De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 22 augustus pagina 13

22 augustus 1925 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2515 DE GROENE AMSTERDAMMER,\WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 1N-AM5TLRDAM-UJEST. jelijkebquw wijze ons persoonlijk n dubbel genoeniet van vanen stammende, hand liggende :r op zoo groote iing vindt. (Dat in de Zuidelijke 'ege toegepaste voor ons land icger niet onbeees o.a. de in het r van de Groene van Dr. Brugmen afbeelding rmalige middelidhiüs op den tvat de oorzaak toepassen dezer ische werkwijze. aamlijk in het icht en licht in iten onzer oude l geldt dit arguleer voor onze wijken ! ch opzicht be te van Dr. Ber> hierin, dat de erijeh van dit jote luifels (die rtisch nut vern) afgewisseld i worden. Daar?rdt de monoitonigheid, die gevoerde voortgale'rijen onteheven. Anders mers eindelooze geworden zijn, de soldatenregicarréformatie ! evenwicht van >r tegenstelling, ig verkregen, de de gewenschte eenheid schept, de juiste harmonie, de levende, de niet-dorre of doodsche. ? Hoog tijd werd het, dat over onzen modernen stedebouw in een populair orgaan meer syste matisch gesproken wordt. Deze beknopte beschou wing over het Mercatorplein vormt daartoe de in leiding. Op de eerste plaats hopen we den oorsprong en het geheel apart karakter van den plalbouw" in een der volgende beschouwingen te behandelen. Deze bouwwijze toch is voor de naaste toekomst van zooveel gewicht en verleent een zoo geheel bijzonder cachet aan onze nieuwere stadswijken, dat een afzonderlijke bespreking daarover wel noodzaaklijk lijkt. BREDIUS-ALBUM door Prof. Dr. W. MARTIN Onlangs vierde dr. Abraham Bredius, de nestor onzer kunsthistorici, zijn zeventigsten verjaardag. Bij die gelegenheid is hem namens tal van vrienden en vereerders een album aangeboden, waarvan de tekst, met tal van afbeeldingen versierd, in den handel is gebracht onder den titel Dr. Abraham Bredius 1855?1925; Album hem aangeboden op 18 April 1925" (gedrukt door de Ver. Drukke rijen Roeloffzen-Hübner & van Santen en Ge broeders Binger, Amsterdam). Dit album, op bijzonder mooi papier met fraaie letter gedrukt, vermeldt allereerst, dat het den jubilaris werd aangeboden bij het bereiken van den zeventigjarigen leeftijd en dat het bevat een overzicht van zijn werkzaamheden in dienst van de vaderlandsche kunst, de kunstgeschiedenis en kunstverzamelingen". Dan volgen de namen van hen, met wier steun het album is tot stand gekomen: allereerst H.M. de Koningin, de Ko ningin-Moeder en Prins Hendrik. Een aantal bladzijden is vervolgens gewijd aan den door dr. H. E. vanGelder geschreven levensloop van dr. Bredius, waarbij de schrijver bovenal doet uitkomen Wat Bredius voor onze musea en voor het behoud van kunstwerken in ons land heeft gedaan en waarin hij wijst op zijn ver strekkende stijlcritische en archivalische onder zoekingen. Hierop volgt een sprekende lijst van kunstwerken, door Bredius in den loop der jaren aan onze musea geschonken. Het is een respectabele reeks, die ons met dankbaarheid vervult. Niet minder dan 39 schilderijen schonk Bredius aan het Rijks museum. Het Ned. Museum kreeg van hem 12 geschenken, en aan het Mauritshuis, het Oudheid kundig Genootschap.de Haagsche Gemeentemusea, het Frans-Hals-museum en het Rembrandthuis deed hij eveneens geschenken toekomen. Aan de Groote Kerk te Gouda verschafte hij uit eigen middelen de gelden voor het herstellen van een der werelberoemde ramen. De werken, die door Bredius' steun of be middeling in onze musea zijn gekomen, worden vervolgens opgesomd. Het Rijksmuseum kreeg door zijn bemiddeling als geschenk een schil derij van Beerstraten. De aankoop van Rembrandts Steenen Brug voor hetzelfde museum was mogelijk mede dank zij een aanzienlijke gift van Bredius. Door zijn bemiddeling werden in 1883 en 1884 een oude piano en een oude kast verkregen voor het Nederlandsen Museum, terwijl het Frans HalsMuseum door zijn tusschenkomst werken van Hals, J. van Ruisdael, F. Ryckhals en Fl. v. Schoten verwierf. De aankoop van het beroemde geteekende zelfportret van Rembrandt voor het Rembrandt huis is eveneens mogelijk geweest dank zij o.m. een aanzienlijke bijdrage van Bredius. Dordrechts Museum verwierf door zijn hulp niet minder dan 19 schilderijen, het Haagsche Gemeentemuseum twee, het Friesche Museum n.En hierbij is natuur lijk geheel buiten beschouwing gelaten hetgeen hij in zijn kwaliteit van Directeur van het Maurits huis gedurende de 20 jaren van zijn beheer (1898?1909) voor dit museum aankocht en deed schenken. De lijst van door Bredius in bruikleen gegeven kunstwerken is zóó groot, dat het album niet eens alles kan opnoemen van den inhoud van het Bredius-Museum op de Prinsegracht in den Haag dat 123 schilderijen, 20 teekeningen, 20 beeldhouw werken, 2 kasten met porcelein, een vitrine met zilver en kristal en voorts verscheiden stukken porselein, zilver en meubelen bevat, in de ver trekken verspreid. De Wereldberoemde bruikleenen van Bredius in het Mauritshuis: de Rembrandts, de Jan Steens, den S. Ruysdael, den van Goyen en zoovele andere meesterwerken (totaal 24 schilderijen) vinden wij afzonderlijk opgesomd, evenals de beide schilde rijen, door Bredius in bruikleen gegeven aan het museum Boymans en het museum van Meerten. Na de biografie en de lijsten van kunstwerken volgt de door den heer S. W. F. Margadant saamgestelde lijst van de ongeveer 450 geschriften van Bredius, beginnende in 1879 en eindigende met de vermelding van het groote boek over Jan Steen, waaraan de zeventigjarige thans bezig is de laatste hand te leggen. Het album bevat 17 groote autotypieën, o.a. naar Rembrandts Saul, Homerus, Negers en Chris tus, naar Jan Steen's Allegorie en A. van Ostade's Huwelijksaanzoek, terwijl voorts o.m. de aandacht trekken het landschap van Hercules Seghers, de oude vrouw van de Keyser, het stilleven van Chardin. Het album is, behalve een eerbetoon en uiting van dankbaarheid voor het vele dat Bredius tot stand bracht, tevens een geheel, dat om zijn uitvoering, om de afbeeldingen en wegens den inhoud een document van beteeke^nis vormt voor e kennis van Bredius' persoon en arbeid en voor de ontwikkeling van onze kunsthistorie en ons museumwezen in de laatste halve eeuw. Kersen Pralines r Bijzonder.frissché4 nöename smaafcl ^ «"T^nt»». ''J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl