Historisch Archief 1877-1940
No. 2515
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
Eleonora Duse, par EDOUARD SCIINEIDER.
Ed: Bernard Grasset, Paris.
I
Dit boek werd mij niet iangs den gebruikelijken
weg door den uitgever toegezonden, ik heb- het
vrijwillig gekocht toen ik het met de gelukkige
gewaarwording, waarmede men op den hoek
van een straat plotseling een vriend de hand
toesteekt voor een winkelraam zag liggen.
Want de naam van Eleonora Duse heeft voor
velen, die haar, a! ware het slechts nmaal
opjhet tooneel zagen, een fascineerenden klank
behouden, en zij' was een van die vreemd-uit
verkoren schepsels op aarde, aan wie hij den
dood niets sterft. Zij geloofde ook niet aan den
zwarten dood. La mort n'existe pas. Elle est
lumière et non pas ombre", schrijft ze in een
harer brieven, als een waardig voorloopster van
haar landgenoot Pirandello, die de onsterfelijk
heid" naar deze opvatting met zijn aangrijpend
tooneelspel: Het Jeven, dat ik U gaf" beves
tigen zou. Men kan dan ook niet zeggen, dat met
dit boek, geschreven door den Franschen jour
nalist Edouard Schneider, welke met zijn vrouw
tot haar naaste vrienden heeft behoord, de
herinnering aar^ Duse herleeft", veeleer: dat het
haar geestelijk*voortbestaan in ons midden be
vestigt. Haar oogen, haar glimlach, haar stem,
haar handen, wij vinden er haar compleet wezen
in terug, als lagen er voor de meesten onzer geen
twintig jaar tusschen haar optreden en de ver
schijning dezer mémoires".
A quelques fidèles qui la comprirent et l'aim
rent, a ses amis ignorés", zijn deze bladzijden
gewijd; zij getuigen van een heldenvercering
in den zin daaraan door Romain Rolland gehecht:
helden par Ie coeur" gelijk we die in onze, alles
met den spaander der middelmatigheid
gelijkstrijkende dagen zelden meer aantreffen voor
een meerdere naar begaafdheid en geest. Het
boek pleit derhalve zoowel voor den schrijver
als voor sa grande amie", l'animatrice, die hem
tot deze schoone belijdenis onwillekeurig bezielde.
Zij heeft van dit werk nog wel geweten, maar
hem, uit den schroom, die zulk een machtig deel
van haar wezen is geweest, haar medewerking
onthouden, tot de dood haar overviel. En men
vergeeft hem gaarne zijn breedsprakigheid, een
aan Eckermann's Gesprache mit Goethe" her
innerende serviliteit, waaruit misschien wat
duidelijk, naast de verecring, ook de vereerdheid
met deze inderdaad kostbare connectie blijkt,
omdat het alles te zamen welt uit zulk een warm,
vervuld menschenhart, en wij begrijpen hoeveel
steun de zwakke, vergrijsde zwervelinge heeft
gevonden in de volstrekte toewijding van een
menschenhart, naar schrijvers eigen getuigenis:
,,si totalement attachéque Ie mien." Ze hebben
zoo iets oprechts en trouws wel eens noodig.de
grooten, die hun roem duur betalen, de eenzamen,
van wie Renan zeide: La vulgaritédes hommes
fait de la solitude morale Ie lot obligéde celui
qui les dépasse par Ie génie ou par Ie coeur."
Hoezeer daarbij ook haar hart zich gehecht had
aan dit bevriend echtpaar blijkt wel uit haar
laatste woorden vóór haar rampzalig vertrek
naar Amerika: Ne me laissez pas perdre vos
traces!" dat ons thans bijna als een noodkreet
in de ooren klinkt.
Maar weinig geeft de schrijver van den oogen
schijnlijk glorieusen buitenkant van dit kunste
naarsleven, doch uit dit weinige weten wij, dat
het van haar pose, noch phrase was toen zij eens
schreef (in een brief aan graaf Primoli) Ce n'est
jamais Ie succes que j'ai cherchédans l'art, mais
Ie refuge." Een geduldig uur lang zat soms de
wereldberoemde achter de dichte jaloezieën van
haar hotelkamer te wachten tot de drom van
nieuwsgierigen beneden in de vestibule en op straat
het op had gegeven. Haar heen-gaan van het
tooneel, plotseling, zonder iemand daarop voor
te bereiden, zonder afscheid", eenvoudig na
een gelukkigen avond te Berlijn, waar zij Ibsen's
Vrouw van de Zee", voor het eerst en, naar zij
meent, voor het laatst, zóó heeft kunnen spelen
als de dichter het had bedoeld, om gedurende twaalf
jaar, gelijk Guido Gezelle, in volslagen vergetelheid
te leven, doet voor het minst vermoeden hoe weinig
deze kunstenares innerlijk aan het beeld, dat
men zich in het algemeen van een gevierde diva
vormt-, moet hebben beantwoord, hoe zij in la
periode soi-disant-heureuse de ma vie", geleden
moet hebben in die wereld van succèsbejag en
mediocriteit achter de. coulissen. En nauwelijks
te benaderen lijkt het ons wat het voor deze
vrouwvan-pudeur geweest moet zijn om na dit lange
tijdperk der retraite onder den indruk der
moreele verwoesting door den oorlog aangericht
uit haar schuilhoek te voorschijn te treden
en zich, zoo verouderd en vervallen als zij was,
opnieuw bloot te stellen, haar innigste idealen
nog eenmaal in de waagschaal te leggen.
Dit boek weerspreekt de legende als zou zij
dit hebben gedaan om den broode". J'avais
de quoi finir mes jours modestemcnt a Asolo"
(haar geliefd dorp in de bergen, waar zij een huisje
bezat) en zij zou dit waarschijnlijk verkozen hebben,
had niet de oorlog ook dit, in de diepte nog altijd
fel brandend hart, dit gemouvementeerd tempe
rament in vlammen gezet. Wat haar eigen aspi
raties betreft, zij verliet het tooneel en pleine
gloire", en herhaaldelijk vinden wij in dit boek
bevestigd hoe zij het deed, zonder een zweem van
berouw:
,,. . . .Wat een hel ! Neen, nooit weer. Zoo lang
ik de kracht heb gehad om te werken en te reizen (!)
heb ik 't gedaan. Maar welk een arbeid in de
leegte en in 't geraas, alle dagen en alle nachten !
Nu hebben mijn leeftijd (zij was toen 53 jaar)
en het beetje gezondheid dat ik nog bezit, mij
den uitersten moed doen verliezen, en voel ik
me bijna bevrijd, in elk geval, voor het oogenblik
verweg "
Maar het idealisme herkreeg, onder de tijds
omstandigheden, de overhand, en met het geloof
eener jongere reikhalsde zij, na den druk der
oorlogsjaren, naar de herrijzenis der wereld en
de compensatie van den verheven geest boven
het bruut geweld. Het scheen haar toe, als aan '
velen van qualiteit, dat un oeuvre de beaut
morale, de communion" in stilte in wording moest
zijn, en dat zij, met hetgeen haar gegeven was,
daaraan deel kon hebben. Wanneer wij lezen wat
zij in dit korte leven in alle richtingen zocht en
nastreefde travailler, agir!", welke auteurs haar
na stonden: de schrijver van PAction" Maurice
Blonde!, Tolstoï, Ibsen, Romain Rolland, welke
haar niet raakten: Anatole France, Maurice
Barrès Je n'aime que ceux qui construisent"
dan spreekt het wel vanzelf dat zij niet achter
kon blijven om modestement" haar dagen te
slijten, dat zij zich een geroepene voelde, al wist
zij zich te storten in een ver boven haar zwakke
physieke krachten liggend risico, verbonden aan
het bedrijf, dat haar onvermijdelijk terrein van
actie was, al wist zij zich weerloos aan de ketting
van den négrier", den onmisbaren, almachtigen
impresario.
Dat zij daarbij in de veranderde maatschappij
toch de menschen, en vooral de vooraanstaanden,
nog met al het nai'ef vertrouwen van den kunste
naar heeft overschat, is wel ontstellend gebleken,
en hoe zich deze ervaring gewroken heeft aan
een der edelste, maar tevens teerste zielen van
onzen tijd, vertelt ons dit onopgesmukt levens
relaas op een voor het fascistisch Italiëbitter
beschamende wijze:
Sedert Januari heb ik niet kunnen spelen.
En dat heele gezelschap tot mijn last: 1.060
francs per dag ! Ik heb nu al tweeduizend francs
deficit, en omdat ik het geld niet bezat, heb ik
vooischot moeten nemen op mijn werk (j'ai du
hypothéquer mon travail). Op mijn leeftijd, werken
onder dergelijke omstandigheden, is het niet
verschrikkelijk? En zooals ik u schreef, ik heb in
Italiëniet den minsten steun gevonden, integen
deel. Gedurende de geheele maand December
heb ik in Milaan maar twee voorstellingen kunnen
geven. In heel Milaan was er geen schouwburg
voor mij beschikbaar. Er is daar een soort
schouwburg-trust, waarvan ik niemendal af wist.... En
wat kon ik daartegen ! Ik zit niet in cafés, ik
vertoon me niet genoeg. Ik ben er ziek van ge
worden. Ze hebben me ziek gemaakt".
En op de volgende bladzijde lezen wij:
Ik heb aan Mussolini geschreven; hij heeft
niets gedaan. Of liever, hij is me komen opzoeken
en de kranten hebben er van gesproken. Hij heeft
tegen me gezegd: Madame Duse, er is niets wat ik
niet voor u zou willen doen (il n'est pas chose,
que je ne fasse pour vous)! Welnu, heb ik hem
geantwoord, verlos mij van mijn gezelschap,
neem de troep, die mij ruïneert, voor uw kosten,
betaal de menschen ! Ik vraag niets voor mezelf,
alleen voor het gezelschap, dat ik geëngageerd
heb, en dat ik niet meer kan betalen.
Nu, hij heeft niets gedaan. De Commandant
van Fiume (zoo noemt zij gewoonlijk d'Annunzio)
heeft in de bladen een pracht van een brief over
mij geschreven. Hij haalde alles op wat ik in mijn
leven gedaan had, al mijn werk van vroeger, dingen
die ik zelf al lang vergeten was, en waarover ik
ook nooit zelf gesproken zou hebben. Maar 't is
aardig dat hij ze bedacht en er de menschen aan
herinnerde. Hij heeft geschreven, dat ik veel voor
mijn land gedaan heb, en dat mijn land op zijn
beurt iets voor mij moest doen. Het was een mooie
brief, erg ontroerend. Maar daar is 't bij gebleven.
De Commandant van Fiume is nu eenmaal zoo.
Hij heeft een inval, hij spreekt ervan, hij schrijft
erDE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT
VERZIN KT. VERLOODT, VERKOPERT
ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING
TEGEN BILLIJKE PRIJZEN.
LOONSCHOOPEERAFDEELING.
over. Maar als hij eenmaal vorm aan zijn gedach
te heeft gegeven, als hij, al schrijvend, haar tot
werkelijkheid heeft gemaakt, is het gedaan. Dat is:
sou action a lui", verder gaat hij niet."
Commentaar is bij dit pijnlijk, en voor de
tijdgenooten, die er in genoemd zijn, haast mee-,
doogenloos relaas, overbodig. En het bepaalt zich,
in zijn algemecne strekking niet tot Eleonora
Duse, Italiëen zijn machthebbers alleen.l
(Wordt vervolgd)
TOP N A E F F
PRIJSVRAAG : WELK BOEK ?
Evenals in 1924 zal de Nederlandsche Uit
geversbond, in samenwerking met de periodieke
en de dagbladpers, aan het einde van dit
jaar een prijsvraag uitschrijven voor het
Boek van Uw voorkeur". Hoewel de tijd van
voorbereiding bij de eerste poging om bekend te
worden met den voorkeur van het Nederlandsen'
lezend publiek, zeer kort was, heeft toch de belang^
stelling voor deze prijsvraag de verwachting verre'
overtroffen. Om de medewerking nog te vergrootenv
zullen wij wekelijks hieronder een opgave doen
volgen van nieuw-verschenen Nederlandsche of in
het Nederlandsch vertaalde werken. Wij hopen hun,
die voornemens zijn mede te dingen naar de prijzen
die de Uitgeversbond zich voorstelt uit te loven,
daarmede een bruikbaar overzicht van de in 1925
verschenen boekwerken te verschaffen.
OLIVE WADSLEY, WOESTIJNZAND. Ing.
/ 1.90; seb. / 2.50, vertaald door Minny
MusaphBlijdenstein. Arabische roman van ostersche
liefde; meeslepend van begin tot eind.
R. VAN GENDEREN STORT, KLEINE
INEZ Ing. / 3.00; geb.; / 4.90. Roman be
kroond met den Duizend-Guldenprijs door de
Maatschappij voor Nederlandsche Letterkunde.
M. M. STIEMENS-HOPMAN, VROUW. Ingen.
f 2.25, gebonden f 2.90.
Vrouw is een sterk, een krachtig boek, vol
levensmoed en levensdurf. Vele jonge vrouwen
zullen er van genieten.
Den Gulden Winckel.
A. S. M. HUTCHINSON, TOT INZICHT
GEKOMEN ? Ingen. f 2.90, gebonden f 3.75.
Ik voor mij vind dit boek veel en veel mooier
dan Als de Winter komt"...., omdat er meer
kracht van uitgaat. Elly Knappert in De
Hervorming".
MARIE W. VOS, OPGANG, prijs ing. / 1.25;
geb. / 1.90. Dit is de eerste bundel verzen van
een zeer begaafde, jonge dichteres, zuster van
Margot Vos en van haar geestesgesteldheid.
Frisch en eerlijk werk, dat spoedig populair
zal zijn.
H. VAN ELRO. HESPERIDEN, ing. f2.25;
leer / 3.90. Een bundel verzen. Elro is een der
meest vooraanstaanden onder de jongeren, die
voor zijn werk steeds plaats in onze literaire tijd
schriften vindt. Deze bundel is de met zorg
samengestelde selectie uit zijn beste verzen.
Vraagt steeds
VAN OUDS HET BESTE MERK