Historisch Archief 1877-1940
No. 2515
DE GROENE AMSTERDAMMER,\WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
1N-AM5TLRDAM-UJEST.
jelijkebquw wijze
ons persoonlijk
n dubbel
genoeniet van
vanen stammende,
hand liggende
:r op zoo groote
iing vindt. (Dat
in de Zuidelijke
'ege toegepaste
voor ons land
icger niet
onbeees o.a. de in het
r van de Groene
van Dr.
Brugmen afbeelding
rmalige
middelidhiüs op den
tvat de oorzaak
toepassen dezer
ische werkwijze.
aamlijk in het
icht en licht in
iten onzer oude
l geldt dit
arguleer voor onze
wijken !
ch opzicht be
te van Dr.
Ber> hierin, dat de
erijeh van dit
jote luifels (die
rtisch nut
vern) afgewisseld
i worden.
Daar?rdt de
monoitonigheid, die
gevoerde
voortgale'rijen
onteheven. Anders
mers eindelooze
geworden zijn,
de
soldatenregicarréformatie !
evenwicht van
>r tegenstelling,
ig verkregen, de
de gewenschte
eenheid schept, de juiste harmonie, de levende,
de niet-dorre of doodsche.
? Hoog tijd werd het, dat over onzen modernen
stedebouw in een populair orgaan meer syste
matisch gesproken wordt. Deze beknopte beschou
wing over het Mercatorplein vormt daartoe de in
leiding. Op de eerste plaats hopen we den oorsprong
en het geheel apart karakter van den plalbouw"
in een der volgende beschouwingen te behandelen.
Deze bouwwijze toch is voor de naaste toekomst
van zooveel gewicht en verleent een zoo geheel
bijzonder cachet aan onze nieuwere stadswijken,
dat een afzonderlijke bespreking daarover wel
noodzaaklijk lijkt.
BREDIUS-ALBUM
door Prof. Dr. W. MARTIN
Onlangs vierde dr. Abraham Bredius, de nestor
onzer kunsthistorici, zijn zeventigsten verjaardag.
Bij die gelegenheid is hem namens tal van vrienden
en vereerders een album aangeboden, waarvan de
tekst, met tal van afbeeldingen versierd, in den
handel is gebracht onder den titel Dr. Abraham
Bredius 1855?1925; Album hem aangeboden
op 18 April 1925" (gedrukt door de Ver. Drukke
rijen Roeloffzen-Hübner & van Santen en Ge
broeders Binger, Amsterdam).
Dit album, op bijzonder mooi papier met
fraaie letter gedrukt, vermeldt allereerst, dat het
den jubilaris werd aangeboden bij het bereiken
van den zeventigjarigen leeftijd en dat het bevat
een overzicht van zijn werkzaamheden in dienst
van de vaderlandsche kunst, de kunstgeschiedenis
en kunstverzamelingen". Dan volgen de namen
van hen, met wier steun het album is tot stand
gekomen: allereerst H.M. de Koningin, de Ko
ningin-Moeder en Prins Hendrik.
Een aantal bladzijden is vervolgens gewijd aan
den door dr. H. E. vanGelder geschreven levensloop
van dr. Bredius, waarbij de schrijver bovenal
doet uitkomen Wat Bredius voor onze musea en
voor het behoud van kunstwerken in ons land
heeft gedaan en waarin hij wijst op zijn ver
strekkende stijlcritische en archivalische onder
zoekingen.
Hierop volgt een sprekende lijst van kunstwerken,
door Bredius in den loop der jaren aan onze musea
geschonken. Het is een respectabele reeks, die
ons met dankbaarheid vervult. Niet minder dan
39 schilderijen schonk Bredius aan het Rijks
museum. Het Ned. Museum kreeg van hem 12
geschenken, en aan het Mauritshuis, het Oudheid
kundig Genootschap.de Haagsche Gemeentemusea,
het Frans-Hals-museum en het Rembrandthuis
deed hij eveneens geschenken toekomen. Aan de
Groote Kerk te Gouda verschafte hij uit eigen
middelen de gelden voor het herstellen van een
der werelberoemde ramen.
De werken, die door Bredius' steun of be
middeling in onze musea zijn gekomen, worden
vervolgens opgesomd. Het Rijksmuseum kreeg
door zijn bemiddeling als geschenk een schil
derij van Beerstraten. De aankoop van Rembrandts
Steenen Brug voor hetzelfde museum was mogelijk
mede dank zij een aanzienlijke gift van Bredius.
Door zijn bemiddeling werden in 1883 en 1884 een
oude piano en een oude kast verkregen voor het
Nederlandsen Museum, terwijl het Frans
HalsMuseum door zijn tusschenkomst werken van Hals,
J. van Ruisdael, F. Ryckhals en Fl. v. Schoten
verwierf. De aankoop van het beroemde
geteekende zelfportret van Rembrandt voor het Rembrandt
huis is eveneens mogelijk geweest dank zij o.m.
een aanzienlijke bijdrage van Bredius. Dordrechts
Museum verwierf door zijn hulp niet minder dan
19 schilderijen, het Haagsche Gemeentemuseum
twee, het Friesche Museum n.En hierbij is natuur
lijk geheel buiten beschouwing gelaten hetgeen
hij in zijn kwaliteit van Directeur van het Maurits
huis gedurende de 20 jaren van zijn beheer
(1898?1909) voor dit museum aankocht en
deed schenken.
De lijst van door Bredius in bruikleen gegeven
kunstwerken is zóó groot, dat het album niet eens
alles kan opnoemen van den inhoud van het
Bredius-Museum op de Prinsegracht in den Haag
dat 123 schilderijen, 20 teekeningen, 20 beeldhouw
werken, 2 kasten met porcelein, een vitrine met
zilver en kristal en voorts verscheiden stukken
porselein, zilver en meubelen bevat, in de ver
trekken verspreid.
De Wereldberoemde bruikleenen van Bredius in
het Mauritshuis: de Rembrandts, de Jan Steens,
den S. Ruysdael, den van Goyen en zoovele andere
meesterwerken (totaal 24 schilderijen) vinden wij
afzonderlijk opgesomd, evenals de beide schilde
rijen, door Bredius in bruikleen gegeven aan het
museum Boymans en het museum van Meerten.
Na de biografie en de lijsten van kunstwerken
volgt de door den heer S. W. F. Margadant
saamgestelde lijst van de ongeveer 450 geschriften
van Bredius, beginnende in 1879 en eindigende
met de vermelding van het groote boek over
Jan Steen, waaraan de zeventigjarige thans bezig
is de laatste hand te leggen.
Het album bevat 17 groote autotypieën, o.a.
naar Rembrandts Saul, Homerus, Negers en Chris
tus, naar Jan Steen's Allegorie en A. van Ostade's
Huwelijksaanzoek, terwijl voorts o.m. de aandacht
trekken het landschap van Hercules Seghers,
de oude vrouw van de Keyser, het stilleven van
Chardin.
Het album is, behalve een eerbetoon en uiting
van dankbaarheid voor het vele dat Bredius
tot stand bracht, tevens een geheel, dat om zijn
uitvoering, om de afbeeldingen en wegens den
inhoud een document van beteeke^nis vormt
voor e kennis van Bredius' persoon en arbeid
en voor de ontwikkeling van onze kunsthistorie
en ons museumwezen in de laatste halve eeuw.
Kersen
Pralines r
Bijzonder.frissché4
nöename smaafcl
^ «"T^nt»». ''J