daaraan deel kon hebben. Wanneer wij lezen wat zij in dit korte leven in alle richtingen zocht en nastreefde travailler, agir!", welke auteurs haar na stonden: de schrijver van PAction" Maurice Blonde!, Tolstoï, Ibsen, Romain Rolland, welke haar niet raakten: Anatole France, Maurice Barrès Je n'aime que ceux qui construisent" dan spreekt het wel vanzelf dat zij niet achter kon blijven om modestement" haar dagen te slijten, dat zij zich een geroepene voelde, al wist zij zich te storten in een ver boven haar zwakke physieke krachten liggend risico, verbonden aan het bedrijf, dat haar onvermijdelijk terrein van actie was, al wist zij zich weerloos aan de ketting van den négrier", den onmisbaren, almachtigen impresario. Dat zij daarbij in de veranderde maatschappij toch de menschen, en vooral de vooraanstaanden, nog met al het nai'ef vertrouwen van den kunste naar heeft overschat, is wel ontstellend gebleken, en hoe zich deze ervaring gewroken heeft aan een der edelste, maar tevens teerste zielen van onzen tijd, vertelt ons dit onopgesmukt levens relaas op een voor het fascistisch Italiëbitter beschamende wijze: Sedert Januari heb ik niet kunnen spelen. En dat heele gezelschap tot mijn last: 1.060 francs per dag ! Ik heb nu al tweeduizend francs deficit, en omdat ik het geld niet bezat, heb ik vooischot moeten nemen op mijn werk (j'ai du hypothéquer mon travail). Op mijn leeftijd, werken onder dergelijke omstandigheden, is het niet verschrikkelijk? En zooals ik u schreef, ik heb in Italiëniet den minsten steun gevonden, integen deel. Gedurende de geheele maand December heb ik in Milaan maar twee voorstellingen kunnen geven. In heel Milaan was er geen schouwburg voor mij beschikbaar. Er is daar een soort schouwburg-trust, waarvan ik niemendal af wist.... En wat kon ik daartegen ! Ik zit niet in cafés, ik vertoon me niet genoeg. Ik ben er ziek van ge worden. Ze hebben me ziek gemaakt". En op de volgende bladzijde lezen wij: Ik heb aan Mussolini geschreven; hij heeft niets gedaan. Of liever, hij is me komen opzoeken en de kranten hebben er van gesproken. Hij heeft tegen me gezegd: Madame Duse, er is niets wat ik niet voor u zou willen doen (il n'est pas chose, que je ne fasse pour vous)! Welnu, heb ik hem geantwoord, verlos mij van mijn gezelschap, neem de troep, die mij ruïneert, voor uw kosten, betaal de menschen ! Ik vraag niets voor mezelf, alleen voor het gezelschap, dat ik geëngageerd heb, en dat ik niet meer kan betalen. Nu, hij heeft niets gedaan. De Commandant van Fiume (zoo noemt zij gewoonlijk d'Annunzio) heeft in de bladen een pracht van een brief over mij geschreven. Hij haalde alles op wat ik in mijn leven gedaan had, al mijn werk van vroeger, dingen die ik zelf al lang vergeten was, en waarover ik ook nooit zelf gesproken zou hebben. Maar 't is aardig dat hij ze bedacht en er de menschen aan herinnerde. Hij heeft geschreven, dat ik veel voor mijn land gedaan heb, en dat mijn land op zijn beurt iets voor mij moest doen. Het was een mooie brief, erg ontroerend. Maar daar is 't bij gebleven. De Commandant van Fiume is nu eenmaal zoo. Hij heeft een inval, hij spreekt ervan, hij schrijft erDE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT VERZIN KT. VERLOODT, VERKOPERT ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. LOONSCHOOPEERAFDEELING. over. Maar als hij eenmaal vorm aan zijn gedach te heeft gegeven, als hij, al schrijvend, haar tot werkelijkheid heeft gemaakt, is het gedaan. Dat is: sou action a lui", verder gaat hij niet." Commentaar is bij dit pijnlijk, en voor de tijdgenooten, die er in genoemd zijn, haast mee-, doogenloos relaas, overbodig. En het bepaalt zich, in zijn algemecne strekking niet tot Eleonora Duse, Italiëen zijn machthebbers alleen.l (Wordt vervolgd) TOP N A E F F PRIJSVRAAG : WELK BOEK ? Evenals in 1924 zal de Nederlandsche Uit geversbond, in samenwerking met de periodieke en de dagbladpers, aan het einde van dit jaar een prijsvraag uitschrijven voor het Boek van Uw voorkeur". Hoewel de tijd van voorbereiding bij de eerste poging om bekend te worden met den voorkeur van het Nederlandsen' lezend publiek, zeer kort was, heeft toch de belang^ stelling voor deze prijsvraag de verwachting verre' overtroffen. Om de medewerking nog te vergrootenv zullen wij wekelijks hieronder een opgave doen volgen van nieuw-verschenen Nederlandsche of in het Nederlandsch vertaalde werken. Wij hopen hun, die voornemens zijn mede te dingen naar de prijzen die de Uitgeversbond zich voorstelt uit te loven, daarmede een bruikbaar overzicht van de in 1925 verschenen boekwerken te verschaffen. OLIVE WADSLEY, WOESTIJNZAND. Ing. / 1.90; seb. / 2.50, vertaald door Minny MusaphBlijdenstein. Arabische roman van ostersche liefde; meeslepend van begin tot eind. R. VAN GENDEREN STORT, KLEINE INEZ Ing. / 3.00; geb.; / 4.90. Roman be kroond met den Duizend-Guldenprijs door de Maatschappij voor Nederlandsche Letterkunde. M. M. STIEMENS-HOPMAN, VROUW. Ingen. f 2.25, gebonden f 2.90. Vrouw is een sterk, een krachtig boek, vol levensmoed en levensdurf. Vele jonge vrouwen zullen er van genieten. Den Gulden Winckel. A. S. M. HUTCHINSON, TOT INZICHT GEKOMEN ? Ingen. f 2.90, gebonden f 3.75. Ik voor mij vind dit boek veel en veel mooier dan Als de Winter komt"...., omdat er meer kracht van uitgaat. Elly Knappert in De Hervorming". MARIE W. VOS, OPGANG, prijs ing. / 1.25; geb. / 1.90. Dit is de eerste bundel verzen van een zeer begaafde, jonge dichteres, zuster van Margot Vos en van haar geestesgesteldheid. Frisch en eerlijk werk, dat spoedig populair zal zijn. H. VAN ELRO. HESPERIDEN, ing. f2.25; leer / 3.90. Een bundel verzen. Elro is een der meest vooraanstaanden onder de jongeren, die voor zijn werk steeds plaats in onze literaire tijd schriften vindt. Deze bundel is de met zorg samengestelde selectie uit zijn beste verzen. Vraagt steeds VAN OUDS HET BESTE MERK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl